No 257.
130® Jaargang;
1887.
Dinsdag
1 November.
Zedeljjke overtuiging.
BEKENDMAKINGEN.
Middelburg 31 October.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer f 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL,
Veemarkt te Middelburg.
Toen mevrouw Brandreth eindelijk binnen kwam
MIDDELBURGSCB COURANT.
Agenten te Vlisaingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van den Pexjl, te Zierikzee: A. C. de Moou,te TholenW. A. van Nleuwenhuijzen en te Terneuzen: L. van Wijck.
Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmae te Rotterdam, en de firma Erven B. van deb
Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dahbe Cie., John F. Jones, opvolger-
Donderdag den 3 November a. s., van des voor
middags 8 tot des namiddags 4 uren.
De Burgemeester en wethouders van Middelburg,
SCHOEEE.
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
Op geestige wijze steekt de Standaard den
draak met de beginsel-politiek van het Dagblad.
„Beginsel," zegt de Stand., is een mooi woord.
Voor een „beginsel," zoo het goed is, hebt ge
respectvoor een man van beginselen neemt ge
uw hoed af.
Vooral in onze dagen wierd „beginsel" een
modewoord, een pronkwoord, wat de Doitschers
een „Schlagwort" noemen. En zooals men in
Bilderdjjks jeugd met „eloquent" doorsloeg, zoo
dat de gtpommadeerde heertjes zelf spraken van
eloquent biljartenzoo haalt ook nu de preutsche
ingebeeldheid dat zeggen: „uit beginsel" overal bjj.
„Uit beginsel" is een gemeenteraadslid ten
platten lande er tegen om den veldwachter een
assistent ie geven. „Uit beginsel" is de oppositie
in een gymnastiekvereniging er voor om een
„springbok" aan te schaffen. „Uit beginsel" is
uw kapper voor geurolie en tegen pomade. „Uit
beginsel" zegt straks uw meid u haar dienst op.
Nu, dat klappen van de zweep kennen we.
Ge kondt het eergisteren weer in zeker resi
dentieblad hooren.
Foei, neen, het voerde volstrekt geen oppositie
uit vrees, dat zou onmanljjk wezen, maar uit beginsel
dat klinkt of ge een man hoort.
Conservatiefom niet te ver te gaanom voor
de uitersten terug te deinzen; een beginsel geworden.
Och, formuleer ons dat beginsel dan toch eens
duidelijk, in goed Hollandsche woorden, en toon
eens aan, dat er iets uit beginnen kan.
Dusver zag men van het conservatisme nog
nimmer iets anders, dan dat er iets in doodbloedde,
er mee uitstierf en er door onderging.
Alle conservatisme leed dusver aan tering.
Door den varensgezel J. C. Korteweg is heden
met goeden uitslag examen afgelegd voor de
betrekking van hulpbinnenloods ter standplaats
Vlissingen.
Te Borssele is bij den eersten onderteekenaar
van het adres, in Mei 11. gericht aan gedeputeerde
staten, betreffende het maken van een steiger bij
het veer van den prov. stoombootdienst op de
3.
Vit het Engelsch.
Het was een wanhoopskreet, die den jongen
man vreeselijk in de ooren klonk; maar hij deed
zijn best en hield zich goed. Hij kuste haar
zelfs niet eens.
„Iris", begon hij weer, „het baat niet of ik
u al juffrouw Brandreth tracht te noemen, ik kan
het niet. Iris, ik voel dat ik na het gebeurde in
het vervolg niet meer met u mag omgaan. Ik
heb geen recht om uw leven te vergallen door die
vreeselijke afschuwelijke, onverdiende verdenking".
„Maar Harry, gij zijt onschuldigGij hebt
het geld niet gestolen 1 En de krijgsraad heeft
u vrijgesproken 1"
„Ja, lieveling, men sprak mij vrij van de
misdaad, maar niet van de verdenking. Als ik
het genomen had als iemand het genomen had,
zou hij misschien zijn rang behouden hebben,
krachtens die vrijspraak en getracht hebben het
ondanks alles te boven te komen en te doen
vergeten. Maar, daar ik het niet genomen heb
en daar ik geen zweem van die ellendige ver
denking kan verdragen, wil ik niet langer in
Engeland blijven, en ik wilu, mijn schat, in geen
geval beladen met zulk een onuitsprekelijke
pchande."
r- „Harrj\ Ik weet dat gij het niet gedaan
Wester-Schelde, bericht ontvangen dat aan het
verzoek niet kan worden voldaan. Uit de be
schikking blijkt echter dat genoemd college be
reid is een voorstel aan de prov. staten te doen
om aan de Staartnol een steiger te bouwen als
door de naast belanghebbenden zekerheid zal zijn
gegeven, dat de daarheen leidende wegen worden
begrint en als zoodanig onderhouden.
