N°. 13. 131e Jaargang. 1888. Maandag 16 Januari. Middelburg 14 Januari Kerknieuws. Verspreide berichten. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën; 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regelsƒ1.50; iedere regel meer ƒ0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze oonr&nt behoort een BIJVOEGSEL, De afvoer op de Achtergracht. MIDDELBIJRGSCHE COURANT. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tliolen: W. A. van Fieuwenhuijzen, en te Terneuzen: L. van Wijck. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma B. van ber Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubb Cie., John F. Jones, opvolger. Z. H. paus Leo XIII heeft de hulde, hem door alle Monarchen zonder onderscheid van geloof gebracht, op een eigenaardige wijze beant woord. In zijn schrijven aan de Beiersche bisschop pen vaart hij heftig uit tegen de vrijmetselarij. Hij zegt o. a.Verder is er, eerwaardige broeders, veel aan gelegen, met zorg van uwe kudde het gevaar af te keeren, dat van de zijde der vrij metselaars dreigt. De listen en kunstgrepen dezer in de duisternis werkende vereeniging, welke vol boosheid is en zoo buitengewoon gevaarlijk voor den staat, hebben wij op eene andere plaats, in eene bijzondere encyclica uiteengezet, en de middelen en wegen aangewezen hoe men hare macht met goed gevolg kan te keer gaan." De paus zal toch wel weten, dat bijna alle vorsten van Europa (zooals de Duitsche keizer en zijn zoon de kroonprins, de prins van Wales e. a.) hetzij zeiven of andere leden hunner familiën tot de hoogste waardigheden der vrijmetselaars orde zijn geroepen. Hij moest zelfs weten, dat in de eerste twintig jaren van deze eeuw niet de minst verdienstelijken onder de Roomsche geeste lijkheid lid waren. Aldus de Arnh. Crt. Als tegenhanger vande waardeerende en ver draagzame wijze, waarop dit pauselijk jubilé in ons land door bladen en personen van verschil lende richting is besproken, verdient wel de aandacht wat de Bazuin zeide. Dit orgaan der Chr. Ger. kerk in Nederland schreef deze lieflijke woorden: »Hoe godonteerend vierde men voor 8 dagen te Rome het vijftigjarig feest van den paus, en dat helaas! onze koning, Engelands koningin en Duitschlands keizer daar nog wel deel aan namen Zou Z. H. soms onder die christenen de vrien den van het Pausdom zoeken Zoolang de R. K. kerk zich beweegt op het gebied, waar haar macht en kracht thuis behooren en zij ook veel nut kan stichten, zal zjj, het is meermalen be wezen, meer erkenning en bescherming vinden bij de vrijmetselaars dan bij de zich noemende vromen. Dat ligt zoo in elks eigenaardige opvat ting omtrent het geloof. Een tweetal werken wachten reeds eenigen tijd op eene aankondiging; en daar wij op het gebied der litteratuur thans in een stillen tijd leven, stof voor eene leestafel ons in de eerste weken wel ontbreken zal, willen wij liever afzonderlijk van beide melding maken. Wij doen dit te meer omdat beide boeken die, eigenaardig alle twee te Groningen verschenen de aandacht ten zeerste verdienen. In de eerste plaats vermelden wij dat bij den heer J. B. Wolters de vierde druk verscheen van het bekende boek Spencer's opvoedingbewerkt door A. Leopold. Deze uitmuntende arbeid, algemeen bekend en ten hoogste geprezen, is met eén suc ces bekroond dat, naar wij gelooven, zelfs de heer Leopold niet verwacht heeft. Hij moge om trent de belangstelling, die deze paedagogische arbeid van den Engelschen philosoof zou vinden, grooter verwachting hebben gekoesterd dan zjjne vrienden; hij moge bij dezen vierden druk bescheiden verklaren dat zijne »verwachting niet is teleurgesteld" wij meenen dat hij wel wat krachtiger zijne voldoening over het verkregen succes had kunnen uiten. En wij zijn overtuigd dat dit nuttige boek in zijn Nederlandsch kleed, met zulk een welsprekend verleden achter zich, nog ruimschoots plaats vinden zal onder allen, wien de opvoeding een te ernstige zaak is, om niet te luisteren naar een goeden gids. Het tweede boek is eene, naar het Hoogduitsch van dr B. Brom door den heer H. Soeter, gym- nastiekleeraar te Groningen bewerkte Handleiding voor kamer -gymnastiekactieve, passieve entegen- standsbewegingen zonder gebruik van