N° 265,
130® Jaargang^
1887.
Donderdag
November.
BEKENDMAKINGEN.
Inspectie en exercitie
BRANDWEER.
Middelburg 9 November.
FEUILLETON.
DB ZUSTER.
Dit blad verschijnt dagel^ks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m, franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Ad/vert®ntiën 20 Cent per regel.
Geboorte-, lirQuw-, Doodbericbten, enz.: van 1-7 regels/li
iedere regel meer 0.20.
Groots/ letters worden berekend naar plaatsruimte.
MIDDELBLRGSGHE
OIKAIVT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Krainingen: F. van dek Peijl, te Zierikzee: A. C. DEjfMoon,te TholenW. A. van Nieuwenhijuzen en te Terneuzen: L. van Wijck.
Verier worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmab te Rotterdam, en de firma Erven B. van der
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op art. 20 der verordening op de brand
weer in deze gemeente, van den 24 Mei/2 Augustus
1882,
maken bekend
dat de inspectie en exercitie met een gedeelte der
brandspuiten, volgens voordracht van het bestuur
over de brandweer, zal plaats hebhen Woensdag
den 23 Nov. a. en wel met spuit E te 9§, met
de spuit h te 10J, met de spuit S te 114 en
met de spuit W te IJ uur.
Weshalve de bediendeD, aan die spuiten geplaatst,
opgeroepen worden zich ten voorschreven ure
aan de onderscheidene brandspnithuisjes te bevin
den, zullende bij niet verschijning tegen hen
proces-verbaal worden opgemaakt tot toepassing
der bij de verordening vastgestelde straffen, be
staande in eene geldboete van 1 tot ƒ25 en eene
gevangenisstrat van éea tot drie dagen, te zamen
of afzonderlijk.
Hiervan is afkondiging geschied waar bet be
hoort, den 8 November 1887.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
SCHOKEK.
De Secietaris
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
Door den minister van marine is, met ingaDg
van 16 November a., benoemd tot hulpbinnenloods,
ter standplaats Yiissingen, de sloeproeier bij het
loodswezen J. C. Korteweg.
Door het bestuur der Zeeuwsche propaganda club
van den Bond tot verkrijging van algemeen kies-
en stemrecht is, in zake het ontslag van dr J. M.
Smit, een adres aan den koning gezonden, waarin
bet, zich geheel aansluitende bg het adres door
dr Smit zelve ingediend, Z. M. verzoekt het
besluit van den Apeldoornsehen gemeenteraad,
•waarbij dr Smit werd ontslagen, te vernietigen.
De voornaamste bepalingen, voorkomende in
de conceptwet op de inrichtingen van levensver
zekering, dezer dagen door de meergenoemde staats
commissie bij haar rapport gevoegd, zijn de volgende:
De oprichting van levensverzekeringmaatschap
pijen zal vrjj zijn, terwijl zjj ook in de samenstelling
van tarieven, wjjze en voorwaarden van verzekering
niet zullen zijn gebonden. Maar alvorens het
bedrjjf aan te vangen, moet bericht gedaan wor
den aan den minister van binnenl. zaken, onder
overlegging van een notarieel atschrilt der akte
van oprichting en van afschriften der tarieven,
wjjze en voorwaarden van verzekering. Daarvan
wordt aanteekening gedaan in een register,
Uit het Noorsch.
VaH MAGDALENA THORESEN.
Onder de eerste Kvaeners die naar den Kauw-
fjord trokken, bevonden zich niet weinig flinke
menschen en onder anderen een man, wien het
ongeluk en veeljarig misgewas uit zijn land
verdreven had.
Johannes Mattis was een verstandig man, doch
de eigenschappen, welke hem het meest onder
scheidden, waren zijn trouw en eerlijkheid. De
opzichters hadden spoedig het oog op hem; en bij
de vele lichtzinnigheid en onverschilligheid, waar
mede zij te kampen hadden, beschouwden zij hem
als een heerlijke aanwinst. Johannes Mattis had
een vrouw en twee kinderen meegebracht, een
jongen van tien jaar en een meisje van veertien.