Den heer Ernst Possart, die Zondag avond in
het Grand thèatre als Sky lock voor eene stamp
volle zaal afscheid nam, van het Arasterdamsche
publiek, werd door het publiek warm toegejuicht
en ontving tal van bljjken van sympathie.
Ook namens de heeren Van Lier ontving Pos-
sart een fraai geschenk.
De groote artist is ditmaal 29 avonden achter
een in ons land opgetreden en heeft het voornemen
in Jannari 1889 hier terug te keeren.
Heden avond speelt de heer Possart nog te
Nijmegen, van waar hjj naar Crefeld vertrekt, om
daar Woensdag zjjne gastvoorBtellingen aan te
vangen.
STORM
De hevige storm, die gisteren ochtend uit het
Z. W. over ons land woedde, heeft in onze
gemeente menigeen eene onaangename ver
rassing bereid. Hier kwam de schoorsteen door
het dak een onverwachte visite in de kamer
maken, ginds werden de dakpannen als droge
bladeren weggevaagd en gierde de wind over den
zolder, ginds weder slingerde Eolus een dakpan
door de ruiten, wat door een luid rinkinken aan
de bewoners werd bericht.
Ook de boomen hadden een heftigen kamp,
waarin zjj niet alleen het grootste deel van de
hun nog overgeblevene bladerentooi missen maar
ook groote takken laten moesten.
Op onze bolwerken zjju er zelfs neergeveld,
In de Koningstraat woei een muur omver.
Yan persoonlijke ongelukken hoorden wjj echter
in onze omgeving niets.
Ook te Vlissingen berokkende de storm
veel schade aan gebouwen; daar werd onder anderen
een der groote boomen, bp de groote kerk, even
boven den grond afgebroken.
Op de reede geraakten verschillende schepen aan
het drijven, o. a. eene bark, met petroleum voor
Antwerpen bestemdtegenover de buitenhaven
pakten de ankers echter weer.
De mailbooten kwamen en ver
trokken op tjjd, wel een bewijs voor hare
uistekendheid, doch het verhalen in de buiten
haven leverde heel wat moeilijkheden opzoo
duurde het S uur, vóór dat men met alle krachts
inspanning de uitgaande boot Nederland zoover
aan de ponton had gebracht dat de brug aange
legd kon worden.
De treinen waren in den voormiddag een weinig
te laat en ook in het telegraaf verkeer was stoornis.
Door de provinciale stoomboot Zelandia, van
Terneuzen komende, werd de bemanning (4 man)
hebt. Ik vertrouw u. Ik bemin u. Waarom
zouden wij ons aan andere menschen storen."
Harry aarzelde.
„Maar de bisschop?" vroeg hij. „Hoe
denkt uw vader over mij, Iris Neen, neen,
kindlief, ik kan u niet trouwen zoolang die ver
nederende twijfel op mij rust."
Iris nam zijn hand in de hare met een feeder-
heid, die aan die daad eiken schijn van onvrou
welijke voorbarigheid ontnam. Daarop begon zij
op zachten toon met hem te praten, hem te
troosten, te calmeeren, te verzekeren dat niemand
het ooit van hem zon gelooven, totdat Harry
Burbury zelf begon te denken, dat zijn fijngevoelig
gemoed het kwaad overdreven had. Hoe lang zij
daar zaten te fluisteren was moeilijk te zeggen;
als gelieven eens beginnen te fluisteren kan het
gesprek tot in het oneindige voortgezet worden
Dit scheen ten minste mevrouw Brandreth te
denken want na verloop van een uur kreeg
haar gevoel van betamelijkheid de overhand boven
haar medelijden met Iris, en zjj begaf zich naar
beneden om zich bij bet jonge paar te voegen.
Het spijt mij echter dat ik er bij moet zeggen
dat zij een oogenblikje op het portaal bleef
staan en eenige tijdschriften op de tafel ver
schikte, voordat zij de kruk der salondeur om
draaide. Deze voorzorg wordt maar al te vaak
verzuimd in dergelijke gevallen door onbesuisde,
al te voortvarende menschen tot groot ongerief
der betrokken personen.
van eene gestrande tjalk opgenomen, men zie
hier onder als ook een Belgische loodsschoener,
die zejlen en ankers verloren had en. achter Ram-
mekens op strand zat, afgesleept en te Vlissingen
binnengebracht. Van den Nederl. loodskotter No
5 (afhaler) scheurden bij het binaenbomen de
zeilen in flardenhet vaartuig werd op den oost
berm gedreven, vanwaar het door eene sleepboot
afgebracht werd.
