F E U l L L E T O N. DORIS SENGEBERG. Van PAUL HEYSE. Rechtszaken. Weerkundige Waarnemingen. Vicieus in beginselboe kunnen water en vuur zich verdragen? En de Calvinisten staan eigenljjk tegenover de Roomschen als water en vuur. Oor deelt slechts over deze kleine bijdragen uit den laatsten tijd. De voorzitter der Centrale Roomsck-katholieke kiesvereeniging te Middelburg schrijft ongeveer de volgende noch vleiende, noch waardeerende woor den over hetgeen bij de anti-revolutionnaire staat kundige partjj het hoogst in eere is: «altijd aan sollen zij met dat vod papier dat zjj een program noemen." De Zeeuw, het antirevolutionnaire orgaan in deze provincie, schrijft naar aanleiding van het Leo-feest over den lofzang aan den Paus: «Jubelzangen, waarbij het heiligschennende Gij zijt Petrus"" niet ontbrak, klonken den jubilaris tegen uit duizende kelen Er was veel belangstelling. Een iegenlijk denke er het zijne van." En hoe zullen de ultra-Calvinisten, de doleeren - den en de Christelijk gereformeerden zich te moede gevoeld hebben, toen zij het verslag lazen dat het Zeeuwsch Dagblad gaf van de rede van den pastoor Brouwers? Volgens dat Z. D. zeide de heer Brouwers o. a. het volgende: «Het Katholieke leven steeds krachtiger wor dende, zag men het omgekeerde bij het Protestan tisme. De synode onmachtig om uit de Protes- tantsche kerk te bannen de loochening van de Godheid van Christus".. «Evenals in vroegeran tijd de bloem van het Protestantisme Katholisch is geworden, evenzoo zal het in het vervolg der eeuwen zijn". Spreker citeert dit woordelijk, of het verslag in dit opzicht juist is, kan hij niet beoordeelen. Doch tegenspraak volgde tot dusver niet. Ieder uwer zeide spreker kan deze voor beelden van de wijze, waarop de calvinisten en de roomsch katholieken elkander beoordeelen, uit eigen geheugen aanvullen. Doch spreker vraagt zich afzal de lijdzaamheid, de volgzaamheid, de blindheid zoover gaan dat de strenge calvi nisten door hunne leiders zich voor een zoodanig verbond op sleeptouw zullen laten nemen Hoe het ook zij, ging de heer Fokker voort ons voegt thans een krachtige houding tijdens de verkiezingen, krachtig in het parlement. Ko men wij in de meerderheid, dan moeten de kiezers er staat op kunnen maken dat de gekozenen in de aangegeven richting werkzaam zullen zijn. Heeft de Liberale Unie uitspraak gedaan over eenkomstig het advies van het bestuur, dan zullen de kiesvereenigingen, die zich bij dat advies heb ben aangesloten, bij de keuze harer candidaten te rade hebben te gaan met de vraag of instem ming met dat programma van actie wordt betuigd Op de vraag: wat willen de liberalen? is dan het antwoord gegeven. Mogen zoo eindigde de heer Fokker, uwe besprekingen op dezen avond tot dat resultaat een steentje bijdragen. Hierop werd de bespreking van het advies aan de orde gesteld. De heer Wibaut wees op de zinsnede in de circulaire: »zal het verbod van kinderarbeid vol komen doeltrefFen, zoo moet het samengaan met leerplicht. Daarvoor de baan te effenen en tot invoering daarvan te geraken, zij het ernstig streven der liberale partij." Naar de meening van dien spreker zou invoering van leerplicht moeten voorafgegaan worden door wijziging van artikel 192 der nieuwe grondwet. Onder het vele goede dat de grondwet heeft ge bracht is geen wijziging van dat artikel, daarom zou spreker meenen dat het streven naar en het bereiken van leerplicht verre van den schoolstrijd op