N°. 59.
181® Jaargang.
1888.
Y rijdag
9 Maart.
Middelburg 8 Maart.
FEUILLETON-
TWEE NOVELL EN.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advcrtentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels 1,50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL,
Coöperatieve Voorschotvereeniging en
Spaarbank te Goes.
IIDDELBURGSCHE
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon-, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuuzen
Verder -worden J™- 11JJ-'1-1 - -
Kamp te Groningen
o jjunnaan, te iviuiiiiugou,. i-vajs x)J5e rnuL, re ZiieriKzee: a. de aioou en re inoren: vva. van jn ieuwenhuuzen.
door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmae te Rotterdam, en de 1
gen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publioité étrangère G. L. Daube Cie., John F.
firma B. van deb
Jones, opvolger
Het aandeel van de provincie Zeeland in de
lichting der nationale militie van 1888, ten bedrage
van 11.000, is 528 personen, van 1795 ingeschre
venen.
Benoemd bij den generalen staftot majoor, de
kapiteins van dien staf P. R. Froger en W. G. F.
Snijderseervol ontheven uit de betrekking van
hoofd der Ilde afdeeling van het departement
van oorlog, de luitenant-kolonel A. Kool, van den
generalen stafaangewezen tot hoofd der voor
melde afdeeling, de majoor W. G. F. Snijders
voornoemd.
De officier van administratie der 2e kl. J. Lan-
gereis, uit Oost-Indië in Nederland teruggekeerd,
is op non-activiteit gesteld.
De le luitenant der mariniers J. C. J. B. A.
De Josseling de Jong, uit Oost-Indië in Nederland
teruggekeerd, is ter beschikking gesteld van den
commandant van dat korps.
De benoemde officier van gezondheid der 2e kl.
bij de zeemacht A. J. Gijsen wordt met den len
April a. geplaatst aan boord van Zr Ms oplei
dingsschip Admiraal van Wassenaer.
Overgeplaatst bij den gewestelijken komman-
dant en plaatselijken geneeskundigen dienst in
de 2e militaire afdeeling op Java, bij het hospi
taal te Pelantoengan, de officier van gezondheid
2e klasse N. IJpes, en bij het hospitaal te Sema-
rang, de officier van gezondheid der 2e klasse
H. K. J. van den Bussclie.
Behalve de gisteren reeds gemelde benoeming
van den heer A. L. Kulenkamp Lemmers tot
ontv. der registratie en domeinen te Hulstzijn
neg tot ontvangers benoemdte Winschoten
D. M. J. Lasonder, thans ontvanger der registra
tie en domeinen te Enschede en te Woerden, J.
C. J. Pels Rij eken, thans in die betrekking te Grave.
Op de Zondag te Vlissingen door de Zeeuwsche
propaganda-club voor algemeen kies- en stemrecht
gehouden jaarvergadering bleek uit het verslag
van den secretaris-penningmeester dat de financiën
en het ledental steeds stijgende zijn. Het oude
bestuur werd herkozen, zijnde de heeren L. Mie-
remet, voorzitter, en F. P. Oudens, secretaris-pen
ningmeester. Acht nieuwe leden traden weder toe.
Volgens de opgaven, die wij hebben ontvangen,
is het aantal kiezers, op de lijsten van alle ge
meenten des lands voor dit jaar gebracht wat
de Tweede kamer betreft als wij goed hebben
geteld, te zamen in een rond cjjfer 292.800.
Uit het Duitsch.
Yam HANS HOFFMANN.
De zondvloed.
Wij wisselden echter nooit een woord over die
gevoelens, die toch zoo geheel onze zielen be-
heerschten, omdat ieder onzer ze in den ander
begreep en stilzwijgend eerbiedigde. Wij hadden
als ware vrienden nu eenmaal dezelfde gedachten
en gevoelens. En die vriendschap werd nu nog
versterkt door de nieuwe gemeenschap eener
warme, stille genegenheid en ontwikkelde zich
tot een hartstochtelijke teederheid, die bijna aan
dweperij grensde en zich waarschijnlijk slechts
onbewust in de richting der behoefte des harten
vergiste.
Die droomerige toestand duurde eenige weken,
of liever maandeneerst in het hartje van den
zomer bracht een toevallige gebeurtenis een
algeheele verandering teweeg.
Wij ontdekten op zekeren dag op een hoogvlak
bij de stad een onbekend vogeltje, dat bij onze
nadering geen poging deed om weg te vliegen,
maar ons heel vertrouwelijk met zijne zwarte
oogjes aankeek. Ja, tot onze verbazing liet het
zich zelf gewillig oppakken en wegdragen.
Pr bestond voor ons geen twjjfel of dit zeld
9—10
8—9
7-8
6—7
Het kiesrecht is echter al zeer ongelijk over
het land verdeeld. Het loopt uiteen van ruim 3
tot ruim 10 pCt in de verschillende districten.
