N° 291.
130® Jaargang!
1887.
Zaterdag
10 December.
Middelburg 9 December.
Kerknieuws.
Rscïitsga&en.
Dit blad verschijnt d a g e 1Q k s;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen^
Prijs per 8/m. franco ƒ2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels /l.BO
iedere regel meer f 0.20.
Groote stters worden berekend naar plaatsruimte;
Een belangrijke arbeid.
MIDDELBURGSCHE COIIRANT.
W
!£R
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. "W. Bolland, te Kruiningen: P. van deb Peul, te Zierikzee: A. C. de Moon,te TholenW. A. van Nieuwenhtjijzen en te Terneuzen: L, van Wijok.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nuwh&van Ditmab te Rotterdam, en de firma Erven B. van der
Kamp té Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe Cie., John F. Jones, opvolger.
ui
Slot
Door den minister van binnenlandsche zaken,
zoo zegt de heer Hogerwaard in de inleiding
van zijn werk, werd bjj de benoeming van den
raad van den waterstaat, aan dezen opgedragen,
zjjne excellentie voor te lichten omtrent de wijze,
waarop de onderzeesche oevers op de meest be
dreigde punten der calamiteuse polders van Zeeland
behoorden te worden beveiligd, en in verband
daarmede werden eenige vragen gesteld.
Dientengevolge stelde die raad, in het meermalen
aangehaald verslag, den minister het eerst in ken
nis met:
a de meest bedreigde oevervakken in Zeeland
b de wjjze waarop naar zjjn oordeel die meest
bedreigde punten behoorden te worden beveiligd
c den tjjd (ongeveer 10 a 12 jaar), waarin de
daarvoor vereischte werken zouden kunnen worden
uitgevoerden
d de kosten, daarvoor vereischt.
Sedert het uitbrengen van dit verslag waren
er, toen de heer Hogerwaard als provinciaal hoofd
ingenieur optrad, ruim 20 jaren verloopen.
Ofschoon nu in die jaren veel tot bevestiging
der Zeeuwsche oevers was gedaan, toch was er
ook nog veel nagelaten, wat de raad als noodig
had aangegeven, terwjjl de uitgaven, door hem
voor de bekostiging van de voorgestelde verbete
ringen en versterkingen begroot, verre waren
overtroffen, evenals de jaarlijksche kosten van
onderhoud, door den raad aangegeven, ontoerei
kend bleken te zijn.
Onder die omstandigheden meende de heer
Hogerwaard het zeer gewenscht te zijn, eens na
te gaan op welke wijze sedert 1860 tot bevestiging
onzer oevers en dijken was gewerkt, en hoe hjj
den toestand bp zjjn optreden had gevonden.
Hoe gaarne hij nu ook zijn onderzoek tot de
provincie in haar geheel zou hebben uitgestrekt,
meende hij dat dit werk te uitgebreid en tjjdroo-
vend zou zjjn geweest, weshalve hjj zich dan ook
alleen heeft bepaald tot de meest aangevallen
oevervabken, zonder echter een bepaalde volgorde
in acht te nemen, waarbjj door hem nog in het
oog zou worden gehouden, op welke wjjze het
best in de toekomst kan worden gewerkt.
Ziedaar in weinig woorden het doel en de
strekking van des schrjjvers werk.
Het spreekt wei van zelf dat, nu de scbrjjver
de meest aangevallen oevervakken zou behandelen,
zjjn oog zich dadeljjk naar den calamiteusen
Nieuw-Neuzenpolder richtte, waaraan dan ook
het eerste stuk geheel is gewjjd.
In het tweede stuk bespreekt de sehrjjver het
eiland Noord-Beveland, en wel de in de laatste
jaren zoo geteisterde Noordkust, als de Anna
Friso-, Toorn-, Sophia- en de Vlietpolders.