te lossen, dien nog erger maken zou dan nu. Gaarne zou hij daaromtrent eenige inlichtingen ontvangen. De heer Fokker antwoordde hierop die inlich ting wel persoonlijk doch niet namens het bestuur te kunnen geven. Zijns inziens dan is het vooral bij de tweede behandeling van de grondwetsher ziening gebleken dat er een zekere klaarheid komt omtrent de vraag of art. 192 al dan niet- ruimte laat aan den wetgever om aan hetgeen van kerkelijke zjjde is gevraagd ook te gemoet te Uit het Duitsch. «Ik dank u dat gij toch nog zelf gekomen zjjt",zeiDorls, toen Ulrich uitgesproken had. «Maar bjj dien orkaan kunt gij onmogelijk weer naar de stad terugkeeren. Als het weer niet bedaart, moet gij u hier maar op een kermisbed behelpen." «Wat zou mijn hospita er wel van zeggen, als ik van nacht niet thuis kwamEn wat zou men van u zeggen, indien gij de gastvrijheid zoo ver uitstrektet Zjj zag hem kalm aan. «Gij weet dat ik er mij niet om bekommer wat men van mij zegt, maar altijd doe ik wat ik denk dat ik doen moet." Dit zeggende stond zij op en ging naar de keuken, doch keerde weldra terug met een blad, waarop een trekpot en twee kopjes stonden. Ulrich had intusschen zijn stoel naast dien van Wolf geschoven en was begonnen achter op de plaat een groot slot met allerlei torentjes en uitbouwsels te teekenen, waarbjj de zwarte oogen van den knaap onafgebroken op zjjn potlood rustten. Hij ging voort met teekenen, terwijl zjj thee zette, en stoffeerde het landschap met een menigte poppetjes, rijtuigen en ruiters, die over de ophaalbrug trokken, een torenwachter, die op komen, met behoud van het bestaande artikel. Het is dan ook niet de bedoeling geweest van het bestuur der Liberale Unie om te trachten tegen het einde van het vierjarig tijdvak de grondwet met betrekking tot art. 192 te herzien. De liberale partij wenscht vrij algemeen leer plicht, waaraan de behoefte vooral kenbaar geworden is na het verslag der enquête-commissie. Wil men voor de jeugd op betere wijze zorgen dan tot dusver, dan dient men tot invoering van den leerplicht over te gaan. Men zegt de invoering van leerplicht is onder de bestaande omstandigheden zeer moeilijk. Maar de vraag rijst: zal niet juist leerplicht het middel worden om de beide partijen bij elkaar te brengen Veel is reeds gewonnen als van liberale zijde een stap werd gedaan en dertegenpartjj gezegd: indien gij met ons meewerken wilt, kan ook aan uw verlangen tegemoet gekomen worden binnen de grenzen van het bestaande artikel 192. Tusschen het effenen van de baan en dadelijke invoering is nog eene groote ruimtevan weers zijden zal men moeten geven en nemen. De heer Wibaut verklaarde zich met deze interpretatie volkomen te kunnen vereenigen. De heer Van der Pauwert stelde den voorzitter daarop de categorische vraagGeeft hetgeen door u gezegd is weer den geest der ontwerpers van het programma. De heer Fokker verklaarde hierop niet pertinent te kunnen antwoorden. Uit het stuk zelf blijkt z. i. min of meer dat op dit oogenblik invoering van leerplicht niet mogelijk is, maar toch dat het wenschelijk is dat het er toe kome. Met zorg zijn de woorden in de circulaire gekozen. De heer Kielstra vroeg met welke bedoeling het programma door de vergadering wordt be sproken en wat het resultaat dier bespreking wezen zal, waarop de heer Fokker antwoordde dat dit advies is eene voorbereiding voor de alge- meene vergadering der Liberale Unie en dat het bestuur door de