N°. 57.
131' Jaargang!
W oensdag
7 Maart.
BEKENDMAKINGEN.
Nationale Militie.
FEUILLETON.
TWEE N 0 YELLEN.
Middelburg 6 Maart
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën;20 Cent per re$
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels ƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
BRANDWEER.
Inrichting voor ziekenverpleging te
Al id del burg.
middelburosche courant.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. va» dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen.
Verder -worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van dek
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Par js en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John P. Jones, opvolger
Ontheffing van den werkelijhen dienst voor geeste
lijken en studenten in de Godgeleerdheid.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op artikel 127 der wet op de nationale
militie van den 19 Augustus 1861 (Staatsblad no.
79) herinneren de geestelijken en bedienaren van
den godsdienst bij de erkende kerkgenootschappen
en de studenten in de Godgeleerdheid, die daartoe
aan erkende inrichtingen van onderwijs worden
opgeleid en dit jaar voor den dienst der nationale
militie zijn aangewezen, dat zij hunne aanvragen,
bedoeld in de eerste zinsnede van artikel 127
der bovengemelde wet, vóór den 1 April a. s.
behooren in te dienen bij den burgemeester der
gemeente, binnen welke zij voor de nationale
militie zijn ingeschreven.
Middelburg, den 5 Maart 1888.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O R E R.
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op de verordening nopens de brandweer
voor deze gemeente,
maken bekend
lo dat het contingent van het voor dit jaar
te benoemen personeel bij de brandweer zal be
staan uit 62 personen;
2o dat de loting voor hen, die dit jaar dienst
plichtig bij de brandweer worden, alsmede de
naloting voor diegenen, welke, vallende in de
termen van dienstplichtigheid bij de brandweer
sedert de laatste inschrijving van elders in deze
gemeente zijn komen wonen, zal plaats hebben
ten raadhuize Dinsdag- den SO Haart
1888, de.s voormiddags te ÏO uren;
3o dat niemand tot die lotingen zal worden
toegelaten dan de ingeschrevenen zelve of hunne
gevolmachtigden, ten welke einde zij voorzien
zullen moeten zijn van het hun van wege het
gemeentebestuur uit te reiken oproepingsbiljet;
4o dat voor hen, die bij de loting afwezig blij
ven, door een der leden van het bestuur over de
brandweer een nummer zal worden getrokken
5o dat zij, die voor den dienst bij de brandweer
benoemd worden, zich daarvan door plaatsver
vanging of afkoop kunnen ontslaan, mits van dat
voornemen alvorens aan het bestuur over de
brandweer kennis gevende, terwijl zij, die ver-
meenen redenen van vrijstelling te hebben, die,
binnen 14 dagen na den ontvang der acte van
aanstelling, aan burgemeester en wethouders zul
len moeten indienen.
En is hiervan afkondiging geschied waar het
behoort, den 5 Maart 1888.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O R E R.
De secretaris,
A. DE MULDER VAN NOORDEN.
Benoemd tot burgemeester van Retranchement
de heer I. Risseeuw Jz,
Uit het Duitsch.
Van HANS HOFFMANN.
De zondvloed.
Onze dierbare geboortestad Ellermünde kon zich
helaas op geen enkele merkwaardigheid beroe
men, die ons trotsch op haar kon maken, of
onze jeugdige verbeeldingskracht prikkelen. Er
was wel is waar nog een oud kasteel der Pom-
mersche hertogen, maar daar was volstrekt niets
bijzonders aan te zien en het feit dat daarin
eenige Boguslars, van I tot XIV, indertijd ge
huisd hadden, was voor ons ook niet erg be
langrijk des nachts vlogen er niet eens behoor
lek uilen om den toren, zooals dat bij zulke
gebouwen gebruikelijk ishoogstens in het
schemeruur een paar armzalige vleermuizen, die
voor ons, verlichte jongelieden, niets ijzingwek
kends meer hadden; want wjj geloofden al lang
niet meer aan de leelijke gewoonte dezer belas
terde wezens om zich aan de haren van onerg-
denkende menschenkinderen vast te klammen.
Op klaarlichten dag liepen er wel is waar
allerlei geheimzinnige lieden, zooals rechters,
advocaten en klerken in en uit, omdat zjj daar
JhuBne bureau's hadden, maar die waren ons nog
Benoemd tot proc.-gen. bjj het gerechtshof te
's Gravenhage mr R. Th. Bijleveld, thans adv.-
gen. bij gemeld gereekteirof, zjjnde hij tevens
tijdelijk belast met de functiën van directeur van
politie voor het ressort van dat gerechtshof.
Aan jhr mr E. H. M. von Daehne van Varick
is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als griffier
bij het gerechtshof te Amsterdam. Hjj is tegelij
kertijd benoemd tot ridder der orde van den Ned.
