N° 308.
130* Jaargang,
1887.
Zaterdag
31 December.
Middelburg 30 December.
DE LIBERALE PARTIJ.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 8/m. franco f 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiè'n 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels /1.50
iedere regel meer f 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
MIDDELBllRGSCHE C0URAI\T.
Agenten teVlissingen: P. g. de Vet Mestdagh Zoon te Goes:: A. A. "W. Bolland, te Kruiningen: F. van dee peul.te Zierikzeè: A. C. de Moon, te Tholen: w. A. van nteuwenhdijzen en te Temeuzen: l. van Wijck.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiè'n aangenomen; en nem&n ook het algemeen advertentiebureau van Nijwh van Ditmae te Rotterdam, en de firma Erven B. van bei
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe Cie., John F. Jones, opvolger
Eigenaardig is de indruk, door liet programma
van het bestuur der Liberale Unie op de ver
schillende partijen gemaakt.
De gematigde tegenstanders der liberalen
begroeten het met welwillendheidhet heeft,
volgens hen, veel dat aantrekt. Dit versterkt
ons in de meening dat het aan die zijde niet
ontbreken zal aan samenwerking met de onzen.
De uitersten onder de bestrijders der
liberalen schijnen eenigzins verbaasd over het
ih hun oog stout optreden der Unie. Zij hebben
hun oogen niet geloofd toen zij dat programma
voor zich zagen; en weten klaarblijkelijk nog
niet of zij droomen dan wel waken.
Voor hen moet die openharing van de
liberalen geen aangename verrassing zijn
geweest; zij bevat te veel goeds om haar met
minachting te bejegenen, en was te krachtige
uiting om daarvan niet het gewenschte gevolg
te verwachtenaaneensluiting onder de
liberalen, versterking der vrijzinnige partij in
hare verschillende schakeeringen.
Kenmerkend op dit punt is een artikel van
de Tijd. Schadenfreude spreekt daaruit over
dat stout optreden der Unie.
„De liberale party" zoo roept het blad uit
„hoe is zjj veranderd Hoe zonderling
moeten de stellingen, thans o. a. door het bestuur
van de Liberale Unie op den voorgrond gesteld,
diegenen in de ooren klinken, welke zich nog de
liberale party voorstellen als het groote doctri
naire leger van vóór vyf en twintig jaren en
langer geledenMen versta ons welwjj beweren
niet dat er omkeer, dat er zwenking heeft plaats
gehad. Veeteer het tegendeel; het liberalisme is
vooruitgestuwd, voortgedrongen op den onvermjj-
delyken weg, welke door zyn eigen natunr en
door de onverbiddelijke logica van feiten, meer
nog dan van beginsel, n, was aangewezen".
Volkomen waarMaar is dit den liberalen
tot verwijt te maken Heeft niet op iedere
partij de drang der omstandigheden zijn
stempel gezet Heeft een daarvan zich aan
dien invloed kunnen onttrekken
En zoo de Tijd omtrent haar eigen partij
eens eerlijk wilde opbiechten, zou hij dan niet
moeten erkennen dat ook deze tot belangstelling,
o. a. voor de arbeidersvraagstukken, slechts
gedwongen is door dezelfde macht, die de
liberalen steeds voorwaarts drong? De we
reldgebeurtenissen spraken te luide om niet
gehoord te wordenen zoo de ultra-katholieke
partij daarvoor zich doof had gehouden, zij
zou zelve de gevolgen ervan hebben onder
vonden. Zelfbehoud noopte haar tot krachtiger
handelen.
Wat dit hoofdorgaan dier partij dezer dagen
schreef over de liberalen, het is volkomen
van toepassing op haar zelve; en de daarin
afgelegde verklaring durven wij gerust uit
naam der vrijzinnigen geven ten opzichte van
eene eventueele samenwerking met de katho
lieken. Wat het schreef luidt als volgt
»Of er dan niets is inde ontwerpen van liberale
programma's, dat ons bevalt Ongetwyfeld 1 Het
verheugt ons, te zien dat ook de liberale party
zich het lot van den werkman wil aantrekkenen
door wettelijke bepalingen omtrent Zondagsrust,
bescherming van kinderen en zwakken tot ver
betering der sociale toestanden wil medewerken.
Wy merken evenwel op, dat, voor zoover er nog
sprake kan zyn van specifiek liberale beginselen,
een dergelijke sociale wetgeving geenszins aan
deze beginselen te danken zal zyn, maar veeleer
daarmede in strjjd moet geacht worden. Het
laissez faire, laissez aller was altyd een der meest
algemeen erkende beginselen in den bloeityd van
het doctrinaire liberalisme.