rondzending der circulaire wenschte een votum te krijgen in den een of anderen geest. De uitspraak der kiesvereeniging moet een leid draad zijn voor de afgevaardigden, die te Amster dam zullen hebben uit te maken, wat het streven der liberale partij zijn zal. De heer Kielstra verklaarde daarop dat het z. i. jammer is dat men den leerplicht verbonden heeft aan de sociale wetgeving, dat men leerplicht ver bonden heeft aan beperking van den kinderarbeid. Men had elke zaak afzonderlijk moeten noemen. Door leerplicht komen wij weder te midden van den schoolstrijd en zal opnieuw, meer nog dan vroeger het land in rep en roer worden gebracht. De heer Yan Dunné was van oordeel dat de circulaire uit een algemeen oogpunt moet be schouwd worden. Ware dit niet het geval dan zou ook hij daartegen bedenkingen opperen. Bijv. met betrekking tot den wekelijkschen rustdag die iederen arbeider moet worden gegund. Er kennende dat hij den arbeider van harte een dag rust in de week gunt, zou hij het een groote dwaasheid vinden, indien men de vrijheid zoover beperkte dat een dag in de week werd vastgesteld, waarop alle werk zou zijn verboden. Ook met het oog op hetgeen over het belasting wezen in de circulaire wordt gezegd zou deze spreker bezwaren kunnen in het midden brengen. In de circulaire wordt gesproken van een privi lege dat tot dusver voor de inkomsten uit roerend vermogen wordt genoten, doch dit is niet geheel en al juist. De personeele-, de patent- en de successiebelasting toch treffen wel degelijk het roerend vermogen. De invoering eener progressieve inkomstenbe lasting is zeker een goed idee, maar dan moet de koe bij de horens gevat en doorgetast worden. Afschaffing der accijnzen op de eerste levens behoeften is noodig, maar, wanneer bij eene in komstenbelasting behouden worden eene regi stratie-, eene grond- en eene patentbelasting dan gelooft spreker dat de invoering eener algemeene progressieve inkomstenbelasting onrechtvaardig drukken zou. Wil men den toestand zuiver maken dan diende flinkweg alle andere belastingen af geschaft te worden. Het programma van het bestuur der Liberale de tinne van den toren stond te blazen en ein delijk een jachtstoet, die het slotplein opreed, met het geschoten wild en een koppel honden. Hij bezat een groot talent om met een paar streepen een figuur te schetsen, zoodat de kleine hem met open oogen en mond aanstaarde. Toen Doris haar plicht als gastvrouw volbracht had, keek zij er ook naar en lachte werkelijk over de grappen, welke hij onder het teekenen maakte. Niemand lette meer op het geraas daar buiten. Eerst toen Josepha binnen kwam met een paar schaaltjes met brood, boter en koud vleesch, stoorde de juffrouw den onvermoeiden kunstenaar door hem te verzoeken zijn thee niet koud te laten worden. Wolf had het papier bemachtigd en liet het niet los, terwijl hij met een hand beurtelings zijn boterham en een rooden appel aan zijn mond bracht. «Gij hebt hem groot genoegen gedaan", zei Doris. «Hij is maar niet gewoon om zich te uiten." De staande klok in den hoek sloeg zeven uur. «Wolf, ga nu naar bed", zei tante Doris. Onmiddellijk klom hij van zijn stoel, het blad nog altijd stevig vasthoudende, ging naar Doris, wien hij als een gz-oot mensch de hand gaf en goeden nacht zei, en bleef toen besluiteloos voor den vreemdeling staan. Deze nam den knaap op zijn schoot, zag hem een oogenblik in de oogen en kuste hem op het Unie echter beschouwende als een