131e Jaargang.
1888.
Y rijdag
20 Januari.
Middelburg 19 Januari
Onderwijs.
Kerknieuws.
Verspreide berichten.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regelsƒ1.50;
iedere regel meer ƒ0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
nlDDELBlIRGSCHE COURANT.
Agenten te Ylissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van NieuwenhuuzêN, en te Terneuzen: L. van Wijck.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmak te Rotterdam, en de firma B. van dek
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger-
Dezer dagen is in de N. R. Crt een drukke
polemiek gevoerd tusschen hare redactie en het
kamerlid voor Zierikzee, den heer J. J. van
Kerkwijk. Aanleiding daartoe was de weigering
van genoemden heer om gevolg te geven aan een,
door eenige zijner kiezers tot hem gerichte, uit-
noodiging om zijn gevoelen bloot te leggen om
trent vraagstukken van den dag.
Die weigering werd afgekeurd, omdat zij on
voldoende gerechtvaardigd mocht heeten, nu door
de uitbreiding van het kiesrecht de gekozene
nader is gebracht tot de burgerij. De heer Van
Kerkwijk antwoordde daarop, dat de ervaring in
andere landen geleerd heeft, hoe de pressie van
de kiezers op den afgevaardigde leidt tot een man
dat impératif en daardoor de zelfstandigheid van
den afgevaardigde verloren gaat, die spoedig niet
meer is dan een stemmachine. Reeds nu ziet
men bij ons een strooming in die richting, bijv.
waar kiesvereenigingen programma's geven, in
de kleinste bijzonderheden afdalende, waardoor
reeds zijn zelfstandigheid verliest wie een candi-
datuur van zulk een vereeniging aanneemt. Wil
mem rust en orde in een land, dan behoort het
volk vertrouwen te stellen in zijn vertegenwoor
digers.
Hiertegenover werd aangevoerd dat er een on
metelijke afstand is tusschen het mandat impératif
en de zekerheid voor de kiezers, dat wegens over
eenstemming van denkwijze het vertrouwen in
hun afgevaardigde gewettigd is. De kiezers hebben
het recht te weten, hoe de afgevaardigde denkt
over de groote vraagstukken, die aan de orde
komen, en te weten, of hij instemt met hun pro
gramma, dat, hoe het in bijzonderheden moge
afdalen, toch geen voorschriften omtrent detail
punten van wetgeving geeft. Er is dus vooral
nu aanleiding om de candidaten te vragen hun
denkbeelden voor de kiezers uiteen te zetten.
Ook heden wijdt de N. R. Crt eene beschouwing
aan de kwestie, omdat de heer Van Kerkwijk
met zijne opvatting onder de Nederlandsche af
gevaardigden niet alleen staat. »Vrij algemeen
zelfs," zegt het blad, sheerscht er onder hen een
zekere schroom om met hunne kiezers in aan
raking te komen. Hoe geheel anders in andere
landen, in Engeland bjj voorbeeld, waar zelfs
ministers er volstrekt geen bezwaar in zien om
in vergaderingen het woord te voeren over staat
kundige aangelegenheden. Zou men inderdaad
meenen, dat wij, door vast te houden aan onze
stugge politieke zeden, van zooveel verstandiger
inzicht blijk geven?
»»De publieke zaak,"" heeft Thorbecke ver
kondigd, »»wil publiek behandeld worden."" »Dat
woord wil niet enkel zeggen, dat de vertegen
woordigende colleges de openbare aangelegenheden
met open deuren moeten behandelen. Het heeft
eene ruimere beteekenis. In Engeland, waar de
afgevaardigden, en zelfs de ministers, niet schromen
voor de kiezers op te treden, om hen voor te
lichten en hunne belangstelling voor de zaken des
lands op te wekken, leeft men beter naar dat
woord van Thorbecke, dan wij. Zou men meenen,
dat Gladstone, wanneer hij eene rondreis maakt
door het land, om in openbare bijeenkomsten de
beteekenis van zijne Iersche politiek uiteen te
zetten en voor die politiek propaganda te maken,
verkeerd doet en zjjne beginselen benadeelt? Of
dat Salisbury, wanneer hij buiten het parlement
de regeeringspolitiek verdedigt, de waardigheid
van het gouvernement prijsgeeft?" Dit alles
vraagt het Rotterdamsche blad.