Niettemin zullen wy zeer gaarne zy het dan
ook uitgaande van geheel andere beginselen en
ondanks alle inconsequentiëa der liberalen
—met dezen samenwerken, waar het geldt praktische
middelen te vinden oon, met erkenmng en eer
biediging van ieders rechten, in den toestand der
arbeidende klasse yerbetenng te brengen."
Wij hebben nooit de fouten van eigen partij -
genooten verbloemden wij verbaasden ons
daarom te meer dat de Nieuwe Rotterdamsche
Courant nu eindelijk eerst dezer dagen, de open
hartige belijdenis deed dat wij in veel zijn te kort
gekomen. Het zou niet kwaad geweest zijn
als dit blad met zijn invloed vroeger die be
kentenis gedaan en tot verbetering opgewekt
had. Maar ten sterkste ontkennen wij dat
de drang tot verandering, tot verbetering zich
doet gevoelen ondanks de liberale beginselen.
Integendeel, juist door de kracht daarvan zijn
er steeds velen voortgestuwd. Het verleden
niet dat van den jongsten tijd, maar dat van
jaren her getuigt van den machtigen invloed,
dien deze beginselen kunnen uitoefenenhoe
zij in staat zijn hunne belijders tot kracht en
tot daden aan te sporen.
Dat deze in den laatsten tijd verflauwd
waren; niet meer de kracht van voorheen
toonden het deed aan de waarde der prin
cipes niet af. Men staarde zich te veel
blind op éen puntmen was onderling ver
deeld en dit vooral niet te vergeten men
werd in zijn pogen verlamd door de bestrijders,
die de macht, niet tot regeeren maar tot tegen
werking, hadden verkregen, en van de liberale
zwakheid voordeel plukten.
Dat trots dit alles de vrijzinnige geest be
houden bleef, de lust bij velen wakker om de
oude kracht en macht te heroveren, danken
wij aan zoovele voortvarenden, die de liberalen
nog steeds wisten te bezielen met de hoop op
een betere toekomst, met een zucht naar nieuw
leven en nieuwe werkzaamheid.
Wil men die nu bestempelen met den naam
radicalen, het is ons wel; maar het programma
van het bestuur der Unie bewijst alweer dat
de liberalen zich onmogelijk aan de demo
cratische strooming kunnen en mogen onttrekken,
willen zij niet met hun verleden in bescha
mende tegenspraak komen.
Hun, die dat radicalisme iets vreeselijks
vinden, vragen wij slechts wijst ons de grens,
waar de liberale beginselen eindigen en de
radicale beginnen? Wij kennen ze niet; on
gemerkt als bij de grenzen tusschen twee
gemeenten gaat men van de eene naar de
andere. Op de toepassing alleen komt het aan.
En wie tot dolzinnige uitersten ons zouden
willen voeren, met voorbijzien van de schokken
die men door overdrijving en al te plotseling
ingrijpen in bestaande toestanden moet te weeg
brengen, zouden wij bestrijden, omdat daarvan
geen heil, wel onheil zou te verwachten zijn en
nadeel voor hen, die men zou willen helpen.
Wij gelooven dat die invloed der meer
geavanceerde liberalen der vrijzinnige partij
aan het einde van dit jaar ruimschoots reden
geeft om met moed het nieuwe in te treden.
Laat men vrij haar bespotten en haar ver
gelijken met eene oude dame, die zich toilet-
teert om veroveringen te maken. Wat men
van menschen kan zeggen, geldt niet altijd
van partijen, maar waar is het van beide dat
zij met hun tijd moeten meegaan.
Wat thans liberaal heet, was voorheen con
servatief wie zich nu radicaal noemt, zal over
jaren tot de achterblijvers behooren. Het is
daarom een geluk dat er onder partijen steeds
elementen blijven met frisschen moed en hel
dere gedachtenen voor de liberale partij
hoven alle andere een voorrecht dat zij die
in baar midden gelegenheid geeft zich te
ontwikkelen. Dat kan van de andere lang
niet altijd gezegd worden.
Zulk een flinke geest ademt het programma
van het bestuur der Liberale Unie. Zal men
nu nog zich verloopen in vitterijen en klein
geestige bestrijding, omdat er vroeger fouten ge
maakt zijn? Wij doen daaraan niet mee, maar
verheugen ons liever over een daad. die regel
recht tot het gewenschte doel kan leiden.
Dat alleen kan de liberale partij ten goede
komen, en wij hopen dat de afdeelingen der
Unie daaraan haar zegel zullen hechten.
Gisteren avond is door de anti-revolutionnairen
te Vee re eene vergadering gehouden, ten einde
een kiesvereeniging te formeeren. Een bereids
opgemaakt reglement werd, na artifeelsgewijze
voorlezing, door de toegetreden leden goedgekeurd,
terwyl ook een bestuur van vyf leden gekozen werd.
