N° 290.
130® Jaargang!
1887.
Vrijdag
9 December,
Verspreide Berichten,
Middelburg 8 December.
Onderwijs.
Kerknieuws.
Dit blad verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 8/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Cent per regeï.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels /1.50
iedere regel meer f 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Een belangrijke arbeid.
IIIDDELBllRGSCHE COURANT.
Agenten teVlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. tan den Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A.van Ffiettwenhttuzen en te Terneuzen: L. van Wijck.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmak te Rotterdam, en de firma Erven B. van de*
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger.
ii
De kennis der droogmaking van -onzen bodem
en de verdediging ervan tegen overstrooming en
het geweld der zee, is zoo oud als die bodem zelf.
Van het oogenblik dat de eerste bewoners zich
daarop vestigden, dagteekent ook hunne werk
zaamheid rp dit gebied.
In den aanvang eenvoudig en gebrekkig, met
beperkte en onvoldoende hulpmiddelen zich moe
tende behelpen, zijn toch eindalpk in den loop
der eenwen onze inpolderingen, onze oever- en
dijksverdedigende werken tot stand gekomen,
zooals we die heden ten dage bezitten, ofschoon
nu en dan belangrijke overstroomingen en dijk
breuken de aangelegde en uitgevoerde werken
vernielden en den bodem vaak een veranderd
aanzien gaven.
Die tegenwoordige staat onzer rivieren, oevers
en dpken is zeker in de eerste plaats te danken
aan de ervaring, de kennis en de wetenschap van
hen, die zich hebben gewjjd aan de beoefening
der waterbouwkunde en aanverwante vakken, en
aan wie het beheer van en het toezicht op die
werken is opgedragen, daarbjj gebruik kunnende
maken van de sedert meer en meer bekend ge
worden deugdelijker bouwstoffen, in tegenstelling
van die welke in vroeger tijden gebruikt werden.
Als gevolg van een en ander werd ons vaderland
en vooral onze provincie dan ook in de laatste
tjjden bewaard voor de grootste rampen, die haar
vroeger bp stormvloeden nu en dan troffen en
de vreeselpkste overstroomingen veroorzaakten.
Wie zich hiervan wil overtuigen behoeft slechts
de geschiedenis onzer provincie, waarin een voor
name plaats aan de beschrijving der watervloeden
van vroeger en later tjjd is gewjjd, te raadplegen.
De meest bekende in deze eeuw zjjn die van
1808 en 1825, toen ons vaderland, maar vooral
onze provincie in ruime mate den tol betaalde,
aan het geweld der wateren en de doorbraken
onzer dpken.
Bp den stormvloed van 14 op 15 Januari van
het jaar 1808 vloeiden er ia geheel Zeeland 110
polders, terwjjl daardoor een schat van menschen-
levens verloren ging.
De kosten van de herstelling der geleden schade
bedroegen alleen voor Zeeland ongeveer zes
millioen gulden.
Wanneer we nu nog maar alleenljjk de gevol
gen van dezen eenen stormvloed vergeljjken met
die Tan de stormvloeden van 1845, 1849 1853,
18551860 1862 en 1863, welke, volgens de op
gaven van dien tjjd, in hevigheid die van 1808
en 1825 evenaarden, dan kunaen we niet genoeg
de groote verbeteringen waardeeren, welke, zjj
het dan ook met opofferiug van belangrijke som
men, aan onze waterstaatswerken zpn aangebracht.
In het jaar 1845 vloeiden er slechts een paar
kleine poldertjes, terwjjl de herstellingen der
stormschade in 1862 1863, met de daarbjj gepaard
gaande verbetering der uitgevoerde werken, nog
niet een millioen gulden vorderde,
Doch hoe deugdelijk de werken ter bewaring
onzer oevers en dpken ook schenen te zpn gemaakt,
soms bleek het dat die niet altjjd de oever- en
dpkvallen konden voorkomen of aangevallen
djjkv&kken konden behouden.
