N° 259. 130® Jaargang: 1887. Donderdag 3 November. KleinMel ia sterken tal BEKENDMAKINGEN. PUBLICATIE. GEMEENTE-BELASTINGEN. Middelburg 2 November. Onderwijs. Kerknieuws. Provinciale Staten. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m, franco 2. Afzonderlijke nonumers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. A d v e r t n t i è'n 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels /1.B0 iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Suppletoir kohier no 1 voor de plaatselijke directe belasting op de inkomsten over 1887. IIDDËLBURGSCiE COUItANT Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Krmningen: F. van den Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieuwehhuijzen en te Terneuzen: L. van Wijck. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiè'n aangenomenen nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmab te Rotterdam, en de firma Erven B. van deb Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger* De burgemeester en wethouders van Middelburg, gezien de circulaire van den commissaris des konings in deze provincie van den 27 October 1887, A no 865 Provbid no 105) brengen ter kennis van belanghebbenden dat bij kon. besluit van 8 Sept. 1887 de gagementen van gewezen militairen van het leger in Ned. Oost- en West-Indië door het departement van koloniën niet meer, zooals tot dusver, na afloop van elk kwartaal, maar in den aanvang van elk kwartaal zullen worden betaalbaar gesteld en dat alzoo voor de gegageerden geene redenen* meer bestaan om zich voorschotten op hunne gage menten te doen geven tegen beleening van hunne gagementsakten, uithoofde zij voortaan het hun toekomende bedrag rechtstreeks van het gouver nement kunnen ontvangen, omstreeks denzelfden tijd waarop zij tot dusver van anderen, tegen betaling van renten en kosten, een voorschot tot dat bedrag ontvingen. Middelburg, den 1 November 1887. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHOEEE, De secretaris, A. DE YULDER YAN NOORDEN. De burgemeester en wethouders van Middelburg brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het eerste suppletoir kohier no 1 van de plaatselijke directe belasting op de inkomsten over het jaar 1887, docr gedeputeerde staten van Zeeland den 28 October 1887 no 44 is goedgekeurd, en ter invordering aan den gemeente-ontvanger uitge reikt, terwijl het in afschrift, van den 3 November 1887 gedurende vijf maanden, op de secretarie dezer gemeeute voor een ieder ter lezing zal worden nedergelegd en aldaar in druk verkrijg baar gesteld, tegen betaling van 10 cent per exemplaar. Middelburg, den 1 November 1887. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHOEEE. De secretaris, A. DE YULDER VAN NOORDEN. De burgemeester en wethouders van Middelburg brengen, ingevolge art. 5 der drankwet, ter openbare kennis dat bij hen is ingekomen een verzoekschrift van L. MUNTER, waarbij hij ver gunning vraagt om in het perceel op de Varkens- markt, letter I n» 318, den kleinhandel in sterken drank van af 15 November a. te mogen voortzetten. Middelburg, den 1 November 1887; De burgemeester en wethouders van Middelburg, S C H O R E R. De Secretaris A. DE YULDER VAN NOORDEN. De Amst. Crl. schrijft: »Het is algemeen bekend, dat duizenden door het spelen in de staatsloterij diep ongelukkig zijn geworden". Zoo ziet men, dat men vele jaren in de maat schappij kan leven zonder nog te weten wat ieder een weet. Ons althans was dit droevige feit ten eenemale onbekend. Wel kwam het ons dikwjjls ter ooren dat deze of gene een buitenkansje aan de loterij te danken had, dat den meesten zeer te stade kwam, maar dat zoovele menschen er door geruïneerd zjjn neen waarlijk, dat wisten we niet. Daarom willen wjj 't nog niet tegenspreken, en misschien zal de Amst. Ct. wel enkele van die duizenden gevallen ten bewijze willen aanvoeren. Maar als er zulke hartstochtelijke spelers zjjn, dat zjj zich zelfs laten opwinden door het saaie loterijspel, waarvan men de kansen alleen kan volgen op de trekkingsljjsten, dan zullen die menschen ook wel op andere wijze hun dorst naar het spel weten te laven, als er geen staats loterij is. Vraagt men of de staat in de liefhebberij om te spelen van vele ingezetenen moet