N° 2 130 1887J Dinsdag 22 November. Middelburg 21 November. e Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 8/m, franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertenties 20 Cent per regel» Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL, Onderwijs. MIDDELBURGSCHË COURANT Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van des peul,te Zierikzee: A. C. de Moou,te TholenW. A. van Niebwenetozen en te Temeuzen: L, van Wijok. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen5 on nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijsh van Diimar te Rotterdam, en de firma Erven B. van der Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger- Onder het opschrift paedagogie en ka r a k t e r levert het D. v. N. eene korte beschou wing naar aanleiding van het rapport van het hoofdbestuur der Vereeniging van Leeraren aan Inrichtingen van Middelbaar Onderwijl inzake dr Smit. Het blad vindt daarin aanleiding tot de vol gende opmerkingen »lo dat de heer Smit door het hoofdbestuur niet persoonljjk gehoord is, hem om geen onderhoud is gevraagd, en men zich van dat verhoor heeft afgemaakt door een briefje van dr Smit aan dr Couvée *<>nder treurige huif.elijJee omstandig heden„in groote haast geschreven''' te beschou wen als een afdoend onderzoek naar „het ware wezen der zaak." 2o dat bij elk verhoor er tweeërlei soort van getuigen worden opgeroepen, getuigen a charge en a déchargedoch in deze zaak, als gehoord worden genoemd: de inspecteur Van Eijk, de commissie van toezicht te Apeldoorn, de directeur der H. B. S. W. J. Hakkert, allen voorstanders van dr Smit's ontslag, voorts „enkele particu lieren te Apeldoorn en elders," wier namen in het geheel niet genoemd worden, zoodat niemand in staat is de onpartijdigheid van dit onderzoek te controleeren, veel min bereid kan zjjn er aan te gelooven, 3o dat deze onderzoekende hoofdcommissie blijkbaar het overbodig heeft geacht Apeldoorn zelf te bezoeken immers het is niet aan te nemen, dat men, te Apeldoorn zjjnde, de partijdigheid zóo ver zou hebben gedreven, van zelis ook daar dr Smit niet te gaan spreken. 4o dat de leden dezer hoofdcommissie het zon derling ambt aanvaard hebben, om recht te spreken in een geschil tusschen hun eigen superieur, den inspecteur, en een met hen aan dien inspecteur ondergeschikten Leraar, zonder op eenigerlei wijze hun eigen onafhankelijkheid te waarborgen, geljjk had kunnen geschieden door het opnemen in hnn raad van eenige personen, die buiten het M. O staan. 5o dat het oordeel van deze commissie niet van onoprechtheid is vrjj te pleitendaar het zegt dat dr Smit niet om zjjne politieke meeningen, ook niet om het verkondigen van zjjn meeningen, maar om de wijze en den toon, waarop hjj zjjn meeningen verkondigde, ontslag is verleend." Dit staaft het blad door eene aanhaling uit het rapport. «Op bezadigde en waardige wjjs, zegt het blad, mag dus een leeraar bij het M. O. voor alge meen stemrecht jj verenmaar hjj mag geen voorstander van een republikeinschen regeerings- vorm, geen tegenstander van een schandelijke jachtwet zich verklarenhij mag zich niet ver zetten „tegen de bestaande toestanden"... hjj mag geen voorstelling geven betreffende de maatschap pelijke verhoudingen en staatkundige toestanden, die het hoofdbestuur of de Apeldoornsche autori- teisen »overdreven of scheef" achten Hjj mag de minder bevoorrechte klassen des volks niet opwekken, laDga politieken weg navr lotsverbe