De Duitsche driemast schooner Gustaf Adolf,
gezagvoerder Jensen, geladen met stukgoederen
en bestemd van Antwerpen naar Tientsin, werd
van zjjne ankers geslagen en is op den Kalloot
gestrand.
Daar het schip hoog op de bank zit, zal het
vermoedeljjk moeten lichten. Sleepbooten zijn
ter assistentie derwaarts vertrokken, doch konden
niet slagen om het schip af te sleepen.
De stoomboot naar en van Breskens voer niet
gedurende den voormiddag, evenmin de haven
stoombootjes.
Te ongeveer tien uur was de winddruk 134
kilogram.
Het was te Vlissingen een eenig grootsch
schouwspel de zee in hare woede te zien, toren-
hooge golven tot den Zeeboulevard opstuwende,
dien overstroomende en tegen de huizen oplik
kende, om dan weder, met donderend geraas
teruggaande, opnieuw op den vasten wal los te
beuken.
Vooral in den namiddag, toen de storm was
gaan liggen doch de zee nog steeds woelig was,
werd de Zeeboulevard door een aantal belangstel
lenden, Ook uit Middelburg bezocht, voor wie
vooral het uitgaan eener loodsboot een interes
sant schouwspel opleverde. Bij eene gelegenheid
als deze eerst leert men de dappere zeeleeuwen
in hunne kracht kennen, bewonderen en waardeeren,
die met een ranke boot tegen de golven kampen
om de naderende zeekasteelen ten veiligen gids
op het zilte nat te strekken.
Een prachtig gezicht was het ook de dagmail
boot Nederland full speed de haven te zien uit-
stoomen en bjj den ingang daarvan de dwarszee
over het schip te zien heenslaan, dat echter,
ongeacht wind en stroom tegen waren, spoedig
uit het gezicht was.
Te Goes had ook menig dak en schoorsteen
het zwaar te verantwoorden.
Boomen werden stukgewaaid. Aan den Oostsingel
sloeg het gedeelte van een boom een gat in het
dak eener woning.
Te Borssele woeien in de kom twee hooge
boomen omver en kwamen terecht op schuren
naast woonhuizen, waarbij alleen materiëele schade
werd geleden. Het water stoof over den zeedijk.
TeYerseke is gelukkig weinig schade aan
gericht. Enkele óesterbakben en ziften dreven weg.
Op den middag begon bet water buitengewoon
sterk te wassenware dit tot den tijd van hoog
water zoo bljjven voortduren, dan zouden rampen
zeker niet uitgebleven zjjn. Maar gelukkig hield
vond zij Iris, zooals meisjes gewoonlijk bij derge
lijke gelegenheden gevonden worden, rechtop
zittende in een stoel met een hoogen rug aan het
einde van de kamer, terwijl Harry Burbury zenuw
achtig met de punten van zijn knevels speelde,
en op een canapé midden in de kamer zat. Zulk
een verwonderlijke afstand was welsprekender
voor de psychologische scherpzinnigheid van
mevrouw Brandreth dan eenige graad van nabij
heid met mogelijkheid had kunnen zijn.
„Zij moeten al heel vertrouwelijk samen
geweest zijn", dacht zij wijselijk bij zich zelf,
„ik ben zeker dat zjj de zaak onder elkaar in
eens geschikt hebben, zonder in het minst aan
mijn goeden Arthur te denken."
„Mama", zei Iris bedeesd, maar heel een
voudig, toen haar moeder half aarzelend naast
haar stond, „Harry en ik hebben de zaak bepraat,
en eerst wilde Harry Engeland verlaten, maar ik
heb hem gezegd, dat toch iemand dat geld moet
gestolen hebben, en dat dus het beste wat bij
doen kon is, hier te blijven en te trachten uit te
vinden wie het eigenlijk gedaan heett. En dat
zal hij nu ook doen. En voorloopig", Iris legde
bijzonderen nadruk op dit woord, „zullen wij niet
verloofd zijn; maar later als Harrry zijn naam
gezuiverd heeft hier hield zij eensklaps op
en een liefelijk blosje verving uitstekend het
voornaamste werkwoord in den onvoltooiden
volzin.
Die redekuustige figuur is bij de taalkundigen
bekend onder den naam van aposiopesis. De meeste
de vloed ongeveer een uur voor den tjjd op,
wat een zeldzaam verschijnsel is.
