N°. 56.
131e Jaargang!
1888.
Dinsdag
6 Maart.
Arie Smit,
Jhr mr W* Six.
J. J. van Kerkwijk.
Jules Vogelvanger.
Mr P. C. J. Hennequin.
Middelburg 5 Maart
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Voor de hoogst belangrijke verkiezingen f
die op morgen Dinsdag 6 Maart
moeten plaats hebben voor leden der Tweede
kamer, bevelen wij ten dringendste aan bij
de kiezers in bet;
DISTRICT MIDDELBURG,
DISTRICT GOES,
DISTRICT ZIERIKZEE,
DISTRICT HONTENISSE,
DISTRICT OOSTBURG,
Onderwijs.
Kerknieuws.
Rechtszaken
MIDDELBIIRGSCHE COIR ANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieuwenhtjijzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmae te Rotterdam, en de firma B. van beb
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John P. Jonbs, opvolger.
(Aftredend lid),
jpy Men zette vooral den voornaam
ARIE: op zijn biljet; daar anders
de stem van onwaarde kan worden
verklaard.
(Aftredend lid.)
Ren denke er om dat de stem
bus te VIER uur wordt gesloten
dat men een stembiljet op bet bureau
kan bekomen, en dat eens geschreven
namen kunnen worden doorgehaald.
Het concept-wetsontwerp, op den leerplicht,
op verzoek van het hoofdbestuur van Volkson
derwijs en gereed gebracht door eene commissie,
bestaande uit de heeren mrs H. Ph. de Kanter,
L. Michiels en C. M. J. Willeumier, is thans met
memorie van toelichting verschenen.
Daarbij wordt voorgesteld bij kinderen van 6
tot 12 jaar den ouders of voogden de verplichting
op te leggen om ben geregeld lager onderwijs te
doen geven (in huis of op een openbare of bijzon
dere school); na 12 jaar herhalings-on&evwijs, naar
plaatselijke behoefte, tot 16 jaar voor jongens en
14 jaar voor meisjes.
Het hoofd der school houdt aanteekening van
schoolverzuim en geeft daarvan kennis aan het
gemeentebestuur. Dat bestuur of de schoolcom
missie ontbiedt de ouders of voogden, om op de
strafbaarheid te wijzen en voor herhaling van
verzuim te waarschuwen. Bij herhaald verzuim
maakt het hoofd der school, op bevel van den
schoolopziener, proces-verbaal op, waarna vervol
ging plaats heeft bij den kantonrechter. De
straffen zijn eerst ƒ3, dan 10, de derde keer 25
of 7 dagen hechtenis.
De strafbaarheid vervalt bij gebleken gebrek
aan schoolruimte; ziekte van kinderen, ouders of
verzorgers en sterfgevallen godsdienstplichten
verren afstand van de schoolwettelijk verbod
schipperskinderen. Alle hoofden der scholen be-
ëedigen, dat zij deze wet trouw zullen naleven.
In eene begeleidende missive zegt het hoofd
bestuur
«Aan het slot van de memorie van toelichting
verklaart de commissie, dat zij er ernstig aan
gedacht heeft ook vrijstelling toe te staan bij een
beroep op gemoedsbezwaren, maar dat zij dat niet
heeft gedaan uit vrees voor mogelijke ontdui
kingen. Het hoofdbestuur betreurt het, dat de
commissie, waar zij zelf erkent dat het rekening
houden met mogeljjke gemoedsbezwaren een punt
van ernstige overweging moest uitmaken, tot een
negatieve beslissing is gekomen. Het is van
meening, dat hij goede formuleering vrees voor
ontduiking niet te zeer mag wegen en dat het
opnemen van de bovengenoemde vrijstelling de
bjj velen bestaande bezwaren tegen de invoering
van leerplicht zal wegnemen."
Onder het opschrift Een kiezer tegen zijn zin
gchrjjft bet Hlhd.:
JE en nieuwe kiezer verscheen dezer dagen met
zijn stembiljet ten stadhuize in hevigen toorn.
»Ik was Goddank van alles vrij gekomen,"
zegt hij»van dienstplicht, schutterplicht en
brandweerplicht. Maar nu hebben ze me toch
weer. Ik ben kiezer gemaakt."
De man ging bitter te keer. Tevergeefs
trachtte men hem te beduiden, dat hem een recht
te beurt gevallen was, hetwelk velen hem benijden.
De nieuwe kiezer kon zich echter in deze op
vatting van de zaak maar niet vinden en ging
verontwaardigd en mopperend heen.
Het voorval is niet verdichthet had dezer
dagen hier, te Amsterdam, plaats. Wij willen
hopen dat het eene uitzondering is. Maar de man
had toch eene juiste opvatting van zijn plicht.
