N° SOS-
ISO
1887.
Zaterdag
24 December.
1 FEUILLETON.
Middelburg 23 December.
INGESNEEUWD.
Onderwijs.
Rscïitsgaken,
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 8/m, franco 2.
Afzonderlijke noinmers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels /l.E
iedere regel meer f 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze oourant behoort een BIJVOEGSEL.
Het korte,
Een KERSTVERHAAL.
MIDDELBURGS» COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon te Goes:: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van teb Peul, te Zierikzee: A. C. de Moou.te TholenW. A. van Nxeuwenhhuzen en te Terneuzen: L. van Wijck.
Verier worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomenen nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgk van Ditmah te Rotterdam, en de firma Erven B. van de*
Kamp te Groningen, voor de Noorielpe provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie„ John F. Jones, opvolger
ülaandag a. Tweeden Kerstdag
wordt geen nommer der Mlddelburg-
sche Courant uitgegeven.
kernachtige woord, door het bestuur der
Liberale unie tot hare leden gericht, zal onge
twijfeld onder de liberale partij een gunstigen
indruk maken.
Geen overvloed van woorden maken, zooals
met dergelijke stnkken wel eens het geval is,
het begrijpen der bedoeling daarvan moeilijk;
de leden van het bestnur hebben gestreefd
naar beknoptheid en duidelijkheid.
Wat zij den liberalen kiesvereenigingen
aanbieden, kan dienen als een eenvoudig maar
daarom toch veelzeggend programma, waarmee,
naar ons inzien, alle schakeeringen der vrij
zinnige partij zich kunnen vereenigen.
Dat de aangevangen enquête worde voort
gezet, de liberalen zullen het zeker, en
met hen wel de groote meerderheid der tegen
partij, wenschen, terwijl het een meer dan
dringende eisch van het oogenblik is dat in
het belang van de arbeiders, hun kinderen en
vrouwen maatregelen worden genomen ter ver
zekering van hun rust en van hulp voor hen
bij ongelukken, ziekten, ouderdom en over
igden.
Niet van heden of gisteren dringen die
eischen zich meer en meer op den voorgrond;
wij hebben waarlijk ons op dit punt niet vrij
te pleiten van gebrek aan voortvarendheid;
zij het ook dat als verzachtende omstandig
heid de politieke toestand van ons land mag
genoemd worden.
Verbetering van het vakonderwijs is ook een
dringende behoefte van het oogenblikeven
zeer als de invoering van leerplicht.
Persoonlijke dienstplicht en verbetering in
onze levende strijdkrachten hoe lang wordt
daarop reeds aangedrongen
En wij behoeven slechts het woord belas
tingstelsel te noemen, om ons een gansche reeks
van gebrekkigheden te herinneren, lappen op
een oud, versleten kleed, dat telkens versteld
wordt maar waarvoor men huiverig is een ge
heel nieuw te nemen. En boven aan de
lijst van verbeteringen staat eene progressieve
Uit het Duitsch.
Van GERHARD WALTER.
„Onaangenaam, om den Kerstavond in nw
ouderlijk huis door te brengen, Oskar?" vroeg
Clara. Als nwe onders mij niet de deur. wijzen
als een landloopster, dan heb ik met zulk een
feestbezoek mijn zending als vredestichtster reeds
half volbracht!"
„Kom dan mee bij ons. Wij knnnen altijd
nog op de een of andere wijze een boodschap
aan uw oom zenden, dat hij zich niet ongernst
over u moet maken."
„O, die is zoo gauw niet ongerustals de
post niet aankomt denkt hg er verder niet
over na
„Heerlijk! Nu wordt het eerst een echt
Kerstfeest. Laat ik uw kleine handje maar vast
houden."
Zoo zaten zij samen in dat onstuimige weer.
als twee groote kinderen die op elkaar ver-
trouwden. Maar zij waren toch geen kinderen meer.
Er waren verscheidene jaren over heengegaan.
Nu sloeg de slede een langen smalien weg in
Hot duurde echter niet ljpg of Frits hield stil
en wees met de zweep vooruit.
«Mijnheer, het gaat niet. Wij komen er
inkomstenbelasting, waarmee gepaard moe
ten gaan afschaffing van accijnzen op eerste
levensbehoeften en vermindering van heffingen»
welke te eenzijdig den druk leggen op handel»
landbouw en bedrijf.
