SUDDELBURGSCHE COURANT BEKENDMAKINGEN. 3 FEUILLETON. Kleinhandel in sterkendrank. Gemeenteraad van Middelburg. Donderdag 27 October 1887. N° 253. Middelburg 26 October. Novelle van PAUL HIRVIEU. Vervolg memorie van toelichting op de begrooting voor 1888. VAN DB VAN De burgemeester en wethondera van Middelburg' brengen, ingevolge art. 5 der drankwet, ter openbare kennis dat bij hen is ingekomen een verzoekschrift van JOHANNES GABRIËLSE, waarbij hij ver gunning vraagt om in het perceel op de Groote Markt lett. K no 169, waarvan hij eigenaar ge worden is, den kleinhandel in sterken drank van af 5 November a. s. te mogen voortzetten. Middelburg, den 25 October 1887. De burgemeester en wethouders van Middelburg, S C H O R E R. De Secretaris, A. DE VÜLDER VAN NOORDEN. De Haagsche correspondent van de Zutph. Crt. ichrjj ft „Ik ben vast overtuigd, dat er bjj de eerstvol gende verkiezingen niet alleen schenring zal komentusschen katholiekenen anti-revolationnairen maar ook tusschen anti-revolationnairen onderling. De katholieken, die de politiek van dr. Schaepman toejuichen, hebben bp de laatste verkiezingen aeeds alleen die anti-revolationnairen gestemd, van wie men kon verwachten dat zp vóór de ge- heele grondwetsherziening zouden zpn. Zoo is mp uit goede bron verzekerd, dat de katholieken in bet district Arnhem zich alleen daarom ditmaal onthonden hebben, omdat zp liever de aftredende liberalen gekozen zagen dan conservatieve anti- revolutionnairen. Dr. Schaepman komt er ook in de kamer meer en meer voor uit, dat hij geheel wil breken met de onde conservatieve staatkunde en het radicalisme wil vereenigen met de belangen van Rome. Zijne laatste grootste speech bp de behandeling van boofdstnk III was in dat opzicht een meesterstuk. Daarin verdedigde hp tegelij kertijd het algemeen stemrecht en de afschaffing van den eed, en kwam hij er rond voor nit dat bp tot de bekeerlingen moet worden gerekend. Vooral zpne bekeering met betrekking tot den eed wordt hem hier in de conservatieve katholieke kringen, waarvan de Tijd h8t orgaan is, zeer euvel geduid. Niets meer of minder wordt hem verweten, dan dat hp het ongeloof in bescherming genomen en het beginsel van fétat athée verdedigd heeft. Ondertnsschen is de heer Schaepman door die aanvallen niet nit bet veld geslagen. Reeds heeft hij verscheidene kleinere organen te zpner be schikking, die warm voor hem party trekken. Hij zelf schrpft meestal in de Grondwet, een uit stekend geredigeerd blad, dat allengs in invloed toeneemt. Bp zoo felle verdeeldheid kan het bpna niet uitblpven, of ook de katholieke kiezers znllen straks moeten kiezen tusschen de Schaep- manninnen en de anti-Schaepmannianen. De geestelijkheid tracht de breuk zoolang mogeljjk te voorkomen, maar is zelf ook reeds verdeeld. De hoogere geestelijkheid is voor het grootste deel te behoudend om met de nieuwe radicale theoriën mee te gaan, maar bp de jongere geeste lijken heeft blpkbaar de heer Schaepman grooten I H. I. Uit het Fransch. II. Den volgenden morgen begaf ik mij nog maar half hersteld, in een weemoedige stemming, naar de Greasonoières. Ik herinnerde mij een zeker hoekje,waar het bijzonder lief was; een eilandje met een bank, dat men bereikt langs een smal, wrak brugje, over een snel stroomenden vliet. Ik had dit bekoor lij ke plekje, verborgen onder het dichte groen van treurwilligen, bijna bereikt, toen ik op eens allerlei onaangename stemmen hoorde gillen: „Riri, RiriRiri niet zoetRiri zich vuil makenRiri zich au, au doen." 01 Ik kon mij niet vergissen. Zonder den spreker te zien wist ik wie au au doen zei, in plaats van pijn doen. Het was er een van de vaderlijke lijn. De andere tak zou gezegd hebben ai, ai. Ik maakte natuurlijk rechtsomkeert. Het