N*J 29.'
131e Jaargang.'
1888.'
Vrijdag
3 Februari.
Middelburg 2 Februari
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regelsƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
MIDDELBIIRGSGHE COURANT.
If
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tliolen: W. A. van Nieuwenhtjijzen, en te Terneuzen: L. van Wijck.
Verder -worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh& van Ditmak te Rotterdam, en de firma B. van dek
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John P. Jones, opvolger.
In de Vragen des tijds van Februari levert de
heer mr J. A. Gilse eene beschouwing onderden
titel Noodzakelijk sleJits voorloopig, waarin hij de
noodzakelijkheid betoogt dat het voorloopige
kiesreglement spoedig voor eene definitive regeling
plaats make.
Het slot daarvan is gewijd aan de verkiezingen
voor den gemeenteraad. De schrijver acht het
nl. niet alleen wenschelijk, maar zelfs dringend
noodzakelijk dat reeds aanstonds in de definitieve
kieswet het meerderheidsstelsel voor de gemeente
verkiezingen worde vervangen door een zoodanig,
hetwelk streeft naar eene evenredige vertegen
woordiging van de verschillende meeningen en
belangen der kiezers in den gemeenteraad. Voor
de samenstelling der gemeenteraden geldt het
meerderheidsstelsel, zonder eenig correctief, in
zijne uiterste consequentie de partij, welker aan
hangers onder de kiezers het talrijkst vertegen
woordigd zijn, zelfs al bereiken zij slechts even
de helft, beschikt feitelijk over alle zetels in den
raad, en alleen als er kleingeestige persoonlijke
kwesties in het spel komen of de partij genadig
lijk en grootmoediglijk beschikt, dat ook aan eene
andere richting wel een enkele zetel mag worden
afgestaan, valt de eer van in de vroedschap zit
ting te kunnen nemen, zoo nu en dan wel eens
aan een vertegenwoordiger der minderheid te
beurt, echter altijd slechts zoo lang als de partij
der meerderheid het gelieft te gedoogen.
Zoo is de toestand nu reeds bijna veertig jaren;
niettemin is hij in den grond verkeerd. Onrecht
vaardig is hij tegenover die ingezetenen, die in
naam hun volle burgerschapsrechten bezitten
maar van wie inderdaad het stemrecht volkomen
waardeloos is, omdat het kiesvermogen er aan
ontbreekt. Nadeelig is hij voor het algemeen
belang, omdat ontegenzeggelijk eene vergadering
ernstiger hare besluiten overweegt en reeds vóór
de beslissing beter op de gevolgen daarvan wordt
opmerkzaam gemaakt, als de vertegenwoordigers
van andere denkbeelden in staat zijn hun stand
punt uiteen te zetten en te verdedigen, vooraleer
het tot eene beslissing komt. Gevaarlijk voor de
openbare orde en rust kan hij ook worden, als
er zich omstandigheden voordoen, waarin de meer
derheid, die over alle macht beschikt, aan de
burgerij haren wil oplegt, en daardoor eene groote
minderheid onderdrukt, welke zich allicht feite
lijk tegen de gevallen besluiten zou trachten te
verzetten. Reeds in 1869 heeft de Leidsche hoog
leeraar Pruin, wien de eer toekomt het eerst in
Nederland op de nadeelen en gevaren van ons
kiesstelsel te hebben gewezen, hierover zoo juist
gezegd»Wat ziet men b.v. in de groote steden
gebeuren? De richtingen, die slechts door min
derheden worden gevolgd, worden slechts bij ge
doogen of wegens tijdelijke onverschilligheid dei-
meerderheid vertegenwoordigd, en niet door de
mannen, die zij bij voorkeur haar vertrouwen
schenken, maar door dezulken, die het meest in
den smaak der meerderheid vallen. Zoo worden
daar bijna nergens de ultramontanen vertegen
woordigd, tenzij men ze vertegenwoordigd wil
achten door katholieken, die hunne politieke be
ginsels niet zijn toegedaan. En zoo gaat het niet
alleen met de ultramontanenZeker men
kan het de meerderheid niet euvel duiden dat
zij hare stem niet geeft aan een bekwamen en
daarom geduchten tegenstander van hetgeen zij
wenschelijk acht. Maar aan den anderen kant is
het toch zeer te betreuren, dat de minderheid
hare woordvoerders in den raad mist. De beraad
slaging verliest daardoor van hare waardede
gemeenteraad beantwoordt minder aan zijne roe
ping. En dat niet door de schuld van de meer
derheid of minderheid der kiezers, maar door de
eigenaardigheid van het kiesstelselDe
gemeenteraden zijn beraadslagende lichamen. Dat
hunne besluiten eindelijk bij meerderheid van
stemmen worden vastgesteld, niets natuurlijker.
