N° 264: 130® Jaargang 1887. W oensdag ^SIsÉn 9 November. Voor flen platteWs wees ia BevsM. Middelburg 8 November. Dit biad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 8/m, franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Zou haar bestuur nog niet kunnen beproeven HIDDELBIJBGSCHE COURAJMT. 1 w Agenten teVlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TiiclenW. A. van Nleuwenhuijzen en te Terneuzen: L. van Wijck. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiè'n aangenomenen nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmar te Rotterdam, en de firma Erven B. van dek Kame te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger» „Toch blijft er nog veel te verbete ren, te hervormenen uit dat vele wil ik alleen de Weezen-verzorging op het platteland noemen, mogelijk in geheel Nederland, maar bepaald in Zuid- en Noord-Beveland." J. A. Geill Jr Weezen verzorging. Een toeval deed ons dezer dagen kennis nemen van tweeërlei roepstem voor een gelijk luidend doel, maar toch verschillend van vorm en strekking. De eene, die wellicht spoedig zich zal rich ten tot menigeen in onzen kring, gaat uit van de Vereeniging van Weesvadersde andere niet rechtstreeks op den man af, die niet zoo luide zich doet hooren, is vervat in het jongste ver slag der Vereeniging tot weezenverpleging voor Zuid- en Noord-Beveland. Eerstgenoemde vereeniging deed een paar jaar geleden een beroep op veler hulpvaardig heid om haar te helpen in 't verzorgen van die weezen, welke niet in een weezengesticht opgenomen kunnen worden en toch aan eene goede verzorging zulk eene dringende behoefte hebben. Door menigeen werd aan die roepstem ge hoor verleend maar er is nog veel te doen. En daarom bestaat het plan om weldra een bede om hulp te doen weerklinken in ons middenwaarbij een oud en droevig woord ons zal zeggen„vele armmeesters en diako- nieën ten platten lande staan de weezen een voudig af aau hen die ze tegen den 1 a a g- s t e n prijs in hun gezin willen opnemen, hetzij die besturen daartoe door geldnood gedwongen worden, hetzij hun medelijden met ouderloozen al heel gering of onverschilligheid de oor zaak is. Natuurlijk worden die weezen dan geëxploiteerdmen tracht van hen, door ze allerlei werk te laten verrichten, zooveel mo gelijk te trekken." Om daarin verbetering te brengen wil thans ook de Vereeniging van weesvaders werkzaam zijn. Van harentwege is in een huurhuis te Maarsen een gesticht opgericht, waarin reeds 15 weezen opgenomen zijn, terwijl voor rekening der vereeniging twee weezen in 't Centraal- Israeliti8ch weeshuis te Utrecht en een te Rotterdam verpleegd worden. Haar nuttigen werkkring uitbreiden is het streven der veree niging en zij zal daarvoor steun en hulp vragen. Waar voor eene inrichting, als te Neerbosch, die slechts in éene godsdienstige richting werkzaam is, van alle kanten duizenden guldens samenstroomen, hoopt de Vereeniging van wees vaders voor haar doel, dat het welzijn van kinderen van alle godsdiensten beoogt, niet te vergeefs te vragen. Of die hoop vervuld zal worden? Voor wat Zeeland betreft hebben wij daarin een zwaar hoofd; maar ook in het algemeen gelooven wij dat nooit de steun zoo groot zijn zal als die aan de instelling te Neerbosch wordt verleend. Ën dit schuilt hem juist in de onpartijdigheid van het streven der wees vaders tegenover de eenzijdigheid van eene instelling als te Neerbosch. Geef aan eene inrichting een bepaalde kerkelijke tint en allen, die zulk een kleur op godsdienstig gebied aanhangen, rekenen het zich tot een plicht haar met alle kracht te steunen. Neem een ruimer standpunt in; vraag niet naar kerk of godsdienst en de ondersteuning vloeit lang zoo ruim u niet toe. Maar wij hebben nog eene bedenking in 't algemeen en eene voor Zeeland in 't bijzon der, die ons belet de Vereeniging van weesvaders in onze omgeving succes te durven voorspellen. Die vereeniging