was alsof er vonken nit mijne oogen spatten. Men moet dezelfde ongesteldheid gehad hebben als ik om te begrijpen welKe zonderlinge gewaarwor dingen zich van mij meester maaktenik zag twee gedaanten voor mij, een zwarte en een witte, en het was alsof die in mijn hoofd een verwoeden dans uitvoerden Als ik alles wilde vertelleD, kwam ik nooit klaar. Ik zal dus kort zijn. Een half uur later kwam de troep bij mij aan het strand. Ik verhuisde onmiddellijk, maar toen ook zij door den vloed verjaagd werden, aarzelden zij niet om mij weer te komen bestoken. Een oogenblik had ik my bijna laten afleiden door aanhang. Het heeft zeer de aandacht getrokken dat de nieuwe afgevaardigde voor Twenthe, mr. Cremers, zich ook terstond bp de radicale fractie der katholieken heeft aangesloten en zich dus onder leiding van dr. Schaepman heeft gesteld.'' Volgens het voorloopig verslag over hoofdstuk I. der staats begrooting onthielden de leden der tweede kamer zich, in het vooruitzicht dat omtrent de grondwet spoedig eene beslissing zal zpn ver kregen, van staatkundige beschouwingen en beoor deelden zij de begrooting als crediet om den dienst gedurende het volgend jaar te verzekeren. Doch men had dan ook bezwaar tegen het bewilligen van uitgaven voor nieuwe organisatiën, werken ene., welke niet dringend noodig zpn, alsook voor tractementsverhoogingen. Met de optimistische opvatting van den minister van financiën omtrent den financieelen toestand konden vele leden geenszins instemmen. Het evenwicht op den gewonen dienst is niet bereikt de beroering steunt alleen op de willekeurige splitsing van gewone en buitengewone uitgaven. Wat deze laatsten betreft merkte men op, dat de draagkracht der natie geen nieuwe leening toelaat, tenzp om zeer dringende redenen. Andere leden, die niet zooveel bezwaar zagen in bedoelde splitsing, merkten op dat in de latere jaren de theorie ook niet geheel in praktjjk behoefde te worden gebracht. Dé vraag werd gedaan, waarop de verwachting stennt, dat ook in 1888 geen ontmunting van zilvergeld zal noodig zpn. Niet zonder bevreemding vernam men het be richt, dat vóór het einde des jaars een wetsont werp zal worden aangeboden om een deel van het tekort te dekken door eene vergoeding uit de Indische middelen. Men beklaagde zich ernstig dat dit ontwerp niet te gelijk met de begrooting is ingediend; want die indiening zal weinig baten, als het ontwerp niet voor het einde des jaars kan worden afgedaan, en de zaak is van te veel ge wicht om overhaast te worden behandeld. Vrp algemeen drong men dan ook op bespoediging aan, en vroeg intusschen, op welken grond de regeering op eene bpdrage van 21 millioen meent te mogen rekenen. In een afdeeling verklaarden eenige leden, dat na de verklaringen, door den minister bp de be handeling van de conversiewet aan de beide kamers afgelegd, hun vertrouwen in zpn beleid zeer aan het wankelen was gebracht sedert bleek, dat het bankierssyndieaat tegenover zpne aanzienlijke provisie slechts 100 van de 350 millioen onvoor waardelijk genomen en dus verzekerd had. Dit strookte weinig met de verzekering, aan de eerste kamer gegeven. In de overige afdeelingen liet men dit onderwerp thans onbesproken. Welke zijn de regelen werd door sommigen gevraagd waaraan de minister zich, bjj de moeilijkheden in het hervormd kerkgenootschap, wil honden ten aanzien der nitbetaling van de predikantstractementen Waarom bev. geschiedt die niet te Reitsum en Voorthupzen, waar de geheele gemeente zich aan het synodaal verband onttrok Van onderscheiden zijden worden aan de Eerste kamer adressen gericht waarin wordt aangedron gen op aanneming van het VIII5 hoofdstuk der grondwet. Het hoofdbestuur van den Ned. Weer- baarheidsbond deed het reeds en de Yereeniging