Vandaar dat de hooge regeering in het jaar 1860,
vooral met het oog op de jaarlijks terugkeerende
groote uitgaven voor het onderhoud en behoud
der waterstaatswerken in Zeeland, zich door eenige
der meest kundige onder de ambtenaren van
den rjjks waterstaat, meende te moeten doen
voorlichten omttent alles wat met dit onderwerp
in verband staat, en werd mitsdien bp beschik
king van den minister van binnenlandsche zaken
van 9 Juni van dat jaar een raad van den
waterstaat benoemd.
Ik zal ter bekorting niet in eene beschouwing
treden over den werkkring van dien raad en de
hem opgedragen taak, hoe belangrpk ook voor
de geschiedenis van den waterstaat tot 1860.
Dit ligt geheel buiten mjjn bedoeling eensdeels
omdat het te vinden is in het door den raad aan
den minister uitgebracht verslag van 30 Oct.
1861, in druk uitgegeven en verkrjjgbaar gesteld,
en ten anderen omdat de heer Hogerwaard, dit
verslag als uitgangspunt van zjjn geschrjjf aan
nemende, ons er alzoo mede in kennis brengt
yoor zoover zjjn onderwerp dit vereischt.
8ch,W. 0. P. 8.
De rechterzpde der Tweede kamer, gesteun d
door een viertal liberalen, hebben gisteren de
provincie Groningen deerlijk gedupeerd, maar
tevens het bewijs geleverd dat hare leden nog
altjjd antipathie koesteren tegen eene inkomsten
belasting, zoofat er van die zjjde allerminst eene
goede en billjjbe regeling van ons belastingstelsel
is te verwachten.
Men weet dat de provinciale staten van Gro
ningen eene progressieve inkomstenbelasting in
het leven riepen, ter vervanging van de steeds
toenemende opcenten op de grondbelasting.
Dit is natuurljjk, zooals de heer De Vos van
Steen wjjk terecht opmerkte, een denkbeeld om een
conservatief een rilling op het ljjf te jagen. De
afschaffing der opcenten op de grondbelasting was
echter des te noodzakelijker, omdat die te druk
kender zjjn wegens het beklemrecht dat in de
provincie Groningen zeer zwaar voor de beklemde
mejjers werkt.
In de stad Groningen ontstond tegen die
inkomstenbelasting groote oppositie de kapita
listen in die Btad, die weinig last hebben van de
opcenten op de grondbelasting, zjjn niet genegen
tot betaling eener belasting, welke iD de plaats
van die opcenten komt. De stad Groningen
betaalt echter weinig in de provinciale lasten;
niet meer dan billjjk dat ook hare ingezetenen
op een andere wjjze in die lasten bjjdragen.
TrotB hunne bezwaren en hunne oppositie werd
dan ook door de provinciale staten besloten tot
de invoering van een provinciale progressieve
inkomsten-belasting.
Yoor dit besluit moest echter de bekrachtiging
der staten-generaal gevraagd wordenen tot
vreugde der opposanten in de stad Groningen
heelt 'de Tweede kamer die gisteren met 38 tegen
34 stemmen geweigerd.
Vóór stemden alle liberale leden, behalve de
heeren Van Houten, Farncombe Sanders, De
Ranitz en Van Kerkwjjk, die, met de gansche
rechterzjjde, daartegen stemden.
Hunne voornaamste bezwaren betroffen de
wenschelijkheid om nu door deze kamer, die bijna
haar taak heeft afgespeeld, op zulk een cardinaal
punt eene beslissing te doen nemen en de vraag of
de provinciale staten wel bevoegd zpn zulk eene
belasting te heffen. Een der eerste daden van de
nieuwe kamer toch zal moeten zjjn de regeling
van het belastingstelsel in zjjn onderling verband
hierop nu zou, o. a. volgens den heer Farncombe
Sanders, geprejudicieerd worden door nu reeds aan
de provincie Groningen de heffing van eene
inkomsten-belasting toe te staan.