toestellen. Dit werkje, dat met 72 figuren versierd is, geeft zeer duidelijk de verschillende bewegingen aan, de reden waarom ze gemaakt moeten worden en den duur ervan. Bovendien bevat het eenige gymnastische voor schriften voor bepaalde geneeskundige doeleinden en aanwijzingen ter vookoming en behandeling van ruggegraats-verkrommingen, terwijl daarin pok de massage besproken wordt. De oefeningen, in deze handleiding aangegeven, zullen waarschijnlijk zoowel den arts, die er eene kfiuze uit i doet en aan den patient voorschrijft, als den leek, die in het belang van zijne gezond heid thuis wil gymnastiseeren, welkom zijn. De uitgevers van het boekje, de Gebs. Hoitsema, zorgden voor een goeden druk en een passend kleed. Door eenige kiezers uit het district Zierikzee is een bezoek gebracht aan den afgevaardigde voor dat district, den heer Van Kerkwijk, bij welke gele genheid zij hem verzochten in eene vergadering van kiezers zijne staatkundige beginselen te komen uiteenzetten. De heer Van Kerkwijk antwoordde hiertegen bezwaar te hebben en beriep zich erop dat hij, gedurende tal van jaren lid der kamer zijnde, steeds rond en duidelijk zijn gevoelen heeft uit gesproken en zijne denkwijze dus als bekend mag worden verondersteld. Het optreden van een kamerlid voor zijne kiezers gaf, volgens den heer Van Kerkwijk, als van zelf aanleiding tot de mededeeling, hoe hij over deze of gene wet zou stemmen, hetwelk wel niet ver boden is, maar zijns inziens toch eenigszins in strijd is met den geest der grondwet, die wil, dat de kamerleden stemmen zonder last of ruggespraak met hunne kiezers. Volgens het gevoelen van den heer Van Kerk wijk is het zeer wenschelijk door het houden van vergaderingen bij de kiezers de liberale beginselen ingang te doen vinden en hen op te wekken, om aan de verkiezingen deel te nemen. Voor het spreken op zulke vergaderingen moeten mannen uitgenoodigd worden, die de gaaf bezitten tot het volk te spreken. De heer Van Kerkwijk verklaarde niet tot zulke volksredenaars te be hooren, zoodat anderen, beter dan hij, zulks moes ten doen. Prov. bl. no 6 bevat een besluit van ged. staten tot samenvoeging van gemeenten, voor de lich ting der nationale militie van 1888. Ter bepaling van het aandeel door de gemeen ten te dragen in het gedeelte hetwelk door de provincie in de lichting voor de nationale mili tie van 1888 moet worden geleverd, worden samen gevoegd de gemeenten Sas van Gent, Philippine en OverslagNisse en 's Heer AbtskerkeBigge- kerke en Zoutelande; Ellemeet en Serooskerke (Schouwen.) Van den 28en tot den 30en Januari zal alhier gehouden worden eene tentoonstelling van aqua rellen uit de portefeuille van het schilderkundig genootschap Pulchri Studio te 's Gravenhage, van wege de vereenigingUit het volkvoor het volk. Bij afwijking van vroeger zal deze tentoon stelling thans plaats hebben in het nieuw tentoonstellingslokaal in 't Schuttershof. De tweede luitenant W. J. van der Stuijt, die sedert 1 November 1887 als kommandant van een detachement te Terneuzen gedetacheerd was, zal op den 31en Januari a. met zijne onderhebbenden in het garnizoen Middelburg terugkeeren. De eerste luitenant H. J. Balfoort zal van 16 dezer tot 31 Maart a. den wapencursus te Delft volgen. Aan het rijks telegraafkantoor te Vlissingen werden in het jaar 1887 verzonden 26974, ont vangen 12464, opgenomen en verder geseind 19801, in het geheel dus behandeld 59239 telegrammen. De opgenomen en verder geseinde telegrammen behooren zoo schrijft men ons dubbel geteld te worden, wanneer men de werkzaamheden op het kantoor wil beoordeelen; het totaal bedrag wordt dan 79040. In de Vrijdag gehouden vergadering derafdee- ling Yerseke van de Vereeniging tot bevordering der Ned. visscherij waren wederom zoo weinig niet- leden opgekomen, die, eigenaars van visschers- vaartuigen zijnde, in de assurantie hunner vaar tuigen belang stelden, dat besloten werd dit punt niet verder in het openbaar te behandelen. Even wel zal het hoofdbestuur geadviseerd worden, dat volgens het gevoelen der afdeeling een premie van met risico voor eigen rekening alles zins voldoende is voor hen, die op de Yersche en Bergsche bank hun bedrijf uitoefenen, daar gevaar voor