voorzien, dan antwoorden wjj volmondig neenmaar nu die instelling er eenmaal is en misschien meer indirect goed dan direct kwaad doet, moest men ze maar in 't leven laten, tot tjjd en wjjle men het geld, dat zjj opbrengt, beter kan missen. (Arnh. Crt.) In het verslag omtrent de strafzaak V., gisteren voor onze rechtbank behandeld, liet onze ver slaggever door het wegvallen van één woord den ambt. van het O. M zeggen „dat de declaratie is opgemaakt in overeenstemming met de waar heid, doch betwijfelde of dit was geschied met een bedriegeljjk oogmerk." Natuurlijk moest ge lezen worden „dat de declaratie is opgomaakt niet in overeenstemming" enz. Door den minister van waterstaat is bepaald, dat de commies der posterijen 3e kl. W. C. Cal- lenfels zijne fuDctiën zal uitoefenen ten postkan tore te Leeuwarden en de commies 3e kl. L. C. W. Ten Brummeler ten postkantore te Vlissingen. De heer Cremer, lid van de Tweede kamer voor Amsterdam, is voornemens nog in dit jaar, na afloop der behandeling van de Indische begrooticg voor 1888, op reis naar Oost-Indië te gaan. Tot technisch administrateur bij de Ooster- stoomtramwegmaatschappij is benoemd de heer Van Voorst Vader. Aan de Tweede kamer is door een 30tal inge zetenen van Borculo een adres ingediend, verzoe kende om een enquête in te stellen in de zaak van den heer Willink Ketjen. In de Zaterdag te Amsterdam gehouden jaarvergadering der Zuider zee-Maatschappijwerd door het bestuur medegedeeld, dat de hoofdinge nieur, de heer Van der Toorn, op zjjn verzoek, eervol als ingenieur dier maatschappij ontslagen en benoemd was tot honorair raad-adviseur van het bestuur. Voorts, dat er voor een verder uit gebreid technisch onderzoek der Zuiderzee een rentelooze ieening van 90.000 zal dienen ge sloten te worden, waartoe de vergadering het bestuur machtigde. De periodiek aftredende bestuursleden werden herkozen. Het verslag, rekening en verantwoor ding over het afgeloopen jaar en de begrooting voor 1888 in ontvangst en uitgaaf, geraamd op 31.850, werden goedgekeurd. Aan de „Atjeh-détails" in de Soer. Ct., met de jongste mail, loopende van 18—24 Sept., aange komen, is het volgende ontleend Het schijnt, dat gedurende de laatste weken de beri beri in hevigheid een weinig is toegenomen; althans er zouden 160 a 170 aangetasten worden geëvacueerd een getal niet onbelangrijk hooger dan van de laatste transporten. Overigens schijnt de gezondheidstoestand van het garnizoen niet ongunstig te zjjn. Van den vijand valt weinig of niets te zeggen. Verwachtte men dezer dagen eenen aanval, die verwachting is gebleken ijdol te zjjn. De vjjand houdt zich rustig. Slechts nu en dan hoort men een schot en verneemt men, dat de eene of, andere benting of wel het spoor een weinig tot mikpunt heeft gediend. ■.ft.rdee verleend, op de begrooting voor 1888 in té trekken, bijaldien de landerijen in de laatste jaren zooveel minder opbrengen. Ook staat zij nog voor een tekort en zal zij dientengevolge op den leden een beroep doen om vrijwillige bijdra gen, en, zoo.noodig, nog eene hoofdelijken omslag heffen. Beroepen te St. Philipsland en te 's Heer Abts- en Sinoutskerke de heer E. Loen, pred. bij de Herv, gem. te Grijpskerke. Drietal te Tholen, dr Fransen te Ankeveen, De Klerck te Dirksland en Van Boven te Souburg. De Globe van November bevat: George Ohnet; schetsen uit Algerië; Er zjj licht Het zoologisch station te NapelsDon Ramiro De nieuwe woning* Men schrijft ons uit Zierikzee De heer H. J. Bastmejjer, hoofd der school C alhier, genoot gisteren (1 Nov.) het voorrecht den dag te gedenken, dat hjj 40 jaren geleden zjjne betrekking als hoofdonderwijzer heeft aanvaard- De aard zjjner betrekking en de jjver en toewjj. ding, waarmede hjj die heeft vervuld, gaven aan. leiding tot algemeens belangstelling. Veie en velerlei waren dan ook de bljjken van belang stelling en waardeering (ook in den vorm van geschenken) die hjj moeht ondervinden; en dat zjjn Bchoolleerlingen en zjjn hulppersoneel daarbjj in de eerste plaats mogen genoemd worden, behoeft nauwelijks gemeld te worden. De plaatselijke schoolcommissie vereerde hem met 2 fraaie geëncadreerde gravures. Wat vooral de waarde van dit feest voor den jubilaris verhoogt, is dat aan zulk een