Zijn vrouw was ziekelijk en zag er uit alsof zij
veel geleden had en Anna, zijn dochter, scheen
ouder dan zij was, en had die zekere bezadigd
heid over zich, welke kinderen eigen is, wanneer
zij opgroeien, terwijl de ouders in zorgen ver-
keereo. De jongen, Paul, was daarentegen vol
vroolijkheid en grappenzoodra er luchthartige,
jolige jongelieden in zijn nabijheid waren, sloot
bij er zich bij aan en te Kauwfjord was daaraan
geen gebrek,
Overigens bad de familie een zekeren trots
waarvan aan belangstellenden inzage wordt ver
leend, terwijl de akte van oprichting in de St. Ct
wordt gepubliceerd. De besturen zijn verplicht
jaarljjksche sterftestatistieken hunner verzekerden
op te maken en aan 't einde van elk financieel
jaar rekening en verantwoording af te leggen
volgens bij de wet vastgestelde modellen. Boven
dien zijn zjj verplicht om de vjjf jaar door een
deskundige te doen opmaken een staat van de
uitkomsten der berekeningen, van de lasten en
baten der bestaande verzekeringen met bjjvoeging
van een verslag aangaande den financieelen toe
stand, door den deskundige onderteekend, en een
uitvoerigen staat van het bedrjjf volgens vastge
stelde modellen, door het bestuur onderteekend.
Deze stukken worden aan den min. van binnenl.
zaken opgezonden, en afdrukken algemeen ver-
krjjgbaar gesteld. Een of meer polishouders, die
minstens 5 jaar verzekerd zjjn geweest, kunnen
tot het hof een gemotiveerd verzoek richten om
de onderneming insolvent te verklaren. Het hof
hoort de bestuurders en wjjst daarna öf het
verzoek af öf gaat tot nader onderzoek over. In
het laatste geval wordt borgstelling gevorderd en
daarna het geding verder gevoerd. Is het kapitaal
der onderneming niet volgefourneerd, dan kan het
hof gelasten, dat het alsnog worde gefourneerd,
waarbjj dan een deskundige aan 't bestuur wordt
toegevoegd. Bljjkt het verzoek gegrond, ook na
de volfourneering, dan wordt de staat van insol
ventie uitgesproken met benoeming van een
curator. Meent het hof, dat niettegenstaande den
staat van insolventie, het belang der polisbouders
voortzetting eischt van het bedrjjf, dan kan het
vermindering der verzekerde sommen gelasten,
teneinde het evenwicht tusscben baten en lasten
te herstellen.
Begrafenisfondsen, die uitkeeringen doen bjj
overlijden, vallen onder de bepalingen der wet.
Buitenlandsche ondernemingen mogen hun be
drjjf hier te lande alleen uitoefenen, als zij een
vertegenwoordiger aanstellen, en afschriften van
baar statuten, benevens een balans van het laatste
financieele jaar inzenden aan den minister van
binnenl. zaken, ter insehrjjving in het register.
De vertegenwoordiger moet een waarborgsom
storten. De buitenlandsche ondernemingen zjjn,
evenals de binnenlandsche, verplicht volgens
vastgestelde modellen jaarlijksche rekening en
verantwoording af te leggen en om de 5 jaar een
staat van haar bedrijf op te maken.
Door de regeering is aan de Tweede kamer de
bekrachtiging gevraagd op de provinciale inkom
stenbelasting te Groningen.