Hjj dacht er niet om»ik ben kiezer, maar be
hoef toch niets er om te doenik blijf maar weg
als er gestemd wordt."
Dat juist scheen hij niet te willen. Hij scheen
te denkeneen kiezer is iemand die verplicht is
te kiezen en dat is inderdaad nog zoo dom
niet. De wet kent kiesrecht toe om er gebruik
van te laten makenzij rekent op het plichtge
voel en welbegrepen eigenbelang der kiezers. Bij
hoevelen doet zij dat terecht
Het Sociaal Weekblad heeft zich in zijn jongste
nommer verklaard voor de arbeiders te Almelo.
Het schrijft omtrent de werkstaking aldaar
»In dien strijd geven wij thans, nu de zaak aldus
staat, aan de arbeiders den steun van ons woord
en van onze beurs. Eene geldelijke bijdrage tot
leniging van hun nood hebben wij naar Almelo
gezonden. En anderen wekken wij bij deze opf
eveneens te handelen. Wij doen dit omdat naar
onze overtuiging thans de heeren Scholten de
volle verantwoordelijkheid dragen voor het voort
duren van een toestand, dien niemand oprechter
kan betreuren dan wij. Wij doen het te eer, om
dat de werkstakers in hunne overgroote meerder
heid, trots zooveel aanleiding tot opgewondenheid,
in den loop dezer voor hen bange weken blijk
hebben gegeven van het besef, dat het hun plicht
is, de maatschappelijke orde in elk geval te eer
biedigen. Ook daardoor hebben zij zich aanspraak
verworven op de hulp van hen, door wier billijk
heidsgevoel de houding der heeren Scholten ge
vonnist wordt."
In hetzelfde nommer van dat weekblad doet
ook de heer J. C. van Marken Jr., te Delft, volgens
zijn schrijven, na onderzoek diep doordrongen van
het goed recht der werkstakers tegenover de hals
starrigheid van onverzettelijke patroons een beroep
op de beurs van allen, wien het lot der arbeiders
ter harte gaat. «Men vreeze zoo schrijft hij, niet
het verzet door luiheid aan te kweeken. De
geldelijke ondersteuning is en blijft zoodanig
geregeld, dat slechts de uiterste ellende wordt
voorkomen, terwijl pogingen zullen worden aan
gewend om aan de werkeloozen elders arbeid te
verschaffen."
Bjj de Zaterdag in het district Hulst gehouden
herstemming voor een lid der provinciale staten,
vacature-Pierssens waren, zooals heden bij
de opening der stembussen bleek, 2153 biljetten
ingeleverd, waarvan 66 van onwaarde.
Gekozen is de beer mr. A. C. B. Thomaes (K.)
met 1291 stemmen.
Op den heer P. Dregmans (A.) waren 798
stemmen uitgebracht.
Zondag morgen had voor den calamiteusen
polder Anna Priso eene belangrijke oeverafschuiving
plaats tusschen de peilraaien V en VII ten westen
van het bestaande verdedigingswerk.
Tusschen de peilraaien Va en VI is deinseha-
ring binnen de hoofdraai.
De westelijke dam is grootendeels verdwenen.
Naar het zich laat aanzien, is het oeverwerk
bewesten den westelijken dam medegeschoven
de laagwaterbezetting althans bleef onzichtbaar.
Er bestaat geen gevaar voor invloeien, en zelfs
bevindt zich achter den zeedijk een mlaagdijk
welke in 1881 werd verhoogd en verzwaard.
De bij het 3" regiment infanterie benoemde
majoor Langguth wordt belast met het bevel
over het 4e bataljon van dat korps te Vlissingen.
Aan den sergeant Maartense van het 3e bat-
Se reg. inf. is de bronzen medalje toegekend
voor 12 jaren trouwe dienst.
De heer J. Daenen van Vlissingen is, met in
gang van 11 Maart, als apothekersbediende aan
gesteld in het ziekenhuis aan 's rijks universiteit
te Leiden. Genoemde heer was in een zelfde be
trekking werkzaam in het ziekenhuis te Dordrecht.
Zaterdag middag trad de heer Herm. Snijders
van Middelburg te Westkapelle als spreker op.
Een zestigtal hoorders volgden hem met aan
dacht van de gelegenheid tot debat werd geen
güiraik gemaakt.
