N° 273. 130 1887J Zaterdag 19 No\ ember. Middelburg 18 November. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 8/m, franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels/1.5Ö iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze oourant behoort een BIJVOEGSEL. De zaak-Smit voor een nieuwe vierschaar. I1DDELBURGSCHE COURANT Agenten teVlissingen: P. G. de Vet Mestdage Zoon te Goes: A. A. "W. Bolland, te Eruiningen: F, tan deb peijx,te Zierikzee: A. C. de Mooij,te TholenW. A. tan Nieuwinhuijzen en te TerneuzeD: L. van Wlfcjc. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomenen netnen ook het algemeen advertentiebureau van Nltgh van Ditmae te Rotterdam, en de firma Erven B, van de» Kamp te Groningen, voor de Noordel jjke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G, L. Daube Cie., John.F. Jones opvolger In het heden ontvangen nommer van de Berich ten en mededeelingen van de vereeniging van leeraren aan inrichtingen van middelbaar onderwijs komt voor een antwoord van het hoofdbestuur aan het departement Noord-Holland, inzake eervol ontslag van dr J. M. Smit. Dit antwoord is vastgesteld in de vergadering van het hoofdbestuur, Zondag jl. 13 November te Bergen op Zoom gehouden. In dat antwoord wordt meegedeeld, dat het nieuwe hoofdbestuur, onmiddelijk nadat het de taak van het afgetreden hoofdbestuur overgenomen en dus feiteljjk de leiding der vereeniging aan vaard had, reeds uit eigen beweging, het eervol ontslag van dr J. M. Smit, als leeraar aan de koninklijke H. B. S te Apeldoorn, tot een punt van onderzoek heeft gemaakt. Het kwam toch dat bestuur voor, dat het niet op een aansporing van de zjjde der departementen of der leden moest wachten, om te trachten zich volledig op de hoogte te stellen van alles, wat met deze kwestie in verband staat. Het stelde dit onderzoek in om een antwoord te vinden op de vraag, of het al dan niet op den weg van het hoofdbestuur lag, het initiatief te nemen tot het samenroepen eener buitengewone algemeene vergadering, ten einde de leden te kunnen raadplegen over het doen van stappen in deze zaak. Nu dit onderzoek het bestuur niet overtuigd heeft van de wen- sehelijkheid om in dezen handelend op te treden zoude het uit eigen beweging ook niet zijn overge gaan tot het mededeelen van de verkregen resultaten aan de departementen. Vooreerst toch, omdat de verschillende departementsbesturen z. i. even goed een Ondersoek hadden kunnen instellen, indien zij dit noodig hadden geoordeeld, en, naar gelang van den uitslag, a 11 jj d nog bij het hoofdbestuur op het nemen van maatregelen hadden bunnen aandringen. Ten anderen, omdat het den leden van het hoofdbestuur eenparig toescheen dat zij, ambtgenooten van den ontslagen leeraar, - geen termen kunnende vinden om te zijnen behoeve op te treden zich liever van elke openlijke uitspraak in deze kwestie moesten onthouden. Nu echter door het departement van Noord-Holland tot het hoofdbestuur het verzoek was gericht, om te trachten meer licht te verkrij gen en te verspreiden en dit verzoek in de pers besproken is, achtten zjj zich gerechtigd en ver plicht, de resultaten van hun onderzoek en de overtuiging, die hun dit gaf, mede £a deelen. Het hoofdbestuur heeft zich om inlichtingen gewend tot den inspecteur van het M. O. dr Van Eyb, tot de commissie van toezicht op het M. O. te Apeldoorn, tot den directeur der konink lijke H. B. S. aldaar, den heer W. J. Hakkert, tot dr J. M. Smit zelf en tot enkele particulieren te Apeldoorn en elders. Uit de menigte, zoowel mondeling als schriftelijk verstrekte inlichtingen, deels van vertrouwlijken aard, deels ter openbaar making