ter beoefening van de krijgswetenschap is het voornemens. Te Bergen op Zoom circuleert zoo danig adres. Den heer J. Borsins alhier is op zpn verzoek door de Spaansche regeering eervol ontslag ver leend als vice-consul van Spanje te Middelburg en te Vlissingen, terwjjl in zpne plaats benoemd is de heer F. Smith te Vlissingen.j mijne booze inblazingen. Ik had opgemerkt dat Riri net liep zooals men schaatsen rijdt, zonder ooit zijne voeten op te lichten. Elke onevenheid in den grond was dus voor hem een reden om te struikelen. Toen vestigde mijn oog zich hard nekkig op zijne blauwe laarsjes en eiken val ziende aankomen, riep ik met een helsch genoegen reeds bp voorbaatplofen ik lachte en bootste als een papegaai al het gedrens na dat dan volgde. Ongelukkig werd de muziek van Riri en mijn begeleiding terstond bedolven onder den stort vloed van jammerklachten der meewarige familie Weer moest ik den aftocht blazenmaar het baatte mp niets. Overal, in de kursaal, boven op de duinen, in de lommerrpke paadjes, op de zonnige vlakten, overal waar men de frissche lucht en den zeewind inademde, overal werd mijn oor door diezelfde onwijze brabbeltaal ge troffen. „Riri! da, da, tra, ra, mena, mena, pta, pta, minne, minne." Er bleef mp niets anders over dan mijne biezen te pakken en de vlncht te nemen naar een ver verwijderd, geheel onbekend oord. Ik had zelfs reeds te lang gewacht. De benauwdheid in de keel, het zenuwachtig hikken, de trillingen in handen en oogleden begonnen weer even erg te worden als drie maanden geleden. Mijn reistasch is toegegespt, mijn rekening betaald en ik begeef mij naar den stalhouder om te zien of het rijtuig, dat ik besteld heb, inge spannen wordt. Op het kerkplein stuit ik op een oploop. Mid den in staan drie menscben, die luid schreeuwen en allerlei gebaren maken. Het zijn de twee grootvaders en de moeder van Riri, alle drie verschrikkeiyk rood en buiten adem. Hunne Naar wjj vernemen heeft de voorzitter der afdeeling Walcheren van de Maatschappij tot be vordering van landbouw en veeteelt in-Zeeland, de heer A. den Boer, den wensch te kennen gegeven als zoodanig niet meer in aanmerking te komen, om reden van min gunstigen gezondheidstoestand Men bericht ons dat aan den oever van den Jacobapolder (Noord-Beveland) een val heeft plaata gehad, ter lengte van 170 meters bp eene breedte van ruim 115 meters. Door het breede voorland daar ter plaatse be staat voor den polder echter niet het minste gevaar. In de vergadering van ingelanden van het waterschap St. Annaland, in Mei onlangs gehonden, kwam o. a. een verzoek in van eenige eigenaars van gronden, gelegen langs den Langen weg, om dien weg te begrinten. Aangezien de agenda voor die vergadering daarvan niets meldde, werd de behandeling van dit verzoek op voorstel van een der ingelanden uitgesteld tot eene buitengewone poldervergadering in het najaar. Die vergadering is Dinsdag gehonden. Behalve de begrinting van den Langen weg, lang 1455 M. zon thans ook die van den dpk van den ouden molen langs den Suzannapolder tot aan den Anna Vosdpkschen dpk, lang 1417 M. besproken worden. Volgens art. 6 van de concessie van bedijking in 1475 en ook volgens het door het polderbestuur ingewonnen rechtskundig advies van den' heer mr J. Moolenbnrgh moeten de vroon landen niet bpdragen of kunnen zp niet verplicht worden tot het onderhoud der wegen. Zoo de eigenaars dier vroonlanden, ter gezamenlpke grootte van 231.7508 H. A. in het waterschap gelegen, niet vrjjwillig aan die verbetering der wegen deelnamen, dan zonden de kosten daarvan alleen moeten gedragen worden door de 803.1757 H. A. dpkerslanden. In eene vergadering van eigenaars van vroonlanden om die verbetering der wegen, door bijdragen te stennen, hadden