tering te streven dit alles wordt ver boden in naam der paedagogie 11 60. dat de radicale neigingen der Apeldoorn sche jeugd door de ouders van enkele leerlingen aan dr Smit wordt toegeschreven, zonder het geringste bewjjs of die ouders juist oordeelden; en deze commissie van onderzoek in het naïeve geloof schjjnt te leven, dat het radicalisme bjj de lezende jongelingschap in onze dagen een onbe kend en onbemind artikel zou kunnen bljjven, met of zonder dr Smit. 70. dat het onpartjjdig rapport, alles ten nadeele van dr Smit tot in de kleinste bijzonder heden naspeurende, niets volstrekt niets ver meldt wat ten gunste van dr Smit kan worden in het midden gebracht, zelfs geheel verzwijgt, dat hjj door voor en tegenstanders van sjjn ontslag als een uitnemend docent ook door zjjn Apeldoornsche collega's wordt geprezen. Een omstandigheid, naar het schjjnt, voor de paeda- gogische commissie van geen gewicht 1 80. dat het rapport den nadruk wil gelegd hebben op de verhouding tuschen dr Smit en de Bchoolautoriteiten j uit 's mans oneerbiedigheid nadeelige gevolgen voor zjjn karakter als paedo- afleidt, alweder zonder in zulk een persoonlijke zaak, hem, de tegenpartjj, den be schuldigde, persoonlijk gehoord te hebben." »Wjj dwepen geenszins, 't behoeft nauwelijks gezegd te worden met de lezingen van dr. Smit. Zijn theorieën klinken ons vaak hol en zjjn wel sprekendheid, naar zijn opstellen te oordeelen, schjjnt ons niet wegslepend. Maar wat we tot nu toe van dr. Smit gelezen hebben en ook wat wij aangaande hem vernomen hebben, bracht ons tot de overtuiging, dat zjjn openhartigheid en zijn liefde voor waarheid en recht, i. e. w. zjjn karakter, verre zijn intellect overschittert. Als wjj een door allen erkend uitnemend onder- wjjzer, ondanks zijn te prijzen karakter, onder toejuiching van een paedagogisch hoofdbestuur uit de gelederen zien verwjjderen, dan mag de vraag toch gesteld wordenzjjn paedagogie en karakter in onzen tijd waarlijk zóo los van elkaar, dat ze elkander in den weg zitten En dan volgt de vraag: is het belang van dit of dat schooltje te bevorderen wel synoniem met paedagogie En eindeljjk: zou bet algemeen belang niet heel wat meer geschaad worden door de willekeurige schending van grondwettige rechten, dan bevorderd door het aanwerven van een paar leerlingen aan de Apeldoornsche school? Deze zaak in haar wjjde strekking is niet zoo eenvoudig als velen zich voorstellen, die zonder eenige verdere overweging op den staat of de gemeente en hun ambtenaren den hoogst een- voudigen regel toepassenwiens brood men breekt, wienB woord men Bpreekt, wie afhankelijk is moet zwjjgen öf zjjn meerdere naar de oogen zien". In deze redeneering ligt zeer veel dat strookt met ons gevoelen; maar zij geeft ons tevens nog aanleiding tot eene enkele opmerking. Er wordt dus daarin geconstateerd dat de heer Smit wel degeljjk, zooals dit in het spraakgebruik algemeen wordt gezegd, »gehoord" is, niet in den letterlijken zin, maar in de gangbare beteekenis van dat woord. Trouwens, wij vergissen ons, gelooven wij, niet wanneer wjj beweren, dat het gansche verhoor schriftelijk heeft plaats gehad: zelfs dat van den inspecteur. Eerst na herhaalde brielwisseling, toen er ten slotte nog enkele punten moesten opgehel derd worden, bood de inspecteur, daar hjj toch in Middelburg wezen moest, aan om die enkele inlichtingen geljjkertjjd mondeling te geven. De onpartijdigheid kon het hoofdbestuur toch