MIDDELBURGSCHE COURANT
BEKENDMAKINGEN.
Verspreide berichten.
BIJVOEGSEL
Donderdag 15 Maart 1888. N°. 64.
Verkiezing van een lid voor den
gemeenteraad.
Middelburg 14 Maart.
Kerknieuws.
VAN DE
VAN
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend dat de heer mr J. A. VAN HOEK
zjjn ontslag heeft genomen als lid van den ge-
meenteraad en dat de verkiezing ter
vervulling van die vacature door hen is bepaald
op Dinsdag; den 29 Daart 1888 en de
herstemming, zoo noodig, op Dinsdag den 10
April daaraanvolgende.
Middelburg, 13 Maart 1888.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O E E E.
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
Het is niet de eerste keer, sedert 1848, dat er
bij de verkiezing van een geheele Tweede kamer
vele herstemmingen noodig waren.
De eerste der vier belangrijkste ontbindingen
vóór 1888 kwam voor
I. In 1853 na de Aprilbeweging, toen het protes-
tantsche Nederland tegen de liberalen werd op
gehitst, omdat deze aan de katholieken volledige
vrijheid van inwendige kerkelijke inrichtingen
wilden laten. Toen kwamen van 88.600 kiezers
53.400 op of 60 pet. Van de 68 leden, waaruit
de Tweede kamer toen bestond, werden slechts
48 dadelijk gekozener moesten 20 herstemmingen
plaats hebben. De nieuwe kamer telde 28 nieuwe
leden.
II. In 1866 toen de eerste ontbinding onder
het ministerie-Heemskerk plaats vond bestond
de kamer uit 75 leden. Er moest toen over 21
plaatsen herstemd worden en 17 nieuwe leden
verschenen in de kamer.
III. In 1868 (tweede ontbinding-Heemskerk)
werden 65.400 stemmen uitgebracht uit een kie
zerscorps van 98.400, een opkomst dus van 66§
pet. Van 75Teden werden 63 dadelijk "gekozen er
waren dus 12 herstemmingen. Er werden 17
nieuwe leden in de kamer gebracht.
IV. In 1886 de ontbinding ter beslissing of
de grondwetsherziening zou worden voortgezet,
trots het non-possumus der clericalen kwamen
van de 135.500 kiezers 102.310 of ruim 75 pet op.
Terstond werden gekozen 80 leden van de 86
er waren dus slechts 6 herstemmingen noodig.
Het getal nieuwe leden bedroeg 11.
In 1888 hebben van 292.000 kiezers 239.000
gestemd, dus ruim 80 pet. Er moet over 26
plaatsen worden herstemd.
De opkomst is dus in 1888 betrekkelijk het
sterkst geweest. Het getal herstemmingen is
echter in 1883 en 1886 betrekkelijk nog grooter
geweest. (Hbld).
Februari 1888 telde éen dag meer dan Februari
1887, doch niet daardoor alleen laat zich ver
klaren, dat de rijksmiddelen zooveel meer hebben
opgebracht dan verleden jaar. Het verschil van
861.000 is te groot om daardoor alleen veroor
zaakt te worden. Veeleer schijnt men, daar ook
Januari verscheiden zeer gunstige cijfers gaf, te
mogen aannemen, dat economisch beter toestan
den zich in de betere cijfers afspiegelen. Zoo zijn
de invoerrechten, die in Januari 426.000 gaven
tegen 403.000 in Januari 1887, gestegen tot
480.000 tegen 470.000 in Februari 1887 ga
ven van de accijnzen de suikeraecijns, die in Jan.
ƒ231.000 opleverden tegen ƒ198.000 in 1887,
ditmaal 264.000 tegen 199.000 in Febr. 1887j
en het geslacht, dat in Jan. was gestegen van
209.000 tot 222.000, thans ƒ208.000 tegen ƒ193.000
het vorige jaarbracht het registratierecht, in
Jan. 675.000 afwerpende, tegen 619.000 in
1887, 706.000 tegen 622.000 verleden jaar.
Ook andere middelen gaven belangrijk beter uit
komst, zooals zegelrecht 226.000 tegen ƒ215.000,
posterijen 452.000 tegen ƒ410.000, telegrafen
ƒ95.000 tegen ƒ83.000, patenten ƒ227.000 tegen
ƒ191.000. Van de accijnzen waren de boven niet
genoemde, behalve de wijnaccjjns, ietwat ten ach
teren. Het successierecht was bijna 3 ton hooger
dan verleden jaar. Evenzoo gaf de grondbelas
ting, evenals in Januari, een buitengewoon hoog
cijfer, zoodat ze aan 't eind dezer twee maanden
reeds ƒ1.187.000 gaf tegen 683.000 verleden
jaar, een allerbelangrijkst verschil, waarvan de
oorzaak ons onbekend is. Eindelijk bracht ook
het personeel ditmaal ƒ80.000 meer op dan ver
leden jaar.
De totaalopbrengst over de twee maanden is
ƒ1.365.000 hooger dan in het vorige jaar. (Vad.)