De laatste eisch, in de circulaire van het
t/wie-bestuur gesteld, om de gebrekkige voor-
loopige regeling van het kiesrecht, in de
additioneele artikelen vervat, door een defini
tieve te doen vervangen, gaat gepaard met
bet verlangen om dit te doen geschieden vóór
dat de tweede kamer voor de eerste maal
wordt vernieuwd.
Als de liberale partij thans, in overeen
stemming met deze circulaire, dien eisch doet
hooren, dan geeft zij een bewijs van haar onpar
tijdigheid. Wat de nieuwe regeling brengen zal,
is voor ieder een gesloten boekwellicht behaalt
zij winstmaar meer kans is er op verlies.
Doch afgescheiden daarvan, is het een liberale
opvatting om nu reeds te vragen vrijgevige
toepassing van het voorschrift der grondwet,
waardoor het kiesrecht op breederen grondslag
worde gevestigd.
En dat de eisch om persoonlijke invulling
van het stembiljet geheel in onzen geest is,
weten onze lezers reeds lang.
Wij twijfelen geen oogenblik of dit program^
dat een waarlijk vooruitstrevenden geest ademt,
zal algemeen sympathie wekken en bevorder
lijk kunnen zijn aan meerdere aaneensluiting
der verschillende schakeeringen in die partij.
Zelfs de meest geavanceerden onder de libe
ralen zullen, naar ons gevoelen, met dat pro
gramma zich kunnen vereenigen omdat he't
voldoet aan de eischen, van alle kanten "ge
steld.
En te meer is dit programma ons welkom
op dit oogenblik, omdat een groot deel der
anti-liberalen in de daarin uitgedrukte wen
schen de afspiegeling van hun eigen verlangen
moeten zien, en het den eerlijken bestrijders
der liberalen nog bijtijds de oogen moet
openen, vóór zij meewerken aan het weder in
het leven roepen van een verbond, dat reeds
te lang heelt voortgeduurd, en waaraan het
gewenscht ware dat de nieuwe toestand een
einde make.
Het op de deputaten-vergadering aangenomen
voorstel geeft daarop echter weinig uitzicht,
tenzij de onafhankelijken onder de anti-revo-
lutionnairen zich daaraan niet onderwerpen.
In ieder geval is voor de naaste toekomst,
nu allerlei nieuwe elementen het kiezerscorps
komen versterken, een meer geavanceerd op
treden der liberale partij gewenschten tegen-
niet door. De sneeuw ligt hooger dan de paarden
groot zijn
Goed, dan hier het hek door, den akker op,
zooals ik zei maar voorzichtig."
„Dat zal mooi scheef gaan", bromde Frits
en trok de voorste paarden om. „Als ik maar
zien kon wij komen niet voor vier uren thuis."
Langzaam, stap voor stap ging het voort over
den omgeploegden akker; nu eens diep door de
sneeuw, dan krassend over kale plekken; nu
zakten de voorste paarden in een kuil en moesten
er met alle macht uitgetrokken wordendan
zwoegde het vierspan een poos langs den wal.
Het gesprek in de slede was verstomd; op het
bonten dek lag een dikke sneeuwlaag.
„Zijn wg haast aan den landweg vroeg
Oskar.
„Ik weet het niet. Als ik de drie eiken
op den Bronheuvel maar eens in het gezicht kan
krijgen. Hemel nog toe! daar ligt de merrie"
riep Frits ontsteld uit en nu moest het dier
weer met groote moeite opgeholpen worden
dat kostte ook weer veel tijd.
„Goed dat ik mijn Brandeburger laarzen
aan heb!" zei Oskar, toenhij weer naast zijn
buurvrouw In de slede plaats nam, „maar ik heb
er toch sneeuw boven in gekregen I Hebt gij
het niet koud
Zij laebtte vriendelijk en dat deed zijn moed
hericveu. Frits vloekte en raasde onvtrhoieu;
maar de sneeuwjacht stoorde er zich volstrekt
niet aan. De paarden kwamen hijgend, langzaam
over hare bestrijders samensluiting dringend
aoodig. En ook als middel daartoe verheugen
irij ons in het flink optreden van het bestuur
der Liberale Unie.
Wij hebben nu moed dat de tegenstanders
te vroeg juichten, toen zij zich reeds ver
heugden over de te verwachte verdeeldheid in
de liberale gelederen.