Dit gevoelen werd bestreden door den heer
Gleichman, die erop wees dat de aanhangige wet
slechts werken zou voor éen jaar en dus op die
toekomstige regeling, door art. 136 der grondwet
voorgeschreven, niets piejudicieeren zou.
Volgens hem was ook de provincie wel degelijk
bevoegd zulk eene inkomstenbelasting te heffen;
de autonomie der provinciën stond volgens hem
op dit punt vast. Wel kunnen de kamers zekere
belastingen verbieden maar zjj kunnen niet voor
schrijven, welke wèl geheven mogen worden.
Eene andere bewering dat door die belasting
de lasten werden verplaatst van de landbouwende
bevolking op de njjverheid een argument door
de ingezetenen van Groningen vooral gebezigd en
door den heer Farncombe Sanders aangevoerd
werd bestreden door den heer Goeman Borgesius,
die erop wees dat eene inkomstenbelasting juist
eene evenredige verdeeling van lasten bevordert.
Andere argumenten tegen het ontwerp kwamen
neer op dezelfde, welke tegen elke inkomstenbe
lasting worden aangevoerd. Zjj wordt, men weet
het, willekeurig genoemd of hoogst ongelijk in
den druk en geelt aanleiding tot de minst eerlijke
prak tp ken.
Alsof dit een gevolg der belasting zelve en niet
van de wjjze van uitvoering is 1
Voor de eenvoudige uiteenzetting der kwestie
door den heer Zjjlker en den minister, dat de
staten van Groningen niet onbevoegd zpn om
zulk eene belasting voor te dragenhet ontwerp
van wet niet in strjjd is met de bestaande wet-
telpke bepalingeninkomstenbelasting niet uit
gesloten van de provinciale belastingen, dus
geoorloofd en ook niet in strjjd met het algemeen
belang is bleef men doof.
Hoe welsprekend de heer Heemskerk ook pleitte
om de ingebrachte bezwaren te weerleggen, niets
baatte de tegenstanders der inkomstenbelasting,
gesteund door de liefhebbers van gelegenheids
argumenten, behaalden de overwinning.
Het is te hopen dat, de a. nieuwe kamer
ook op dat gebied eenig nieuw bloed moge ont
vangen I Wel terecht scbrjjft de verslaggever der
N. R: Crt.„Voor niet weinigen in de (tegen
woordige) kamer blpft de inkomstenbelasting het
gritr.^Ügita spook, dat men zich kan voorstellen.
Reeds het woord: inkomstenbelasting doet hen
beven. Indien eens de proef te Groningen uit
nemend gelukteIndien eens de regeering in de
verzoeking kwam de proef op groote schaal na
te bootsen 1 Hoe anders te verklaren, dat de
rechterzijde, steeds overvloeiende van klachten
over de malaise van den landbouw, een dei-
krachtigste middelen om deze te verminderen,
verwerpt; dat zjj, die anders steeds van provin
ciale en gemeentelijke autonomie gewagen, ditmaal
niet schroomden de provinciale autonomie tot
eene doode letter te verlagen
De verslaggever van het Vaderland eindigt zjjn
overzicht met deze woorden„De gebeele rech
terzpde was als éen man tegen. Wat daarvan
te zeggen
Men kent het woordOardez vous ae ceux qui
orientLiberie, liberté et qui la tuint par lews
oeuvres. Zet voor liberieliberté decentralisatie,
autonomie en gjj hebt de moraal dezer zitting".
Ook den schrijver van het overzicht in het
Handelsblad komt het voor, „dat deze beslissing
ten zeerste valt te betreuren èn in het belang der
prov. autonomie, èn in het belang van de «eer
onder de tijdsomstandigheden 1 jjdende landbouwende
bevolking van Groningen, èn om de proef met
eene inkomstenbelasting op eenigszins groote
schaal. Zoowel in het belang van andere provin
ciën als voor de toekomstige invoering eener
rpksinbomstenbelasting zou eene dergelijke proef
ongetwjjfeld zeer belangrjjk zjjn geweest." Het
doet hem leed dat, waar weder sprake was van
eene financieele regeling, opnieuw door den afval
van vier liberalen de schaal is overgeslagen naar
de wenschen van de rechterzpde.
