N°. 23.1 131e Jaargang. 1888. Vrijdag 27 Januari. Middelburg 26 Januari. Onderwijs. Gemeenteraad van Middelburg. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7regelsƒ1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. MDDELBURGSCHE COURANT. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieüwenhuijzen, en te Terneuzen: L. van Wijck. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangeno'men; en nemen ook bet algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Botterdam, en de firma B. vandek Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor bet Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. De beer dr A. W. Bronsveld schrijft in de Wageninger een eerste artikel onder den titel van »Noch ««liberaal"", noch. «anti-revolution nair"". Daarin wordt o. a., zooals bij zegt: «eerlijks- bal ve", de volgende opmerking gemaakt: «Daar de liberalen in de laatst verloopen jaren bet bewind zijdelings of rechtstreeks in banden hebben gehad, wordt bun nu ook al bet kwaad, al bet verkeerde geweten, dat thans in maat schappij en staat wordt aangetroffen. «Hierin is niet weinig onbillijks. Het ziet er in Turkije en Rusland ook niet rooskleurig uit, en toch zal niemand met bet oog op die landen kunnen zeggen: ziedaar nu de vruchten van bet liberalisme «Er doen zich telkens verschijnselen voor, ge durig treden omstandigheden in, welke door geen mensch zijn voorzien, en door de uitnemendste regeering niet kunnen afgewend worden. Onze landbouwers hebben, terwijl liberale mini steries aan bet roer van den staat zaten, jaren gehad van over vloed, om niet te zeggen van over daad Sinds is die vloed vervangen' door ebbe. Niet alleen in ons land, maar nagenoeg in alle landbouwende gewesten doorleeft de boermoeie- lijke tijden. Maar, laat men dat nu tocb niet aan de liberalen wijten! De liberale boeren in Friesland, Groningen en N. Holland lijden er evenzeer onder als onze orthodoxe boeren op de Veluwe en in den Achterhoek. Meent men, dat de Amerikanen bun overstelpenden aanvoer van graan zonden hebben gestaakt, indien bier een anti-revolutionnair ministerie was opgetreden Maar, wie dat beweerde zou blijken geven van te lijden aan verstandsverbijstering, of van een partijdigheid zonder wedergade. Dat handel en nijverheid, althans menige tak ervan, kwijnen is een feitmen klaagt er over van Noord tot Zuid, van Oost tot West. Maar mag men zeggenziedaar nu de uitwerkselen van de liberale beginselen! Zou een anti-liberaal ministerie de overproductie hebben belemmerd? Zouden anti-revolutionnaire ministers meer sche pen bevracht, de prijzen der vrachten verhoogd, de vraag naar arbeid vermenigvuldigd hebben? Het is te dwaas, om zulk een stelling een oogen- blik te willen verdedigen. De zedelijke en maatschappelijke toestand onzer groote steden is ontzettend, en schreit ten hemel. Hoe velen leven er in de jammerlijkste armoede en onreinheid, zonder werk, zonder toezicht, zon der tucht. Maar kunnen nu de liberalen het ge beteren, dat de bevolking onzer groote steden met zulk een reuzenvaart zich vermenigvuldigt, en dat er niet altijd brood is voor de honderden, die daar samenvloeien, en zich opeenhoopen Wat men den liberalen ten laste moge kunnen leggentoch wel niet dit, dat het hun aan ijver ontbrak, om onze groote steden van beter drink water, meer lucht, geschikter woningen te voor zien. Hun ijver voor den openbaren gezondheids toestand is zelfs door menigeen te groot en te vurig geheeten. Een anti-revolutionnair ministerie zou onze steden ook niet herscheppen kunnen in paradijzen, en geen disch toebereiden eiken middag voor een iegelijk, die daar omzwerft zonder Werk en zonder brood. Daar zijn, zooals wij zeiden, omstandig heden, waar wij menschen, tamelijk wel machteloos tegenoverstaan. Ook moeten wij niet het verkeerde, dat enkelen doen of zeggen, op de rekening boeken van de geheele partij. Daar zijn liberalen en liberalen! Welnu, als wij dat in aanmerking nemen, dan moeten wjj ophouden met aan de liberalen allerlei kwaads te verwijten, dat zij niet hebben gewild, en dat ook geen anti-revolutionnaire regeering zou hebben kunnen afwenden. Inzonderheid moet ieder, die den naam van Christen draagt, zich onthouden van alle onwaarheid en lastering. Dat onze Tweede kamer in den laatsten tijd op wetgevend gebied weinig groots tot stand bracht, is waar. Zij