Na daaraan zjjn aandacht gewjjd te hebben
gaat hjj andermaal de Wester-Schelde over om
den oever voor het waterschap De vereenigde
polders van Ossenisse, zoogenaamd land van Hulst,
te bespreken, terwjjl hjj in bet vierde stuk ons
eene beschrijving geeft van den linkeroever van
den mond der Wester-Scbelde, en wel dat kust-
vak, voor ons het meest belangrijke, hetwelk
zich uitstrekt van de grensscheiding met België
tot aan de haven te Breskens, ongeveer 3 uur
gaans, bevattende de oevervakken van de pol
ders Oud- en Jong-Breskens, Groede en Baanst,
Adornis, Groote Sint Anna, Nieuwenhoven, Tien
honderd en Zwarte, de watering van Cadzand en
het waterschap der Sluis aan de Wielingen.
Om de waarde van den inhoud van deze afle
vering voor onze streek maar eenigszins te doen
uitkomen, wjjs ik op de daarin voorkomende
belangrjjke geschiedkundige aanteekeningen, hoe
beknopt ook; op de beschouwing van den heer
Hogerwaard van den tegenwoordigen waterstaat
kundigen toestand van dit kustvak, en eindeljjk
op zjjn stelsel van oeververdediging bjj vermeerde
ring van stroomaanval, dus bjj meerder gevaar.
Bekruipt mjj de lust hier in eene meer gede
tailleerde beschouwing dezer aflevering te treden,
ik meen dat dit minder in een algemeen provin
ciaal blad voegt. Voor het doel, dat ik op
het oog had, namelijk: om de aandacht onzer
waterschapsbesturen meer en meer op dit belangrjjk
geschrift van den heer Hogerwaard te vestigen
en dit meer algemeen bekend te doen worden,
^cbt ik het aangeroerde, hoe gebrekkig ook,
genoeg, terwijl uit een en ander de gevolgtrekking
mag worden gemaakt dat, waar het toezicht er
het beheer onzer provincie op het gebied van
den waterstaat, aan zulke handen is toevertrouwd,
onze bodem vrijwel bewaard mag worden geacht.
't Is waar, tegen het bovenmenscheljjke schieten
de menscheljjke krachten vaak te kort en bestaat
er altjjd mogeljjkheid, zooals de raad van den
waterstaat op het einde van zjjn verslag opmerkt,
dat algemeene dijkbreuken en overstroomingen,
evenals in lang vervlogen eeuwen, in den Zeeuw-
schen bodem een belangrjjke verandering en wijzi
ging kunnen brengen.
Hierdoor en door de op onze kusten immer voort
durende verraderlijke werking van den stroom bij
eb en vloed, bekruipt ons wel eens eenige vrees,
en vragen wjj ons zelven soms af, als wjj onze
blikken wenden naar de zoo geteisterde noordkust
van Noord-Beveland, of het aan de wetenschap
en de ervaring onzer vroede waterstaatsmannen
altjjd zal blijven gelukken, dat zoo schoone, in den
laatsten tjjd naar het schjjut eenigszins verarmde,
eiland, met zijne vruchtbare akkers en prachtige
dorpen te bljjven behouden en of dit niet eenmaal
van de kaart van Zeeland zal verdwijnen.
Wjj hopen van neenDoch wanneer dit helaas
in het boek der toekomst zou moeten vermeld
worden, dan twjjfelen we er niet aan, of het na
geslacht zal in de onmiddellijke nabjjheid van die
plaats, aan de boorden van den Sloedam en meer
Oostwaarts op, aan de oevers van de Ooster-
Schelde, wederom rjjke landaanwinningen en
talrjjke inpolderingen aanschouwen, waarin nette
dorpen zullen zjjn verrezen, njjvere bewoners zich
zullen hebben gevestigd, om den nieuwen bodem
zjjne schatten te ODtroovenen daardoor ook
mijn inziens de niet gewaagde stelling worden
bevestigd: dat in de eeuwigdurende veranderlijkheid
van den Zeeuwschen bodem het eeuwigdurend bestaan
van Zeeland is verzekerd.
Scb. W. 0. d. S.
De leden der Tweede kamer, de heerenmr R. P.
