N#. 36.
131e Jaargang.!
Zaterdag
11 Februari.
De Mere van mejuffronw Limpett.
Middelburg 10 Februari,
FEUILLETON.
Rechtszaken.
V
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaara 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regelsƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
IIIDDELBIRGSCHE COURANT
Agenten te Ylissingen: P. Gr. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij en te Tholen: W. A. van Nieuwenhuuzen.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van dEb,
kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Met ingang van 10 Februari is aan de tele
grafisten der tweede klasse "bij de rijkstelegraaf
E. J. Gerritsen, G. J. van der Poppe en G. C. Bar,
op hun verzoek, eervol ontslag verleend uit 's rijks
dienst.
De majoor Hackstroh, die wegens ziekte zijne
bestemming naar Bergen op Zoom nog niet heeft
kunnen opvolgen, zal, naar men uit Bergen op
Zoom schrijft, op nonactiviteit gaan.
VlissCrt.)
Dr P. P. C. Hoek te Leiden is, met ingang
van 1 April 1888, benoemd tot wetenschappelijken
adviseur in visscherijzaken.
Bij de Donderdag te Heinkenszand gehou
den verkiezing voor een lid van den gemeen
teraad hebben van de 195 kiezers 149 hunne
stem uitgebracht en wel 58 op den heer J. Do-
minicus, 50 op den heer J. v. d. Ende, 30 op
den heer Lamoraal Wiehers, 8 op den heer G.
en 1 op den heer J. de Kok, terwijl 1
briefje van onwaarde werd verklaard en 1 blanco
was ingeleverd.
Er zal dus eene herstemming plaats hebben
tusschen de heeren Dominicus en v. d. Ende,
waarvoor de 23 dezer is vastgesteld.
Door de afdeeling Tholen der liberale kiesver-
eeniging Algemeen belang zijn tot bestuursleden
gekozen de heeren A. Wagemaker, Joh. van der
Stel, M. Christiaanse en J. van Wijngaarden
Lindhout. De heeren jhr mr E. A. O. de Casem-
broot, Iz. van Gorsel en J. J. de Lange waren
reeds door het hoofdbestuur tot bestuursleden van
de afdeeling Tholen benoemd. Deze afdeeling
telt 36 leden.
Te Duivendijke is, in de plaats van den heer
J. Hanse, overleden, bij herstemming, met 12 van
de 20 uitgebrachte stemmen, tot lid van den raad
gekozen de heer J. Viergever.
Gisteren werd te 's Gravenhage op de burger
lijke begraafplaats aan het Kanaal op zeer
indrukwekkende wijze het lijk van den schilder
A. Mauve ter aarde besteld.
Het lijk was per Rijnspoor wan Amsterdam
in de residentie gebracht. Bij aankomst en op
het kerkhof werd treurmuziek uitgevoerd.
Er werden prachtige kransen op de lijkkist,
en later op het graf neergelegden een breede
stoet van schilders en deputatiën volgden den
lijkwagen, terwijl eenige schilders hun kunstbroeder
naar de groeve droegen, waar Artz namens Pulchri
Studio, Greive namens Arti, Israels namens de
Hollandsche teekenacademie en Ter Meulen namens
de jongeren in de kunst diep gevoelde woorden
spraken over het plotseling verlies van den
kunstenaar van den eersten rang, den edelen vriend
Uit het Engelsch.
Van STANLEY LEATHES.
HOOFDSTUK VI.
De hnuiders.
De schrandere, doordringende blik van den
knaap stelde juffrouw Limpett gerust dat het
hem niet aan verstand ontbrak, maar dat hij
was verwaarloosd, slecht geleid, niet ontwikkeld.
Toen zij hem aan het werk gezet had, riep zij
Lydia en zei
»De jongeheer Tonie wil gaarne de perken
wieden. Ga af en toe eens naar hem kijken en
zeg eens iets tegen hem door het keukenraam.
Tonie, dit is Lydia, zij is goed."