niet zoo ver voeren dat het dit eenvoudig en heuscb aanbod bad moeten afwjjzenl Op zjjne „treurige huiselijk omstandigheden" wjjst de heer Smit in zijn antwoord aan het hoofdbestuur, niet ter verschooning van zijn ant woord zelf maar meer als excuus dat hij niet eerder antwoordde. Ons dunkt, dr Smit had beter gedaan zich niet met den Franschen slag af te maken van de be- antwoordiging der hem gestelde vragen. Ware hjj uitvoeriger geweest, het hoofdbestuur had dan zeker wel aanleiding gevonden om haar corres pondentie voort te zetten. Tegen éen motief van het hoofdbestuur in deze zaak meenen wjj nog te moeten opkomen. Dit noemt als bewjjs hoe de afkeuring over dr Smit's optreden zich vrjj sterk uitte, dat aan het gebouw der fl. B. school te Apeldoorn was aangeplakt een exemplaar van Het Huisgezin van 28 April 1887, waarin een scherpe critiek van een rede van dr Smit voorkomt. Hier ging, naar ons gevoelen, dat bestuur wel wat te ver in zjjn bewjjzen. Het Huisgezin kan toch zeker niet als onpartjjdig rechter in deze zaak worden aangehaald 1 En waar het stond voor de daad ven een onbekende, die zelfs den moed miste openljjk op te treden, daar bewees het te veel eer aan zulk een middel tot bestrjjding en riep het een gevaarljjk antecedent in het leven. Volgens dat hoofdbestuur wordt nu een der geoor loofde middelen tot bestrjjding van een leeraar of een onzer inrichtingen van onderwjjs het geheim zinnig aanslaan aan de deuren dier scholen van een opgaaf der grieven die men er tegen heeft. En waar is dan de grens Ons drinkt, ook dit is een der zwakke punten van het rapport. En hiermede stappen wjj nu, wjj willen hopen voor goed, van deze treurige zaak af. rapport der commissie van toezicht op het M. O. Niettegenstaande de voorzitter gezegd heeft somdat de heeren er mede bekend zjjn zal het rapport zeker niet behoeven te worden voorgelezen", werd onzen verslaggever verzekerd, dat daarvan niets gezegd was. De Goesche Courant was dus wel degeljjk in haar recht om het resumé van het rapport aan hare lezers mede te deelen. Vrjjdag 25 November zal door den majoor- kommandant der dd sehutterjj eene inspectie gehouden worden, waarbjj tevens de installatie plaats hebben zal van de tot hooger rang ver heven en nieuw benoemde officieren. Het bataljon treedt aan te 11£ uur op den Dam hi marschtenue en de muziek zal tegenwoordig zijn. De tot le luit. bevorderde 2e luit. J. J. Goetzee wordt ingedeeld bjj de le comp., de 2e J. H. de Hoogb bjj de le comp. de 2e luit. J. v. d. Leijé bjj de 2e comp. en de 2e luit. P. W. H. de Kan bjj de derde compagnie. Met genoegen kunnen wij melden, dat door de Duitache regeering besloten is, de mail tusschen Amerika en Noord-Duitscbland, die te Queenstown met de Engelsche stoombooten aangebracht en aldaar overgenomen wordt, voortaan over Vlis singen te verzenden. Reeds dezer dagen wordt de eerste zending verwacht. Daar de mail meestal nog al groot is, Duitschland heeft van alle landen van Europa de grootste correspondentie met Amerika is thans teVlissingen een Duitsch reserve-postrjjtuig gestationeerd, om, wanneer het sedert 1 Juni jl. in de mail treinen loopende Duitsche postrjjtuig de zakken niet alle bergen kan, in dienst gesteld te worden. Met 'het oog op deze uitbreiding zijn te Vlis singen 11 Duitsche postambtenaren gestationeerd, en wel een ploeg uit Osnabrück en een uit Keulen, die de Duitsche mail reeds te Vlissingen van de Nederlandsche postambtenaren