Mees RAzH, E. B. Kielstra, dr H. J. A. M. Schaep-
man, mr F. J. M. A. Reekers, J, E. N. baron
Sehimmelpenmnck van der Oye, jhr mr K. A.
Godin de Boautort en mr J. G. Gieicbman, benevens
de heeren mr S. A. Vening Meinesz en jhr mr
J. H. F. K, van Swinderen, leden der Eerste
kamer, zjjn benoemd tot ridder van den Neder-
landschen Leeuw.
Voorts is den heer jhr mr G. C. J. van Reenen,
vice-president van den raad van state, het
grootkruis dier orde verleend.
Thans wacht nog zeker de minister-president
op eene belooning voor de medewerking en zorgen
inzake de grondwetsherziening.
Bjj circulaire van den commissaris des konings
zjjn de betrokken gemeentebesturen uitgenoodigd
voor 1 Februari a. s. ingevuld terug te zenden
een daar bjj gevoegd formulier, bevattende vragen
omtrent arbeiders in fabrieken en werkplaatsen
boven de tien personen.
Behalve namen van fabrikant of werkbaas,
plaata en soort van fabriek of werk behoort te
worden opgegeven h#t aantal werklieden, ingedeeld
naar geslacht, burgerlijken staat en ouderdom (de
laatste varieërende tusschen 12 en 18 jaar.
Deze statistiek moet strekken om de eventueele
hervatting van het parlementaire onderzoek naar
de werking der wet op den kinderarbeid te ver
gemakkelijken.
Benoemd tot gezworen van den Deurloopolder
G. C. M. Geluk; tot gezoren van den Nieuw-
Othenepolder G. P. Butler; tot plaatsvervangend
djjkgraaf van den Magdalenapolder C. J. Sturm
en tot lid van het bestuur der waterkeering van
den calamiteusen polder Burgh en WeBtland I.
van Zujjen,
Benoemd, met ingang van 12 Januari a., tot
directeur van het post- en telegraafkantoor te
Yerseke, R. Nicolaï, thans in gelijke betrekking
te Blokzjjl.
De cholera te Malta heeft opgehouden epide
misch te heerschen, en de haven aldaar is niet
meer besmet verklaard.
Naar aanleiding van hetgeen in de memorie
van antwoord op het voorloopig verslag der be
grooting van oorlog omtrent het met hem gebeurde
wordt gezegd wjj deelden dit dezer dagen
mee, heeft de heer dr K. W. Gratama, gep,
dirig. off. van gez. 2e kl. zich met een adres tot
de tweede kamer gewend, waarin hg ten slotte
echrjjH
„Ik ben dus niet schuldig bevonden aan de
onregelmatigheden mg door de pers ten laste ge
legd, maar er hebben volgens de memorie van
beantwoording, blijkens een ingesteld onderzoek,
feiten plaats gegrepen.
Als chef van het militair hospitaal zjjn mg
echter deze feiten niet medegedeeld, en is mg het
ingesteld onderzoek niet bekend.
Wel zgn mg betreffende de onregelmatigheden
schriftelgk inlichtingen gevraagd door den heer
inspecteur van den geneeskundigen dienst der
landmacht, en heb ik uit eigen beweging tweemaal
een onderhoud gehad met den heer minister van
oorlog en met den inspecteur. Op mgn schriftelgt
verzoek werd omtrent deze zaak een nader onder
zoek ingesteld door den heer dirigeerend officier
van gezondheid le klasse in het 2e district van
den geneeskundigen dienst, dat zich echter bepaalde
tot het doen van drie schriftelijke vragen, welke
door mg mondeling werden beantwoord.
Dat ik derhalve verlang bovenbedoelde feiten
te kennen, teneinde mg te kunnen verantwoorden,
behoeft wel geen betoog.
Mgn naam heeft door de geschiedenis der
„onregelmatigheden," waaraan ik onschuldig ben
bevonden, al genoeg geleden, om nu weerzonder
protest te dulden, dat er opnieuw een blaam op
wordt geworpen.
Het is daarom, dat ik mg met vrgmoedigheid
tot u wend, met het dringend verzoek het daarheen
te willen leiden, dat op deze feiten het volle
licht valle."