Leeuw.
Benoemd tot notaris binnen het arr. Maastricht,
ter standpl. Susteren L. P. H. Lienaerts, thans
not. te Urmond.
De adelborst le kl. G. W. de Leur is bevor
derd tot luit. ter zee 2e kl., met bepaling, dat
hij zal rang nemen tusschen de luits. 2e kl. jhr
G. L. van Panhuys en W. H. C. Hoog.
Blijkens bericht van 's konings gezant in België,
zal daar te lande, met ingang van 9 Maart e.
k., de invoer van schapen, versch schapenvleesch
en schapenvachten, afkomstig uit Nederland, weder
vrijgelaten worden, mits onder overlegging van
bewijzen van herkomst ten genoege der Belgische
douane. (Zie St. Ct. van 25 November 11. n°. 287.)
Volgens een mededeeling in de Köln. Ztg zijn
de bepalingen betrekkelijk den invoer van rundvee
uit Nederland in Duitschland opnieuw bekend
gemaakt, in verband met den in den laatsten
tijd toenemenden invoer van Hollandsch rundvee,
bestemd voor landbouwers in de Rijnprovincie.
Met inachtneming van de bestaande uitzonderingen
vindt een scherp toezicht plaats.
Naar wij vernemen is kapt. J. Uilkens van het
3e naar het 8e reg. inf. overgeplaatst. (TV. R. Ct.)
Bij de herstemming voor een lid van den ge
meenteraad te Hoek, op jl. Zaterdag, waren 128
biljetten ingeleverd, waarvan 7 van onwaarde-
Daarvan bekwamen de heer M. Verbrugge 86 en
de heer V. Cortvriendt 35 stemmen, zoodat de
heer Verbrugge is gekozen. Het getal kiezers
bedraagt 157.
Bij schrijven van 1 Maart jl., is door den mi
nister van binnenlandsche zaken aan de commis
sarissen des konings medegedeeld, dat de regee
ring, naar aanleiding van eenige opmerkingen
der commissie tot het houden van eene enquête
betreffende de wet op den kinderarbeid en naai
den toestand van fabrieken en werkplaatsen,
heeft besloten eene nijverheids-statistiek te doen
samenstellen, en dat bij koninklijk besluit van
20 Februari jl. de ingenieurs H. W. E. Struve en
A. A. Bekaai- met de leiding der daartoe noodige
werkzaamheden zijn belast.
Te dien einde zullen deze ingenieurs zich naar
onderscheidene gemeenten in ons land begeven.
De minister acht het, in overeenstemming met
zijn ambtgenoot van waterstaat, wenschelijk, dat
hun overal vanwege het gemeentebestuur de
noodige hulp en medewerking worden verleend,
waartoe hij de tusschenkomst van de commissa
rissen inroept, bij wie zich de ingenieurs, alvo
rens zich naar de gemeenten te begeven, zullen
vervoegen, om met hen in overleg te treden om-
onverschilliger dan de vleermuizen.
Verder leverde de stad niets op dan de meest
alledaagsche dingener waren rechte en kromme
straten, waarin hier en daar een huis met twee
verdiepingen boven de andere uitstakvoorts de
rivier met een houten ophaalbrug en een houten
steiger langs iederen oeververder op een reeks
scheepstimmerwerven, waar jaar in, jaar uit
prachtige driemasters gebouwd werden, die even
wel spoedig hun geboorteplaats den rug toe
keerden en er nooit terug kwamen, juist zooals
onze burgerzonen en dochters, zoodra zij zich
in geestelijke ontwikkeling iets boven het
middelmatige verhieven, van oudsher plachten
te doenen dus zag men aan den steiger zelf
slechts kleine kustvaarders en havenbootjes la
den en lossen. Verder zag men er uitgestrekte
lage weilanden, te midden waarvan de stad als
een eiland verrees, en daarachter de baai, waarin
een kwartmijl verder naar zee, de rivier zich
uitstortaan de landzjjde weinig boomen, behalve
in een verwjjderd verschiet eenige magere dennen.
Sommige van die dingen hadden natuurlijk
ook hunne bekoorlijkheden, zooals de werven met
die hooge scheepsrompen, de krullen en spaan
ders die voeten hoog over den grond lagen, de
groote planken om op te wippen en te schom
melen en de versterkende teerluchten dan de
weilanden, waarop men gele boter- en paarden-
bloemen kon plukken en zijn laarzen vol water
trent de hulp, die de gemeentebesturen hunzou-
Iet. kunnen verschaffen.