Op deze vragen zal zeker ieder, die doordrongen
is van het nut dat er een band besta tusschen een
afgevaardigde en zijne kiezers, een ontkennend
antwoord geven.
En voorzeker kan dit openlijk optreden van de
afgevaardigden of hen die daarvoor in aanmerking
wenschen te komen, meewerken om wat meer
kleur en geur te geven aan ons staatkundig leven
Thans klagen wij over te geringe belangstelling
in de politieke geschiedenis van den dag; het
zal kracht kosten hierin verbetering te brengen;
alle middelen dienen daartoe in het werk
gesteld te worden en geen beter dan dat de
politieke mannen hun meening openbaren. Zij
verbinden zich hierdoor tot nietsonmogelijk toch
kan hunne houding tegenover allerlei vraagstuk
ken worden gepreciseerd; beloften over details
worden niet gevraagd, maar ieder kiezer heeft
bet recht te weten, aan wien hjj zijn stem geeft.
Hoe is dat echter mogelijk zonder dat hij een
candidaat of afgevaardigde hoort of spreekt?
Het is waar en op dit punt scharen wij ons
gedeeltelijk aan de zijde van den heer Van
Kerkwijk de Zierikzeesche afgevaardigde kan
zich beroepen op zijn verleden, dat zoovele eer
volle bladzijden bevat.
Maar dezelfde afgevaardigde heeft ook wel eens
eene houding aangenomen, die bij weinigen of
velen alles behalve instemming vond.
Wij hebben hierbij o. a. op het oog dekwestie
der uitbreiding van de wet-Van Houten op den
kinderarbeid. Onlangs was ook hij weer de man,
die zich verzette tegen eene spoedige behandeling
in de sectiën van het thans aanhangige ontwerp
op dit punt. Wij laten de redenen, die hem
daartoe noopten, daar; en nemen aan dat zij
volkomen gewettigd waren; maar de door hem
tot heden toe tegenover dat vraagstuk aangeno
men houding geeft voldoenden grond tot de
vraag: wat is op dit punt van u in het vervolg
te wachten, heer afgevaardigde voor Zierikzee?
Blijft gij u nog steeds verzetten tegen elke uit
breiding, ook zelfs na de feiten, die de bekende
enquête aan het licht bracht? Voor gij als af
gevaardigde plaats neemt in de nieuwe kamer
van honderd wenschen wij dit te weten; in het
oude huis, welks dagen zjjn geteld, zal er zeker
wel geen gelegenheid meer zijn om uwe meening
hieromtrent bloot te leggen.
En zoo zijn er misschien nog meer zaken van
belang, vooral in dit tijdperk waarin wij op een
keerpunt staan, die bespreking waard zijn en
waaromtrent menigeen wel iets naders zal willen
hooren uit den mond zelfs van een oud-afgevaar
digde met een eervol verleden als de heer Van
Kerkwijk.
Les idéés marclient geldt vooral van de politieke
mannen. En daarom moest ook het optreden voor
zijne kiezers door dien afgevaardigde niet zoover
van zich zijn geworpen.
Het was echt winterweder in de laatste dagen.
De wind was scherp, de koude fel.
Voor liefhebbers van schaatsenrijden werd het
verrukkelijk en heden zijn zij door den dooi
bitter teleurgesteld. Hen die goed ter been zijn en
kunnen doorstappen lokte het weêr uit tot wan
delen dit verfrischt en wekt ophet bloed stroomt
des te sneller na een wandeling en men gevoelt
zich gezonder dan ooit.
