N°. 46.
131e Jaargang!
Donderdag
33 Februari.
BEKENDMAKINGEN.
PATENTEN.
Middelburg 22 Februari,
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Alzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.van 1-7 regels/1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen,
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van dbr
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dal be Cie., John F. Jones, opvolger.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend
dat de patenten van het dienstjaar 1887/88
derde kwartaal ingevuld gereed liggen en dat
tot de afgifte daarvan ten raadhuize zal worden
gevaceerd van den 25 Februari tot den 10 Maart
1888 des Woensdags en Zaterdags van iedere
week, des voormiddags van 10 tot 12 uur.
De belanghebbenden worden mitsdien aange
maand om, binnen den boven bepaalden tijd, de
voorschreven patenten in persoon te komen afhalen,
bij gebreke waarvan deze door den deurwaarder
der directe belastingen, tegen voldoening van tien
cent, aan huis zullen worden uitgereikt, terwijl
zij zich blootstellen in eene boete te vervallen
van vijftien gulden, indien zij, des gevraagd, hun
patent of een afschrift daarvan, niet kunnen
vertoonen.
Hiervan is afkondiging geschied waar het be
hoort, den 21 Februari 1888.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
S C H O R E R.
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
In den Duitschen rijksdag maakte gisteren bij
de behandeling der poster ij-begroot ing de post
verbinding van Duitschland met Engeland via
Vlissingen en Ostende een onderwerp van lang
durige bespreking uit. Aan het verslag der
Köln. Ztg. over de rijksdagzitting ontleenen wij
dienaangaande het volgendeVorst Hatzfeld
richtte aan dr Von Stephan de vraagwaarom
de post naar Engeland en Amerika in het belang
van een geregelde aansluiting niet over Vlis
singen in plaats van over Ostende verzonden
wordt. Op die vraag antwoordde dr v. Stephan
»Een aanzienlijk gedeelte der postverzendingen
gaat reeds over Vlissingen. De postaansluiting
is herhaaldelijk in Ostende gemist, wat aan de
aandacht der Belgische regeering niet is ontgaan,
die het groote belang dezer verbinding erkent
en alles in het werk stelt om het verkeer te
verbeteren. Wanneer aansluiting gemist wordt,
zoo is dat te wijten aan de gesteldheid van bet
weder te Ostende. Wat de route over Vlissingen
betreft, zoo zijn de nevels op de Theems dikwijls
hinderlijk hij het uitloopen der booten, die bij
dikken mist in 't geheel niet of slechts met halve
kracht kunnen uitloopen. De moeilijkheid is
niet te wijten aan gebrek aan goeden wil, ook
niet aan gebrekkige middelen, ook niet aan
de directie, maar aan de natuur der dingen, aan
moeilijkheden, die de mensch niet overwinnen
kan. Het is de vismajorwaarmede men te
strijden heeft."
De groote reeder Woermann uit Hamburg nam
nu het woord en zeide: «Wij hebben in de Hanse
steden dankbaar erkend, dat de postverbinding,
die niet meer uitsluitend over Ostende, maar thans
ook over Vlissingen verzonden wordt, werkelijk
eene verbetering van onze gemeenschap met
Engeland is. Maar ik zou willen vragen, of bet
niet mogelijk is de verzending te doen plaats
hebben over Dover en Calais, want dat is de
kortste weg ter zee en bet is toch overeenkomstig
de natuur der dingen dat de postverbinding langs
den kortsten weg plaats beeft. Wanneer ook de
weg over Vlissingen, in vergelijking met dien
over Ostende, reeds een verbetering is, zoo geloof
ik toch niet dat de zekerheid, welke de postver
binding over Vlissingen aanbiedt, reeds voldoende
is. Ondanks deze verbetering is in de laatste
maanden de Engelsche post vrij dikwijls öf te laat
aangekomen öf geheel uitgebleven."
Op deze opmerking gaf dr. V. Stephan het
volgende antwoord«Het bezwaar tegen den
weg over Dover en Calais is, dat de scheepvaart
op het kanaal tengevolge van het groot aantal
schepen zeer gevaarlijk is. Bovendien zou men
hij de postverbinding over Dover en Calais met
twee landen van doorgang, Frankrijk en België,
te doen hebben. De Fransche regeering zal niet
genegen zijn acht te slaan op de behoeften van
Keulen, Hamburg en Berlijn.
«Wanneer ik daarentegen bedenk, dat de Ne-
derlandsche regeering zelfs zoo ver is gegaan in baar
bereidwilligheid om ons toe testaandeDuitsche am
bulante postwagens tot Vlissingen te laten doorloo-
pen, is het duidelijk, dat deze route ons groote
yoordeelen schenkt, die wij niet gaarne tegen de
onzekere toestanden van de Fransche lijn zouden
willen verruilen."