De beer S. baron van Heemstra, te Sassenheim,
door de anti revolutionaire kiesveroeniging te
Leiden candidaat gesteld voor de Tweede kamer,
heeft bedankt. Door de vereeniging is nu tot
candidaat gekozen mr Th. Heemskerk, advocaat
te Amsterdam, zoon van den minister,
Mr P. L. F. Blussé heeft de liberale candidatuur
aangenomen.
Door de rapporteurs over de begrooting van
binnenlandsche zaken is voorgesteld, het artikel
voor subsidies voor landbouwonderwgs te ver
minderen tot 13.500, zijnde het bedrag der twee
nu voor afdoening vatbare aanvragen. Ook de
rapporteurs wenschen dat eerlang voor die zaak
meer zal kunne worden uitgetrokken, maar het
schgnt hun ongi motiveerd, thans een post van
20 000 uit te trekken, daar inrichtingen welke
nu nog geene aanvraag deden in 1888 wel geen
uitgaaf zullen eischen. Het beginsel kan men
dus goedkeuren door toe te staan wat thans
noodig schjjnt te zullen zjjn.
Ook de subsidies voor restauratie van de torens
te Delft en Groningen, ad 5.500, wenschen zjj
te schrappen, omdat hier, rpkshulp niet volstrekt
noodig schjjnt, alsook om de consequentie, die
het toestaan dezer bjjdragen zou medebrengen.
In het voorloopig verslag over de Surinaamsche
begrooting wordt hulde gebracht aan het ernstig
streven van den gouverneur om de kolonie uit
haar verval op te heffen. Wel vreesden enkele
leden, dat het klimaat een bljjvende hinderpaal
zou zjjn; maar anderen wauhoopten nieten dron
gen aan op aanvulling van de werkkrachten door
immigratie, daarbjj ook doelende op de bewoners
van Java en Madura.
Algemeen had men mat leedwezen gezien dat
de vooruil zichten op eene telegraphiache verbin
ding ongunstiger werden.
Het oorspronkelijk blijspel van Henry van
MeerbekeEen ministerieele crisis, dat Woensdag
avond te Amsterdam het eerst werd gespeeld door
het Nederlandsch tooneel, heeft goed voldaan,
In vele opzichten wpht het af van de ge
wone tooneelwerken. De dialoog is geestig maar
de handeling gering. Volgens den Amst. corres
pondent der Haarl. Crt. voldeed het eerste bedrjjf
het minst en ook de eerste helft van het tweede
bleek hier en daar niet boeiend genoeg, maar het
werkelijk levendige Blot voldeed zeer en zal zeker
nog beter voldoen zoodra het vlotter gespeeld
wordt. Het beste beviel het derde bedrjjf, waar
verschillende geestige tooneeltjes in voorkomen
Zeer trof het, dat de sehrjjver gestreefd had naar
fijne geestigheid en er in geslaagd was die te
geven in den vorm van korte opmerkingen of
lange tiraden; terwjjl het trots de boekerig
heid van den dialoog genoegen deed weer eens
buiten den kring onzer Hollandsche burgerlui te
worden gevoerd. De vertolking had hier en daar
levendiger en typischer kunnen wezen.
Dezelfde vereeniging het Ned. tooneel, zal La
Tosca van Sardoa opvoeren.
Drietal te TholenDekking te Haarlemmer
meer, Klomp te 's Graveland en Van Boven te
Souburg.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Heden deed de rechtbank uitspraak in de zaak
van C. v. d. P., huisvrouw van C. d. V. te
Heinkenszand, die de vorige week terecht stond,
beklaagd van moord op haar 8-jarig zoontje.
De rechtbank veroordeelde bekl., die haar
vonnis snikkende aanhoorde, tot 15 jaren gevan
genisstraf.
Zooals men zich zal herinneren strekte de
eisch van het O. M. tot levenslange gevangenis
straf en concludeerde de verdediger, de heer
mr W. A. van Hoek, tot hare vrijspraak, sub
sidiair tot een onderzoek door specialiteiten naar
den zielstoestand, waarin bekl. tijdens het misdrijf
verkeerde.