overnemen en dan dadeljjk met het 90rteeren beginnen. Tot nutoe werd de Duitsche mail, ofschoon zjj te Vlissingen in het Duitsche postrjjtuig ge plaatst en door eenen Nederlandschen ambtenaar bewaakt werd, eerst te Boxtel overgegeven. De Duitsche mail, die met de mailbooten over Bremerhaven en Hamburg verzonden wordt, blijft ook voortaan die route behouden. Niet alleen voor de Ma Zeeland en Nederland is deze zaak van groot belang, maar ook Vlis singen zelf trekt, ofschoon de betrokken ambte naren soms slechts een halven dag aldaar yer-, toeven, voordeel hieruit. Uit een door onzen verslaggever van da raads zittingen te Goes nader gegeven opheldering bljjkt dat men hem toen hjj zich voor een oogenblik uit de zitting verwjjderd had om ons te telegra phs eren misleid heelt met betrekking tot het Omtrent het ongeluk, de Scholten voor Dover overkomen {Zie Bijvoegsel), verneemt men nog Op het oogenblik dat de aanvaring tusschen de Schotten en de Rosa Mary plaats vond het was tien uur 's avonds had het meerendeel der passagiers van de Scholten zich ter ruste ge legd. De paniek was onbeschrjjfeljjk. Velen schenen hun verstand verloren te hebben. Einders en vrouwen gilden en schreeuwden, klemden zich angstig aan elkander vast, terwijl anderen met luider stem baden Te midden der algemeene ontsteltenis kostte het den matrozen moeite de reddingsbooten uit te zetten. Twee sloepen waren neergelaten, toen het schip, dat sterke averij be- loopen had en aan alle kanten water in kreeg, zonk. De Scholten zonk zoo snel, dat de equipage nauweljjks tijd vond aan de redding te denken van die passagiers, welke geen plaats in de booten hadden. Men verdeelde de reddingsgordels, maar het aantal was ontoereikend, 's Namiddags hadden de passagiers, gekheid makend, zich de reddings gordels aangepast 1 Door de Ebro werden vele schipbreukelingen opgenomen. De 85 a 90 ge redden zijn te Dover binnen gebracht. Men vreest dat 130 personen om het leven sjjn gekomen, voor het meerendeel Nederlanders en Duitschers. Te Dover heeft het ongeluk een ontzettenden indruk gemaakt. Men ziet van daar duideljjk de masten der Scholten boven het water uitsteken. Da geredde matrozen verzekeren, dat op het oogenblik van de aanvaring de Schotten bezig was te stoppen om het anker te werpen wegens den sterken mist. Op den kapitein van de Rosa Mary wierpen zjj de verantwoordelijkheid voor de ramp. j Men verzoekt ons opname van de volgende circulaire, dezer dagen verspreid De Vereeniging tot Bevordering van Beeldende Kunsten, opgericht in den jare 1845 door de maatsohappjj Arti at Amicitiae, heelt gedurende haar 42jarig bestaan niet zonder vrucht gewerkt tot het doél, bjj hare oprichting voorgesteld. Zjj mocht in dien tijd, van circa 300 verschil! er de kunstenaars, ongeveer 1200 schilderijen, ruim 360 aquarellen achter lijst en glas,benevens verscheidene andere kunstwerken aankoopen, terwjjl zjj 40 staalgravuren deed vervaardigen de meeste op eene grootte, als hier te lande weinig voorkomt. Al deze kunstwerken werden vervaardigd door- en rechtstreeks aangekocht van Nederlandsche kunstenaars op openbare tentoonstellingen. De vereeniging heeft dus recht te zeggen, dat zij een belangrjjken steun aan de verspreiding van beeldende kunst en van aanmoediging aan hare beoefenaars in Nederland gegeven heeft. Bovendien werd eene niet onbelangrijke som gestort in het weldadig weduwen- en weezenfond3 der M1 Arti et Amicitiae, doordekorting