Maar koude en wind vooral die scherpe wind
der laatste dagen maken het niet raadzaam
stil te staanmen moet in de open lucht loopen
of werken want anders verkleumt men of dringt
de koude door alle leden heen en loopt men
gevaar van ziek te worden.
En toch is er een categorie van mannen in onze
maatschappij, die vaak genoodzaakt zijn zonder
iets te kunnen uitvoeren te staan wachten, en dat
dikwijls nog buiten dringende noodzakelijkheid.
Wjj bedoelen de koetsiers, voor wie wij het
wagen een beroep te doen.
Wjj weten heter zijn tal van andere personen,
die van de koude evenzeer hebben te lijden.
Daar hebt gij onze politie-agentenook voor
hen is de winter pijnlijk en onaangenaam. Maar
zij kunnen zich ten minste bewegen en zijn niet
altijd aan eene standplaats gebonden.
Men heeft soldaten op post, dat is waarook
zij zullen vaak de hand van den winterkoning
gevoelen meer dan hun lief is. Maar zij loopen
heen en weerzij worden zeker bij felle koude
na korter tijd dan gewoonlijk afgelost, en boven
dien hebben zij een flinke jas, die hen tegen die
koude beschermt.
Toch willen wij niet beweren dat ook hun be
lang in deze dagen niet de aandacht verdient, maar
wij houden ons overtuigd dat dit niet wordt over
het hoofd gezien door hen die boven hen gesteld
zijn.
Voor de koetsiers helpt echter de beste wil der
patroons niemendal. Is reeds op zichzelf de be
trekking van voerman geen benijdenswaardig
baantje, waar deze zoo'n langen tijd soms stil
moet zitten, blootgesteld aan weer en wind
de winter brengt hem nog dikwijls dubbel
kruis, omdat er dan meer feesten en voorstellingen
zijn dan anders. Hoe lang moeten zij vaak
wachten, Wanneer een partij of een bal nog in
vollen gang is, omdat daarbinnen in warme zalen,
onder heerlijk genot, anderen zich zoo uitstekend
■p amuseeren", dat de tijd omvliegt en zij niet
weten »dat het reeds zoo laat was."
En middelerwijl staat de koetsier, reeds uren
te voren besteld, daar buiten te trappelen van
de koude!
Een dokter te moeten rijden, dat is niet prettig,
dunkt ons, want telkens moet er worden stilge
staan. Maar dit en een koetsier weet het,
kan niit anders; het is noodzakelijk.
's Nachts eer ter, als de koude wind blaast door
de leege straten; verraderlijk kruipt door alle gaten
en hoeken; als hij snijdt langs je gezicht, dan
kon er dikwjjls wel eens wat meer gedacht worden
om een koetsier, evengoed als men tegenwoordig
denkt om de dieren te beschermen en de vogels
voor hongerdood te beveiligen als er sneeuw ligt.
Bij concerten en komedies kan men den tijd
van eindigen al vooruit bepalen en dat gebeurt ook.
Maar bij bals en partijen als men de
rjjtuigen te twaalf uur bestelt, kan het gebeuren
dat de koetsiers er te half twee of te twee uur
nog staan.
En dat is geen kleinigheid, al denken de ge
nietenden er licht of in het geheel niet over.
Bij samenwerking tusschen gastheer en gasten
bij goeden wil van menig danslustige zou er in
dit opzicht veel te verbeteren zijn, dunkt ons.
Vooral hij die een partij geeft kan het initiatief
nemen om niet van een bepaald uur dat hij
des noods eenigzins ruim kan stellen af te
wijken in het belang van hen, die toch ook mensch
zijn en na een kouden, vermoeienden dag, des
nachts des te meer behoefte hebben aan
rust en warmte.
Voor groote en kleine gemeenten is deze wenk
wellicht niet zonder nut.