Hiermede was dit onderwerp afgehandeld.
Naar wij vernemen moet gisteren de mailboot
van Ostende wegens hooge zee niet hebben kun
nen uitgaan. Vele passagiers hebben de tram
Maldegbem-Breskens benuttigend, de mailboot
van de Zeeland bereikt en daarmede de reis naar
Engeland gemaaakt.
De van het le regiment bij h et 3e regiment
infanterie nieuw benoemde eerste luitenant W.
Abrescb is ingedeeld bij de 3e compagnie van
het 4e bataljon te Vlissingen.
De St. Ct. beva,t het volgende uittreksel uit
een verslag aan den minister van binnenlandsche
zaken, door den waarnemenden geneeskundigen
inspecteur voor Zeeland, over de in November en
December 1887 voorgekomen gevallen van trichi
nosis te Goes.
Nadat in April 1887 zich de laatste verschijnselen
der epidemie van trichinosis te Goes hadden ver
toond (zie verslag in de Staatscourant van den
26en April 1887, no 97), openbaarde zich de ziekte
opnieuw in die gemeente in bet laatst van No
vember van hetzelfde jaar.
Ofschoon de aard der ziekte eerst den 27en dier
maand als zoodanig met volkomen zekerheid werd
herkend, zoo waren toch de eerste verschijnselen
reeds den 23en waargenomen, in het gezin van
een looier te Goes, wiens op de looierij huiten
de stad gemest, later trichineus bevonden varken
den 2en November was geslacht.
De man en vrouw, die van het rauwe vleesch
(gehakt) hadden gegeten, werden in hevige mate
aangetast, een kind, dat waarschijnlijk ook van
het rauwe vleesch bad gebruikt, in lichten graad.
De slager en de knecht, die beiden van het
rauwe vleesch hadden geproefd, leden eveneens
aan trichinosis.
Het verloop der ziekte bij deze lijders was
gunstig, zoodat allen zijn hersteld.
Een hunner (de knecht) werd spoedig daarna door
een «pleuritis" aangetast, aan welke ziekte hij
bezweek.
Opmerking verdient het feit, dat een andere
knecht op de looierij, die de helft van dit var
ken had overgenomen, en waarvan hij en zijn
gezin van 227 November hadden gegeten, ge
zond bleven.
Zij hadden bet vleesch echter alleen gekookt
of gebraden genuttigd en zich stelselmatig van
het gebruik van rauw vleesch onthouden.
Tegelijk met het trichineuse varken, was op de
looierij een ander gemest, dat later bleek ook
trichineus te zijn, terwijl in het vleesch van twee
jongere varkens, van hetzelfde hok, geen trichinen
zijn gevonden.
Het overige vleesch van het eerste, en dat van
de drie laatstgenoemde varkens, werd door ver
branding vernietigd, terwijl de mest van het
varkenshok onschadelijk werd gemaakt.
De looierij grenst aan de hofstede Welgelegen
waar het, in het begin van het jaar geslachte,
trichineus bevonden varken, dat de oorzaak was
van trichinosis bij een 70tal inwoners van Goes,
was gemest. Deze huurt mag dus als eene broed
plaats van trichinen worden beschouwd, terwijl
het opnieuw verschijnen van trichinosis duidt op
eene voortdurende bron van voortplanting dezer
woekerdieren daar ter plaatse.
Het vermoeden ligt wel voor de band, dat deze
moet gezocht worden in de ratten, die in grooten
getale op deze terreinen, vooral die van de looierij,
tevens bergplaats van huiden, beenderen, enz.
verkeeren.
Als een teeken dat de ratten, uit die buurt
van de looierij afkomstig zijn, moge het feit die
nen, dat, bij eene poging om ratten te vergifti
gen op de hofstede Welgelegendeze zich alle in
de richting van de looierij (de plaats van her
komst^) bewogen.
Deze ratsoort «Wanderratte" mus decumanus
is zeer vatbaar voor trichinosis, en staat tevens
bekend als eene species, welke de trichinen het
meest heinde en ver verspreidt.
In deze omstandigheid vindt het vermoeden,
uitgedrukt in bovenaangehaald verslagdat de
in 1883 te Yerseke waargenomen trichinosis de
bron zoude zijn van de ziekte te Goes, in 1887,
meer en meer grond. Hoe licht toch kan een
deel van het trichineuse varken uit Yerseke des
tijds op de «looierij" zijn aangevoerd.
Bij de bezwaren, verbonden aan het machtig
worden van doode rattenafkomstig van die
plaats, is bet tot dusverre niet mogen gelukken
een voldoend aantal ratten, mollen, bunzings enz.
te bekomenteneinde een volledig onderzoek
omtrent het voorkomen van trichinen in te stellen,
zoodat in dit opzicht nog niet op positieve uitkom
sten kan worden gewezen.