Te Axel trad denzelfden dag in het hotel Rolff
voor een zeer talrijk publiek op de heer Troel
stra, rijks-ontvanger te Vlissingen. Spreker ont
vouwde in duidelijke bewoordingen de aanleiding
tot de schoolkwestie, de oorzaak van de ontbin
ding der Tweede kamer in 1886, de verbeteringen
welke de grondwet thans ondergaan heeft, vooral
ook met het oog op de troonsopvolging en de
uitbreiding van bet kiesrecht. Hij weerlegde ook
de vele beschuldigingen, den liberalen naar het
hoofd geslingerd, en besprak het standpunt door
de liberale partij in de toekomst in te nemen.
Van de gelegenheid tot debat werd gebruik
gemaakt door de heeren J. M. Mulder, oud-hoofd
eener christelijke school, en P. van Vliet, hoofd
der christelijke school aldaar. De heer Mulder
merkte op dat de spreker niet gerept had van
de onrechtvaardigheid dat niet-liberalen de open*
bare school moesten helpen in standhouden, waarop
door den heer Troelstra werd geantwoord dat
alleen onwilligheid in 't spel was en dat de
openbare school buiten de schooluren wel degelijk
voor den godsdienstonderwijzer openstaat, dat de
staat voor ontwikkeling zorgen moet en het op
richten van andere scholen geheel vrij is.
Deze weerlegging voldeed natuurlijk den heer
Mulder niet, die daarna durfde verklaren, onder
aanhaling van éen voorbeeld, dat alle openbare
onderwijzers Godloochenaars zijn. Hierop volgden
luide en aanhoudende teekenen van afkeuring en
verontwaardiging door de vergadering, terwijl de
voorzitter, de heer M. I. van Vessem, den heer
Mulder antwoordde, dat, zoo min éen zwaluw
zomer maakt, éen Godloochenaar onder de openbare
onderwijzers het recht geeft allen met dien naam
te bestempelen. Daarop nam de heer Van Vliet
het woord, die onvoorbereid ter vergadering was
gekomen, doch desniettemin twintig punten,
waarschijnlijk uit de Standaardaan den heer
Troelstra ter weerlegging wilde voorlezen. De
heer Troelstra maakte den heor Van Vliet zijn
compliment over diens onvoorbereidheid, te oor-
deelen naar deze twintig punten
Enkele dezer werden door spreker weerlegd,
doch toen de heer Van Vliet begon te praten
over boeleeren met maijons, verkrachten van wet
en recht en meer banale uitdrukkingen bezigde,
keerde spreker zich met verontwaardiging van
den debater af. Op dergelijke lage aantijgingen
verklaarde hij geen antwoord te willen geven.
De heer Van Vessem sloot hierop het debat en
ook de vergadering na eene aanmoediging aan
de kiezers om trouw als éen man ter stembus op
te gaan en de liberalen te doen zegevieren.
Door de bezadigde wijze, waarop de voorzitter
de vergadering leidde, werden ergerlijke tooneelen,
welke zich door de opgewonden houding dei-
tegenstanders van de liberalen lieten voorzien,
gelukkig voorkomen.
Uit Terneuzen wordt ons geschreven dat de
heer Troelstra de vorige week ook daar opge
treden isen dat vooral toen een gunstigen in
druk maakte de wijze, waarop hij over de tegen
standers, inzonderheid over hunne leiders, sprak.
Zijne woorden kenmerkten zich door bijzondere
gematigdheid en billijkheid.
Daarbij steekt hetgeen van deu anderen kant te
Axel is gebeurd zeer ongunstig af.
Te Goes had Zaterdag eene buitengewone
parade der schutterij plaats, waarbij de nieuw
benoemde officieren, de heeren H. N. baron Schim-
inelpenninck van der Oye en A. S. Fransen van
de Putte geïnstalleerd werden. De majoor, de heer
M. J. Soutendam, sprak een hartelijk woord tot
de nieuw benoemden, het kader en de manschap
pen en beval ben wederkeerig in elkaar's wel
willendheid aan.
Bij die gelegenheid wees de commandant op
het verschijnsel dat zoovelen, onder wie katho
lieken, gemoedsbezwaren hadden gehad om op
's konings jaardag bij de parade tegenwoordig
te zijn.
Dat Patrimonium het bekende verzoek had ge
daan, kon hij zich wel verklaren, maar dat zoo-
velen zeiden gemoedsbezwaren te hebben, kon
hij zich niet begrijpen; en het had hem niet
aangenaam gestemd. Naar zijne meening was het
niet zulk eene groote zonde om Zondags, wanneer
onze grijze vorst verjaart, eenige oogenblikken
onder de wapenen te komen.
Uit Hoofdplaat werd ons geschreven
De kaai-, haven en veergelden brachten in 1887
ruim 1450 op. De beambte, van gemeente
wege met de inning belast, genoot 6 pet, Met
het oog op de veel uitgebreider suikerbieten-teelt,
wordt in 1888 een nog grooter bedrag verwacht.