In de provincie Groningen zullen de clericalen
en radicalen bij de herstemming hand aan hand
gaan. Het provinciale comité der anti-revoluti-
onnaire kiesvereenigingen raadt den kiezers drin
gend aan in het district Winschoten te stemmen
op D. R. Mansholt. Waarschijnlijk zullen in het
district -Groningen de radicalen dientengevolge
op ds Brummelkamp stemmen.
Benoemd tot griffier bij het gerechtshof te Am
sterdam mr C. H. Q. van Strijen, thans substitunt-
griffier bij het gerechtshof te 's Gravenhage.
Benoemd tot notaris binnen het arr. Arnhem,
ter standplaats 's Heerenberg, gemeente Berg, P.
de Wilde, candidaat-notaris te Arnhem.
Benoemd bij het wapen der genie, tot eerste-
luitenant bij den staf van het wapen, de tweede
luitenant A. D. J. Berkhout, van dien staf
bij het korps genietroepen, de tweede-luitenant
E. M. S. Visser, van het korps.
De audiënties van de ministers van marine en
koloniën zullen op Vrijdag 16 dezer niet plaats
hebben.
Het bericht dat de heer Völlmar, pensioen zou
hebben aangevraagd moet op eene onjuiste op
vatting berusten. De heer Völlmar blijft integendeel
bij zijn besluit, om alsnog geen pensioen aan te
vragen, volharden.
Tot leden der commissie voor het voorstellen
eener verbeterde geneeskundige hulp op de spoor
wegen zijn benoemd de heeren dr Egeling,
inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht
voor Zuid-Hollanddr W. P. Ruysch, inspecteur
der krankzinnigengestichten en medisch adviseur
bij het departement van binnenlandsche zaken;
Simon, lid van den raad van toezicht op de
spoorwegdiensten, en dr Gori te Amsterdam.
Met 35 van de 63 stemmen hebben gisteren de
provinciale staten van Noord-Holland tot lid
van gedeputeerde staten, ter vervanging van
wijlen mr Herman J. van Lennep, gekozenden
heer mr W. baron Roëll, wethouder der gemeente
Amsterdam.
De kerkeraad der hervormde gemeente te Zwijn-
drecht heeft aan ds. Kalkman, pred. te Monster,
die eerst het beroep naar die gemeente had aan
genomen en daarna ervoor bedankte, een
schrijven gezonden waarbjj hij te kennen geeft,
dat genoemde predikant zich door zijne handel
wijze heeft doen kennen als een man, die als
herder en leeraar voor Zwijndrecht niet meer
gewenscht is, waarom zij hem op dien grond
ontslaat van zijn eenmaaljgegeven woord.
(Kerk. Ct.J
De particuliere spaarbank te 's Bosch heeft,
teneinde de rijkspostspaarbank in de hand te
werken en zich tevens zelf eenigszins te verlichten,
de proef genomen met inlagen beneden de 3 te
weigeren en de brengers daarvan naar de post
spaarbank te verwijzen.
Bjj later onderzoek bleek echter dat van 40
alzoo geweigerde inlagen slechts 8 de rijkspost
spaarbank bereikt hadden, zoodat de proef als
mislukt is te beschouwen.
Over de werkstaking te Almeloo schrijft
men aan het IV. v. d. D.
Ofschoon er van de werkstaking weinig valt
te zeggen, schijnen toch de fabrikanten te voor
zien, dat er niet spoedig tot hervatting van werk
zaamheden zal worden overgegaan, tenminste er
wordt gezegd, dat deze met alle werklieden, zoo
vaste als daghuurders hebben vereffend, ja, dat
de wevers uitgenoodigd zijn hunne zaken, als
stoffers enz., te halen.
De arbeiders twijfelen er aan, of ze dezen zo
mer wel weer op de stilstaande fabrieken zullen
werken, en daar er in zulke omstandigheden als
deze niet op te wachten is, zijn er dan ook al
verscheiden naar elders vertrokken. De meesten
gingen naar lbbenhüren (Hano ver), waar een groot
tekort van wevers moet zijn.
Door de werkstaking waren vooral de wevers
in de stad dadelijk hulpbehoevend, omdat zij van
de fabriek uitsluitend moeten bestaan. Deze zijn
het dan ook, die pogen elders werk te vinden.
Een ander deel van de werkstakers zjjn zonen
en dochters uit den kleinen boerenstand, en de
gevolgen drukken niet het minst op deze klasse.
De kleine boeren om Almeloo betalen door
gaans hun pacht, belasting enz. van het geld,
dat hunne huisgenoóten op de fabriek verdienen.
Veelal is het hun te doen om geld in handen te
krijgen voor genoemde zaken, terwijl het land,
dat ze bebouwen, voor het grootste deel de be
hoeften oplevert.
Nu zoo onverwacht deze steun wegvalt, en nog
wel op zoo'n ongelukkig oogenblik, want de
werkkracht van die lieden kunnen ze bjj vochtig
winterweer niet op het land gebruiken, hoort
men al klagen over de moeite, die de boeren
zullen hebben om de pacht en wat dies meer zij
te betalen. Voeg daarbij het feit, dat eene tweede
bron van inkomsten, nl. de verkoop van gemeste
varkens, dezen winter ook beneden hunne be
grooting is gebleven, dan volgt hieruit, dat al
komen ze nog eens weer aan 't werk, velen klei
nen boeren de werkstaking nog lang zal heugen.