geschikt, is gebleken 1° dat dr J. M Smit reeds sedert een drietal jaren als politiek redenaar in verschillende plaatsen van ons land is opgetreden; 2® dat in den laatBten tjjd de wjjze en de toon, waarop hij zjjn meeningen verkondigde, bp de autoriteiten en ook bjj particulieren (o. a. blijkens verschillende uitingen hunnerzijds in de pers) afkeuring hadden verwekt, terwijl voorna melijk aanstoot had gegeven het feit, dat hij de gelegenheid om voor algemeen stemrecht te jjveren, te baat nam tot het doen van aanvallen op het koningschap en op regeeringseolleges en personen; 3® dat daardoor te Apeldoorn de vrees werd gekoesterd, dat een dergelpke wjjze van optreden' van een leeraar niet dan schade zou kunnen toebrengen aan den bloei der inrichting, waaraan hjj verbonden is 4" dat het toch niet onbekend was, dat de ouders van verschillende leerlingen over de han delingen van dr Smit ontevreden waren, aangezien zjj meenden te bemerken, dat bp hun kinderen het voorbeeld van dien leeraar, als ook de w ij z e waarop deze met hen omging, eene zekere minachting van het gezag teweegbracht; terwjjl autoriteiteü en particulieren reden hadden te vreezen, dat op den duur dit voorbeeld, ook jii verkondigde dr Smit zjjn meeningen niet rechtstreeks aan zjjn leerlingen, op hun geestes richting niet zonder invloed zou bipsen. In. een gesprek met een lid der commissie van toezicht, in November 1886 gehouden, werd dr Smit reeds op ernstige en gemoedeljjke wijze de mogelijkheid onder 't oog gebracht, dat zjjne handelwpze hem te eeniger tjjd in moeielijkheid zou kunnen brengen, 5o. dat het optreden van dr Smit in eenige steden van Zeeland, in April 1887, der commissie van toezicht aanleiding heeft gegeven om hem te ondervragen en aan den inspectenr om hem uitdrukkelijk te waarschuwen voor de mogeljjke gevolgen 6o. dat in een vergadering, door de commissie van toezicht met den heer inspecteur dr. Van Eyk op 5 Mei gehouden, en door den directeur der H. B. S. bijgewoond, dr Smit is verschenen, waarop hem is mededeeld, „dat de autoriteiten het ten nadeele van de school en van het mid delbaar onderwjjs zouden achten, als hij voort ging, op de wjjze, door hem in den laatsten tpd gevolgd, zjjn politieke denkbeelden te verbreiden 7o. dat dr. Smit, hoewel toen in het midden latende of hij te Goes zóo over het koningschap had gesproken, als de Nieuwe Botter dams che Courant van 26 April vermeldde, niet uit eigen beweging, doch eerst op aandrang der commissie van toezicht en,.van den inspecteur, in de N. R Crt. van 8 Mei j. 1. heeft verklaard, die woorden niet te hebben gebezigd 8o. dat dr. Smit op de eategorisch gestelde vraag van den voorzitter der vergadering heeft verklaard, te zullen voortgaan op dezelfde w jj ze als politiek redenaar op te treden, aan gezien zijn grondwettig recht als staatsburger hem daartoe de vrijheid verleent 9o. dat hem daarop door den inspecteur -werd voorgehouden dat' bij als gemeente-ambtenaar verplicht is na te laten, wat den bloei der school kan bedreigen dat hp dus bij het voortzetten zjjner tot dusver gevolgde gedragslpn in botsing zou komen met zijn verplichting als leeraar en gemeente-ambtenaar en zich zou blootstellen aan hoogst onaangename gevolgen. Om die reden werd hem in ernstige overweging ge geven eens goed na te denken over de vraag, of het hem als leeraar der jeugd en ambtenaar der gemeente wel vergund was, zoodanig gebruik van zijn vrijheid als staatsburger te maken lOo. dat hierna dr Smit i s voortgegaan, op heftige wijze, zoowel mondeling als schriftelijk zjjno denkbeelden te verspreiden. Door deze vernieuwde aanvallen zpnerzpds op regeerings