Maar wat bij het opmaken van besluiten nood
zakelijk is, is niet noodig bij het samenstellen
eener raadplegende vergadering; integendeel,
daarbij moet voor de vertegenwoordiging der min
derheden evenzeer als der meerderheid worden
gezorgd."
Was dit alles reeds tot dusver onwederlegbaar
juist, de nadeelen en gevaren van het meerder
heidsstelsel wassen aldus gaat de heer Yan
Gilse voort met de uitbreiding van het kies
recht. Zoolang slechts een beperkte kring der
maatschappelijk welgestelden depersoaeuaanwees,
aan wie het bestuur der gemeente zou worden
toevertrouwd, kon de keuze der raadsleden nog
eenigermate beschouwd worden als het aanwijzen
der personen, aan wie als voogden de behartiging
van de belangen ook der staatkundig onmondigen
werd toevertrouwd. Hoe verder echter het kies
recht wordt uitgebreid, des te minder kan aan
de vertegenwoordigende regeeringscolleges dit
karakter worden toegekendhare leden kunnen
niet meer als de voogden worden aangemerkt,
maar zijn de lasthebbers der ingezetenen, die
voor hen en in hunnen naam met het bestuur
van land, provincie of gemeente en met de be
zorging der algemeene belangen worden belast.
Voor de samenstelling der gemeenteraden is het
daarom thans, dringender nog dan tot heden,
noodzakelijk, dat zelfs aan de mogelijkheid dei-
tirannie van de meerderheid de pas wordt afgesne
den dat niet aan de helft plus een alle invloed op
den gang der bestuurzaken gegeven worde en de
minderheden slechts hebben toe te kijken en te ge
hoorzamen. Ter wille van de rechtvaardigheid, ter
wille van eene richtige behartiging der gemeente
aangelegenheden, ter wille ook van orde en rust
moet, voor de samenstelling der gemeenteraden,
het meerderheidsstelsel door een beter worden
vervangen. Op het voorbeëld van het thans voor
de kamerverkiezingen aangenomen stelsel, de
gemeenten te verdeelen in enkelvoudige kiesdi
stricten, zou geene aanbeveling verdienen. Dit
correctief, voor de algemeene landsverkiezingen
reeds zeer gebrekkig en bovendien steeds wille
keurig, zou voor de gemeente-verkiezingën geheel
onverdedigbaar zijn, en uit het oogpunt der recht
vaardigheid onuitvoerbaar blijken. Wat voor de
samenstelling van een district ter verkiezing van
een lid der kamer nog als motief kan gelden,
overeenstemming van belangen in tegenstelling
tot die van andere deelen des lands, zou b. v.
voor het verknippen der groote gemeenten in 39
stukjes volkomen ontbreken, omdat elke verknip
ping slechts willekeurig en zonder raison d'êtr
zou zijn.