breeden grond slag, kan ieder liberaal er zich gerust bij neerleggen. De heer Wibaut merkte, naar aanleiding van het door den heer Kielstra gesprokene nog op, dat zijn bezwaar niet was de samenvoeging van kinderarbeid en leerplicht. Deze had zijn bedoe ling niet begrepen. De heer Fokker wees er den heer Kielstra nog op dat eene uitgebreide beperking van den kinder arbeid alleen doel treffen kan, wanneer zij samen gaat met leerplicht. Verder verklaarde de voorzitter zich te kunnen vereenigen met hetgeen door den heer Van Dunné is gezegd met betrekking tot den rustdag. Wat echter het door dien spreker omtrent de inkomsten belasting gezegde aangaat, zou de heer Fokker er tegen opzien eene inkomstenbelasting als impot unique te stellen. Naast de inkomstenbelasting kunnen z. i. nog tal van andere heffingen blijven bestaan. Enkele belastingen, die te eenzijdig druk ken, zouden echter moeten verminderd of beperkt worden. De heer Bolle geloofde ook dat de circulaire van de Liberale Unie in algemeenen zin dient te worden opgevat, doch merkte op dat, al heeft de commissie zich tot algemeenheden bepaalt, zij niet te goeder trouw is met betrekking tot leerplicht. Hij zag daarin slechts een poging om de radicalen van de anti-revolutionnairen af te houden, want hij geloofde niet dat de liberale partij het in vier jaren zoover brengen zal. Deze spreker wees er ook op dat bij invoering van leerplicht ook de vaccine-dwang zou moeten vervallen, wijl anders de strijd daarover veel heftiger ontbranden zou dan tot nu toe het geval is geweest. Verder besprak de heer Bolle nog de verhouding van het moederland tegenover de koloniën; wijzende op het groote belang dat de bezittingen voor Nederland hebben, achtte hij het eene groote fout dat in het programma daarover met geen enkel woord is gesproken. Hij had liever het punt actieve koloniale politiek aangeroerd gezien dan leerplicht. De heer Fokker stelde alsnu voor de discussie te eindigen door te stemmen over de motie «De vergadering, gehoord de debatten, zich vereenigende met de denkbeelden nedergelegd in het advies van het bestuur der Liberale Unie van 19 December 1887, gaat over tot de orde van den dag." De heer Kuiler, die daarop het woord vroeg, zeide dat velen uit zijn stand met het in de circulaire vervatte advies kunnen medegaan. De liberale partij telt vele geavanceerden onder hare leden, maar ook een groot aantal gematigden; en ook onder dezen vindt de circulaire veel sympathie. Spreker verklaarde zich overtuigd te houden dat de liberale partij in vier jaren niet verkrijgen kan al wat zij wenscht en daarom, zoo voor zich zelf als voor vele met hem eensdenkenden, het advies te willen steunen. De heer Meeuse vroeg nog eene inlichting om trent den kinderarbeid met betrekking tot den veldarbeid ten plattelande. De heer Morren gaf in overweging, naar aan leiding van de gemaakte opmerkingen, in de motie te voegen de woorden »in hoofdzaak." De voorzitter verklaarde namens het bestuur deze bijvoeging over te nemen en beantwoordde daarop nog kortelijk de laatste sprekers. Wat betreft de koloniale kwestie merkte hij op dat in vier jaren op dit terrein niets te bereiken is. Als men nagaat dat der kamer, behalve de gewone werkzaamheden, wachten de wijziging der ge meente-, provinciale- en kieswet en regeling van de administratieve rechtsspraak, dan zal men dit wel toegeven. Eerst in het volgende tijdperk van vier jaren kan het koloniaal