stond op het doode punt. De twee helften, waarin zij was verdeeld, waren nagenoeg even talrijk, en verhinderden van weers zijden het aannemen van ingrijpende wetten, het volvoeren van doortastende hervormingen. Maar zou eeu niet-liberale regeering niet voor dezelfde moeielijkheid gestaan hebben, en met dezelfde machteloosheid zjjn geslagen geweest? Daar was toch zeker wel een reden voor, waarom de anti-revolutionnaire partij de haar aangeboden ministerieele portefeuilles niet aannam. Laat ons dus deze posten afvoeren van het zondenregister der liberale partij." Ds heer Hdldt, lid tier Tweecüé kamer en redac teur vau de Werkmansbodezegt in dat blad, in zijn algemeen wekelijksch overzicht naar aanlei ding van het gebeurde in Burgerpligt te Amster dam het volgende tot de werklieden: »In 't algemeen dit tot de onzen, waarvan toch ook een zeker getal met het uitoefenen van kies recht vereerd zal zijn geworden. De grondwets herziening bracht ons het gewenschte niet, schik ken we ons in de teleurstelling. De nieuwe kiezers, die al te toeschietelijk zijn in het gehoor geven aan de lokstem der partijhoofden, die ook nu enkel het negatieve beoogen, d. i. die niet trachten op te bouwen, maar wel te verdeelen, te ondermijnen, teneinde onnatuurlijk te heerschen, deze kiezers zullen bedrogen uitkomen. Er is thans slechts éen gezonde politiek te volgennamelijk een vrijzinnig program te verwezenlijken binnen de grenzen der thans vastgestelde grondwet. Vervalt de kamer van honderd in vroegere fouten en zet zij den kampstrijd tusschen partij en partij voort, dan blijft de eigenlijke arbeid rusten en zullen de onzen zelfs dat goede niet eens verkrijgen, 't welk bij een eerlijken strijd ons wel ten deel zal vallen. «Geven wij nu scberp acht wie als zoodanig onze vrienden zijn en waar wjj de zelfzuchtige of heerschzuchtige wezen» hebben te zoeken, die wel eens vuurwerk afsteken, maar waaraan ons niets gelegen is, indien 't geschiedde om anderen een rad voor de oogen te draaien. Uitgekeken dus Aan de Wageninger wordt uit Middelburg ge meld, dat aldaar sterk gedacht wordt, om er baron A. Schimmelpenninck van Nijenbeek can- didaat voor de Tweede kamer te stellen. De beer Lohman zou voor Goes zijn bestemd. De sergeant-scherpschutter Dobbelaere vau het 5e bat. 3e reg. inf. te Bergen op Zoom is bevor derd tot sergeant-majoor te Vlissingen. De 530 miliciens der lichting van 1887 bij het 3e reg. inf., die na ultimo April onder de wapenen moeten blijven, zullen op 12 September a. s. in het genot van onbepaald verlof worden gesteld. In een te Utrecht gehouden vergadering is op gericht een Nederlandsche Protectionistische Land- boww-vereeniging. Tot lid van het voorloopig comité, waaraan het ontwerpen van statuten is opgedragen, is o. a, benoemd de heer Hombach uit Hulst. Benoemd tot kantonrechter te Zutphen jhrmr D. W. Andringa de Kempenaer, thans griffier bij het kantongerecht aldaar. Aan L. Linssen is op verzoek eervol ontslag verleend als notaris te Roermond, en benoemd tot notaris aldaar J. L. H. Linssen, thans notaris te Venlo, en ter standplaats de gemeente Venray, M. F. H. Linssen, candidaat-notaris te Roermond. Door de arrondissements-rechthank te Leeuw arden is, ter vervulling van de opengevallen betrekking van griffier van dat college, opgemaakt de navolgende alpbabetiscbe lijst van aanbeve ling: mr A. Hoeth, recbter in gemelde rechtbank; mr S. A. Hulst, griffier der arrondissements-recbt- bank te Heerenveen; en mr H. M. de Wendt, substituut-officier bij de eerstgemelde rechtbank. De sedert 4 Nov. te Amsterdam opgerichte kiesvereeniging Nationaal Belang heeft ten doel om uit alle partijen eene Vèreeniging te vormen, welke, met volstrekte eerbiediging van ieders godsdienstige gezindheid, beoogt de belangstelling van de natie op te wekken voor al hetgeen den bloei van land en gemeente kan bevorderen, overtuigd, dat geloofsverschil de samenwerking tot het algemeen belang niet behoeft in den weg te staan, om door gepaste bespreking te geraken tot eene geleidelijke oplossing van de vragen van den nieuweren tijd. Hare eerste openbare vergadering zal 1 Februari gehouden worden. Onder meer zal op die ver gadering de vraag behandeld worden: «In hoe verre is het vrij-handelstelsel Nederland dienstig?" Inleider ervan is de heer mr. B. M. Bahlmann, lid van de Tweede kamer. Op zekeren dag