rjik verleden zich voor hem zulk een gelukkig heden paart, daar hjj nog met gezondheid en werkkracht is toegerust, zoodat ook de toekomst voor hem nog veel belooft. De administratie der Ned. Herv. kerk te Goes heeft zich genoodzaakt gezien, de toelagen, die tot heden aan de domino's ieder 100 en den kpster ƒ50 tot wederopzeggena toe per jaar Ayondzitting van Dinsdag 1 November. Voorzitter jhr mr W. M. de Brauw. Tegenwoordig 37 leden en de griffier. Afwezig de heeren Collot d'Escnry, Fransen van de Putte, Van der Vliet en Hoogenboom met en Pierssens zonder kennisgeving. In de eerste plaats wordt overgegaan tot het onderzoek der geloofsbrieven van het nieuwbe noemde lid der staten, den heer C. J. Huvers. De geloofsbrieven worden goedgekeurd en tot toelating van den heer Huvers besloten. Deze legt in handen van den voorzitter de bij de wet voorgeschreven eeden af, wordt door dezen geluk gewenscht en neemt zitting. Onder de ingekomen stukken, die vervolgens worden medegedeeld, behoort 1° een adres van den heer A. G. V. Hombaeh, beheerder van den Damespolder als gemachtigde van de bedijker om af te zien van het voornemen tot het vormen van een waterschap voor dien polder. De voorzitter deelt namens ged. staten mede dat door dat college eene commissie is benoemd, bestaande uit de heeren J. P. i. Buteux en J. H. C. Heyse, om met eene door ged. staten van Noord-Brabant uit hun midden te benoemen com missie in overleg te treden in zake van de ge meenschappelijke oprichting door de staten der beide provinciën van een waterschap over de in 1885 bedijkte gronden, thans genaamd de Dames polder dat van ged. staten van Noord-Biabant nog geen bericht omtrent de benoemiog eener commissie is ontvangenen dat bij het later aangaande deze zaak aan de staten te doene voorstel tevens een voorstel zal gedaan worden nopens het adres van den heer A. G. V. Hombaeh. 2" een adres van de vergadering van ingelanden van den Zonnemairepolder, om een renteloos voorschot voor wegsverbetering ad f 6703; 3° een adres van de vergadering van ingelanden van den Dreischorpolder, van dezelfde strekking tot een bedrag van ƒ3720. De behandeling ervan wordt aangehouden wijl het onderzoek omtrent deze beide aanvragen nog niet is afgeloopen. Daarna wordt de reeds vroeger in onze courant opgenomen mededeeling gedaan betreffende den omnibusdienst tusschen de buitenhaven en het lokaalstation te Vlissingen. Naar de afdeelingen worden verzonden de voorstellen van ged. staten betreffende het assu- reeren der provinciale stoombooten, den onder- handschen verkoop van de stoomboot Zeeuwsch- Vlaanderen en een reserve stoomketel en tot het verleenen van subsidie ter voorziening in de behoefte aan geneeskundige hulp aan de gemeenten Colijnsplaat en Westkapelle. Door den voorzitter werd daarop mededeeling gedaan dat van den heer Snijders is ingekomen een voorstel, strekkende: het college van gede puteerde staten uit te noodigen tot het bepalen van een billijken termijn, binnen welken door de Société anonyme des tramways a vapeur de Fles- singueMiddelbourg et extensions haar geconces- sioneerde stoomtramweg van „Vlissingen naar Middelburg naar het Loeaal en Havenstation en eventueel naar de Badplaats", in. zijn geheel in exploitatie zal moeten zijn gebracht. Dit voorstel wordt door den heer Snijders als volgt toegelicht „Ikneem de vrijheid nevensgaand voorstel aan de vergadering der staten van Zeeland in over weging te geven, naar aanleiding van den uitslag der door gedeputeerde staten aangewende pogingen ter verkrijging van een geschikt middel van ver voer tusschen de aanlegplaats der provinciale stoombooten en het locaalstatian te Vlissingen. Uit de mededeeling aan provinciale staten dd. 14 October 1887 no. 4876/102 blijkt: lo. dat gedeputeerde staten het resultaat hunner pogingen niet bevredigend achten eu geene vrij heid vinden voor te stellen, op dien voet eene overeenkomst aan te gaanen 2o. dat, volgens het van burgemeester en wet houders van Vlissingen ontvangen antwoord, slechts zeer weinig uitzicht bestaat dat en wanneer de concessionaris zal verplicht worden den stoomtramweg tot de Buitenhaven door te trekken, waarvoor als grond wordt aangevoerd, niet eenig algemeen rijks-, provinciaal- of