Tonie zag Lydia met een onderzoekenden blik
aan, een blik waarvoor menigeen de oogen zou
neergeslagen hebben, knikte en ging voort met
zijn werk.
Vervolgens ging de goede ziel naar boven en
ontpakte de koffers. Wat een rommel was dat
Veel goed goed, vermengd met prullen, alles
doorelkaar gesmeten. Twintig stuks waar éen
voldoende ware geweestmaar alles geknoeid,
gekreukeld, verfrommeld, bedorven. Geduldig
zocht zij dien warboel uit, sorteerde, schikte en
na verloop van vier uur Was er een zekere orde
j» den chaos gekomen.
en makker, en den voorganger van de jongeren
wier kunstvuur hij opwekte. De begrafenis
maakte een diepen indruk op de vele aanwezigen.
Van dezen te vroeg ontslapen landschapschilder
verhaalde een tijdgenoot van zijn leerlingjaren de
volgende eigenaardige bij zonderheid aan het Dbld.
Toen Mauve nog jongeling was en werkzaam
op het atelier van zijn meester, een eerzaam vee
schilder, kreeg deze eens het bezoek van een
kunstvriend en viel diens oog op een paneeltje
dat door den jongen Mauve was aangelegd. Zoo
sprekende over het werk'en over den aanleg van
den leerling, verklaarde de meester dat hij over
des leerlings ijver zeer tevreden was en dat hij
hem ook uitstekend kon gebruiken om een schil
derij in de doodverf te zettenzijn groote gebrek
was echter dat hij nooit iets afmaakte, en zoo
luidde het oordeel van den meester dat hij
daarom liever maar een ander vak had moeten
kiezen, want als schilder zou hij het toch nooit
ver brengen. De uitkomst heeft geleerd dat de
leerling den meester ver overtroffen heeft.
Mauve was een van de weinige artisten met
het penseel, die ook den leek wist te overtuigen
van de meerdere waarheid in de uitingen dei-
nieuwere kunstrichting, vergeleken met de op
vatting der landschapschilders van een dertig jaar
geleden. Nog geruimen tijd na de naïve uitspraak
van zijn meester drukte op Mauve's werk het
vooroordeel van een in de kunst nog weinig
opgevoed publiek. Maar krachtiger dan iemand
van zijns gelijken in de kunstwereld, heeft Mauve
door zijn steeds vooruitstrevend talent er toe
bijgedragen om het publiek de oogen te doen
opengaan en het te leeren zien.
Vooral in de latere jaren Mauve was toen
reeds lang de doodverfperiode voorbij, en zijn
techniek was tot volle kracht ontwikkeld
schiep hij werk op werk dat het vraagstuk op
loste, hoe eene studie met een machtig effect tot
een 'rijp en voldragen kunstwerk te voltooien,
zonder eenige afbreuk te doen aan de bekoring
van de schets. Het stemt weemoedig dezen veel-
begaafden kunstenaar nu reeds te moeten zien
heengaan. Immers wie zal op de kunstbeschou
wingen, wie op de tentoonstellingen van aquarellen
tot de massa spreken, als Mauve, van de schoon
heden der natuur, die gedachtenloos worden
voorbijgegaan en menigmaal eerst door de schep
pende kracht van den kunstenaar worden begrepen.
Zijn dood laat een groote leemte achter, maar
de kunst heeft door Mauve's leven en werken
gewonnen. En dat is genoeg.
Arrondiasements-Rechtbank te Middelburg.
Heden, Vrijdag, zijn veroordeeld
C. V., 18 j., arbeider Cortgene, wegens mis
handeling, tot 3 m. gev.
G. J., 23 j., visscher Arnemuiden, wegens mis
handeling van een ambtenaar en
wederspannigheid, tot 14 d. gev.;
Onderwijl had Tonie zich te goed gedaan aan
boterhammen en melk en was weer naar den
tuin gegaan. De kolonel kwam om zes uur thuis
en nadat hij goed gedineerd had, met gebraden
vleesch en kruisbessentaart met room, stak hij
een pijp aan en ging in den tuin zitten kijken
naar het graven van Tonie.