onderwerp ter hand worden genomen. Met betrekking tot den arbeid van kinderen ten plattenlande wees de voorzitter op het ont werp van wet dat te dezer zake is ingediend, doch niet behandeld. Daarin werden maatregelen getroffen, opdat bij drukke tijden voor den land bouw, bijv. met het oogsten, het verbod voor weken of maanden kon worden opgeheven. De heer Doorenbos verklaarde nog dat hij er hoogen voorhoofd. Er kwam een donkere blos op het ernstige kindergelaat, terwijl hjj snel van Ulrich's schoot gleed en naar de deur liep, alsof hem iets akeligs overkomen was. Ulrich stond op en was aan een zeldzame ge jaagdheid ten prooi. Eerst begaf hij zich naar het venster, waartegen nog de zware regendrup pels sloegen, toen naar de muurklok en bleef een poos de wijzerplaat beschouwen, als las hij er een geheimschrift op; vervolgens nam hij een geslepen glas van het hoekkastje, bekeek het tegen het licht en zette het voorzichtig weer neer. Daarop begon hij: «Juffrouw Doris, wilt gij mij een vraag beantwoorden «Welke antwoordde zij zonder op te zien. Zij had haar naaiwerk weer opgenomen, zoodat hij slechts haar profiel zag. «Gij bemint de menschen niet, juffrouw Dorishet is niet aan mjj om u daarover te be rispen maar hoe komt het dat gij ook den knaap niet bemint, die toch Hij zweeg en keerde zich af. Een oogenblik was het zoo stil in het vertrek, dat men slechts het tikken der klok en het huilen van den wind in den schoorsteen hoorde. Eindelijk sprak zij met een van ontroering trillende stem «Hoe weet gij dat ik het kind niet bemin «Heb ik u verkeerd beoordeeld, juffrouw Doris «Neenen toch ja. Het is waar, ik houd niet van den knaapmaar gij zeidet het als een prijs op stellen zou dat de motie zooals, die is geamendeerd, werd aangenomen. Hij zou als afgevaardigde bezwaar hebben tegen een mandat imperatif, maar kan zich met de motie vereeni gen, omdat die de hoofdpunten preciseert zonder de vrijheid van den afg >,vaaa digde te veel te be lemmeren. De motie werd hierop met algemeene stemmen aangenomen. Nog deelde de voorzitter ifiêe dat Vrijdag den 3 Februari eene openbare bijeenkomst van de kiesvereeniging zal plaat! hebben, waarin de heer D. Wicherlink van Zw olie als spreker zal optreden en dat in Februari en Maart nog twee andere heeren in openbare vergaderingen van Eendracht maakt macht het woord zullen voeren. Daarna sloot hij de bij senk omst. Arrondissements-Rechthank te Middelburg. Heden (Vrijdag) zijn veroordeeld: C. d. M., 24 j., visscher Woensdrecht, wegens mishandeling, tot 7 d. gev. J. N., 11 j., arbeider 's Heer Arendskerke, we gens als voren, tot 10 d. gev. A. B., 46 j., metselaar Middelburg, wegens mishandeling, tot 8 b. subs. 6 d. h. J. L., 23 j., arbeider Oostburg, wegens als voren, tot 8 b. subs. 6 d. h. J. F. C., 11 j., Goes, wegens als voren, tot 10 d. gev. L. C., 13 j., zonder beroep Goes, wegens b e- leediging van een ambtenaar, tot 6 b. of 6 d. h. Ontslagen van rechtsvervolging werd L. M., 36 j., schipper op de Maria Philippine, gedomici- leerd te Zierikzee, beklaagd van diefstal. Kantongerecht te Goes, In de zitting van heden, Vrijdag, zijn de na volgende personen veroordeeld J. T. Goes, wegens openbari dronkenschap tot 3 d. h.A. B. Kruiningen, wegens als voren tot 10 b. s. 3 d. h.M. P., F. de R. Kruiningen, wegens het zonder vergunning loopen over eens anders beplanten grond, ieder tot 1 b. s. 1 d. h.K. S. Hansweert, wegens het jagen zonder jachtakte en 2 