ijvert en de aard harer leden brengt dit als van zelf mee voor opvoeding der weezen in een gesticht. Dit jltaat ook duidelijk iu haar circulaire, waarin opgekomen wordt tegen het gevoelen van „sommige personen, zelfs aanzienlijke, ont wikkelde menschen, maar die buiten de wee zenverpleging staan, die meenen dat uitbesteding beter is dan verpleging in gestichten". Wij meenen dat het woord „uitbesteding" hier tegenover „verpleging in gestichten" min der gelukkig gekozen is. De strijd loopt over opvoeding der weezèn in het huisgezin, of opvoeding in een gesticht. En die strijd is niet zoo gemakkelijk op te lossen als de weesvaders het doen voorkomen. De Maatschappij tot opvoeding van weezen in het huisgezin en de Vereeniging van weesvaders staan op dit punt tegenover elkaar, en voorstanders van de eerste zullen liever haar steunen dan gehoor te geven aan de roepstem der laatste. Maar dat neemt niet weg dat wij allen, die de weesvaders in hun pogen willen schragen, bij voorbaat opmerkzaam maken op hetgeen hun gevraagd zal worden en voldoening aan dat verzoek ten zeerste aanbevelen. Onze laatste bedenking van bijzonderen aard betreft de zorg, die wij Zeeuwen nog in eigen kring kunnen besteden aan eene oplossing van het vraagstuk der weezenverpleging. Al wat wij aanhaalden uit de circulaire der weesvaders, het is de echo van hetgeen jareu lang uit Beveland weerklonk en nog klinkt, en het herinnert ons nog steeds aan hetgeen boven dit opstel staat vermeld en dat wij ontleenden aan een warm woord van belang stelling in 't lot der plattelands weezen in Beveland, in Juni 1867 door den heer J. Geill jr te Nisse geschreven. Er liggen ruim twintig jaren tusschen dat verleden en het heden. En nu komt als van zelf de ernstige vraag op den voorgrond: is er sints dien tijd veel verbeterd De geschiedenis der vereeniging, die zich de zorg aantrok van de plattelands weezen in Zuid- en Noord-Beveland, spreekt ons van toe wijding aan eene goede zaak, van verkeerde inzichten, van teleurstellingen, in 't kort zjj is gelijk aan die van tal van andere vereenigin- gen, welke, met liefde en opgewektheid in het leven geroepen, wilskracht en onverflauwden ijver van hare bestuurders vorderen, willen zij niet ten onder gaan. En juist door de toe wijding harer bestuurders bleef de vereeniging tot nu toe werkzaam; al ontbrak het haar vaak aan steun en medewerking. Het icLe van een weeshuis, waarvoor te Kloetinge reeds een gebouw was bestemd, heeft men reeds lang laten varen, omdat de zorg daarvoor te veel afhield van de hoofd zaak verbetering in den toestand van de weezen zeiven. Men is, kort na de meeting, den 17™ November 1876 te Goes gehouden onder lei ding van het bestuur der Vereeniging in het belang der Weezenverpleging in Nederland, een anderen weg ingeslagen, die kans gaf op beter resultaten. Op die vergadering nu werd door de toen malige bestuurders der vereeniging meegedeeld, dat zij „op Noord-Beveland niet de minste medewerking ondervond, niettegenstaande her haald mondeling en schriftelijk overleg. Daar scheen, zoowel bij predikanten als bij eenige der aanzienlijke bewoners, groote ingenomenheid te bestaan met de inrichting van Joh. van 't Lindenhout te Neerboseh, waarheen de meeste weezen van Noord-Beveland worden gezonden." En slaan wij nu de verslagen der vereeniging op over de beide laatste jaren 1885 en 1886, dan vinden wij onder de armbesturen, welke bijdroegen in de verplegingskosten voor hunne weezen, dat van Colijnsplaat en bovendien de Christelijk gereformeerde gemeente aldaar. Er is dus op dit punt eenige vooruitgang, en al is die lichtzijde, na zulk een lang tijds verloop, betrekkelijk nog niet groot, wanneer men bedenkt dat veranderingen in bestaande toestanden moeilijk te brengen zijn, en voor- oordeelen lastig te overwinnen, zal men zelfs zulk eeuc kleine schrede op dep goeden weg met ingenomenheid begroeten. Want op dat