geheel verlies van zjjn vaartuig haast niet bestaat en gevaar voor andere schade alleen voorkomt bij plotseling opkomenden storm en bij een onweder. Daarna had de verkiezing plaats van drie bestuursleden. De aftredende heeren D. Koeleman, (voorz.) dr. F, Leo de Leeuw, (vice-voorz.) en E. Muller (penningm.) werden alle met groote meer derheid van stemmen herkozen, doch de heer Koeleman verklaarde deze herbenoeming niet te zullen aaannemen en persisteerde bij zijn besluit ondanks den drang der vergadering. Als reden daarvoor gaf hij op het gebrek aan belangstel ling dat in deze zaak bij velen scheen te bestaan. Niettemin zou hij, gewoon lid blijvende, zijne beste krachten aan de vereeniging blijven wijden. In zijne plaats werd als bestuurslid gekozen de heer D. Sinke. (De leden van het bestuur regelen de functiën elk jaar onderling.) De heer Verburg stelde voor het circuleerende request tot wijziging der termijnen van pacht voor de Yerseksche oesterbank te steunen, omdat 1 Nov. voor vele pachters een moeilijk tijdstip is. Een der leden had gehoord, dat het request door de ontwerpers zelve was teruggenomen. Daarom werd besloten dit te onderzoeken en mocht de waarheid ervan, blijken van wege de afdeeling opnieuw een adres aanhangig te maken. De heer Verburg wees nog op het onbillijke dat de consenten voor de visscherij op de Schelde en Zeeuwsche stroomen moeten betaald worden, als zijnde dit eene belasting op den arbeid en op de achterstelling der Zeeuwsche visschers bij die van alle andere deelen van Nederland, welke hunne consenten kosteloos hebben. De vergadering was het met die beschouwingen eens en besloot met algemeene stemmen, zoo mogelijk in vereeni ging met de afdeelingen Bruinisse en Bergen op Zoom. stappen te doen tot het opruimen dier on billijkheden. Aanstaanden Dinsdag verleent de minister van justitie geen audiëntie. Aan jhr C. A. E. A. van Panhuys, eervol ont slagen rijks-comm. bij de tot Expl. van SS., is een pensioen verleend van 1188 'sjaars. Wat in Burgerpligt te Amsterdam is voorge vallen zal wellicht aanleiding geven tot eene scheuring. Allen, die tegen de motie-Wertheim stemden, zijn tegen heden avond tot eene ver gadering bijeengeroepen. Uit Rotterdam bericht men aan het Hbld. dat met Maart a. s. een nieuwe maatschappij met vier groote stoomschepen, geschikt zoowel voor passagiers als voor goederen-vervoer, een dienst beginnen zal van Rotterdam op Mannheim. Ach tereenvolgens zullen twaalf booten in de vaart worden gebracht. Alle belangrijke plaatsen aan den Rijn zullen zoowel stroom op- als afwaarts worden aangedaan. Thans wordt aan de N. R. Ct weêr gemeld dat er bij het 3e en 6e reg. inf., respectievelijk te Bergen op Zoom en Breda, wel degelijk een schriftelijk examen voor den hoofd-officiersrang heeft plaats gehad. Op wiens last dit is geschied, schijnt echter een geheim. De soldijen der onderofficieren en manschappen der maréchaussee zijn, in te gaan op 1 Januari 1888, nader geregeld als volgt: Opperwachtmeester jaarwedde 1000. Soldij per dag: wachtmeester te paard 2.27, te voet 1.99; brigadier te paard 1.90, te voet ƒ1.63; maréchaussée te paard ƒ1.37, te voet 1.10trompetter 1.37 schrijver ƒ1.10. Door adressanten eigenaren van panden op de Heerengracht is thans weêr, dd. 14 Januari, het volgende adres aan den gemeenteraad alhier gezonden Geven de ondergeteekenden te kennen dat zij, door het bijvoegsel van de Middelburgsche courant van Maandag 9 Januari 1888 no. 7, in kennis gesteld met het rapport van burg. en weth. van Middelburg, naar aanleiding van het door verzoekers aan uwen raad den 10 December 11. ingediende request, de vrijheid nemen uwen raad erop te wijzen, dat in dat rapport ten on rechte den verzoekers de bewering in den mond gelegd wordt, dat burg. en weth. de buizen dei- verzoekers, lees gemetselde kanalen, zouden hebben doen aanroeren, voor zoover die onder verzoekers terrein liggen; daar zij in hun request integendeel alleen hebben gesteld, dat de vernieling of aan vulling met aarde van der verzoekers kanalen is geschied, tot aan de plek, waar hunne kanalen zich op hunne eigen terreinen bevinden. dat, daar de ondergeteekenden het advies van eene raadscommissie ad hoc van 