Niettemin wordt dit onderzoek, met het oog
op het groot volksbelang, hierbij betrokken, ook
in verband met den handel in varkens en var-
kensvleesch, voortgezet.
Intusschen verdient bet uitroeien van deze
ratsoort mus decumanus) en de verbranding der
doode dieren, op Zuid-Beveland, ernstige aanbe
veling.
Ter voorkoming van de besmetting der varkens,
die op doode ratten azen, is het bevorderen van
den hygiënischen toestand der varkenshokken en
loopplaatsen noodzakelijk. Streng toezicht op de
reinheid en de voeding en daardoor het tegengaan
van het azen op allerlei afval van lijken van
dieren enz. zijn aangewezen.
Met betrekking tot de trichinosis bij den
menscb, moet bet als een dure plicht van de
overheid worden geacht, om te trachten de her
haling van eene ramp, waaronder de gemeente
Goes tweemalen in één jaar heeft geleden, met
alle daartoe ten dienste staande middelen te
voorkomen.
Behalve waarschuwing, bij publicatie van ge
meentewege, voor bet gebruik van niet goed
gekookt of niet goed gebraden varkensvleesch,
bam en worst, verdient een verbod van verkoop,
aflevering of uitdeeling van vleesch, afkomstig
van varkens op Zuid-Beveland gemest, die niet
vrij van trichinen zijn bevonden, dringend aan
beveling. De gemeenteraad van Goes beeft
daaromtrent reeds eene verordening vastgesteld.
Met bet oog op het gevaar voor verspreiding
der ziekte, in het overig gedeelde van de provincie,
het rijk en het buitenland, zijn tevens de maat
regelen, waardoor de uitvoer van varkens en
varkensvleesch van Zuid-Beveland tijdelijk kan
worden tegengegaan, aangewezen.
Uit Aardenburg schrijft men ons
Dinsdag had alhier de installatie plaats van
den nieuw benoemden burgemeester mr P. C. J.
Hennequin. Bij zijn terugkeer uit Middelburg,
alwaar hij was beëedigd, werd bij aan de grens
der gemeente (Draaibrug) door een commissie uit
de burgerij, bestaande uit de beeren Houwink-
Daeninck en Jolivet, welkom gekeeten.
Een eerewacht te paard, ruim 40 personen
tellende, begeleidde bet rijtuig dat hem verder
naar de gemeente bracht. Aan de Westpoort
voegden zich daarbij de leden der brandweer en
de verschillende in de gemeente bestaande ver-
eenigingen met hunne banieren. Yoorafgegaan
door de fanfaren M"i. trok de stoet, onder muziek,
door de smaakvol met groen versierde Westpoort,
en de met vlaggen en een eerepoort versierde
Westmarktstraten naar het raadhuis op de markt.
Voor zijne intrede werd hem door de kinderen
van de beeren mr A. A. J. van den Broecke en
dr J. L. J. de Glopper een krans aangeboden.
In het voorbijgaan zij hier opgemerkt dat op
nog verschillende plaatsen sierlijke eerebogen
waren opgericht.
Bij de komst van den burgemeester in het
raadhuis liet de muziek zich weder hooren en
werd hem bij zijne intrede in de raadzaal door
een gemengd koor een welkom toegezongen, ter
wijl tal van in het wit gekleede meisjes hem als
strooistertjes hulde brachten.
De oudste wethouder, de heer J. de Muynk,
heette den nieuwbenoemden burgemeester in een
zeer gepaste toespraak hartelijk welkom, en droeg
aan hem, onder het overrijken van het kenteeken
zijner waardigheid, het presidium over.
Hierop nam de burgemeester bet woord en
verbond zich aan Aardenburg in eene rede waarin
bij, buide brengende aan de verdiensten van zijn
hooggeachten voorganger, den heer Reepmaker,
wees op het belang der verschillende takken van
administratie, waarover het toezicht aan het ge
meentebestuur is toevertrouwd, en een beroep
doende op de medewerking der leden van den
raad en verdere gemeente-ambtenaren, verklaarde
zooveel in zijn vermogen was te willen mede
werken om den bloei en de welvaart van de
gemeente, aan welker hoofd bij is geplaatst, te
helpen bevorderen.
Na het sluiten der plechtige raadszitting deed
de burgemeester, vergezeld van de leden van den
raad en gevolgd door den ganschen stoet, die hem
naar het raadhuis had geleid, een wandeling door
de gemeente, waarmede de plechtigheid een einde
nam.
Des avonds werden de leden der eerewacht en
de leden der verschillende gezelschappen, die
aan den optocht hadden deelgenomen in hunne
verschillende vergaderplaatsen, door den burge
meester onthaald.