Daarom behoort in de nieuwe kieswet, voorde
gemeenteraadsverkiezingen, het beginsel te worden
aangenomen, dat de verschillende meeningen en
belangen der stembevoegde ingezetenen zoo ge
trouw mogelijk in den raad vertegenwoordigd
moeten zijn. Daaraan kan uitvoering worden
gegeven door de toepassing van een der bekende
proportioneele kiesstelsels, die, welke ook de
gebreken mogen zijn die daaraan naar veler oor.
deel heeten te kleven, in elk geval zonder onder
scheid veel beter en vooral rechtvaardiger zijn
dan het tyrannieke meerderheidsstelsel. Zelfs de
warmste voorstander der evenredige vertegen
woordiging zal erkennen dat geen der stelsels,
waarmede dit doel bereikt wordt, zonder gebreken®
is, maar men mag daartegenover de vraag stellen
is er aan het meerderheidsstelsel ook maar iets
goeds? Volmaakt in dien zin is er geen, dat
iemand die zichzelven voor den geschiktste van
allen houdt, maar zijne meening door niemand
gehuldigd ziet, niet bij eene verkiezing naar
een proportioneel stelsel evenzeer zijne stem weg
werpt als hij het bij de bestaande regeling doen
zou. Maar aan elk stelsel hetwelk tot de aaneen
sluiting leidt van gemeenschappelijke belangen en
meeningen, en daaraan den rechtmatigen invloed
op de bestuurszaken verschaft, die er thans door
het brutale meerderheidscijfer geheel aan ont
houden wordt, moet toch iedere onbevooroordeelde
de voorkeur geven boven de thans geldende wijze
van verkiezing.
Eene bevredigende regeling, welke vrij wel
passen zou in de practijk onzer gemeenteraads
verkiezingen', zou b. v. de volgende zijn. Elke
groep kiezers van zekere getalsterkte, die zich,
gelijk thans in de kiesvereenigingen, op grond
van hunne overeenstemming van denkbeelden
vrijwillig hebben aangeslotenzendt eenige
dagen voor den verkiezingsdag hare candida-
tenlijst in bij het gemeentebestuur. Dit geeft
aan de ingekomen lijsten, naar gelang der inzen
ding, een volgnummer en maakt ze, daarvan
voorzien, openbaar. De kiezers plaatsen bij de
Dit cijfer zou in verhouding tot het aanlal kiezers
behooren bepaald te worden. In gemeenten me 150 kie-ers
en daarbeneden zou het b. v. op 1/5 der kiezers gesteld
kunnen worden, in gemeenten van 151 tot 500 kiezers op
40, van 501 tot 1000 op 50, enz. enz., met dien verstande
echter dat nimmer, ook niet in de grootste gemeente, meer
dan 100 kiezers vereischt worden. Het bijeenbrengen van
een groot aantal handteekeneningen is toch vaak hoogst
moeilijk, en door deze formaliteit mag de vrije uiting der
kiezers niet onnoodig worden belemmerd.
Deze schijnbare nieuwigheid is reeds sedert meer dan
10 jaren in België in practijk gebracht, zonder tot eenig
bezwaar aanleiding te geven.
stemming op hun biljet het volgnummer der lijst,
waaruit zij hunne keuze willen doen, en vullen
vervolgens de marnen in van de op die lijst voor
komende candidaten, die zij het liefst verkozen
zouden zien. Na afloop der stemming wordt, door
eene eenvoudige deeling van het aantal te bezetten
zetels op het cijfer der ingeleverde biljetten, door
het stembureau bepaald hoe groot het aantal
stemmen is, hetwelk voor de verkiezing van een
candidaat vereischt wordt. Daarna worden de
verschillende biljetten naar de volgnummers ge
sorteerd, en uit het aantal der biljetten van elke
soort blijkt hoevele candidaten van elke lijst ge
kozen zijn. Ten aanzien van de personen dei-
gekozenen beslist dan de betrekkelijke meerderheid.
Dit stelsel, hier slechts in ruwe trekken aan
geduid, komt mij eenvoudig voor en waarborgt
bovendien vrij nauwkeurig de evenredigheid tus-
schen de getalsterkte der verschillende richtingen
onder de kiezers en het aantal harer vertegen
woordigers in den raad. Intusschen, het is slechts
een voorbeeld om aan te toonen, hoe zonder veel
bezwaren een proportioneel stelsel bij de gemeen
teraadsverkiezingen voor toepassing vatbaar zou
zijn. Wil men het doel langs anderen weg be
reiken en zich b.v. zuiver houden aan het plan
van Thomas Hare, het is mij wel, als slechts het
onverdedigbare meerderheidsstelsel voor een beter
plaats maakt, en niet langer het brutale cijfer
der helft plus éen, maar gelijk recht voor allen
als beginsel geldt.