De minister Heemskerk, hoewel de bezwaren
eener algemeene en provinciale inkomstenbelasting
niet voorbijziende, wenscht echter eerbiediging
der autonomie van de provincie en heeft geen
wetteljjk bezwaar, omdat het stelsel van landsbe-
lastingen de heifing toelaat, blijkens verschillende
voorstellen tot heffing eener rjjksinkomstenbelas-
ting. Het bezwaar van geljjktjjdige heffing eener
provinciale en eener plaatseljjke inkomstenbelas-
over zich, niet uit inbeelding, maar omdat er een
groot verschil was tusschen bun streDge eerlijk
heid en de oppervlakkigheid, die aan de meeste
hunner landlieden eigen was. Vroeger hadden
zij daarenboven op een eenzame plaats in Noord-
ÜDland gewoond, en toen hunne zaken achteruit
gingen hadden zij in stilte hun leed gedragen en
honger geleden.
Na verloop van vier jaren stierf de vrouw en
Anna, die toen achttien jaren was, nam kalm en
bedaard haar plaats in. Zij geleek op baar vader,
zoowel in uiterlijk als in barakter, maar op haar
gelaat waren zijne sprekende trekken, zacht en
schoondaarbij had zij denzelfden gestrengen
aard als hij, zoodat zij meer geacht dan bemind
was en men haar van een hoogmoed beschuldigde,
dien zij niet bezat.
Haar broeder daarentegen was een allemans
vriend. Hij was de lieveling der directeuren en
van hunne vrouwen en door zjjn vlugheid en
inschikkelijkheid een zeer bruikbaar element in
gezelschappen, want ondanks tooneel en andere
genoegens was hier niet veel geestelijk verkeer
en een jong, knap menach, die aanleg en talent
had, deed natuurlijk opgeld.
Dit streelde den zoon en ook den vader
maar de zuster was er niet mee ingenomen.
Paul was nu bijna zestien jaar en kende nog zeer
weinig. Zijn aangename vormen en oppervlakkige
beschaving berustten niet op groote kennis of
veel verstand; het was slechts zijn levendigheid
en handigheid, die hem den schijn gaven van knap
ting weegt bij den?5 minister niet. Eventueele
wanverhouding is te/ verbeteren.
De begrooting^ran het domeinfonds voor 1888
is, met inbegrip van het saldo van 1887 ad
184.000, geraamd op 459.000 ontvangsten.
Voor koopprijzeip van domeinen wordt ƒ255.000
geraamd, hoofdzakelijk wegens vestinggronden.
Van de dotatie van prins Frederik zullen dit
najaar wordeffl verkocht eenige perceelen bij Breda,
Alphen, Terlleyden en Zevenbergenin geen
geval zullen \zjj worden gegund, als de verkoop
niet onbetwistbaar voordeelig is voor den staat.
Het laat z:cbi niet aanzien zegt de minister
verder dat ter verbetering der uitwatering van
den polder „Otude Moeren" bjj H.-Zwaluwe meer
dan voor'oereid'ende maatregelen kunnen worden
getroffen, daar foet nog onzeker is welke naburige
landen in de koaten moeten bijdrager).
De bedjj king ;in het Axelsche gat zal worden
voortgezet en tenfeinde gebracht.
Zooals reeds Vroeger medegedeeld werd, heeft
jhr mr W. C. j M. de Jonge van Ellemeet, van
Oost-Kapelle, een. schitterend blijk zijner belang
stelling in de plaatschappij der Nederlandsche
Letterkunde en fhare boekerjj gegeven, door aan
haar zjjne beroemde verzameling boeken en hand
schriften van eip over Jacob Cats, het museum
Catsianum, te -schenken. De middag van eer
gisteren was dooit hem bestemd om, nadat hjj de
geheele verzameling in de daarvoor bestemde
kasten eigenhanjdig gerangschikt had, in tegen
woordigheid van eenige gecoodigden afscheid te
nemen van zjjn troetelkind, waaraan hjj gedurende
50 jaren zjjne zorgen gewjjd had, en het over te
dragen aan het bestuur der maatschappjj en dat
der Universiteits-Bibliotheek te Leiden. Van die
gelegenheid werd door den benijdenswaardigen
verzamelaar tevens gebruik gemaakt om de aan
wezigen opmerkzaam te maken op het vele
merkwaardige dat in deze verzameling voorkomt.