De inning werd verpacht voor 1350 aan J.
Bondewel.
Na veel gehaspel kwam de raad op zijn vroeger
besluit terug en besloot den onderwijzer D. M. J.
de Pauw, die met 1 November jl. op verzoek
eervol ontslagen werd na eene afwezigheid van
tien maanden, wegens ziekte, en over dien tijd
slechts 50 jaarwedde genoot, nog 100 toe te
kennen. In diens plaats werd aan de school no 2
(Slikplaat) benoemd de heer I. J. Faro, de tweede
der voordracht, waarop nog voorkwam J. Risseeuw,
die 2 stemmen, J. van Sluijs, die 1 stem verkreeg
en J. F. Fremouw.
Op voorstel van den heer Weijnen, besloot de
raad, ofschoon geen kennisgeving was ontvange»,
een brief van rouwbeklag te zenden aan den heer
Bekaar, wegens het overlijden van diens vader,
den oud-burgemeester van Hoofdplaat.
Daarna stelde de raad, mede op voorstel van
den heer Weijnen, diens ontwerp-politieverorde-
ning vast, welke de burgemeester vroeger niet
in dit college had willen in behandeling bren
gen. De burgemeester heeft de verdediging van
dat, zonder zijne medewerking opgemaakt, ont
werp, niet op zich willen nemen en verliet tel
kens de vergadering, nu bleek dat de voorsteller
a tort et a travers zijn doodgeboren kindje wilde
voortdrijven. De nieuwe verordening een ver
knoeide redactie van de bestaandeademt over
het geheel een geest ter bevordering der openbare
onreinheid, besnoeiing van openbare vermake
lijkheden en aanmatiging van gezag door onbe
voegden. Aldus meent men, in strijd met de wet,
het gezag en de bevoegdheid des burgemeesters
te kunnen knotten. Het is wel belachelijk, doch
de uiting van de eigenaardige wijze waarop
sommigen door dr Schaepman onlangste
Schoondijke, als «vertrouwde mannen, vol heilig
vuur voor hunne zaak" aangewezen de pu
blieke zaak opvatten en voor vrijheid strijden.
Ook in dit opzicht zullen bij de stembus velen
dupe worden.
De St.Ct. bevat een verslag aangaande een
onderzoek in Duitschland naar archivalia, belang
rijk voor de geschiedenis in Nederland over 1886.
De opper-ceremoniemeester maakt hekend, dat
het hof, ingevolge de bevelen des konings, den
lichten rouw zal aannemen vóór den tijd van
acht dagen, ingaande Maandag 5 Maart e. k.,
wegens het overlijden van Z. H. Bodewijk Willem
prins van Baden.
Bij beschikking van den minister van waterstaat
enz. is bepaald dat de nagenoemde ambtenaren
bij de administratie der posterijen hunne functiën
zullen uitoefenen als volgt
de commies der 3e klasse F. H. H. Bosch te
Apeldoorn de commiezen der 4e kl. A. P. S. van
Galen te Utrecht, J. Hoeth te Groningen, A. H.
Willinge op het spoorwegpostkantoor no. 3, J. R.
van der Slooten te Yenlo en T. Ten Cate te
Leidende surnumerair D. J. van Soelen te
Sliedrecht.
Van vertrouwbare zijde verneemt De Inge
nieurdat de hoofdinspecteur en de beide inspec
teurs van 's rijks waterstaat, aan den minister
van waterstaat, handel en nijverheid een krachtig
protest hebben ingezonden, wegens de grievende
wijze, waarop bij de vaststelling der lijst van
verkiesbaren voor de Eerste kamer der staten-
generaal het korps van den rijkswaterstaat is
voorbijgegaan en de belangen van de technici in
Nederland zijn miskend.
Mej. M. J. de Haan van Middelburg verwierf
te 's Gravenhage akte voor fraaie handwerken en
mej. A. L. Arents van Goes, zooals wij aan een
deel onzer lezers reeds meedeelden, te Breda akte
voor nuttige en fraaie handwerken.
Aangenomen het beroep naar de doleeréndc
kerk te Serooskerke (W.) door den heer Wolf,
pred. bij de Ned. Herv. gemeente te Gameren.
Door den officier van justitie bij de arrond.»
rechtbank alhier is hooger beroep aangeteekend
tegen het vonnis van genoemde rechtbank van
den 21en Februari 1888, waarbij M. P. A. P.,
directeur der kuustboterfabriek te Middelburg, is
vrijgesproken van bet hem bij akte van dagvaar»
ding ten laste gelegde,