1870 niet kennen, zij tot hun spijt ook de argumenten niet kunnen beoordeelen, noch wederleggen, die daarin voor komen en strijdig schijnen te zijn met de conclusie der verzoekers, zoodat zij daaromtrent hun oor deel moeten opschorten dat, hoeveel eerbied zij ook voor de juridische bekwaamheden van het geachte ex-raadslid mr W. A. van Hoek hebben, eene mededeeling, dat hij het eens is met een vroeger door anderen ge geven, aan de verzoekers onbekend, advies, wat de rec7itekwestie betreft, geene nieuwe gezichts punten opent, maar ook geen argumenten aan verzoekers bloot legtterwijl de nadruk, dien mr W. A. van Hoek schijnt gelegd te hebben op het oogpunt van »recht", het vermoeden wettigt dat hij heeft willen te kennen geven, dat hij uit het oogpunt van billijkheid er heel anders over denkt; dat het den ondergeteekenden ten hoogste ver baast dat burg. en weth. beweren dat onderge teekenden de invoering van het tonnenstelsel sedert 1883 over het hoofd zouden gezien hebben, omdat die zoogenaamde invoering blijkens art. 3 en 23 der politie-verordening niets anders is dan een hoogst bescheiden stap om wellicht na eeuwen het tonnenstelsel hier algemeen inge voerd te krijgen; dat toch het tonnenstelsel, volgens art. 3 der verordening, alleen toepasselijk is op nieuw te stichten gebouwen, volgens art. 23 in geen geval toepasselijk op de faecaliën der secreten, in art. 22 bedoeld; dat in verband met art. 22 ondergeteekenden dus, daar hunne secreten sedert onheugelijken tijd op eigen rioolen (zoogenaamde vroonen) staan, het recht hebben de bestaande uitloozing te be houden en zij, wat hunne faecaliën betreft, juist door de verordening van het tonnenstelsel ver schoond worden; dat, al aangenomen dat de bestaande verorde ning (art. 68) burg. en weth. bevoegd verklaart de uitloozing van spoel- en hemelwater te ontnemen (welke bepaling der verordening de ondergeteekenden onwettig achten op de in het vorig request aangegeven gronden) dan nog burg. en weth. in geen geval bevoegd zijn de uitloozing der faecaliën, waarop de ondergeteekenden vol gens de verordering een verkregen recht hebben, te ontnemen met of zonder geweld dat dan ook geen juridisch advies, hoe scherp zinnig ook, de bepaling van art. twee en twintig en drie en twintig der verordening zoo kan doen lezen, dat burg. en weth. bevoegd zouden zijn, der ondergeteekenden vroonen te vernielen en hun de uitloozing hunner faecaliën te ontnemen, zoodat de verzoekers in het volste vertrouwen bij den raad der gemeente hulp zoeken tegen de gepleegde willekeur en zich daarbij refereeren aan het door hen bij hun vorig request ingediend verzoek. Burg. en weth. zeggen in hun rapport dat op grond van de invoering van het tonnenstelsel in 1883 thans aan dat stelsel boven alle andere wijzen van verwijdering der faecaliën de voorkeur moet worden gegeven. Onverklaarbaar genoeg schijnen burg. en weth. in strijd met die leer de drie onlangs nieuw gestichte woningen in de Lange Delft van bet tonnenstelsel te hebben vrij gesteld en daar de uitloozing naar de stadsrioolen te heb ben toegestaan. Volgens bericht uit RillandBath is op het bekende adres der belastingschuldigen, inzake het niet-heffen van een H. O. ten behoeve van den eeredienst, door kerkeraad en notabelen afwij zend beschikt. Bij de Doopsgezinde gemeenten is thans geen enkel candidaat meer beschikbaar; bij de Remonstrantsche broederschap slechts éen, en bij de Waalsche commissie en het Evangelisch- Luthersche kerkgenootschap mede geen enkele candidaat. (Arnh. Crt.) Een milicien der 4e compagnie van het bataljon infanterie, in garnizoen te Vlissingen, werd Vrijdagvoormiddag plotseling zoodanig onge steld dat hij per raderbrancard naar het militair hospitaal moest worden vervoerd, waar hij reeds des namiddags overleed. Volgens de loopende geruchten moet genoemde milicien daags te voren een niet onbelangrjjke hoeveelheid van de, bij massa's in den laatsten tijd rondgevent wordende vijgen vanhette West- kapelle gestrande schip genuttigd hebben. Of dit de oorzaak van den spoedigen dood is weet men niet; in elk geval kan het gerucht tot voorzichtig heid aansporen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1888 | | pagina 1