gebied vooral moet nog menig bezwaar worden overwonnen. Tegenover eene instelling als die te Neerbosch, welke, bij zeer vele goede eigenschappen, zich toch ook door eenzijdigheid kenmerkt, is eene der vele goede zijden van de Zuid-Bevelandsche vereeniging dat zij de weezen plaatst bij goede lieden, die denzelfden godsdienst als de kinderen belijden; dat de kleinen in den huiselijken kring worden opgeleid en dat steeds een waakzaam oog wordt gehouden op hunne opvoeding en de be handeling die zij ondergaan. Bovendien groeien de weezen op als het ware onder de oogen der hun overgebleven betrekkingen. Al deze voor- deelen wegen zeker wel op tegen dat waarop men vaak het licht doet schijnen, nL de goed- koopere wijze, waarop de inrichting te Neerboseh voorziet in de behoeften. Gesteund als zij trouwens wordt door tal van bijdragen en schenkingen, is zij daartoe natuurlijk in de gelegenheiden zij levert juist daarom zulk een beschamend voorbeeld aan zoovelen, die op vrijzinnig standpunt zich plaatsen, maar, waar het op moreelen en financieelen steun aankomt, verre achter staan bij hen, die met de inrichting van Neerboseh sympathiseeren. Als in Zeeland de Vereeniging tot weezen verpleging voor Zuid- en Noord-Beveland naar evenredigheid werd gesteund als dit uit onze provincie geschiedt met de inrichting van den heer Van 't Lindenhout, haar bestuur zou geen klacht behoeven te doen hooren als in het jongste verslag, nl. dat van uitbreiding van zijn werkkring geen sprake kan zijn. Het moest zich bepalen tot de verzorging der tien vroeger aangenomen weezen en aan meer dan éene aanvraag kon, bij gebrek aan beschikbare middelen, niet voldaan worden. Dubbel te betreuren is dit, omdat nog altijd ook vele kerkelijke en arm-besturen de veree niging hun medewerking onthouden, soms om geldende redenen, wijl hunne beperkte middelen of verminderde inkomsten hun niet toelaten bijdragen te verleenenvaak om andere, minder gewettigde redenen. Zoo ook blijven de gemeentebesturen achter hun zedelijken steun der vereeniging te verleenen. En die allen hebben thans in die verklaring van gedeeltelijke onmacht, door het bestuur geuit, reden om in hunne houding te volharden, want, zullen zij beweren, wat helpt onze mede werking als het publiek zich onthoudtwat behoeven wij, gemeentebesturen, een aanbevelend woord voor die vereeniging te uiten, op haar te wijzen, nu hare krachten toch niet verder reiken kunnen en zij hare vleugelen niet verder kan uitslaan Hen dwingen kan de vereeniging nietmaar het publiek, het Zeeuwsche publiek vooral, kan haar de kracht verleenen, om haar aan drang tot die besturen te verdubbelen, door het ten minste niet aan financieele hulp te doen ontbreken en haar niet machteloos te doen staan tegenover zoovele wondeplekken, welke op dat gebied nog zijn aan te wijzen. Het aantal wezen neemt toede eischen voor hunne opvoeding worden steeds grooter hen te vormen tot nuttige leden der maat schappij is in den tegenwoordigen tijd, de Sturm und Drang Periodemeer dan noodig; wil men van die weezen geen ontevreden en slechte elementen voor onze maatschappij kweeken. De geest van medelijden, van liefde voor de ouderloozen, die eens een man als Geill te Nisse naar de pen deed grijpen en trots teleur stellingen jaren lang nog met volharding zijn krachten deed wijden aan die menschlievende taak dezelfde geest die eens een Weezenvriend de levensgeschiedenis van den Zuid-Beveland- schen wees deed schrijven, die zoovele wakkere personen nog aanspoort om voort te gaan, moge in tal van harten in onze provincie weerklank vinden Nog te weinig wordt die vereeniging ge kend, althans gewaardeerd. de belangstelling te verlevendigen of op te wekken door in een circulaire op haar nuttigen werkkring nog eens te wijzen en een beroep te doen op aller hulpvaardigheid Wellicht wordt dau hier en daar de belangstelling wak ker; en werkt dit pogen iets