Dit blijkt nader uit het volgende overzicht.
Het getal kiezers bedraagt
Percenten. Districten.
boven 10 Alkmaar, Enkhuizen.
Appingedam, Bodegraven, Goes, Hoorn,
Katwijk, Middelburg.
Beverwijk, Breukelen, Deutichem, Fra-
neker, Haarlemmermeer, Harlingen, Hel
der, Hilversum, Hontenisse, Loosduinen,
Oosterhout, Sneek, Vechel, Waalwijk,
Zaandam, Zierikzee, Zutfen.
Amersfoort, Bergum, Breda, Brielle,
Dokkum, Eist, Gorinchem, Grave, Gro
ningen, 's Bosch, Leeuwarden, Lochem,
Oostburg, Sliedrecht, Winschoten, Wijk
bij Duurstede, Zevenbergen, Zuidhorn,
Zwolle.
Apeldoorn, Arnhem, Assen, Bergen op
Zoom, Delft, Deventer, Dordrecht, Dru-
ten, Eede, Gouda, Helmond, Kampen,
Meppel, Nijmegen, Rede, Schiedam,
Schoterland, Steenwijk, Tiel, Tilburg,
Veendam, Wolvega.
Almelo, Eindhoven, 's Gravenhage,
Haarlem, Leiden, Ommen, Ridderkerk,
Yenloo.
Amsterdam, Emmen, Enschede, Gulpen,
Roermond, Sittard, Utrecht.
34 Maastricht, Rotterdam, Weert.
Het district Amsterdam staat zeer onderaan.
Het bestaat uit de gemeenten Amsterdam met
18832 kiezers of 4.8 pCt en Nieuwer-Amstel met
2055 kiezers of nagenoeg 9 pCt der bevolking
Het eene deel dus naar evenredigheid bijna dubbel
zooveel als het andereEn dat ofschoon Am
sterdam alleen reeds 390.000 inwoners heeft, ge-
nnact n j^D
ging van eenige andere gemeente.
De Limburgsche districten en Rotterdam staan
laag, omdat daar bij de personeele belasting over
het jaar 1886/87 zoovele wanbetalers zijn geweest
en er weinig werk schijnt te zijn gemaakt van
vervolging. (Handelsblad.)
5-6
4-5
De heer Ph. van der Sleyden, ingenieur van
's rijks waterstaat, tot nu toe lid van de Tweede
kamer, heeft verzocht weder in actieven dienst
als ingenieur te worden hersteld.
Bij de Ned. Zuid-Afrikaansche spoorwegmaat
schappij is nog benoemd tot adjunct-ingenieur de
civiel-ingenieur W. C. Moojen, te Arnhem, en tot
opzichter de heer E. K. Jacobs aldaar.
De jongste lezing omtrent de kwestie-Völlmar,
directeur der koninklijke kapel van het regiment
grenadiers en jagers is, volgens de Arnh. Crt., deze:
Op bevel van den regiments-kommandant moest
de heer V. zich eene maand geleden aan een ge
neeskundig onderzoek onderwerpen, hetgeen ge
zame diertje behoorde aan den Eier-Küper of
zijn dochter en met schrik dachten wij aan de
noodzakelijkheid om persoonlijk dien heer zijn
eigendom terug te brengen. Wjj keken elkaar
schuchter aan en ieder las in de oogen van zijn
vriend de aarzeling en tevens het verlangen, en
ook weldra het manmoedige besluit om gezamen
lijk het gevaar te gaan trotseeren.
Zoo liepen wij dan weldra met een angstig
voorgevoel, stilzwijgend langs den steiger aan de
overzijde en stonden voor het gevreesde, heime
lijk vereerde huis.
Wij wierpen slechts een vluchtigen blik op het
naakte marmeren beeld in den nis, dat wij voor
het eerst zoo van nabij zagenmaar die aanblik
was tamelijk ontgoochelend, en liet iets kouds,
iets doods na.
Des te grooter was onze verrassing, toen wij het
Museum van den professor betraden. Dat was
iets dat zijn naam eer aandeed en in vele op
zichten nog overtrof.
Langs de wanden stonden lange breede tafels,
waarop tallooze kasten met eieren van allerlei
groottevorm en kleur geschaard waren.
Boven die tafels waren twee reien planken aan
den muur bevestigd op de onderste lagen aller
lei brokken marmer, waartusschen enkele onge
schonden koppen, maar meestal waren het gebro
ken ledematen of stukken van gevelversieringen.