Het bestuur der liberale kiesvereeniging bestaat
uit de heeren G. P. Wijnmalen, J. A. Geldof en
Dekker.
De St.Ct. bevat de statuten der naamlooze ven
nootschap, maatschappij voor oestercultuur Eens
gezindheid te Goes.
De vennootschap heeft ten doel de teelt van
schelpdieren in de Schelde en Zeeuwsche stroomen
en den handel daarin; zij heeft haren zetel te Goes-
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt 60.000
Het aantal kiezers te Yerseke zal volgens de
nieuwe regeling aanmerkelijk hooger zyn dan
thans. Nu zyn er 167 voor den raad en 82 voor
de staten, in 't vervolg zullen er zyn 333 zoowel
voor den raad als de prov. staten en de tweede
kamer.
In de Donderdagavond te Yerseke gehouden
gemeenteraadsvergadering werd besloten den heer
Hannink het toezicht over den bouw van het
post- en telegraafkantoor ook na 31 Dec. op te
dragen op de daartoe door hem gestelde
voorwaarde, nl. eene belooning gelijkstaande met
zjja tegenwoordig salaris 300) gedurende den
tyd dat die bouw nog zal duren.
De minister heeft bewilligd in het voorstel van
burg. en weth. om, zoolang het post- en telegraaf
kantoor niet opgeleverd is, den thans bestaanden
huurprys van 250 's jaars te betalen.
Daar met het oog op de uitbreiding van school
A èen post van f 400 op de begrootiDg van
1888 gebracht is voor een onderwijzer of onder
wijzeres, hebben de heeren schoolopzieners te Goes
geadviseerd een onderwijzeres aan te stellen, die
tevens aan de kinderen van school 2 onderwijs
in de handwerken zal geven, welk onderwjjs tot
nutoe op beide scholen door een ongeëxamineerde
wordt gegeven. De raad heeft, overeenkomstig
dit advies, besloten een onderwijzeres aan school
1 aan te stellen op een salaris van 500, welke
onderwijzeres 5 dagen per week van 5 tot 7 uren
des avonds onderwys in de handwerken z»l geven
aan de kinderen van beide scholen, terwyl ver
der besloten is de tegenwoordig fungeerende
onderwijzeres in de handwerken, die slechts tydelyk
is aangesteld, met 1 April eervol te ontslaan.
Met het oog op de besteling der gemeentekas
in de vorige week stelden burg. en weth. voor
het gemeentehuis niet langer onbewoond te laten
en een brandkast aan te schaffen. De raad keurde
dit goed, en bosloot een kinderloos gezin als
huisbewaarders zonder salaris maar onder genot
van vrije huisvesting aan te stellen en een crediet
van hoogstens 156 te verleenen voor den aan
koop van een brandkast.,
Na tegen een volgende vergadering de vraag
aau de overweging der leden te hebben aanbe
volen in boeverre het billyk is de schade; door
den diefstal veroorzaakt, ten laste van den ont
vanger te doen komen, sloot de voorzitter de
vergadering.
Heden is onverwachts te Hulst overleden de
heer Ch. C. P. Pierssens, burgemeester dier ge
meente en lid van de provinciale staten van Zeeiand.
De koninklyke familie is gisteren in welstand
te 's Gravenhage aangekomen, en begaf zich in
een open rijtuig naar het paleis, luide door een
talrijke menigte toegejuicht.
De koning zag er goed uit.
De prjjzen der edele metalen, benoodigd in 1888
voor de gedenk-, prya- en eerepenningen, welke
gedurende gemeld jaar aan 's rjjks munt ver
vaardigd worden, zyn, in overleg met het munt-
college en den muntmeester, bepaaldvoor het
goud van 0.983 fijn op f 1720' per kilogram
voor het zilver van 0.985 fijn op 88 per
kilogram.
Naar het Dagblad verneemt zal de majoor
Vermeulen - te Njjmegen tot luitenant-kolonel
bevorderd en naar Bergen op Zoom overgeplaatst
worden.
Een wetsontwerp, strekkende om de pakketvaart
in den Indischen Archipel aan eene inderdaad
Nederlandsche maatschappij op te dragen, is ge
reed en zal, naar de regeering vertrouwt, spoedig
genoeg de staten-generaal bt niken, om vóór
April te kunnen worden vastgesteld.
In haar antwoord op het voorloopig verslag
der Eerste kamer over de Indische begrooting
wijst de Regeering op verschillende maatregelen,
door haar in het belang van den inlander genomen,
doch erkent gaarne dat daarin niets kan gezien
worden dan eene poging om naar beste weten
te voldoen aan hetgeen zy als haren eersten plicht
beschouwt.