van 5 die de kunstenaars van hunne aankoopprjjzen tot dat doel zich laten welgevallen. Al deze vruchten werden verkregen door de medewerking van de leden der vereeniging, die daarvoor een jaarljjksche contributie van 5 betalen. Zjj ontvangen daardoor een lot in de jaarljjksche verloting van kunstwerken en een exemplaar van de gravure als premieplaat. Mochten velen van hen, die belang stellen in den bloei der nationale beeldende kunst, tot het doel der vereeniging toetreden, door zich als lid te doen inschrijven vóór den dag der aanstaande verloting, die den 29 December a. op de groote kunstzaal der maatschappij Arti et Amicitiae zal gehouden worden. Die inschrjjving kan geschieden aan het bureel der maatschappij Arti et Amicitiae te Amsterdam of bij hb. correspondenten in Zeelandds. C. P. van Eeghen jr. Aardenburg, dr. J. Kooman Az., Goes, J. G. Gerritsen, Groede, C. J. Kooman, Heinkenszand, 's Heer Arendskerke, wonende te Goes, W. J. v. d. Berghe, Middelburg, dr. H. B. van Nes, Terneuzen, H. Louman, Ylissingen, J. M. L. Vader van 's Gravenpolder, Wissekerke, C. de Vos, IJzendjjke en jhr. W. H. M. de Jonge» Zierikzee. De mail loopende tot 14 Oct. is aangekomen. Volgens het verslag der voornaamste gebeurte® nissen in het gouvernement Atjeh en onderhoorig- heden, loopende van 19 t/m 29 September jl,, werden in Groot-Atjeh verscheidene posten gedurende den verslagtjjd enkele malen meer of minder hevig beschoten. Op Kota Pohama viel in den laatsten tijd geen enkel schot meer. Verliezen werden onzerzjjds niet geleden. In de laatste dagen kwamen wederom vrjj veel Pedireezen en Gajjoes uit de bovenstreken naar Groot-Atjeheerstgenoemden onder aanvoering van zekeren T. Pantei Radja, die geruimen tjjcï vjjandeljjkheden tegen Segli pleegde. Voor het meerendeel hielden deze lieden zich iu de XXVI Moekims op, daartoe aangezet door T. di Tirou, die niet wil berusten in de gunstige wending van zaken in die streek. In den nacht van 18 op 19 September gelukte het aan eene kleine bende Atjehers eene opening te maken in de bamboepagger bij het kampement te Gedah en door het afschieten hunner donder- bussen twee der onzen, de een doodeljjk, de andere licht te verwonden, terwjjl een geweer door hen werd buitgemaakt. Uit duideljjk geconstateerde bloedsporen bleek dat ook de aanvallers verliezen hadden geleden. In de onderhoorigheden viel niets belaügïjjks voor. Wat den gezondheidstoestand betreft, deze was, beri-beri buiten beschouwing gelaten, iets minder gunstig dan gedurende den vorigen ver slagtjjd. Ook de stand der berri-berri was minder gunstig. Het ziektecjjfer was hooger, het sterfte- cjjfer echter laag. Uit Hoofdplaat schrijft men ons Met ingang van 1 November j.l. is den wijzer aan de school n° 2 (Slikplaat) D. M. J. de Pauw, overeenkomstig diens verzoek, eervol ontslag verleend geworden. Daarna is de jaar wedde van den (hulpjonderwij zer aan die school door den raad, met 3 tegen 1 stem (die van den burgemeester) van f 600 gebracht op 400. Het raadslid Cammaert wilde haar bepa hn op 350. De goedkeuring van dat besluit door ged. staten wordt tegemoetgezien. De heer Cammaert bad, zooals de voorzitter in de raads vergadering van 18 November mededeelde, ook medegewerkt om genoemden ouderwijzer, die sedert tien maanden wegens ziekte afwezig was, z nder (ingevolge een vroeger n.adsbeBlu.t) jaarwedde te genieten, tot bet aan vragen van

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1