Woensdagnamiddag heeft te Terneuzen eene
yergadering plaats gehad van anti-revolutionnaire
kiezers uit de gemeenten Terneuzen en Hoek,
met het doel tot oprichting eener kiesvereeniging,
waartoe besloten is. Deze vereeniging zal bestaan
uit drie afdeeliDgen, nameljjk Axel, Zaamslag en
Terneuzen, met inbegrip van Hoek, en zal zich
bepalen tot verkiezingen van leden voor de
Tweede kamer.
Staande de vergadering traden 26 leden tot de
afdeeling Terneuzen c. a. toe, en werd voor die
afdeelmg een bestuur gekozen, bestaande uit de
heeren P. Moes, H. Wolfert Dz., G. Wi&land en
J. P. Scheele te Terneuzen, en M, de Regt te
Hoek:
Voor leden van de afdeelingsbesturen Axel en
Zaamslag, zoomede voor het hoofdbestuurzullen
in den loop dezer week de verkiezingen plaats
hebben.
Op den avond van denzelfden dag werd eene
vergadering gehouden van de afdeeling Terneuzen
van de liberale kiesvereeniging Eendracht maakt
Macht in bet district Middelburg. In die vergadering
werd een voorstel van het bestuur behandeld en
aangenomen, om, naar aanleiding der thans
vigeerende grondwet, de afdeeling te ontbinden,
en alsnu besloten, bij eene bpeenkomst in de
aanstaande week, tot de oprichting eener nieuwe
kiesvereeniging over te gaan, tengevolge der in
deeling bjj het nieuwe kiesdistrict Oostburg.
Bij beschikking van den minister van water
staat enz. is bepaald, dat de nagenoemde ambtenaren
bp de administratie der posterpen hunne function
zullen uitoefenen als volgt
de commies 3e kl. A. van der Baan ten post
kantore te Amsterdam
de comm. 4e kl.A. P. de Vey Mestdagh op
het spoorwegpostkantoor n° 2F. P. du Rieu te
HaarlemJ. M. van den Driessen Mareeuw te
Rocendaal
de surnumerairsG. Rottier te Zwijndrecht
J. H. H. B. A. van Lierop te 's Gravenhage;
E. H. L. Gielen te Eindhoven.
De liberale kiesvereeniging Ht t algemeen belang
te Leiden heelt voor het lidmaatschap der Tweede
kamer candidaat gesteld mr P. L. F. Bluseé, lid
yan gedeputeerde stateD van Zuid-Holland.
In de op 5 December gehouden zitting van den
gemeenteraad van 's Gravenhage werd voorlezing
gedaan van een vrjj uitvoerig adres van den heer
F. Domela Nieuwenhuis, waarin hjj ter kennis
van den raad meende te moeten brengen dat „de
burger F. Gediking, hoofd der burgerschool (le
soort) aan de Schelpkade, het grootste gedeelte
van het jaar afwezig is."
Daaromtrent werd door burg, en weth. rapport
uitgebracht, welk rapport bljjkens een in ver
schillende bladen voorkomend bericht met de vol
gende tirade sloot„Overigens eindigt dit rapport
met de ver klaring dat de zorg voor bet onderwps
van prinses Wilbelmina, een zaak in het belang
van het vaderland, verre behoort te staan boven
welk nadeel ook, voortspruitende uit de
tjjdelijke afwezigheid van den heer Gediking."