De proefneming met een evenredigheidsstelsel
voor de gemeenteraadsverkiezingen, op zich zelve
volkomen gevaarloos, zou ook nog dit groote
voordeel opleveren, dat er de toepasselijkheid uit
blijken zou ook voor de verkiezing van de leden
der kamer. Vooral dit voordeel zou ik niet
gering achten, zegt de schrijver ten slotte.
lity Vfiüitdmird schrijft
»Het openbaar ministerie in Den Haag heeft
conclusiën in zake Leiderdorp genomen, die af
wijken van de conclusiën die men dusver hoorde.
Deze conclusiën stellen de doleerenden in elk
opzicht in het gelijk.
Welke uitspraak op deze conclusiën volgen zal,
heeft men kalm af te wachten.
Maar, ook al was het dat ook in dit proces
de eerste of de einduitspraak met deze conclusiën
streed, toch blijven deze conclusiën haar gewicht
behouden.
Van zekere zijde is het namelijk meer dan
eens voorgesteld, alsof de rechtstheorie der dolee
renden te dtvaas zelfs was om over te prateneen
ongerijmdheid, met alle historie, recht en wet in
strijdpuur verzonnen uit baatzuchtige bedoeling.
En omdat ieder dit zei, en ook de heer Bee-
laerts in dien zin de kamer onderrichtte, kan het
zjjn beteekenis hebben, dat het openbaar minis
terie in Den Haag nu eens vlak andersom oor.
deelt, en concludeert dat de rechtstheorie der
synodalen ongerijmd is."
Tot zoover het anti-revolutionnaire blad.
Maar weet dit blad wel dat juist naar aanlei
ding van dezelfde kwestie wel eens van zekere
zijde is beweerd dat de justitie onrechtvaardig
was?
Misschien weet de Standaard wel wie dit gezegd
hebben. Laat het blad ons nu eens meedeelen,
wanneer men aan dien kant zoo eerlijk is ge
worden om te erkennen dat men gedwaald heeft.
Of agiteert men liever door onwaarheid of halve
waarheid
Het N. v. d. D. bevat het volgende zonderlinge
bericht
»Te 's Gravenhage wordt een tweede cause-
celebre op militair gebied druk besproken. Het
geldt hier nu eea onderzoek, dat door den in
specteur der infanterie is ingesteld omtrent het
voorgevallene op een officieel diner bij een com
missaris des konings, waarop een der hoogstge-
plaatste militaire autoriteiten zich in zeer sterk
social istischen zin heeft uitgelaten over het be
grip van grondbezit.
Door den procureur-generaal schijnt de minister
van justitie hiervan verwittigd te zijn, waarna
deze zijn ambtgenoot van oorlog hiermede in
kennis heeft gesteld.
Onlangs is dan ook de bedoelde hoofd-officier
met den generalen-commandant der divisie, ten
bureele van den luit.-generaal inspecteur der
infanterie, hieromtrent gehoord."
Wij zijn nieuwsgierig naar de nadere bijzon
derheden omtrent dit feitzooals het nu luidt
klinkt het ons vrij onwaarschijnlijk.
Het Hbld bevatte dezer dagen een schrijven
J[ van |den heer H, G. Roodhuyzen waarin
deze beweert, dat in Duitschland de leerplicht
»een wassen neus" ia, Hij verzekert o. het
volgende een Duitsch oud-hoofdonderwijzer te
hebben hooren zeggen
»Het is nu eenmaal niet anders. In den oogst
moeten alle handen aan het werkdaarvoor is
geen bidden. Wij zelf zijn diep doordrongen van
de noodzakelijkheid daarvan. Denkt ge, dat wij
onze dorpsgenooten, de lieden die wij buiten dien
tijd op de kegelbaan ontmoeten, als overtreders
aanklagen Het leven zou ons eenvoudig ondra
gelijk gemaakt worden. En het is de vraag, hoe
wij bejegend zouden worden, als wij de leden van
het schooltoezicht zelf voor den rechter brachten.