eolleges en personen werden de autoriteiten ver sterkt in hun meening, dat d eze wijze van optreden van dr Smit in strijd moet geacht wor den met zpn plichten als leeraar en als gemeente ambtenaar llo. dat daarop door de commissie van toe zicht is voorgesteld. Dr Smit eervol ontslag te geven. Er is nog een voorname factor, die, volgens het hoofdbestuur, niet over het hoofd mag worden gezien bjj de beoordeeling dezer zaak. Het is dit bestuur namelijk gebleken, dat de goede verstand houding tusschen dr Smit en den directeur der koniuklpke hoogere burgerschool veel te wenschen overliet en de commissie van toezicht ook nog enkele grieven tegen eerstgenoemde had. Dit bljjkt trouwens ook duideljjk uit het voorstel, door de commissie van toezicht dd. 5 September aan den gemeenteraad van Apeldoorn gedaan, om dr Smit met 1 Januari eervol te ontslaan. Wij lezen daarin„Te meer gevoelen wjj ons tot dezen maatregel gedrongen, omdat ook de houding van den heer Smit tegenover de directie van de school en het gebrek aan mededewerking zijnerzijds tot bevordering van een goeden gang van het onderwijs, zijn verwijdering wensohelpk maken." Het niet altijd in acht nemen door dr Smit, als leeraar en ambtenaar,van den noodigen en passenden eerbied tegenover de autoriteiten der school; zpn somtpds eigenmachtig handelen, waar hjj als leeraar verplicht ware geweest die autoriteiten vooraf te raadplegenhet gemis aan ernst, waarvan het optreden van dr Smit tegenover de leerlingen vaak getuigde dit alles moge niet de aanleiding zjjn geweest tot het ontslag, maar heelt toch zeker er toe bjjgedragen het nemen van maatregelen te verhaasten en de verschillende autoriteiten tot instemming te bewegen met het voorstel tot ontslag. Wellicht is het alleen toe te schrjjven aan welwillendheid jegens dr Smit, dat dit punt in de vergadering van den gemeente raad te Apeldoorn slechts ter loops in aangeroerd en in het besluit geheel is verzwegen. De bovengenoemde resultaten van het ingestelde onderzoek zijn breedvoerig besproken en hebben liet hoofdbestuur tot de eenparige overtuiging gebracht, dat dr Smit niet is ontslagen wegens zpn staatkundige meeningen of wegens zjjn op treden als politiek redenaar in het algemeen, doch wegens de wjjze waarop hjj, zelfs na vooraf ontvangen waarschuwing, meende zpn denkbeelden te moeten verspreiden, en wegens den toon zjjner aanvallen op regeering en staatsgezag. De heftige wjjze, waarop bij in den laatsten tpd de bestaande toestanden aanviel, heeft de aandacht der auto riteiten op zijn optreden gevestigd. Het hoofdbestuur meent te mogen aannemen, dat de verslagen, door verschillende verslaggevers van de improvisaties van dr Smit opgemaakt, voor een zeer groot deel getrouw weergeven, in welken geest door hem is gesproken. Dr Smit moge na zjjn ontslag ontketd hebben, deze of gene hem toegeschreven uitdrukking te hebben gebezigd, er blijft genoeg over om zich een denkbeeld te kunnen vormen van de wjjze, waarop hjj optrad en van de scherpte jjjner aanvallen op het staats gezag en de staatswetten. Te meer is dit het geval als men die verslagen in verband beschouwe vooreerst met hetgeen in dagbladen van uiteen- loopende staatkundige richting, hetzjj door de redaeties, hetzij door inzenders gezegd wordt van de door hem gehouden redevoeringen vervolgens met het hetgeen door dr Smit zelf, o. a. in het Groninqer Wiekblad van 8 September, is medege deeld omtrent zjjn staatkundige gevoelensen eindelijk met de wjjze waaaop hjj die aldaar uit. Aldus leerde men zjjn meeningen omtrent regee ring en regeeriDgsvorm kennenzag men, hoe hjj vaak tegenover een veeltpds minder ontwikkeld