»Hij moest nu liever naar bed gaan", zei
juffrouw Limpett, die gezorgd had dat er een
heerlijk bad voor hem gereed was.
Zijn vader blies slechts rookwolken uit en
Tonie ging voort met graven.
«Tonie, vooruit, hoort gij niet," zei de vader
al voort rookende. Maar Tonie deed alsof hij niet
hoorde.
Juffrouw Limpett ging naar hem toe, en nam
hem bij de hand, waarop hij onmiddellijk zjjn
gereedschap neerlegde en haar volgde als een lam.
Lydia wachtte om hem te baden en te helpen,
maar Bessie zond haar weg. »Ik wil het liever
zelf doen, Lydia, dank u. Ik zorg gaarne voor
kinderen."
Zoo kwam het dat juffrouw Limpett alles voor
Tonie deed en haar loon was dat de knaap haar
met een bijna overdreven innigheid liefhad. Hij
was ongedurig en lastig als hij haar niet zag,
en het gelukkigst als hij vlak bij haar zat. Het
was waar, hij sprak niet, maar hij maakte
allerlei geluiden, waarschijnlijk opgevangen van
de inlandsche bedienden en gaf blijken van groote
schranderheid. Somtijds had hij een slaperigheid
Over zich, die hoogst onnatuurlijk was en juffrouw
L. V., 28 j., werkman St. Kruis wegens b e-
leediging, tot 12 b. s. 10 d. h.
L. v. d. S., 75 j., scheepstimmerman Veere,
wegens beleediging van een ambte
naar," tot 15 b. s. 8 d. h.
G. W. v. K., 53 j., zonder beroep Veere, wegens
als voren, tot 15 b. s. 8 d. h.
J. A. d. J., 16 j., arbeider Wemeldinge, wegens
alsvoren, tot 2 m. gev.;
P. T., 21 j., hvr. van J. W., arbeidster Kloe-
tinge, wegens alsvoren, tot 1 m. gev.;
lo. P. v. H., 23 j., metselaar, en 2o. C. d.
M., 24j., visscher, beiden Woensdrecht, appellan
ten van een vonnis van het kantongerecht te Goes,
waarbij zij veroordeeld werden wegens overtre
ding der jachtwet. Met vernietiging van't von
nis van den kantonrechter veroordeeld ieder tot
10 b. s. 3 d. h., alsmede in de kosten, zoo in
eersten aanleg als in hooger beroep gewezen
A. d. 1. N., 73 j., werkman Middelburg (België),
thans gedetineerd alhier, wegens diefstal, tot
1 jaar gev., met bepaling, dat de tijd, in voor-
loopige hechtenis doorgebracht, in mindering zal
worden gebracht.
Allen in de kosten.
Vrijgesproken is P. d. J., 54 j., arbeider
Veere, beklaagd van diefstal.
K antongerecht te Ooes.
Heden, Vrijdag, zjjn veroordeeld
K. C. B. Colijnsplaat, wegens ijkwet overtreding,
tot 2 maal 3 b. s. 1 d. h.J. E., M. R., A. R.,
J. M. 's Heerenhoek, D. B. Borssele, wegens het
jagen zonder acte, ieder tot 10 b. s. 4 d. h.;
H. K. Oudelande, wegens het met geladen schiet
geweer zich bevinden in 't veld, zonder acte of
buitengewone machtiging, tot 5 b. s. 3 d. h.;
W. F. v. G. Rilland, wegens het bejagen van eens
anders jachtveld zonder vergunning, tot 1 b. s.
1 d. h.A. L. Schore en J. de B. Nisse, wegens
als voren én zonder acte, ieder tot 2 maal 5
b. s. 3 d. h. voor iedere boete J. R. Wemeldinge,
H. O., J. V. Yerseke, wegens als voren, ieder tot
2 maal 10 b. s. 4 d. h. voor iedere boeteP.