In het lokaal der sociëteit Spoor tot Vriendschap
vereenigden zich de leden met hunne dames tot
een gezellige, door muziek afgewisselde, bij
eenkomst.
Onze beste wenschen vergezellen den heer
Hennequin bij de vervulling zijner gewichtige be
trekking.
Naar wij vernemen zal nit de zegelkwestie over
het duinwater te Amsterdam een rechtsgeding
voortvloeien. Een der geabonneerden beeft name
lijk de duinwatermaatschappij gedagvaard tot
terugbetaling van de som van vijf centwegens
onverschuldigd betaald zegelgeld voor een
quitantie niet booger dan 10.
De vraag zal dus in rechten worden uitgemaakt
of in dergelijke gevallen niet elke termijn van
betaling een afzonderlijke schuld is, zoodat van
geen betaling op rekening sprake kan zijn en
dus geen zegelrecht verschuldigd is, wat bekwame
rechtsgeleerden inderdaad beweren. Ook bij
huurovereenkomsten, die voor langen tijd zijn
gesloten, maar waar bij kleine termijnen betaling
is bedongen, en bij andere abonnementen van
dien aard komt bet vraagstuk te pas. Het proces
loopt dus over millioeuen malen vijf cent. (Hbld.)
Zooals wij nog in een deel der oplaag van giste
ren mededeelden is toen in de zitting der Tweede
kamer door den heer A. Mackay nog het woord
gevoerd over de subsidie voor de verbetering van
den Berkel.
Hij achtte het plan te kostbaar opgezet en de
bezwaren der eigenaren van de gronden 2e klasse
zeer gegrondAfstemming van bet ontwerp achtte
hij echter ongewenscht; hij verlangde wijziging,
zoodat het rijk 2/3 subsidie zou betalen en de
ingelanden 1/3. De heer Van den Borch vreest
dat de raming te laag is en de belanghebbenden
te zwaar gedrukt zullen worden. Hij is tegen
het ontwerp, en verwerping daarvan zal den weg
openen tot een rechtvaardiger regeling.
De minister van waterstaat verdedigde de nood
zakelijkheid van het werk en de wenscheljjkheid
der subsidie gelijk deze is voorgesteld.
De gewone audiënties van de ministers van
financiën en van waterstaat op 23, en van kolo
niën op 24 dezer zullen niet plaats hebben.
De minister van marine zal Vrijdag wel audi
ëntie verleenen maar deze zal in stede van 11
uur te half elf plaats hebben.
Dit jaar zal, naar men meldt, het examen voor
de betrekking van commies bij de belastingen
te 's Hertogenbosch gehouden worden. Er kunnen
80 personen geplaatst worden.
De commissie, belast met bet afnemen van het
examen, bestaat uit de beeren J. B. Storij van
Blokland, prov. inspecteur der directe belastingen
te Eindhoven, P. P. E. Hoefnagels en Th. Top,
controleurs der directe belastingen te Vegbel en
Weesp.
De kiesvereeniging Eendracht maakt macht te
Utrecht stelde, naast majoor Seyffardt, tot can-
didaat jhr mr J. Roëll, onze tegenwoordige afge
vaardigde ter Eerste kamer, die ook van liberalen
kant aanbevolen wordt.
De radicale kiesvereeniging Amsterdam, in de
hoofdstad, stelde slechts twee candidaten voor de
kamer-verkiezing, nl. de heeren C. V. Gerritsen
en dr Vitus Bruinsma.
De heeren Hartogh, Kerdijk, Cort van der Linden
en Veegens hadden op verschillende gronden voor
een candidatuur van die vereeniging bedankt.
Bevorderd tot doctor medicena insigni cum laude,
aan de Universiteit te Freiburg, in Baden, na
verdediging van dissertatie Ueher Pneumonia
fihrinosa und deren Behandlungde beer P. F.
Vermast, geboren te IJzendijke, en gemeente-arts
te Etten bij Breda.
Aan een Atjeli-correspondentie van de Soerab. Ct.
is bet volgende ontleend
Den regen zij dankWare liij Maandag 19 Dec.
niet in tamelijk hevige mate neergevallen, wie
weet of er voor Nederland niet opnieuw een soort
van Nisero-kwestie ware ontstaanWat toch is
bet geval Op Oleb-leb's reede ligt een Fransch
vaartuig, aangenomen door de Atjeh-leverantie
om de steenkolen van Poeloe Bras naar Oleh-leh
te transporteeren. Op bovengenoemden datum
nu ontwaakte bij een deel der equipage de lust
om een kijkje aan wal te gaan nemen. Zij strijken
een sloep en betreden weldra den vasten grond
op het eilandje Poeloe-Toewan, waar zich kwaad-