publiek zpn kracht zocht in. het bespotten van regeeringspersonen en regeeringseolleges, in het geven van overdreven en scbeeve voorstellingen betireSfadO verS^ffiStingeti en staatkundige toestanden, in het opwekken van verbittering bjj de minder bevoorrechte klassen des volks, enz. Dit gevoegd bjj hetgeen natuurlijk in de omgeving van dr Smit bekend was omtrent zjjn beschouwingen over onderschei dene zaken, bracht de autoriteiten tot de overtui- tuiging, dat dr Smit moet worden genoemd een politiek agitator in den slechten zin van het woord. Als de heer Smit op bezadigde en waar dige wjjza bv. voor algemeen stemrecht had geij verd, dan zou er voor de autoriteiten geen enkele reden zjjn geweest hem daarin te bemoeilpken en zij zouden daarin ook geen gevaar voor de H. B. S. hebben gezien. Dit is de stellige imeening, die het hoofdbestuur uit zjjn onderzoek heeft verkregen. Nu echter uit zpn optreden in den laatsten tjjd zjjn geest van verzet tegen de be staande toestanden bleek, en de nadeelige ge volgen daarvan reeds merkbaar waren bjj enkele leerlingen der school, tot groot ongenoegen der ouders, werd dr Smit eerst ernstig gewaar schuwd en, toen hjj op de vroegere wjjze voortging; ontslagen. Zonder zich te verdiepen in het opsporen der re denen, die ieder lid van den gemeenteraad mogen geleid hebben tot het medewerken aan het ontslag van dr Smit, staat bjj het bestuur de overtuiging vaBt, dat het voornaamste motiet niet is geweest een dubbelzinnig gezegde door hem hier of daar gebezigd, doch dat de oorzaak daarvan wortelt in het verschil van opvatting tusschen de autoriteiten en dr Smit omtrent het beginsel: of en in hoe ver een leeraar bjj het M. O. buiten de school onbeperkt en onbelemmerd aan zjjn meeningen en gevoelens mag uiting geven. Dr Smit meent, zoo als hjj door zijn optreden en schrjjven na de ontvangen waarschuwing ten duideljjkate heelt getoond, dat een leeraar bjj het middelbaar onderwijs dit o n b e p e r k t en on belemmerd mag doen. Deze opvatting bljjkt ook uit het antwoord, dat dr Smit heeft gegeven op een schrjjven, vanwege het hoofdbestuur tot hem gericht. Daarin werd dr Smit verzocht het hoofdbestuur bekend te willen maken met het ware wezen der zaak en vooral te letten op deze twee vragen, die tot allerlei tegenstrijdige berichten aanleiding geven: Primo: Is door u werkeljjk in de meeting te Goea gezegd, in verband met algemeen stemrecht, en het volk in krasse termen aangeraden „als één man op te staan" en van oproer en revolutie ge sproken? Secundo: Zjjn bjj u ook andere oorzaken bekend, die de C. v. T. er toe hebben kunnen bewegen uw eervol ontslag voor te stellen? In zjjn antwoord hierop schreef dr Smit „In het afschrift van het besluit tot ontslag is de reden daarvan duideljjk opgegeven. De zaak is dus zuiver ven staatsrechterljjken aard; geen andere motieven dan mjjn optreden worden in genoemd besluit aangevoerd. De vraag is slechts: kan en mag een gemeenteraad eischen dat een ambtenaar afstand doe van zpn staatsburger]jj ka rechten „Zooals gjj zult inzien, doen de beide door u gestelde vragen niets ter zake. Hoe en wat ik gesproken heb en of er tusschen de directie en mjj een goede of slechte verstandhouding bestaat, heeft met de kwestie van mjjn ontslag niets te maken. Trouwens uit het verslag der gemeente raadszitting, voorkomende in de Amstet dammerj bljjkt voldoende, dat de door u gestelde vragen van geen invloed waren." „Na ontvangst van dit schrjjven hebben wp, aldus besluit het hoofdbestuur zpn rapport, ge meend, dr Smit niet met verdere vragen te moeten lastig vallen, daar wp ons met deze ziens wjjze niet konden vereenigen en