.1 De minister voegt er bij, dat zijn genoemde
ambtgenoot het wenschelijk acht, dat door de
burgemeesters de komst der deskundigen en het
doel van hun bezoek vooraf ter openbare kennis
worden gebracht, met vermelding dat hun bij
hunne instructie uitdrukkelijk is verboden de ge
heimen van eenig handwerk, bedrijf of nering,
waarvan hun bij hun bezoek zou kunnen blijken,
aan wien en op welke wijze ook, mede te deelen
Aan den secretaris der gemeente Menadiuna-
deel is door den minister van binnenlandsche
zaken meêgedeeld, dat de door hem aan het rijk
in rekening gebrachte kosten voor de afdrukken
van de lijst der kiezers van leden der Tweede
kamer en geleidende missives, krachtens art. 205
litt. k. der gemeentewet, ten laste der gemeente
komen. De minister wjjst erop dat art. lO&fs
der kieswet alleen zegt wie de lijsten zendt,
hetgeen geene verandering brengt in genoemd
voorschrift der gemeentewet.
Zondag had te Delft de eerste vergadering
plaats van het gewest Zuid-Holland en Zeeland
van het Nederl. Gymnastiekverbond.
De vergadering werd geleid door den heer Mees
uit Rotterdam, afgetreden commissaris van het
hoofdbestuur van het Nederl. Gymnastiekverbond,
terwijl als loco-secretaris fungeerde de heer Meilink
van Schiedam. Afgevaardigden der gymnastiek-
vereenigingen in dit gewest waren tegenwoordig,
die te samen 40 stemmen uitbrachten.
Een huishoudelijk reglement werd vastgesteld
in overeenstemming met de bondswet en tot leden
van het bestuur werden gekozen de heeren E. M.
S. van Santen, 's Hage, pres.Joh. Heijnen, 's Hage,
secr.L. H. van den Ende, Rotterdam, penningm.;
P. Koppejan, Vlissingen H. A. Nebbens Sterling,
DordrechtA. B. Meiling, Schiedam, en Alex.
M. Hioolen, Delft, commissarissen.
Nadat een woord van dank was gebracht aan
den heer Mees, voor het vele dat hij voor het
N. G. V. had gedaan, en deze het gewest met
haar bestuur geluk gewenscht had, ging de
vergadering uiteen. (Vad.)
Aan het Handelsblad wordt het volgende ge
schreven
Nu men in den laatsten tijd nogal eens leest
van belangrijke nalatenschappen en erfmakingen,
is 't misschien goed, het volgende in herinnering
te brengen het verdient voor de nakomelingschap
bewaard te blijven, te meer omdat de straks te
noemen sommen grooter waarde hadden, dan ge
lijke bijdragen tegenwoordig.
'tls het testament van den «rijken joodPinto''
waaruit wij iets willen mededeelen. Met dien
naam werd hij waarschijnlijk vrij algemeen aan
geduid, want in de Amstelodamiana van ter Gouw
D. II bl. 363, wordt hij ook aldus genoemd, als
behoorende onder hen die geplunderd werden
tijdens het beruchte aansprekers-oproer te Am
sterdam in 1696. Met burgemeester Boreel, den
kapitein Spaarvogel en den Engelschen gezant
Kerby moest ook »de rijke jood" Pinto het ont
halen, zoodat het er later bij iederen stap zoo
in »zeeverde"ook de schepen aan den steiger
waarop wij in 't geheim rondklauterden, totdat
de schipper terugkwam en ons met vreeselijke
dreigementen verjoeg, somtijds zelfs afranselde,
met een opzettelijk tot dat doeleinde bewaard
eindje touwof tot dat men in het water viel
en onmiddellijk door een van die zelfde schippers
gered werd, waarna men thuis warme klêeren
en klappen kreegdit alles waren heerlijke din
gen, vol innerlijke waarde, maar voor het oog
volstrekt geen merkwaardigheden. Des te belang
rijker was het dat er ten minste onder de be
woners iemand was, die den naam van een echte
merkwaardigheid verdiende, en als zoodanig met
trots aan alle vreemdelingen genoemd werd dat
was de oude professor Küper, bijgenaamd der
Eier-Küper. Van zijn beroep was hij vogelkundige
en bezat, behalve vele opgezette vogels, een eieren-
verzameling van grooten omvang en wetenschappe
lijke waarde, die na zijn dood in het bezit der accade-
miestad Greifswald is overgegaan. Het wonderbaar
lijke aan hem was dat hij in het belang zijner studiën
jaren lang in Griekenland, ja zelfs in Turkije
was geweest, en eerst na den dood zijner vrouw,
die zijn ijvrige helpster scheen geweest te zijn,
naar zijn bescheiden geboorteplaats was terug
gekeerd. Over het uiteinde dezer arme vrouw
liepen er echter allerlei akelige geruchten, slechts
weinige koude verstandsmenschen schonken ge-
gelden. En wat deed deze jood met zijn groot
vermogen
Hij vermaakte aan de staten-generaal voor
't gemeeneland ƒ500.000 aan dezelfden om oorlog
te voeren 1.500.000, waaraan eene voorwaarde
was verbondenaan alle christen kerken in Den
Haag en in Amsterdam 1.000.000aan de
christen weeshuizen te Amsterdam 250.000
aan de Zuiderkerk ƒ20.000; aan den Portugeeschen
tempel 150.000 aan het Portugeesche weeshuis
ƒ75.000 aan den Hoogduitschen tempel ƒ150.000;
aan de restanten van de zoogenaamde Joodsche
stad Jeruzalem f 1.000.000aan zijne weduwe
3.000.000, en alle huizen in en tusschen Am
sterdam en 's Gravenhageaan een zijner neven
(met een bjjbepaling) 3.100.000aan tien andere
neven elk 25.000aan zijne zeven dienstboden
elk 10.000aan de haarmannen die zijn lijk
zouden dragen, 16 in getal, elk 1000.