K. Kapelle, K. S. Hansweert, J. O. Schore, we
gens als voren, ieder tot 2 maal 20 b. s. 4 d.
h. voor iedere boete P. L., W. L. Schore, we
gens het aanwenden van pogingen om wild te
bemachtigen zonder acte, tot 5 b. s. 2 d. h.;
J. V. Goes, wegens het bevisschen van eens anders
vischwater, zonder acte of vergunning, tot 2 maal
1 b. s. 1 d. h. voor iedere boeteP. de K.
Wissekerke, wegens het bemachtigen van een haas
door middel van een wildstrik, tot f 10 b. s. 4
d. h.A. de B. Graauw, wegens het bevisschen
der Zeeuwsche stroomen zonder consent, tot 3
b. s. 2 d. h.
Verder J. L., L. G., C. C., Clinge, wegens het
bevaren der Schelde na zonsondergang zonder
helder lichtende lantaarn in top, ieder tot ƒ3
b. s. 2 d. h.L. J., Ritte (België), wegens het
loopen langs den spoorweg zonder vergunning,
tot 1 b. s. 1 d. h.A. R., Goes, wegens straat-
Limpett op het denkbeeld bracht dat de inland
sche bedienden hem als klein kind opium gegeven
hadden.
De kolonel leidde een soort van plantenleven
hij sliep, at en dronk veel en nam slechts zooveel
beweging als noodig was om dat alles te kunnen
verdragen. Hij sprak weinig en zelden over het
verleden en scheen niets liever te verlangen dan
zoo voort te gaan. Het scheen hem ook niet
vreemd te vallen om wekelijks huur te betalen
aan de dame, die in vroegeren tijd zijn vriendin,
en meer dan zijn vriendin was geweest.
«Het is misschien beter zoo," zei de arme
Bessie, terwijl zij eenige goudstukken in een
doosje deed, dat zij den «spaarpot voor Sam"
noemde. »Het maakt mijn pad effener, ofschoon
het met een ruwe hand eenige teedere herinne
ringen uitwischt. In alle geval leef ik niet voor
niets, als de arme kleine Tonie opgroeit als een
man en de noodige bekwaamheden ontwikkelt."
Dien dag had hij haar »fouw" genoemd en
een paar dagen te voren was Lydia in verrukking
geraakt, omdat hij haar «roos" genoemd had. Hij
was zoo gelukkig geweest met een rozenstruik,
dien zij hem gegeven had en gaf zich zooveel
moeite om den naam uit te spreken dat hij dien
met haar vereenzelvigde.
lederen dag leerde hij nieuwe woorden wel
onsamenhangend, maar daaruit bleek toch dat
hij niet doof was en best kon leeren spreken.
Vreemdelingen, die hem zagen, waren echter
altjjd getroffen dat het zulk een lief, zacht, mooi,
schenderij en verwekken van rumoer, tot 2 maal
3 b. s. 2 d. h. voor iedere boeteM. A. B.,
Goes, J. C., A. C., Colijnsplaat, wegens het ver
wekken van rumoer, ieder tot 3 b. s. 2 d. h.
C. L., F. de B., Hansweert, wegens na het slui
tingsuur zich bevinden in een bierhuis, tot 3 b.
s. 1 d. h.P. B., Goes, wegens het onbeheerd
laten staan op den openbaren weg van zijne trek
dieren, tot ƒ1 b. s. 1 d. h.F. B., Kieldrecht
(België), wegens het zijn aangespannen trekhond
niet voorzien van een muilkorf, tot ƒ1 b. s. 1 d.
h.J. v. d. V., Krabbendijke, wegens het loopen
over eens anders grond, zonder vergunning, tot
ƒ1 b. s. 1 d. h.
En ten slotte wegens openbare dronkenschap
C. C. Heinkenszand, A. S., I. J. C. Goes, N. P.
Wemeldinge, J. C. K. Wilhelminadorp, C. B. v.
d. B. Schore, M. B., M. W. Wemeldinge, J. D.