maal jagen in eens anders jacht veld zonder akte of schriftelijke vergunning, tot 5 maal 20 b. s. 4 d. h. voor iedere boeteJ. R. Wemeldinge, H. O., J. V. Yerseke, wegens het 2 maal jagen in eens anders jachtveld zonder akte of schriftelijke vergunning, de le tot 4 d. h. en f 20 b. s. 7 d. h.de 2e en 3e ieder tot 4 d. h. en ƒ10 b. s. 4 d. h.W. W. Wemeldinge, wegens het zich bevinden in 't veld met een wildstrik, tot 10 b. s. 3 d. h.H. O. en I. J. P. Yerseke, wegens het jagen in eens anders jachtveld zonder akte of schriftelijke vergunning, de le tot 2 maal 10 b. s. 4 d. h. voor iedere boete, de 2e tot f 5 b. s. 3 d. h. Verder J. D. Kattendijke, J. R. Kloetinge, A. P. M. Wissenkerke, wegens het aanwenden van pogingen om wild te bemachtigen door middel vaneen wildstrik, ieder tot ƒ10 b. s. 4 d. h.; C. P. Yerseke, wegens het niet behoorlijk zorg dra gen dat de hond, dien men bij zich heeft, wild opspoort, tot 2 b. s. 1 d. h.; A. de W. Goes, wegens bet jagen zonder akte, tot 5 b. s. 3 d. h.; J. v. G. Cortgene, wegens bet jagen in eens anders jachtveld zonder vergunning en zonder akte, tot 2 maal 5 b. s. 3 d. h. voor iedere boete; C. G., C. G. 's Heerenhoek, wegens het jagen in iemands jachtveld zonder akte of schrif telijke vergunning, de le tot 2 maal 10 b. s. 3 d. h. voor iedere boete, de 2e tot 2 maal 5 b. s. 2. d. h. voor iedere boete. Allen tevens in de kosten. Tegen den heer J. F. de Booy, fabrikant en lid van den raad te Breda, is door het O. M. bij de rechtbank aldaar geëischt schuldigver klaring aan valschheid in geschrift, door op een kwitantie wegens betaalde huishuur een valschen datum te plaatsen, en het opzettelijk gebruik maken van dat valsch geschrift. Het O. M. eischte drie maanden gev. straf, benevens in de kosten van het geding. 20 Jan., des morgens te 8 uren. Verwacht: verand. wind. Thermomefcerstand t"e Middelburg. 20 Jan. 's morgens 8 uren 32 gr. 's middags 12 uur 33 gr. '6 avonds 4 uur 33 gr. F. verwijt. Weet gij zeker dat mijn hart geen reden heeft om afkeerig van hem te zijn?" «Ik begrijp niet, hoe men een kind iets kan ontzeggen waarop het van nature recht heeft." Zij stond zoo haastig op dat het servies op tafel rammelde en riep uit «Wilt gij daarmede zeggen dat ik dat kind beminnen moet, omdat ik zijn moeder ben Hij trad op haar toe, vatte hare neerhangende hand en zei onthutst. «Wat denkt gij van mij, juffrouw Doris Hebt gij mij niet gezegd dat het ijdele praatjes waren en zou ik u dan voor een leugenaarster houden Weet ik niet, hoe gij over het oordeel der menschen denkt en het niet de moeite waard zoudt vinden om hen te bedriegen, opdat zij beter over u zouden spreken Neen, juffrouw Doris, wat mij bevreemdt of liever bedroeft, is dat gij het kind ook laat gevoelen hoe koud uw hart is. Ik maar ik ben een kindergek ik zou mij kunnen begrijpen dat men allen om gang met volwassenen vermijdt, om zich geheel aan zulk een klein wezen te wijden. En de kleine Wolf mag zijne gebreken hebben, zooals alle kinderen, maar er straalt zoo'n eerlijke, ernstige geest uit zijne donkere oogen, hij is zoo ge hoorzaam en zoo vatbaar voor vriendelijkheid zaagt gij wel hoe vreeselijk rood hij werd, toen ik hem kuste? Vergeef mij als ik mij vergis, maar het komt mij voor dat hjj hier opgroeit, zonder dat men hem ooit kust of liefkoost en dat kan ik mij niet van u begrjjpen, juffrouw Doris". {Wordt vervolgd.')

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 2