In haar vonnis overwoog de rechtbank dat
door de in het vonnis in het breede vermelde
bekentenis der bekl., in overeenstemming met a
de mede in het vonnis in het breede vermelde
verklaringen der getuigen B. Vermande, P.
Verdouw, J. Driedijk, F. vau der Linde, P.
Saaman en Ch. Impens en b door het rapport
der deskundigen G. C. Schilham en dr A. Isebree
Moens en hunne daarmede overeenstemmende
verklaringen als deskundigen, breedvoerig in 't
vonnis gerelateerd, de rechtbank het wettig en
overtuigend bewijs geleverd acht dat de beklaagde
'n den nacht van 14 op 15 Juni 1887 in de schuur
harer woning te Heinkenszand opzettelijk haar
8 jarig zoontje Cornelia van het leven heeft
beroofd door het met een scheermes den hals af
te snijden.
Verder overwoog de rechtbank ten aanzien
van den voorbedachten raad: dat de onwaarheid
niet is gebleken van de bewering der bekl. dat
zij het bed heeft verlaten met het voornemen oai
zichzelve het leven te beneman; dat dit voorne
men derhalve moet worden aangenomen en getuigt
van de hevige gemoedsstemming, waarin zij ver
keerde; dat evenmin is ontzenuwd hare opgave,
dat de gedachte om haar kind te doodeu bij
haar is opgekomen, toen zij op 't punt was zich
zelve te dooden dat zij aan die gedachte onmid
dellijk uitvoering heeft gegeven en dat de daad
in een zeer kort oogenblik is volvoerddat daar
uit volgt dat het misdrijf moet worden aangeno
men te zijn beraamd en uitgevoerd in eene
oogenblikkelijke gemoedsopwellingdie kalm
nadenken en daarmede den voorbedachten raad
uitsluitdat de op de daad gevolgde han
delingen van de bekl., nl. het afwasschen harer
handen, het zich begeven naar den 2en getuige
en haar kalm onderhoud met den 4en getuige,
niet mogen dienen tot kenschetsing der ge
moedsstemming, waarin zij bij het plegen van
het misdrijf verkeerde, dat de baar ten laste
gelegde voorbedachte raad alzoo niet is bewezen
De rechtbank gezien art. 216 W. v. Btrafv,*
spreekt haar daarvan vrg.
Nog werd overwogen dat door den verdediger
van de bekl. subsidiair, d. i. indien de reehtbi
zich van hare schuld mocht overtuigd houden,
heeft verzocht dat de rechtbank, ingevolge art.
193 W. v. strafv., de zaak zoude schorsen en
een deskundig onderzoek naar den zielstoestand
der bekl. zoude gelasten
dat echter, daargelaten of dit onderzoek zotldfl
kunnen aan het licht brengen of de bek), tijdens
het plegen van het misdrijf in meer of minder
abnormalen zielstoestand heeft verkeerd, de recht-
Oanb geene enkele reden heeft gevonden en die
ook niet door den verdediger is aangegeven, die
haar zoude kunnen doen twijfelen of de bekl.
niet gehandeld heeft in eenen toestand, die de)
vrijheid harer wilsbepaling eenigermate beperkte,
zij wijst daarom dit verzoek af.
De rechtbank overwoog ten slotte dat het hier.
voren als wettig en overtuigend bewezen feit moet
worden gequalificeerd doodslag en veroordeelde
beklaagde tot 15 jaren gevangenisstraf.
Naar wij vernemen zal de verdediger beklaagde
riet adviseeren van dit vonnis in hooger beroep
te komen.
Onmiddelijk nadat van het te Heinkenszand
afgespeelde drama het gordijn was nedergelaten
wachtte der rechtbank in eene andere, evenzeer
treurige zaak het onderzoek.
Op de bank der beklaagden nam weder e6nS
vrouw plaats, ook van moord op baar kind
beklaagd.