In de gisteren gehouden zitting der tweede
kamer verklaarde, bjj de verdere behandeling der
spoorwegbegrooting, de minister zooals wjj nog
in een deel der oplaag van ons vorig nommer
konden melden dat omtrent de onteigeningswet
ten behoeve der verplaatsing van de Diezebrug,
ter uitbreiding van het stations-emplacement te
's Bosch de overweging voortduurt.
Oi de uitbreiding van het station te Tilburg
kan geschieden zonder af te wachten de aanhan
gige arbitrale uitspraak betreffende de Grand
Centraldurfde de minister niet beloven.
Een amendement tot inkrimping van den post
voor uitbreiding van het station Tilburg is aan
genomen met 42 tegen 26 stemmen, terwgl een
amendement tot inkrimping der onvoorziene uit
gaven verworpen werd met 42 tegen 27 stemmen.
De spoorwegbegrooting is daarop aangenomen.
De kamer heeft verder tot 's nachts 1 uur
voortgewerkt. Uitvoerig is gedebatteerd over
het voorstel-Schepel c. s. betreffende de inrichting
van 3 proefstations voor den landbouw. Tenslotte
werd een memoriepost aangenomen zonder bepaling
van een aantal en met het doel om de regeering
in de gelegenheid te stellen zelve het beginsel uit
te werken in een wetsontwerp.
Bjj de afdeeling posterjjen verklaarde de minister
zich niet ongeneigd tot verlaging van het port
voor drukwerken naar België en tot verhooging
van het maximum-gewicht voor het 1 cents porto
der kleine pers. Voorts kondigde de min. eene
verlaging van het O. en W.-I. briefport aan tot
15 cents per 15 en 30 cents per 30 gram of
daarboven.
Tusschen 12 en 1 uur werd de algemeene dis
cussie gevoerd over de begrooting van koloniën,
waarbjj de heer Keuchenins weder zijne grieven
uiteenzette tegen het beleid van den gouverneur-
generaal, meer bepaaldelijk wat Tjiomas betreft.
Men meldt ons uit Vlissingen, dat daar heden
in den ouderdom van 64 jaar is overleden de
heer E, G. J. Stuart, hoofd der openbare school E,
Arrondissements-Bechtbank te Middelburg.
In de gisteren gehouden zitting is nog vtroor-
deeld J. v. B. 36 j., hvr. van J. R,, zonder
beroep, Wemeldinge, wegens baldadigheid tot
.50 boete sub3. 1 d.en vrijgesproken J.
voor uit,op den steeds moeilijker wordenden weg
Eik oogenblik was er een nieuwe hinderpaa.
Frits baalde dan eens rechts, dan eens links uit.
Eensklaps hield hij, na jeen langen rit kris en
kras, langs bekken, dammen en slooten, weer
stil en riep, terwijl hij zich de sneeuw uit de
oogen wreefi „Mijnheer, wij zijn verdwaald. Ik
weet niet waar ik heen moet. Wij zijn tusschen
de weilanden van Damos. Voor ons ligt ijs
maar ik weet niet of wij er voor of achter in
gekomen zijn. De paarden moeten een kwartiertje
hier achter den wal staan het is moorden, zulk
rijden
De luitenant stapte weer uit de slede. „Goed.
Blijf hier wachten. Ik zal zien of ik geen weg
kan vinden." Dit zeggende verdween hij. Angstig
voorover gebogen zat het jonge meisje zich in te
spannen om hem in het oog te honden. Nu hij
niet meer naast haar zat, rilde zij van koude en
angst. Zij keek op haar horloge. Half drie
drie en een half unr waren ze onderweg en
wisten niet waar zij waren en dat op Kerst
avond! Het begon al donker te worden op
zulk een duisteren dag. Als de avond ons
overviel en Oskar nu ook verdwaalde. Frits
klapte zoo hard als hij kon met de zweep tot
signaal. De wind gierde en huilde om haar heen;
de scherpe, fijne, kristallen punten sloegen
haar in bet gelaat; maar zij dacht er niet aan
den baschlik neer te slaan. Daar dook de
lange gedaante van Oskar, in zwarte ointreakuu
uit de sneeuw op. Zij slaakte een zucht van
v. D. 27 j., schipper Hontenisse, beklaagd van
diefstal.
Efen ontrouw ambtenaar.
(Slot.)
Heden morgen te 10 uren werd het gisteren
afgebroken getuigenverhoor in de zaak van den
gewezen postbode J. F. van V. voor de recht
bank voortgezet.