Wij vonden deze tirade zoo dwaas en zelfs
voor den gemeenteraad van de residentie zoo
onmogelijk dat wij er het Haagsche Dagbl. van
T dezer op nasloegen, waaruit ons bleek dat de
voorstelling van de berichtgevers in bovenbedoelde
bladen onjuist is. De slotzin van het rapport
toch luidde „Wij zouden in ieder ander geval
deze schikking ontraden, maar waar het geldt de
belangen van het vaderland en het dierbaar
stamhuis van Oranje eenerzjjds en de eer der
koninklijke residentie anderzijds om het onderwjjs
der toekomstige vorstin aan een gemeente-onder-
wjjzer te zien toevertrouwd, meenen wjj dat,
zoo er a 1 e e n i g e n a d e e 1 e n m o c h t e n
bestaan, die dan toch zeker door
grootere voordeelen worden opge-
w o g e n."
De secretaris der unie voor de school met den
Bijbel deelt in de Standaard mede, dat 58 cor
respondenten om verschillende redenen moeten
geschrapt worden, en 17 nog niets van zich lieten
hoorenhoewel zesmaal uitgenoodigd tot het
geven van eenig bericht.
Door het kiescollege der Nederduiisehe Her
vormde gemeente alhier zijn gisterenavond met
groote meerderheid van stemmen de navolgende
viertallen van predikanten gemaakt:
voor de v> cature-Herfker,s, de heerenJ. D.
van Arkel te Bloemendaal, L. H. F. A. Faure te
Wouderberg, dr L. Heldring te Zandvoort en
C. J. Laminerink te Woerden;
en voor de vacature-Klaarhamer, de heerens
P. J. Roscam Abbing te Silvorde, dr H. G. Klein
te Hooge-Zwaluwe, J. J. van Noort te Werken
dam en C. B. Oortbuijs te Katwijk aan Zee.
Uit deze viertallen zullen waarschijnlijk ovef
veertien dagen de beroepen plaats hebben,
Ds. C. L. Laan te Goes is ook beroepen
naar Schiedam. Ds Herfkens te Dordrecht is
beroepen naar Ijlst en ds S. Ulfers te Oldemarkt
naar Rotterdam.
In de vergadering van het Zeeuwsch Ge*
nootschap werd gisteren ter tafel gebracht een
blauw aarden kruikje, door den burgemeester van
Aagtekerke, den heer I. Peper, gevonden in dé
blei of zoogenaamde derrie op het strand van
Zoutelande. Het potje, dat wel wat den vornS
heeft van eene zoogenaamde urn, schjjnt, zoo
meldt men ons, niet zeer oud te zjjn, althans ei
is meer bewerking aan te zien, dan aan die, welke
men gevonden heeft in de graven van het strand
van Domburg.
Het ia intussehen merkwaardig, niet alleen om
dat het oud is, maar vooral wegens de plaats,
waar de heer Peper het vond. Immers, het
buiten duins liggend strand van bet thans in
de duinen lietljjk schuilende Zoutelande was weleer
binnen duins en dus bewoond. De duinen
rollen steeds naar het land toe, thans door de
helm beplanting zeer langzaam doch vroeger zeker
sneller. Ten bewjjze daarvan voeren wjj aan, dat
oude bewoners zich nog herinneren, hoe zjj met
twee wagens rond den Willebrordus put konden
rjjden, die thans tegen het duin aanligt. Meermalen
heeft het strand bewjjzen opgeleverd, dat het vroeger
land is geweest. Als herinnering daaraan kwam
na een zwaren storm in 1822 aan den buitenkant
een gedeelte van een ouden toren voor den dag,
40 of 50 voet boven het strand. Van den toren
wordt eene schetsteekening bewaard in AeZeelandia
Illustrata. De muren waren 2| voet dik, en de
binnenruimte was ongeveer 10 voet breed. Vijftig
voet verder kwam er op dezelfde hoogte nog een
brok muurs voor den dag. De bekende oudheid
kundige mr S. de Wind was van gevoelen, dat
deze toren of sterkte een overbljjfsel was vaneen
der Blokhuizen, die omstreeks 1471, volgens Rei
gersberg, in Walcheren tegen de strooperijen van
de Engelschen, onder Richard van Werwick, zjjn
opgericht natuurljjk niet op het strand maar aan
de landzjjde van het duin. Moge het goede voor
beeld van den heer Peper navolging vinden, eq