Dat de gouvern.-koffiecultuur dreigt te ver-
dwjjnen, moet ten stelligste worden tegengesproken;
er is inderdaad geen reden om zich over te geven
aan zulk eene pessimistische beschouwing als in
het verslag voorkwam, en ten onrechte wordt
daar ook gesproken van weifelende inzichten der
regeeringen; de regeering heett alleen, na eene
ernstige proef, de zg. intensieve cultuur weder
laten varen.
Er zyn streken, waar de cultuur naeenigentyd
niet kan worden voortgezet. Maar daaruit volgt
nog niet dat men op die wjjze de gouv.-koffie-
cultuur op Java t.it een langzamen maar wissen
ondergahg brengt. De noo'zakeljjkheid om na
verloop van tijd de cultuur los te laten zal alleen in
die streken bestaan, die er zich minder voor eigenen;
maar in de overige, duB daar waar de cultuur
voor de bevolking voordeelig is, evenals voor de
schatkist, is hare opheffing alleen te vreezen by
bereiking van het einddoel, in art. 56 reg.-regl.
in uitzicht gesteld. Overigens is den minister geen
enkel bericht bekend, waaruit bljjbt dat door de
ambtenaren niet alles wordt gedaan om de op
brengst der gouv.-cultuur in stand te houden.
De suikercultuur heeft door verbeterde werk
wijze en bezuinigingen zich sterker gemaakt tegen
over de concurrentie, die zy, naar vertrouwd
wordt, zal kunnen volhouden, zij het dan ook niet
zonder inspanning.
Wat aangaat de zelfstandigheid der ambtenaren
tegenover den landvoogd, een teit is het zegt
de minister dat de adviezen over belangryke
zaken vaak genoegzaam uiteenloopen, om de over
tuiging te schenken dat die zelfstandigheid in het
uiten van een oordeel over het algemeen niet te
wenschen overlaat. Werden echter die adviezen
openbaar gemaakt, dan zouden de ambtenaren zich
zeker minder openhartig en vertrouweljjk uitspre
ken dan nu geschiedt.
Er bestaat geen bezwaar om mededeeling te
doen van de motieven, die den gouverneur-generaal
terughouden van de herroeping van het uitzet-
tingsbesluit Sol-De Sturler. Maar voor hetoogen-
blik is den minister alleen bekend; dat de land
voogd tijdens de laatst bekende overweging van
de zaak van oordeel was, dat rust en orde gevaar
zouden loopen, indien genoemde personen toen
reeds op Tjiomas terugkeerden. Met de gronden
voor die meening verwacht de minister in kennis
te worden gesteld wanneer by eene nieuwe over
weging, die noodig zal zyn wegens het tjjJelyk
karakter van den maatregel, die gronden nog
gelden.
De bladen, met de jongste mail aangebracht en
gedateerd 25 Nov., melden de volgende bijzonder
heden over den benenden aanval op de benting te Edi
Den 6 Nov. in den vroegen morgen, immers
ten ongeveer halt zeven, werd de benting te Edi
door ongeveer 80 welgewapende Atjehers aange
vallen. De aanvallers behoorden tot de bende
van Toekoe Aboe en waren, behalve met kle<
wangs, ook met geweren gewapend. Bovendien
hadden zy verscheiden doelmatig ingorichte storm
ladders te hunner beschikking en waren voor
zien van 15 flesschen petroleum om den rooden
haan in de benting te doen kraaien. Zy werden
echter door de onzen uitstekend ontvangen, want
na een kwartieruurs lagen 51 Atjehers tegen den
grond, terwyl wy slechts éen gewonde bekwamen,
namelyk een Europeesch fuselier, die een klewang-
houw over de pols kreeg. De Atjehers waren
verkleed als politie-oppassers, en slim als altyd,
hadden zy de veldverkenning, bestaande uit 1
onderofficier en eetnge manschappen, ongedeerd
laten passeerenmisschien hadden de sloebers
wel plan tegelyk met de terugkeerende verkenning
in de benting te dringen. Onder de gesneuvelde
Atjehers vond men een aanvoerder, op wiens ljjk
men een prachtigen gouden rentjong ontdekte ter
waarde van een paar duizend dollars.
Over den aanval op Poeloe Bras wordt 't vol
gende gemeld.
Het 14e bataljon rukte den 12 Nov. naar Poeloe
Bras om aldaar een talrjjke bende Atjehers van
Toekoe di Tiroe te verjagen. De troepen waren
voor 10 dagen van vivres voorzien, terwyl den 13
daaraanvolgende nog een compagnie van het 2e
bataljon, groot ISO man, ter versterking werd
gezonden. Toen kort daarop bericht werd e*i«