Boven die marmeren overblijfselen prijkten echter
de opgezette vogels, even strak en levenloos als
de steenen onder hen, maar toch vol kleuren en
schiedde door een officier van gezondheid. Daar
deze hem volkomen geschikt bevonden had, werd
Maandag voor acht dagen nogmaals eene keuring
gelaftdoch thans door twee officieren. De uit
slag van dit onderzoek was Zaterdag avond jl.
nog niet békend, doch de huisdokter van den heer
V., een oud-officier van gezondheid, moet stellig
verzekerd hebben, dat geen dokter te wereld iets
zou kunnen vinden, wat hem ongeschikt 'zou ma
ken voor den dienst. De koning moet tegen 't
ontslag zijn en wenschen, dat de pensioneering,
die gedurende den winter niet dan op eigen ver
zoek mag plaats vinden, worde uitgesteld tot na
afloop der zomer-compagne, zoodat de concerten,
te geven bij 't 25-jarig bestaan van den dieren
tuin, die ter gelegenheid der tentoonstelling,
alsmede de uitvoeringen bij de inwijding der tent
in 't Bosch, door hem zelf geleid zouden worden.
Ook zou hij daardoor de voordeelen kunnen ge
nieten, verbonden aan de overige engagementen,
die hij voor den aanstaanden zomer heeft geslo
ten. Het teekenen van een verzoek om ontslag
wordt dan ook beslist door Y. geweigerd, al belet,
ja verbiedt men hem de leiding zijner kapel weer
te aanvaarden. Hiermede is thans belast de heer
V. d. Linden, de onder-kapelmeester. Men heeft deze
reeds een examen voor kapelmeester doen
afleggen in tegenwoordigheid der heeren W. F.
G. Nicolaï en S. de Lange, te 's Hage, dat met
gunstigen uitslag is bekroond
Buiten hetgeen wij gisteren in het kort mede
deelden uit het jaarverslag over 1887 van de
Coöperatieve Voorschotvereeniging en Spaarbank te
Goes, valt omtrent die instelling te melilen «lat
j^brueri 1887 het kapitaal üci gestorte
aandeelen j ïuutru «u.„v6, stortingen op
aandeelen, daaronder begrepen het bijgeschreven
dividend 25.15j; op de nog niet volgestorte
aandeelen werd ontvangen eene som van 1011.64^,
terwijl aan gestorte aandeelen werd terugbetaald
ƒ232.98, zoodat het aandeelenkapitaal op 5 Febr.
1888 bedroeg 11474.66$.
Het reservefonds bedroeg op 5 Febr. 1887
ƒ4053.16.
De inkomsten gedurende het afgeloopen jaar
bestonden uit het aandeel in de winst van het
vorig boekjaar 451.03 en uit entreegelden en
verkoop, opbrengst van spaar- en statutenboekjes
52.05. Totaal dus ƒ4556.24.
Op dit totaal moest worden afgeschreven eene
som, betaald aan de kosten eener door de ver-
eeniging gevoerde procedure ƒ216.43, zoodat het
reservefonds op 5 Febr. 1888 bedroeg ƒ4339.81.
Wij vingen, zegt het verslag, het dienstjaar aan
met een bedrag aan spaargelden van 38283.47
Ingebracht werd in den loop van het jaar
ƒ37111.65, terwijl er een bedrag van 27496.36$
aan spaargelden werd terugbetaald, zoodat er op
verscheidenheid, zooals ons reeds bij een eersten
schuchteren oogopslag bleek. Sommige hadden
de wieken wijd uitgespreid, andere hadden als
in toorn de veeren omhoog staan, weer andere
staarden voor zich uit of pikten een graankorrel
op. Een uil hield zijn klauw tegen de borst
gedrukt.
Men liet ons slechts enkele oogenblikken om
die indrukken in ons op te nemen, doch zij
hadden een sterke nawerking; later bekenden
wij elkaar dat wij die gevleugelde dieren duide
lijk hadden hooren hijgen en blazen maar
misschien had de heer met den blauwen bril dat
ook wel zelf gedaan.
Bijna nog akeliger was de scherpe, vreemde
lucht, die het groote vertrek vervulde, en wij
dachten dadelijk aan de praatjes der lieden, die
de witte gelaatskleur van Hersilie toeschreven
aan het voortdurend inademen der schadelijke
vergiffen, waarmee haar vader altijd omging.
De professor zat voor zijn lessenaar, bezig met
groote tabellen in te vullen, waarbij zijn dochter
hem behulpzaam was door het voorlezen van tal
looze kleine papiertjes. Zij staakten hun arbeid en
hoorden ons met moeite gestameld verhaal over de
vangst van den vreemden vogel zoo vriendelijk
aan, dat wij er door getroffen werden.