Des zomers zijn onze scholen half ledig. Alleen
die kinderen, wier ouders geen dadelijk belang
bij veldarbeid hebben, vindt gij thans op de ban
ken. Er zijn altijd wel zulke onbeschaafde ouders,
die ook buiten den oogst de wet overtreden; die
geven wij als schuldigen op. En als het dan
winter isals de veldarbeid geheel gestaakt is,
dan gaan die schuldigen allen met elkander naar
de gevangenis van hun district en zitten in ge
zelschap hun straftijd uit. En menige boer,
van wien ge het'niet verwachten zoudt, rekent
uit dat het zitten hem een voordeelig saldo op
levert. Het is mogelijk, dat leerplicht in groote
steden eenige goede gevolgen heeft, op het plat
teland in het geheel geene. En het is voor
de onderwijzers gelukkig, dat het schooltoezicht
Schulbehörde zelf de hand met de zaak
lichtwij schoolonderwijzers zouden anders door
onze medeburgers als ondragelijke stille verklik
kers bij de politie geschuwd worden."
Bij Prov. blad. no. 13 wordt medededeeling
gedaan van eene aanschrijving van den minister
van binnenlandsche zaken, omtrent het behoud
en de bewaring van gedenkteekenen van geschie
denis èn kunst, waarbij andermaal de colleges
van burg. en weth. erop worden gewezen dat aan
de stipte naleving der te dezer zake gegeven voor
schriften de hand moet worden gehouden; voorts,
dat de minister voortaan ook van de gemeente
besturen bericht tegemoet ziet zoodra zij weten,
dat een gebouw dat geschiedkundige of kunst
waarde heeft, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk is
of zal worden besteigerd, opdat van de gelegen
heid om zoodanig monument op te meten en in
teekening te brengen eventueel gebruik worde
gemaakt.
Volgens berichten in verschillende bladen strekt
het spoedig bij de Tweede kamer in te dienen
wetsontwerp betreffende de Indische pakketvaart
om machtiging te vragen tot het aangaan van
eene onderhandsche overeenkomst met twee ver
tegenwoordigers van de Rotterdamsche Lloyd en
de Maatschappij Nederland.
Morgen Vrijdag, vergadert de Vlissingsche
gemeenteraad ter behandeling van bezwaarschrif
ten tegen de kiezerslijsten, van Jeen voorstel tot
machtiging van burgemeester en wethouders tot
sluiting eener overeenkomst met het rijk, betrek
kelijk de overdracht aan de gemeente van
rijksgronden bij de badplaats, in erfpacht uit
gegeven, en tot beschikking over den post van
onvoorziene uitgaven ter betaling van gratificatie
aan de commiezen.
Verder komen ter tafel verzoeken om eervol
ontslag van den heer A. D. Brinkerink als lid
der commissie van toezicht op het lager onderwjjs
en van mej. D. M. van Hennekeler als onderwijzeres
aan school F.
Gisteravond hield zoo schrijft men ons uit
Goes de anti-revolutionnaire kiesvereeniging in
de christelijke school alhier eene druk bezochte,
zeer geanimeerde vergadering. De vereeniging,
die vroeger het geheele district bewerkte, is thans,
nu er ook vereenigingen op andere plaatsen zijn
opgericht welke zich tot éen bond zullen vereeni
gen, tot eene afdeeling hervormd.
Het ledental, uitsluitend in Goes, bedraagt
nu reeds 85 en belooft veel grooter te zullen
worden. Het minimum der contributie werd be
paald op 25 cent.
Tot bestuursleden werden bij eerste stemming
gekozen de heeren: jhr mr J. J. Pompe van
Meerdervoort, B. Quiat, M. de Jonge Jz., J. Donner
en J. C. Wirtz Cz en bij herstemming de heeren
E. v. d. Bosch en J. Zoeter. Het bestuur bestaat
thans uit zeven leden.
Het »programma van actie" werd daarna be
sproken, en droeg over het geheel de goedkeuring
der vergadering weg.
De overige punten werden, wegens het verge
vorderde uur, tot eene volgende vergadering
verdaagd.