Natuurlijk gedoogde de beschikbare tjjd niet om
alles te bezichtigen wat door de zorg, de kennis
en den arbeid van schier een menschenleven is
bjjeengebracht, maar de heer De Jonge deed met
oordeel en smaak eene keuze uit het vele, waar
door het karakter van het geheel in een helder
licht gesteld werd.
't Volgende kan een denkbeeld geven van den
rjjkdom der verzameling.
Er zijn niet minder dan 24 uitgaven der com
plete werken van den dichter voorhanden,
beginnende met de eerste editie van 1655 en
eindigende met de nieuwe uitgave, eerst onlangs
door de firma Cohen begonnen, benevens een
Hoogduitsche vertaling der complete werken, in
1710'13 te Hamburg in 8 deelen. uitgegeven.
Onder die complete werken bevindt zich o. a.
ook eene in 1786 te Gent verschenen met kerke-
ljjke approbatie, waarin de uitgave om het goede
»doelwit" toegelaten wordt, „al is 't dat eenige
werkskens van den heer Jacob Cats wat vrij
geschreven zjjn en sommige vaersen in eenige
te zijn. Maar indien de natuur niet te hulp gekomen
werd door ijver en studie zou er niets van hem
terecht komen. Van het lichte werk, waarmede
hij tot nog toe den tijd verdreven had, had hij
niets geleerd om vooruit te komen. Hp had een
betrekking als een soort van bode tusschen de
verschillende kantoren, en was verder in 't groot
en in 't klein de handlanger der bestuurders
meest in het dagelijkscho leven en yoor partijtjes;
maar dat maakte hem slechts ongeschikt voor
degelijk werk.
Dit alles vervulde zijn zuster met zorg en zij
trachtte zijn trots tegen zulk een leven op te
wekken, maar hij kende geen trots hij kende
slechts stijfhoofdigheid en daar hg die nu en
dan tegenover zgne meerderen deed gelden, ver
loor hij spoedig de gunst, waarin hij gestaan had.
Doch hij kreeg andere vrienden, die evenals hg
trachtten hun gebrekkige opleiding ten laste hun
ner patroons te laten komen. In dien kring be-
teekende bij nog iets daar werd veel gelachen
over zijne geestigheden want hij had altijd zijne
ooren en oogen opengehouden, zoolang hij bij de
directeuren in en uitliep hij had zelfs in geval
van nood wel eens de rol van hofnar aan hun
tafel moeten vervullen en dus had hij een
rijken voorraad van anecdoten om te vertellen.
Maar om hier zijn aanzien op te houden moest
hij ook verteringen maken en daar hij geen geld
bezat, leende hg nu eens van dezen dan van
genen en zonk hoe laLger hoe dieper. In-
tusschen was zijn vader onbezorgd ea zag
teedere en kuyssche ooren niet zeer wel en klin
ken". „Maechdenplicbt" is in 13 uitgaven voor
handen, benevens in twee Hoogduitsche en twee
Franschev vertalingen, waarvan de eene in 1830
en de andere in 1886 te Pargs in vertaling van
August Abadie verscheen. „Selfstrijf'werd 23
maal herdrukt, terwjjl daarvan een Engelache
vertaling in 1680 te Londen verscheen. Het
„Tooneel van de mannelgcke achtbaerheyt" is in
13 verschillende uitgaven voorhanden en van het
„Houwelijck", dat niet minder dan 26 malen
herdrukt werd, verscheen ook een gedeelte in
een Deensche vertaling in 1675 te Koppenhagen
„Klagende maeghden" is door 12 uitgaven ver
tegenwoordigd de „Spieghel van den ouden
en nieuwen tijdt" in 18 verschillende edi-
tiën, waarvan eene met eigenhandig door Cats
geschreven varianten, en van de „Gedachten op
slapelooze nachten" zijn 12 uitgaven voorhanden.