En wie mocht meenen dat wij door ons plei
dooi in 't belang van "de koetsiers te kort doen
aan anderen, die evenzeer aanspraak kunnen ma
ken op deelneming en wier lot evenmin te be
nijden valt, hij volge ons voorbeeld en vrage
welwillendheid en meewerking in het belang van
zijn beschermelingen. Wij hebben dan reden te
meer tot voldoening, omdat wij het ijs gebroken
zullen hebben en op dat punt zooveel moge
lijk verbetering willen brengen.
Een aardig zij het niet nieuw kijkje
leverde gisteren de Tijd op de politieke gedragslijn
zijner partijgenooten. Het getuigt van oprecht
heid en kennis van toestanden, maar tevens toch
van zekeren overmoed om het zedeloos spel zoo
openlijk bloot te leggen.
In een artikel SteinbusbereJceningen geeft het
blad eenige wenken omtrent de voorbereiding
van de samenwerking met de anti-revolutionnairen
door de besturen der kiesvereeniging. Geheel het
zuiden des lands heeft, zegt het blad, met afspra
ken en bondgenootschappen niets uit te staan
maar in het noorden des lands zal in elk geval
op de stugheid, onhandelbaarheid en papenvrees
van een zeer aanzienlijk gedeelte der protestant-
sche anti-liberalen gerekend moeten worden.
»Aan hun leiders is het even goed bekend als
aan ons, dat die gezindheid in domheid, vooroor
deel en aanmatiging haar oorsprong vindt, maar
ook de leiders zijn daartegen onmachtig, 't Beste
en meest practische van onzen kant zal dus zijn,
alle toorn en ergernis te bedwingen, maar die
gezindheid, gelijk zij zich in de verschillende
streken des lands in verschillende mate openbaart,
bij de geheele waarschijnlijkheids-rekening, waarop
het verkiezingswerk gegrond is, als een factor
van bepaalde waarde in rekening te brengen."
Dat er in zulk eene gedragslijn iets vernede
rends is gelegen, schijnt de Tijd liever te willen
verzwijgen. Het is thans slechts de kwestie van
practisch belang voor de partij. En uit dat
oogpunt is het, volgens het blad, het verstandigst
de verdere regeling over te laten aan de besturen
der kiesvereenigingen, welke, door en door met
de locale toestanden bekend, in het bezit kunnen
komen van de stellige gegevens, die noodig zijn om
uit te maken wat beter is: afspraak (zoomogelijk)
met de anti-revolutionnairen omtrent het stellen
van éen candidaat bij eerste stemming öf wel het
stellen van afzonderlijke candidaten, onder weder-
keerige belofte, den anti-liberalen candidaat, die
in herstemming komt, te steunen.
Wat in het algemeen wenschelijker is, wil de
Tijd voorhands in het midden laten. Bovendien,
niet slechts wat het meest wenschelijke, maar ook
en in de allereerste plaats wat mogelijk en be
reikbaar is, zal dikwijls de vraag wezen. Immers,
't is bekend dat een aanzienlijk deel der anti-
revolutionnairen principieel van een roomsche
candidatuur bij eerste keuze niet weten wil.
Het nieuwsgierigst zijn wij naar het antwoord
op de vraag: hoeveel nieuwe kiezers aan dit spel
willen meedoen.
De heer Buitendijk deelt in het jongste nommer
van de Wageninger met blijdschap mee dat het
getal adhaerenten aan zijn voorstel, om te Utrecht
saam te komen tot het beraadslagen over wat in
betrekking tot het heil van staat en kerk in
't algemeen en tot de a,. s. verkiezingen in 't bij
zonder thans te doen staat, reeds op Maandag
avond zoo groot was, dat het houden dier vergadering
bepaald doorgaat. Mannen uit alle oorden des
lands gaven hem hun blijdschap te kennen, dat
er dan toch eindelijk zulk een bijeenkomst zal
gehouden worden.
Op die vergadering zal men beslissen over eene
aansluiting bij de op te richten kiesvereeniging
Eendracht maakt macht.