Als elfde getuige trad op de landbouwer J. de
Klerk, te Spui, die verklaarde op 6 Ang. een
som van ƒ33.184 aan bekl. te hebben ter hand
gesteld, teneinde dat geld op het postkantoor te
Terneuzen per postwissel te verzenden aan den
rijks-ontvanger te Sas van Gent, welk geld niet
is terechtgekomen en opnieuw door getuige is
moeten worden voldaan.
Deze getuige deelde mede dat dit de eerste
maal was dat hij per postwissel geld overmaakte,
hij heeft daar dus geene opvroolij kende onder
vinding van opgedaan.
De rijks-ontvanger, hierop gehoord, herhaalde
zijn gisteren afgelegde verklaring dat het geld
door hem niet ontvangen is.
Noussen te Driewegen was de volgende getuige.
Deze verklaarde, zooals in de in ons nommer
van gisteren opgenomen dagvaarding in het breede
is omschreven, dat in Januari zijn vrouw aan
bekl. een brief met twee papieren dollars heeft
overhandigd, bestemd voor J. Noussen in Ame
rika, dat hij zelf later f 20 aan v. V. heeft ge
geven om daarvoor een postwissel aan hetzelfde
adres te verzenden en eindeljjk dat hem door
bekl. is ter hand gesteld het ter zitting aanwezig
bewijs van storting.
Door den verdediger werd gevraagd of er geen
voorschrift ia dat de besteder geen brieven mag
aannemen bij de bas, waarop de heer Noest
antwoordde dat tegen het aannemen geen bezwaar
is, terwijl ook bekl. verklaarde dat dit meermalen
gebeurde.
Als dertiende getuige werd gehoord de vrouw
van Noussen, wier verklaring met die van haar
man overeenstemde.
Alsnu legde J. P. Scheele, te Driewegen woon
achtig, zijne getuigenis af. Hij verklaarde van
een zijner handelsvrienden op een brief zijnerzijds
bericht ontvangen te hebben dat aan zijn adres
uit Rotterdam een postwissel, groot 10.50, is
afgezonden. Hij verklaarde verder, toen hem de
gekwiteerde postwissel vertoond werd, dat hij
niet de steller was van zijne daarop voorkomende
handteekening.
A. van Dalen, assistent aan het postkantoor te
Terneuzen, vijftiende getuige, verklaarde nimmer
te hebben opgemerkt dat bekl. zijn plicht ver
zuimde. Hij verklaarde, op een desbetreff nde vraag
van den voorzitter, verder nooit het zakboekje
te hebben nagezien, wijl hij niet wist dat hij
daartoe verplicht was.
Daarop vrerd C. de Zeeuw te Hoogendijk
gehoord, voor wien op 4 Nov. op het postkantoor
Terneuzen aan bekl, een brief was ter hand ge
verlichting en leunde achterover. Zoo was het
in haar jeugd ook altijd geweestals hij er maar
bij was, was ze nooit bang, als de paarden op
hol gingen of als do booze stier haar met zijne
horens dreigde, en hoeveel tranen had zij over
die ongelukkige kibbelpartij vergoten, waaraan
zij eigenlijk schuld was geweest: zij had hem
tegen zijn zin tot dien ongelukkigen roeitocht
overreed -— en door de dwaasheid van haar oom
was de strijd later in volkomen vijandschap
ontaard, waardoor de omgang geheel verbroken
werd.
„Langzaam, hier langs den wat en dan links
door dat hek; daar voert een spoor rechtuit over
een land, by na geheel zonder sneeuwdat moet
naar een menscheiijke woning voeren. Als de
avond maar niet valt. Wij hebben nieuwe maan,
en bij dit weer wordt het pikdonker, zonder een
straaltje om ons bij te lichten."
Met moeite ging het weer vooruit. De luitenant
leidde de voorste paarden bij den toom. Daar
verrees iets langs, iets zwarts op zij van den
weg.
„Nu weet ik, waar wij zijn, mijnheer; dat
is het dennenbosch van Kleindttritb en daar
achter ligt de herberg„In den groenen jager."
Nu zijn wij er mooi aan toe. Het is onmogelijk
om naar huis te komen. Wg zijn twee uur van
Grossenmoor af, en Bij dit weer kan ik den weg
in 't donaer niet vinden, 's Zomers hij mane
schijn is liet al erg genoeg. Wg moeten in de
hesberg uitspannen,"