goeds uit in het belang van den Bevelandschen wees. Onzerzijds hebben wij gaarne willen mee werken om door dit opstel de aandacht te vragen voor eene nuttige instelling in onzen eigen kring; eene vereeniging die hulp ver dient en zoo zeer noodig heeft. Reeds Zaterdag moeten zoo meldt men door den koning de grondwetsontwerpen bekrach tigd zjjn. Het concept-ontwerp, ingediend door de com» missie, benoemd tot voorlichting van de regeering omtrent eene wettelijke regeling betreffende de inrichting van levensverzekering huldigt in het eerste artikel het beginsel van vrijheid van bedrjjt. De verdere inhoud strekt tot regeling van 1. de eischen, door de ondernemingen te ver vullen vóór den aanvang van haar bedrjjf 2. de eischen, te vervullen bjj de uitoefening van haar bedrjjf; 3. de rechten van de polishouders en de wjjze waarop ze worden uitgeoefend. Dat de commissie niet eer de vruchten van haren arbeid heeft kunnen aanbieden, zoo zegt zjj in de inleiding tot haar verslag „wjjte Uwe Majesteit niet alleen aan de vele moeilijkheden, die telkenmale bjj de behandeling van een zoo gewichtig onderwerp oprezen, maar ook aan de omstandigheid dat het aantal leden der commissie zoo klein was. Daarenboven bleek het, bjj hei groote verschil van inzicht, niet anders dan door langdurig overleg mogeljjk om eene uitdrukking te vinden voor het gevoelen, waarmede tenminste de meerderheid van het drietal leden zich kou vereenigen. »De werkzaamheden der commissie hebben dientengevolge meer tjjd gevorderd dan haar zelve lief wasmaar zij gelooft daardoor in de gelegen heid te zijn geweest, en van die gelegenheid gebruik te hebben gemaakt, om niet alleen de denkbeelden in eigen boezem geopperd, maar ook de inlichtingen van elders verschaft aan eene nauwgezette overweging te onderwerpen. »Zjj ontveinst zich het gebrekkige van haai werk niet. Het hierbjj gaand concept-ontwerp van wet is het voortbrengsel van een gemeen overleg, waarbjj aan alle zjjden eigen denkbeelden zjju prjjs gegeven, teneinde de eenheid der com»! missie bjj het uitbrengen van haar advies zooveel mogeljjk te bewaren. »Den bodem te vinden, waarop een zoodanig overleg mogelijk was, bleek spoedig het grootste bezwaar te zjjn waarmede de commissie te kampen had, eene moeilijkheid die eenigen tijd na dea aanvang der werkzaamheden, zelfs dreigde de gewenschte samenwerking onmogelijk te zullen maken. Door onderlinge inschikkeljjkheid def leden is de commissie er echter in geslaagd desa moeilijkheid te boven te komen, zoodat zjj thans aan Uwe Majesteit eene regeling van het door haar behandelde onderwerp kan aanbevelen, die, al vermag ze niet alle wensehen, zelfs niet van de commissie zelve, volkomen te bevredigen, toch, naar haar bescheiden gevoelen, wel eenigermate geschikt is om aan de behoeften van het oogenblik te voldoen." Uit Vlisaingen schrijft men ons In dejgisteren avond gehouden zitting der k&iüer van koophandel en fabrieken, waarin de heer P. J. Siegers afwezig was, werd besloten op het adres van de kamer te Haarlem, iu zake het tarief voor het postverkeer tusschen België en Neder land, te antwoorden dat, met het oog op de tarieven, die voor het verkeer met andere landen gelden, de kamer geen aanleiding vindt om het adres te ondersteunen. In zake het door de kamer te Kampen gedane voorstel aangaande knoeierpen in den boterhandel werd, in overeenstemming met de conclusie van het gemotiveerd rapport der commissie, in wier handen het voorstel was gesteld, besloten daaraan adhaesie te verleenen. Naar aanleiding van een aanvrage van dea burgemeester om het advies der kamer, op een voorstel, van den ontvanger der rijks directe belastingen en acejjnzen, om eene wjjziging in de uren, waarop het kantoor opengesteld moet zjjn, werd, na verschillende besprekingen, goedgevonden te berichten dat het de kamer 'tbeat voorkwais =2. s.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1