De nieuwe toren werd al dadel jjk op een harde
proef geeteld, maar hjj hield zich goed. Alleen
de stang, waarop de haan staat, werd wat krom
gebogen, waaruit men eenigszins de groote kracht
der windstooten kan opmaken.
In de hervormde kerk werd een raam zoozeer
naar binnen gedrongen, dat enkele menschen voor
barsten vreesden en de kerk verlieten, wat aan
leiding gaf dat de godsdienstoefening vóór den
aanvang der predikatie eindigde.
Aan den zeedijK teHansweert strandde de
Engelsche schooner P. M. Wilcockgeladen met
pijpaarde, welk schip op de reede van Vlissingen
van zijne ankers was geslagen. Twee sleepbooten
trachtten het schip af te sleepen doch slaagden
daarin eerst des nachts. Het vaartuig is daarop
naar zijne bestemming, Antwerpen, gebracht.
Verder werd in die gemeente nog al schade toe
gebracht aan gebouwen, telegraaf- en telephoon-1 jjn.
Op de reede van Bath sprong van het Bel
gische otterschip Jonge Blondina, schipper J. van
Craenenbroeck, geladen met peeën voor Lillo, da
ankerketting.
Door de overslaande zeeën scheen het onmogelijk
het 2e anker te presenteeren, waardoor het vaar
tuig in de richting van Woensdrecht dreef en
tegen het Ouweland terecht kwam, omsloeg en
zonk. De equipage, uit vijf personen bestaande,
is met de boot in de haven te Woensdrecht
terecht gekomen.
De Kieldrechtsche hengst Seraphina, schipper
C. Claessen, die de Schelde opkwam en in de
haven te Bath wilde vluchten, geraakte bjj 't
inkomon aan lager wal en zou zeker vervuld zjjn,
zoo niet de commies te water Constandse,die het
gevaar zag, derwaarts was geroeid en het scheepje
met veel moeite af en in de haven bracht.
Te Tholen werd, behalve dat van Vele
huizen zeer vele pannen afgerukt werden, een
huis zoodanig geteisterd dat man, vrouw en kin
deren op de vlucht gingen en bjj een ander
onderkomen zochten. Vervolgens werden op de
wegen eenige boomen ontworteld en verloor een
der molens zjjne galerjj. De rivier steeg aldaar
tot 4.60 meter boven A. P.
Te Terneuzen bemerkte men te ruim half
tien uur 's morgens dat het met steenen geladen
tjalkschip De twee Gebroeders, schipper Jan de
Lege, dat nabjj de „plaat van Terneuzen" voor
anker lag, het door den storm te kwaad kreegj
Kapitein Stasse van de provinciale stoomboot
Zelandia kreeg hiervan kennis en aarzelde geen
oogenblik de haven uit te stoomen ter redding
van wat mogelijk blijken zou. Eenige aan den
wal staande schippers en andere belangstellende
menschenvrienden hadden zich aan boord begeven
Daar het schip te dicht bij de plaat lag kon
de stoomboot het vaartuig alleen van de walzjjde
naderen, zoodat het eerst na veel moeite gelakte
een tros aan boord van het schip te werpen. Aan
gezien de aan boord zijnde schipper, zjjn zoontje
jonge dames kennen dat woord niet, maar de
figuur wordt ruimschoots en met uitstekend
gevolg, in de gewone conversatie door haar aan
gewend.
Mevrouw Brandreth zei met een zeer flauw
glimlachje
„Mijn lieve Iris, wat zou uw papa zeggen
als hij u zoo hoorde spreken?" En daar zij zich
nu als het ware onverhoeds in de samenzwering
betrokken voelde, nam zij plaats en hoorde alles
aan, waarop „het huis onmiddellijk overging ia
geheim comité om middelen te beramen."
Het was reeds zeer laat, toen mevrouw, op baar
horloge ziende, met verbazing uitriep dat zij
niet begreep dat haar man al niet lang thuis was.
Bjj het hooren van den naam van den bisschop
stond Harry Burbury, die naar de stad gekomen
was om hem te spreken en voorgoed van zijn
dochter af te zien, maar zich door de omstan
digheden een anderen weg had laten uitdrijven,
haastig op om heen te gaan. Het kwam hem
voor dat twee uur na middernacht misschien niet
het geschiktste uur is om een vertoornden, weleer
waarden vader te ontmoeten. Hoe zou hij boven
dien een bisschop een voldoende verklaring
kunnen geven van zijn tegenwoordigheid in de
bisschoppelijke stadswoning op dit onbehoorljjke
uur
Mevrouw Brandreth, die nu geheel in de samen
zwering was gewikkeld, fluisterde Iris in, toen
Willem do voordeur achter kapitein Burbury
gesloten bad;