»Onze vogel is het eigenlijk niet," zei de
oude heer, «ik houd er geen levende vogels op
na, om het oorverdoovende geraas dat zij maken,
doch daar deze nu eenmaal hierheen gevlogen is,
zullen wij hem houden en opzetten. Het is een
het einde van het boekjaar aan spaargelden in
de bank overbleef f47898.76.
De intrest, op de spaargelden uitbetaald, be
draagt 170.42, terwijl bjj het einde van het
boekjaar aan verschenen intrest ƒ1168.72 bij het
kapitaal werd bijgeschreven, zoodat het nieuwe
boekjaar begonnen werd met 49067.48 aan
spaargelden.
Bij het begin van het boekjaar had de vereeni-
ging een restant van opgenomen kapitaal bij
particulieren groot 6400.
In den loop van het jaar werd nog op dezelfde
wijze opgenomen 24300, makende samen 30700,
terwijl hierop werd terugbetaald ƒ25300.
Het nu ingetreden boekjaar ving dus aan met
een bij particulieren opgenomen kapitaal van
f 5400.
Door de voorschotvereeniging werden 240 voor
schotten op prolongatiën van voorschotten ver
leend tot een gezamenlijk bedrag van ƒ194091.
In den aanvang van het boekjaar waren nog
aan voorschotten uitstaande ƒ60897.25, zoodat
de geheele voorschotrekening beliep een totaal
van ƒ254988.25.
Daarvan werd in den loop van het jaar afge
lost ƒ186621.951, zoodat bij het sluiten van het
boekjaar de nog onafgeloste voorschotten bedroegen
68366.29
De bank ontving voor de in het afgeloopen
boekjaar 1887/88 verleende voorschotten aan intrest
en boete f 4805.45.
De gereserveerde intrest van voorschotten in
het vorig jaar verleend (1886 87) bedroeg 1489.44,
te zamen 6294.89. Daarvan moet afgetrokken
worden, als nog onverschenen, de rente loopende
over het nu onlangs ingetreden boekjaar (1888/89)
1402.98, rest 4891.91.
Door de bank werd aan intrest op uitgekeerde
Bpa-argRirio-
intrest op spaargelden werd bij het einde van
ner Doeajaar bijgeschreven 1168.72, aan intrest
op bij particulieren opgenomen gelden werd
betaald 237.34, de onkosten der vereeniging
bedroegen f 268.13$, terwijl eindelijk door de
bank werd terugbetaald voor vóór den vervaltijd
afbetaalde, of door verdisconteering in de kas
teruggevloeide voorschotten "537.74$, samen
2382.36, zoodat de zuivere winst der bank
bedraagt 2509.55.
Nadat het bestuur met de commissie van toe
zicht besloten had, dat van de zuivere winst eene
som van f 593.59$ zou worden gevoegd bjj het
reservefonds, werd door de algemeene vergadering
der leden, op 6 Maart 1888 gehouden, bepaald
dat 6| pet. op het aandeelenkapitaal zou worden
uitgekeerd, waartoe vereischt werd 661.18, ter
wijl aan de drie leden van het bestuur, ter ver
goeding van hunnen arbeid, eene som van ƒ1254.77
werd toegekend.
De gezamenlijke omzet der bank (ontvangsten
en uitgaven) bedroeg het afgeloopen boekjaar de
som van 627.060.96.
Afrikaansche tijgervink, dien hebben wjj nog niet."
»Maar de eieren hebben wjj wel," viel
Hersilie in.
»No. 2371," bevestigde de professor. Zij
nam mjj intusschen het diertje uit de hand en
zette het in een kooitje, dat zij onder de lange
tafel uithaalde. Terwjjl ik nog bedremmeld stond
te kjjken van de aanraking harer vingers, zag
zij ons met een doordringenden doch niet on-
vriendeljjken blik aan en zei eensklaps zonder
overgang
»Uw kleine zeilbootje loopt zeker heel goed?"
«Heerlijkriepen wij als uit een mond
wjj waren niet weinig gestreeld dat zij zoo
goed op de hoogte was van onze lieve-
lings bezigheid, ofschoon zij stekeblind of idioot
had moeten zijn als het niet zoo geweest was.
»Dan hadt gij mij eigenlijk reeds lang voor
een zeiltochtje moeten afhalenik zeil dolgaar-
ne," zei ze vrooljjk en hare oogen tintelden dat
mij het hart in het lijf opsprong.
Wij voelden ons als verpletterd door dit stille
verwijt en toch weer gestreeld door haar voor
komendheid.
»Maar wij mogen niet in de baai komen," sta
melde ik in de half onbewuste veronderstelling
dat het armzalige rivierwater zulk een verheven
wezen niet zou kunnen bevredigen.
«Dat is voor mjj ook zeer geruststellend,"
zei de vader, zich in het gesprek mengende, »ik
zou u rnjjn kind niet gaarne toevertrouwen voor
een reis op de baai."