het ten duidelijkste bleek, dat dr Smit het onnoodig achtte ons met het wezen der zaak bzkend te maken, terwpl hjj bovendien beide vragen, als geheel overbodig, ter zjj Je stelt. »Wel zpn ook wp overtuigd, dat een leeraar het meest volledig recht bezit, om buiten de school vrjj zpn meeningen in woord en geschrift te verkondigen, van welk recht trouwens door een menigte leeraren in onderscheidene deelen van ons land sedert jaren ongehinderd een ruim gebruik wordt gemaakt. Doch wjj erkennen tevens, dat de wjjze waarop dit geschiedt, niet onverschillig kan wezen voor hen, die ge roepen zjjn voor de belang' n van het onderwjjs te waken. Het komt ons voor, dat bjj deze zaak niet alleen betrokken is de staatsrechtelijke vraag om trent de verhouding van een ambtenaar tegenover zpn autoriteiten, maar bovenal de yaedagcgi* 'scae vraag, öf en in boever de bannelingen va® eeii leeraar buiten de school op de leerlingen van invloed kunnen zjjn. En dan is onze overtuiging, dat het belang van het onderwps eischt, dat de leeraar, waar hp in het openbaar optreedt ter verspreiding zjjner meeningen, dit met kalmte en bezadigdheid doe, en dat hjj in het bjjzonder, waar hp bestaande staatkundige of maatschappe lijke toestanden aan afkeurende critiek meent te moeten onderwerpen, dient te zorgen, daarbp niet te vervallen in bittere aanvallen op het staatsge zag en op regeeriDgspersonen, niet uit het oog dient te verliezen de nooJige zelfbeheersching, die men van een leeraar en ambtenaar, belast met het onderwps aan het opkomend geslacht, mag verwachten. Dat nu de wjjze van optreden van dn Smit bjj velen, zoo te Apeldoorn als elders, o m die reden afkeuring heett verwekt, is ons ten volle gebleken en wjj zien in het feit, dat door ouders van leerlingen te Apeldoorn aan de auto riteiten van deze afkeuring is bljjk gegeven (zjj 't dan ook, dat dit toch nog toe niet anders dan officieus is geschied) een zeer bedenkelpk ver* schpnsel, hetwelk door de commissie van toezicht aldaar o. i. niet mocht worden voorbjjgezien. Dat de afkeuring zich zelfs vrp sterk uitte, bljjkt o. ook uit het feit, dat de vader van een der leer* lingen te Apeldoorn niet onduidelpk zpn voor* nemen te kennen gat zpn zoon van de school te nemen, alsmede uit het aanplakken van een exemplaar van Bet Huisgezin van 28 April 1887 (waarin een scherpe critiek van een rede van or Smit voorkomt) aan het gebouw der H. B. S te Apeldoorn. Wjj willen het gehalte dezer de* monstratie hier niet karakteriseeren, doch ver klaren het uit een paedagogisch oogpunt onge» wenscht te achten, dat een leeraar door zpn wjjz© van optreden daartoe aanleiding geeft. Wjj gelooven, dat het niet op onzen wag ligt in nadere beschouwingen te treden over het ontslag, aan dr Smit verleend. Wjj meenen echter genoegzaam te hebben aangetoond, waarom o. i° noch voor het hoofdbestuur, noch voor de vereeni ging van leeraren aan inrichtingen van middelbaar onderwjjs aanleiding bestaat in deze zaak verder handelend op te treden terwjjl wp nogmaals verklaren niet dan noode te zijn overgegaan tot het openbaarmaken van de hierboven meegedeelde beschouwingen. Meergenoemd hoofdbestuur bestaat uit de heeren dr J. J. Couvée, leeraar H. B. school te Middel burg, majoor H. J. Erantz, le officier aan de K. M. academie te Breda, A. v. d. Wjjnperse, directeur H. B. S. te Bergen op Zoom, W. C. Hediok, directeur der H. B, S. Breda, K. F. L. Weber, leeraar aan de K M. academie en A. S. Kok, leeraar aan de H. B. S., beiden te Breda, benevens de heer Herm. Snjjders, leeraar aan de H. B. S, te Middelburg, secretaris. mc*

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1