Van den „Trouringh" verschenen 26 uitgaven,
benevens éene Hoogduitsche vertaling en twee
drukken der Latijnsche uitgave, en van het „Kin
derspel" zagen éene Hoogduitsche en twee Fcansche
vertalingen het licht.
Behalve deze boeken zijn er nog een aantal
origineele teekeningen, handschriften, een album
amicorum met handteekening van Anne Maria
Schuurman, minute-testament van Cats, door den
notaris Robijn geattesteerd, enz. bijgevoegd, be
nevens een ex. van een hoogst zeldzame verzameling
opschriften, emblemata en spreuken, op last van
czaar Peter den Groote verzameld om bij versie
ringen, voor medailles, illuminatiën en feesten in
Rusland te dienen. Hiertoe zijn uit Cats een
twintigtal genomen met de plaatjes naar Van
der Venne. Dit werkje, waarvoor de Russische
karakters expresseljjk gegoten werden, zag bg den
bekenden boekhandelaar Weistein in Amsterdam
in 1705 het licht en de geheele oplaag werd naar
Rusland gezonden. Het schip verging echter in
de Oostzee en alle exemplaren gingen verloren
op weinige ex. na, die hier te lande ten geschenke
gegeven waren.
De Haagache correspondent van de Arnh. Ct,
begint zijn laatste brief als volgt
In een lagere school wordt een les gegeven,
bijvoorbeeld over de eigenaardigheden van de
plaats van inwoning der leerlingen. Een hunner
Bteekt den vinger op.
„Meester mag ik even naar buiten gaan u
„Neen jongen, straks".
„Ja maar meesteren nu volgt de
werkelijke drangreden, die den knaap het verzoek
deed doen.
„Nu ga dan maar. Anders heb ik het niet
gaarne, dat jelui juist onder deze les weg loopt"*
Ziedaar een gesprek, dat zeker honderdmalen
in het jaar in de lagere scholen in Nederland en
elders gevoerd wordt en in die plaats niets
vreemds noch abnormaals is. Maar verplaats
hetzelfde tooneeltje in een andere omgeving, welk
een geheel audere beteekenis verkrijgt het dan*
volstrekt geen achteruitgang in zijn zoon, daaf
hij overtuigd was dat de directeuren wel
voor hem zorgden en dat de kleine betrekking}
die hij-nu had, zou eindigen met een post van
vertrouwen. Die hoop wilde Anna hem niet
benemen waüt bij begon langzamerhand zwakker
te worden en zij Verborg de misslagen van haaf
broeder zooveel mogelijk. Doch nn de werkkracht
van vader alnam, hun inkomen verminderde en
de broeder er niets bij veWieude, werd het moeie-
lijk voor haar om rond te komen. Toen das het
bestuur Anna een maandelgksche toelage aanbood
om het kantoor en de kamer van den boekhouder
in oide te houden, zag zg daarin een welkome
tegemoetkoming en nam het dankbaar aan.
Zoo verliep er weer een jaar.
Onlangs was er een jongmenseh te Kauwfjord
gekomen, die daar eerst voor zgn genoegen scheen
te zijn en later een vacante plaats op het kan
toor van den boekhouder aantiam. Hij heette
Egbert, was de zoon van een koopman aan een
der Fjorden noordoostelijk van Hammerfest en
had een goede opleiding genoten. In den beginne
had hij zich ook tot Paul aangetrokken gevoeld,
maar dat was spoedig voorbij geweest en hij zag
in de levendigheid en vroolijkheid van dien
jongeling niets meer dan een onderdrukte uiting
der gewone woestheid van de Kvaeners. Toen
dus de zuster in zijn nabijheid kwam werken, was
zijn eerste blik op haar vermengd met het
wantrouwen dat de broeder hem inboezemde.
Anna had sjoebts een paar puP VOff
v-d'idca.- s~..