In haar antwoord op de algemeene beschou»
wingen der Eerste kamer over de begrootingen,
verklaart de regeering deze ontwerpen der staats-
begrooting niet als zoogenaamde credietwetten
te beschouwen. Discussie over een program van
werkzaamheden in de eerstvolgende zitting van
de nieuwe staten-generaal schijnt op dit oogenblik
ontijdig. Ernstig en met bekwamen spoed wordt
de herziening der defensiewetten voorbereid. Pro
tectionistische neigingen bestaan noch bij den
min. v. fin., noch bij dien van waterstaat. De
voorgenomen tariefshervorming beoogt alleen de
heffing van invoerrechten op goederen, naar de
waarde belast, beter te verzekeren. De regeering
betoogt opnieuw dat bij haar wel een ernstig
streven naar bezuinigen bestaat. Het tekort op
den dienst 1888 zal wel degelijk in een aanzien
lijk overschot veranderen, daar Indië thans in
staat is de voor haar op die begrooting voorko
mende uitgaven aan het moederland te vergoeden
en de opbrengst der middelen jaarlijks klimt,
terwijl de uitgaven aanzienlijk inkrimpen: daar
aan hoofdzakelijk is de vooruitgang in den toe
stand van 's lands financiën te danken en deze
is niet hoofdzakelijk verkregen ten koste der ge
meenten. Juist omdat de taak dezer regeering
was den financieelen toestand te verbeteren ware
het harerzijds ontijdig en gevaarlijk geweest een
algemeene omwerking der belastingen voor te
stellen. Wat de conversie betreft, geene con
versie is minder lichtvaardig ondernomen dan
deze, de ongemeen gunstige uitslag daarvan is
daarvoor het beste bewijs.
Omtrent den milicien te Vlissingen, over wiens
plotseling overlijden veelis geschreven eenige
uren nadat hij in het hospitaal was gebracht
bezweek hij onder hevige benauwdheid zonder
een woord gesproken te hebben meldt men
ons dat bij de verrichte sectie geen enkele vijg
is gevonden. Een overmatig gebruik daarvan
kan men dus zeker uitsluiten bij het zoeken
naar de oorzaak van zijn plotselingen dood.
Het aantal kiezers te Heinkenszand bedraagt:
voor leden der 2e kamer der staten-generaal en
der prov. staten 198 en voor leden van den
gemeenteraad 195.
Benoemd tot griffier bij het kantongerecht te
Groenlo mr. F. J. G. Van Tricht, advocaat,
tevens beëdigd klerk ter griffie van de arr. recht
bank te Amsterdam en tot substituut-griffier bij
de arr. rechtbank te Tiel, mr. N. Van Hasselt,
advocaat en procureur te Groningen, tevens werk
zaam op het parket van den officier van justitie
bij de arr. rechtbank aldaar.
Te Amsterdam is een nieuw studentenblad, ge
titeld Alma Mater, verschenen. Naar in de in
leiding gezegd wordt, heeft het zijn ontstaan te
danken aan het feit, dat noch in Minerva, noch
in de Vox Studiosorum de belangen der studenten,
buiten de korpsen staande, een plaats vinden. De
redactie bestaat uit de heeren Hendr. J. Heijnes,
praeses, W. F. Kroes abactis, V. Gravestein quaes
tor, G. Hofstede Gz. en C, J. Kokke administra
teuren.
is
De minister van binnenlandsche zaken
niet geneigd den termijn te verlengen, waarbin
nen het wettelijk maximum van onderwijzers
moet worden verkregen.
Ds J. Willemse, te 's Heerenhoek, is beroepen
naar Heinkenszand.
Gisteren middag zijn twee dames, die op de
vest tusschen de Noord- en Koepoort alhier zich
met schaatsenrijden vermaakten, door het ijs
gezakt. Met een nat pak en den schrik kwamen
zij vrij.