Verder aan ieder weeskind, in het weeshuis
tijdens zijn afsterven, ƒ1000 als zij het huis ver
lieten, geldig voor Amsterdam en 's Gravenhage.
Dan nog moesten ten behoeve der armen te Am
sterdam jaarlijks gelost worden veertig schepen
met turf, vrij van impost! Het zwarte laken
waarmede zijn huis en buitenplaats, benevens de
synagoge, tijdens zijn overlijden werden behangen,
moest verdeeld worden.
Ziedaar een koninklijk testament, getuigende
van echt vrijzinnigen geestZoudt gij mijn
heer de redacteur niet een exemplaar dezer
courant aan den predikant Stöcker te Berlijn
zenden, met kantteekeningen er bij, dat in
Nederland, en met name in Amsterdam, nog
geloofsgenooten van dien Pinto gevonden worden,
bij wie velen, zonder aanzien van stand of geloof,
nooit vergeefs aankloppen en die voor 't welzijn
van stad en land nooit angstvallig de koorden der
beurs toehalen
Het vijfde jaarverslag van deze nuttige inrich
ting, loopende over 1887, luidt als volgt:
Weder is de inrichting voor ziekenverpleging
een jaar ouder geworden en is het ons vergund
een verslag uit te brengen van de lotgevallen
der inrichting over het afgeloopen jaar.
Het is ons ditmaal niet minder aangena am met
enkele woorden haar handelingen te beschrijven,
dewijl het immers op 1 Januari reeds vijf jaren
geleden was sedert de inrichting haar werk begon
en, als wij nagaan hoe zwak haar kracht was in
hare eerste levensjaren en hoevele bezwaren zij
moest te boven komen, voor zij eenigszins haar
werk bekroond zag, dan gevoelen wij er ons
erkentelijk voor dat de inrichting zich in haar
vijfjarig bestaan heeft mogen verheugen en steeds
in uitgebreidheid is toegenomen.
Wij willen niet ontkennen, dat, toen men ons
voor vijfjaren verzocht het bestuur der inrichting
op ons te willen nemen, wij eenigszins aarzelend
die taak aanvaardden en dat ons wel eens de
vrees bekroop of eene inrichting, die op vrij wat
kleinere schaal werd aangevangen dan hare
loof aan het verhaal van den weduwnaar, dat
zij eenvoudig aan koorts gestorven was; wjj
ouderen waren het er echter niet over eens of
zij door Grieksche roovers gescalpeerd en ver
minkt, of door een Turkschen pacha uit jaioezij,
eigenhandig in een zak genaaid en in den Bos
porus geworpen was,
Deze vermoedens kregen een nieuwe richting
en tevens een zekere bevestiging door de ver
rassende gevolgtrekking van den koster Bollen-
hagen deze had zich evenals iedereen reeds lang
geërgerd aan een verminkt marmeren beeld, dat
de professor in een opzetteljjk daarvoor gemet
selde nis aan de voorzijde van zijn huis, openljjk
tentoongesteld hadhet was een vrouwenbeeld,
zonder hoofd, zonder armen, en zonder voeten.
Op zekeren dag nu kwam onze goede, dikke
koster geheel van zelf, om zoo te zeggen zonder
eigen nadenken, op den inval dat dit beeld de
vrouw van den Eier-Küper voorstelde in den
treurigen toestand, waarin zij door de roovers
was achtergelaten of door den pacha in den zak
genaaid. Zulke beelden, voegde hij er tot op
heldering bij, vervaardigde men vaak in heidensche
of Turksche landen, voor geheimzinnige eere
diensten. Deze verklaring verontschuldigde eenigs
zins de gebrekkige kleedij der arme vrouwmaar
daarom was het te meer te betreuren dat de
weduwnaar zulk leelijk, geel, gevlekt en op
sommige plaatsen beschadigd marmer genomen