Hansweert, M. V. Kloetinge, ieder tot 1 b. s.
1 d. h.J. W. Wemeldinge, tot 3 b. s. 3 d.
h., en C. v. d. B. Hansweert, tot 2 maal 2 b.
s. 2 d. h. voor iedere boete.
Allen tevens in de kosten.
Vrijgesproken werd M. R. Ovezandebe
klaagd van jachtwet-overtreding.
Zooals nog in een deel der oplaag van on»
vorig nommer kon worden gemeld heeft gisteren
het gerechtshof te 's Gravenhage vernietigd het
vonnis der rechtbank te Zierikzee, waarbij een
timmerman uit Haamstede en een metselaar uit
Brouwershaven veroordeeld werden ieder tot 6
maanden gevangenisstraf, wegens het opzettelijk,
in strijd met de waarheid, in eene strafzaak af
leggen eener valsche verklaring onder eede. Het
hof oordeelde de schuld van bekl. niet bewezen
on heeft beiden vrijgesproken.
Bevestigd werd een vonnis derzelfde rechtbank,
houdende veroordeeling van een arbeidster te
Haamstede, tot 1 maand gevangenisstraf, wegens
mishandeling van een 12jarig meisje.
Verder werd dienzelfden dag voor het hof be
handeld het appèl van het vonnis der Middel-
burgsche rechtbank, waarbij een jonge vrouw uit
Veere veroordeeld werd tot 1 maand gevangenis
straf, omdat zij tweemalen haar kind van twee
maanden op den stoep van 's burgemeesters woning
had te vondeling gelegd.
Bekl. beweerde dat zij alleen gehandeld had
met het doel om van den burgemeester onderhoud
te krijgen, zoodat zij dan ook op een afstand
bleef staan om te zien wat er met het kind zou
voorvallen.
De burgemeester en een agent van politie
legden getuigenissen af, omtrent de feiten, waarna
mr L. van Gigh, van Amsterdam, tot verdediging
van de beklaagde het woord voerde. Hij zeide
dat deze bekl., die in onderscheidene diensten
zich steeds goed heeft gedragen, een slachtoffer
is geweest van de verleiding en dat zij alleen
om onderhoud te verkrijgen op de bekende wijze
haar lot aan den burgemeester had willen te
kennen geven, nadat deze reeds geruimen tijd haar
die eerst verstrekte hulp had onthouden. Zjj had
maar stil kind was.
De spraak is gelukkig echter niet het eenige
middel om harten te winnen en juffr. Limpett
beminde dat stille kind met al de liefde, die in
haar was. Men zag haar nooit zonder hem. Hij ging
met haar naar de markt, zat bij haar als zij werkte,
hielp haar in den tuin, maakte des namiddags
groote wandelingen met haar en sliep 's nachts
in haar kamer. En Lydia schonk hem al wat
zij nog van liefde in haar hart over had, of
schoon zij het meeste aan haar meesteres ge
schonken had. Zij verbond hen echter steeds in
hare gedachten en wat zjj voor Tonie deed, deed
zij ook voor de juffrouw.
HOOFDSTUK VII.
Tonie
Er verliep een jaar. De kolonel scheen tevreden
en gelukkigwant Lydia kookte lekker en naar
zijn smaak en juffrouw Limpett trok zich Tonie
geheel aan. De vader sloeg hem gade als hjj
speelde jen zei «goeden morgen" en «goeden avond",
maar verder niet veel. Een paar maal had hij
op onverschilligen toon tot Bessie gezegd, als
moest zij er zich toch vooral niet te veel eer
van toerekenen:
»Dat kind gaat vooruitHij is een heel
andere jongen sedert hij hier is. Het zou mij
niet verwonderen of wij maken toch nog een
mensch van hem
Wederom was er een jaar verloopen en door
groote zuinigheid (voor zich zelf alleen, en door