ge meentebelang, doch alleen de verwachting, dat die verlenging niet dan verlies voor den conces sionaris opleveren zal. Behalve, dat de gegrondheid dier verwachting, met het oog op het aanzienlijk verkeer, betwijfeld mag worden en een tegenovergesteld gevoelen eveneens verdedigers vindt; dat niet is aan ta nemen dat de reeds van 1 September 1880 dag- teekenende concessie door de „société anonyme des tramways a vapenr de FlessicgueMiddel bourg et extensions" in 1885 zonder behoorlijk onderzoek en volkomen kennis der bestaands toestanden zou zijn overgenomen, weshalve elke redelijke aanleiding tot, ot billijke aanspraak op ontheffing van eene duidelijk omschreven ver plichting schijnen te ontbreken; en dat een reden als de aangevoerde bezwaarlijk gelden kan tegenover de volkomen billijke eisehen van het toenemend publiek verkeer, waarbij niet uitsluitend de belangen der gemeente Vlissingen doch, blijkens de door Middelburg en Oost- en West-Souburg verleende concessiën, ook die van meerdere gemeen ten en bovendien van duizenden bewoners en bezoe kers van Zeeuwseh-Vlaanderen betrokken zijn; kan genoemd motiet. naar mijn bescheiden meening, geen grond opleveren voor bet onbeperkt voortduren eener slechts gedeeltelijke exploitatie, uithoofde immers op deze wijze niet alleen het algemeen aan een particulier belang wordt opgeofferd, doch ook en vooral, bedoeling en inhoud van het in 1881 door de staten vastgesteld reglement op de tramwegen in Zeeland, blijkbaar worden miskend. In de memorie van toelichting van genoemd reglement verklaren gedeputeerden, in de inleiding, „provinciale staten bevoegd en verplicht te achten, de zaak der tramwegen te regelen, niet alleen krachtens hun grondwettig toezicht op de wegen, maar ook omdat het hier een provinciaal belang geldt, als hoedanig ongetwijfeld bevordering van middelen van gemeenschap tusschen de verschil lende gemeenten en de verschillende deelen der provincie moet worden aangemerkt" en bij hoofd stuk V (overgangsbepalingen) „dat het reglement niet te niet behoort te doen de vóór de invoering verkregen vergunningen doch dat de mogelijkheid bestaat, dat in menig, bij dit reglement in hoofd stuk II geregeld punt bij de vergunning niet ia voorzien." Tengevolge der genoemde bevoegdheid en vera plichting bepaalden de staten onder meer, in hoofdstuk II van het reglement, artikel 13 1 s „Gedeputeerde staten verklaren de verguuning vervallen a. indien binnen den bij de vergunning bepaalden termijnde tramweg niet in exploitatie gebracht is" en in 3 „Gedeputeerde staten zijn bevoegd de onder a en b genoemde termijnen eenmaal te verlengen"; terwijl bij arti kel 37 2, hoofdstuk V (overgangsbepalingen) werd aangenomen dat „voor zoover de reeds" (vóór het in werking treden van het reglement) „verleende vergunning daarin niet op andere wijze voorziet, de artikelen 8 2 en 925 daarop toepasselijk zijn, als ware de vergunning onder de werking van dit reglement verkregen". Blijkt uit het vorenstaande, dat aan een termijn van exploitatie zóóveel gewicht wordt gehecht, dat door den wetgever aan het overschrijden daarvan imperatief vervallenverklaring der con cessie verbonden is en alleen aan ged. staten, en dan nog slechts voor eenmaal, de bevoegdheid tot verlenging is toegekend, dan zal het wel niet overeenkomen met de bedoeling van het reglement, aan den raad eener gemeente zooveel uitgebreider macht over te laten als door het toestaan van uitstel, van jaar tot jaar, zonder eenigerlei beperking, door het gemeentebestuur van Vlis singen worden toegepast. Doch bovendien kan de uitoefening dier macht gerekend worden, met meergenoemd artikel 13 j°. artikel 37 2 van het reglement in strijd te zijn. In de door Vlissingen uitgegeven concessie wordt toch met geen enkel woord aangewezen een termijn binnen welken de vergunning bij gebreke van geheele exploitatie vervallen wordt verklaard nocb dat, door wie en hoe dikwerf verlenging' van den termijn geoorloofd is. Hier schijnt dus het in de memorie van toelichting bij hoofdstuk V veronderstelde geval aanwezig „dat in menig bij het reglement in hoofdstuk II geregeld punt „bjj de vergunning niet is vooralen" en woydjj

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1