des vorigen jaars werd in de gemeente X. iemand, die geen sterveling ter we reld iets verschuldigd was, hoogst onaangenaam verrast door de inbeslagneming van al zijne have en goed. Volgens den deurwaarder, die met deze taak was belast, had de vorige bewoner van het thans door hem betrokken pand een jaar of zes geleden een klein sommetje belasting niet betaald, en nu nam men daarvoor zijne goede ren in beslag. salvias -"tin oenen advocaat ;.U degat'jburige stad het bovenstaande viel voor in een zeer kléin plaatsje schreef deze patient een be zwaarschrift aan den commissaris des konings, bracht dit bij den gemeente-ontvanger met ver zoek, om het aan dien commissaris op te zenden en verkreeg van hem een bewijs van ontvangst van dat geschrift. Reeds den volgenden dag ontving de man nogmaals een bezoek van den deurwaarder, die hem per exploot aanzeide, dat de gemeente-ontvanger het hem ter hand gestelde bezwaarschrift niet aan den commissaris opzond, maar het «naast zich neerlegde"' De wet van 22 Mei 1845 bepaalt, dat, ingeval bij eene inbeslagneming van roerende goederen, derden op de daarin begrepen voorwerpen geheel of gedeeltelijk recht meenen te hebben, zij hunne bezwaarschriften te dier zake door tusschenkomst van den ontvanger en tegen een door dezen af te geven bewijs kunnen indienen bij den gouver neur der provincie en dat, zoo het bezwaarschrift wordt afgewezen, degene, die tegen het beslag opkomt, de zaak voor den gewonen rechter kan brengen, mits de dagvaarding doende binnen 3 dagen na de beteekening. De ontvanger maakte zich hier dus in elk ge val schuldig aau plichtverzuim, doch wat te den ken van eene dergelijke wetsbepaling?" (Arnh. Ct,) In Januari 1887 bedroeg te Yzendijke het schoolverzuim wegens arbeid slechts 2/3 pCt., in Februari steeg dit tot ruim 4 pCt., in Maart was het reeds 11 pCt. en in Augustus klom het tot ciffea <50 pCt., en daarna daalde het weer, hoewel het in November nog 25 pCt. en in December nog 5 pCt. bedroeg. Het gemiddeld verzuim be droeg ruim 21 pCt. alleen wegens veld- en huis arbeid. Vergadering van gisteren, Woensdag, middag één nur. Ter aanvulling vau ons verslag, dat wij gisteren, wegens plaatsgebrek en in verband met het uur, waarop ons blad ter perse moest, niet in zijn geheel konden opnemen, diene nog het volgende: Het voorstel van burg. en weth. tot afwijzende beschikking op het verzoek van G. W. F. Epkema om alsnog op de kiezerslijsten te worden gebracht, grondde zich erop dat die reclamant, luitenant der infanterie, in den loop van dit jaar gedu rende drie maanden gedetacheerd is geweest te Terneuzen en dus volgens het gevoelen van burg. en weth. niet gedurende den bij de wet bepaalden tijd in deze gemeente woonplaats gehad heeft. De heer Schorer en ook de meerderheid van den raad, die het voorstel van dat lid aannam, was zooals gisteren door ons gemeld werd van een ander gevoelen. Met het denkbeeld van burg. en weth. stemden in de heeren W. J. Sprenger, De Stoppelaar, J. A. van Hoek, Van Berlekom, Jeras, Ermerins en A. P. Snouck Hurgronje. Tegen het tweede ge deelte van het voorstel-Schorer, het alsnog bevelen van schatting verklaarde zich alleen de heer W. J. Sprenger. De voorzitter verklaarde, nadat deze beslissing wiiB' gevallen, niet te weten hoe aan dit besluit uitvoering te moeten geven, aangezien de wet in dit geval niet voorziet. Welke schatters moeten de schatting verrichten is de eerste vraag die rijst, terwijl in de tweede plaats volgt de vraagvoor wiens rekening moet de schatting plaatshebhen. De heer Schorer was van meening dat de schat ters, die de eerste schatting der perceelsgedeelten hadden verricht, ook met deze schatting dienen belast te worden. Nog werd medegedeeld dat bezwaarschriften tegen de kiezerslijst waren ingekomen van Peeters, Van Vlaanderen, Jacobson, W. de Rijke, H. P. de Kanter, E. Kalt, P. C. van Dijk, H. E. van Hamberg, J. Worrell, W. J. Schutz en B. E. Fer- dinandus, die allen verzoeken alsnog op de kie zerslijsten te worden gebracht; Hieromtrent zullen later voorstellen aan den raad worden gedaan. Nog werden medegedeeld berichten van arm besturen enz., houdende opgaaf van personen die bedeeld worden en dus van de kiezerslijsten moeten worden afgevoerd. Het zijnS. C. Knuijt, C. Kooman, J. B. Akkerman, A. den Exter, M. Harthoorn, P. J. Goeman, W. G. Verbeek en D. de Leeuw. Op voorstel van den voorzitter werd goedge vonden de benoeming van een secretaris-penning meester van ,den Ycerschen ^ijweg a pi te houden,, wijl burg. en weth. het wenschelijk achten de bestaande overeenkomst nog eens te raadplegen. De heer Tak, zich hiermede vereenigende, deelde mede dat hij had willen vragen of er, wat de benoeming van dezen titularis en wat de wijze van benoeming betreft, eenig voorschrift bestaat. Tevens wensebte dat lid ook te vernemen wat de reden is dat de begrooting en de rekening van den Vlissingschen rijweg steeds door de raden van Vlissingen en Middelburg worden goedgekeurd en dit met de rekening van den Veerschen rijweg niet gebeurt. De voorzitter zegde een onderzoek toe. Daarna was aan de orde de benoeming van een assistent-leeraar en een plaatsvervangend assistent- leeraar in het teekenen aan de burgeravondschool. Burg. en weth. bevalen daarvoor aanA. J. P. de Beste, onderwijzer te Middelburg, (in het bezit van eene acte teekenen lager onderwijs)A. Lan- gejan, onderwijzer te Middelburg, (in het bezit van eene acte teekenen lager onderwijs), enA. J. de Groot, bouwkundige te Vlissingen. (Meer personen hebben aan de in de courant geplaatste oproeping geen gevolg gegeven) De uitslag der stemming is, dat de heer De Beste tot assistent-leeraar werd benoemd met 9 stemmen, terwijl op den heer Langejan zich 8 stemmen vereenigdenLaatstgenoemde heer werd met 16 stemmen, een briefje was blanco, tot plaatsvervangend assistent-leeraar benoemd. Zooals wij gisteren nog meldden werd tot lid der commissie voor de strafverordeningen benoemd de heer mr E. P. Schorer en tot lid der commissie voor het oud-archief de heer mr W. H. Snouck Hurgronje. Hierna deed de heer W. J. Sprenger namens de commissie voor de gasfabriek nog mededee- ling dat de in de vorige vergadering ter zake de gasverlichting gemaakte opmerkingen in over weging worden genomen en dat aan de geop perde bezwaren zooveel mogelijk zal worden, tegemoet gekomen. De heer Jeras, wien op zijn verzoek thans het woord werd verleend, zeide dat het bij den voorlaatsten brand in deze gemeente is voorge komen dat enkele beambten der brandspuiten niet geweten hebben dat er brand was, wjjl zjj bet alarm niet hebben gehoord. Bjj den laatsten brand is het spreker gebleken dat ook toen niet iedereen hekend is geweest met den gewoed hebbenden brand. Bij spreker aan huis, hij woont in de Korte Delft, is zelfs daar niets van vernomen. In de raadsvergadering van den 24 Mei 1882, waarin de wijziging der verordening voor de brandweer aan de orde was, is de wijze waarop brand-alarm gemaakt wordt door den heerNagt- glas ter sprake gebracht en heeft dat raadslid de vraag gedaan, of het niet heter ware de ingezetenen op eene andere wijs kennis te geven, bijv. door de klok te luiden of, zoodanig als burg. en weth. wenschelijk zullen oordeelen. Daarop is door den toenmaligen voorzitter geantwoord dat dit denkbeeld meermalen en ook nog in de laatste vergadering der commissie be sproken is, doch dat de gevoelens daaromtrent zeer uiteen loopen; sommigen zijn er zeer voor, anderen er zeer tegen, en allen hebben uitstekende gronden voor het door hen voorgestane stelsel. De voor zitter gaf de toezegging dat het denkbeeld in ernstige overweging zal worden genomen. Die overweging, merkte de heer Jeras op, heeft nu geduurd van 24 Mei 1882 tot 1888; daarom, gaf hij burg. eu weth. in overweging in overleg met het bestuur over de brandweer deze zaak te hespreken en aan het resultaat dier besprekingen aan den raad rapport te doen. De voorzitter antwoordde hierop dat het ook hem ter oore gekomen is, dat er personen zjjn geweest, die van den brand op de Heerengracht niets vernomen hebben. Het is hem echter niet bekend, of de personen, die het moesten weten, daarmede onbekend zijn gebleven. De voorzitter voegde hieraan toe dat het idee thans echter in bespreking is. De heer Tak zeide met eenige verwondering deze klacht te vernemen. Geheel Middelburg was om zoo te zeggen bjj den brand en geen der beambten van de brandweer was afwezig, ter wijl het aantal bedienden die ontbraken zeer gering was. Dat het bij sommige menschen niet bekend was, dat er brand woedde, was spreker en waarschijnlijk ook den burgemeester aangenaam, wjjl velen bij diergeljjke gelegenheid in den weg

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1