deze het niet eens kunnen worden. In de vergadering van Dinsdag, door het water schap gehouden, werden nog meer wegen genoemd, die dringend verbetering behoefden. Een bepaald besluit omtrent een en ander werd niet genomen, maar de behandeling tot een vol gende vergadering uitgesteld. Het beweren van de Berljjnsche Kreuzseitung dat, behalve de graaf van Parijs, ook de hertog van Chartres, de prins van Joinville, de hertog van Nemoirs en circa 70 Orleanistische senatoren en afgevaardigden te Dordrecht zouden zpn aan gekomen, en dat de graaf zpn aanhangers zou hebben aanbevolen, elk bondgenootschap met de groep-Clémenceau af te wjjzen, was te eenenmale uit de lucht gegrepen. Volgens de Bord. Crt. zal de graaf van Parjjs Zaterdag of Zondag over Vlissingen naar Engeland vertrekken. In de Tyd komt, inzake de groenkwestie te Groningen, de berichtgever op tegen de door ons overgenomen bewering van den heer P. Hofstede Crull. Volgens hem schermt deze heer met groote woorden. Tegelijkertijd beweert zekere C. P. dat zp, die een poging waagden om het groenwezen te ver dedigen, niet te begrppen zijn. „Weten zp" zoo vraagt hp „niets van de buitensporigheden der drinkgelagen, aan het groenloopen als vanzelf verbonden? Kennen zp onder hun studiegenooten de losbollen niet, die zeiven alles dnrven en alles uitvoeren, en eveneens den groenen alles leeren dnrven en alles leeren volbrengen? „Het zou niet de minste moeite kosten zelfs van dit studiejaar een chronique scandaleuse te leveren, te walgeljjk om openbaar te maken." oogen staan verwilderdzij zwaaien met de ar men in de lucht, die beurtelings weer machteloos neervallen. Zoodra de jonge vrouw mij ziet roept zij „Mijnheer mijnheer Hebt gij mijn kleinen Riri niet gezien Gij weet wel Zij barst in tranen uit. Het kleine ventje is sedert twee uur zoek. Zij vertelt mp dit in afgebroken volzinnen, al snikkende. De meid had Riri naar de Villa gebracht, omdat het zijn tijd was om te eten. Zij had hem een oogenblik alleen in den tuin gelaten en toen zij terug kwam was Riri nergens meer te vinden." Door allerlei tegenstrijdige gewaarwordingen bestormd zie ik het vrouwtje doordringend aan. Vol vertrouwen roept zij mijn hulp in. Onder al die voorbijgangers heelt zij mij herkend als de eenige die haar by toeval niet geheel vreemd is. Bij zulk een ramp schijnt dat voldoende te zijn om mij als een vriend in nood te be schouwen Ik zie haar nog doordringender aan. De glans der moederliefde overschaduwt de appeltjes op hare wangen, die liefde tintelt in hare blauwe oogjes, doet hare mondhoeken trillen. Zij is geheel veranderd zy is i ja zij is Bchoont „O!" gilt zij „spreek dan toch!" Ditmaal richt zp het woord tot haar man, die langs een zijpaadje van het duin afkomt, van verre door de kindermeid gevolgd. Een wanhopig gebaar is het eenige antwoord. „O, mijn God, o, mijn God!" stamelt zij. „Is het waar? Is het mogelijk En met gevouwen handen gilt ze driemaal uit alle macht„Riri Riri 1 Riri Mijn ziel wordt ontroerd door den ongewonen toon van die stem, die alle graden van mensche- lijke smart doorloopen heeft. Er heeft een om* 32) De gezamenlijke kosten van het lager onderwijs zijn alzoo op f 53166,48 geraamd. Van het totaal der onder-afdeeling A ad f 46244,98 wordt f 13873,49% door het rjjk vergoed (zie art. 2, afd. I, hoofdstuk IV inkomsten). Van het totaal bedrag der geheele afdeeling die rijksvergoeding en de schoolgelden, op f 11108 geraamd (zie art. 7 en 13, afd. 4, hoofdstuk III inkomsten), aftrekkende, blijft de som van f 28184,98% als het zuiver bedrag der kosten over of f 42,49% meer dan hij de oorspronkelijke begrooting voor 1887 was geraamd. 33) De oude gevestigde schuld der gemeente bedraagt, tengevolge der tot heden plaats gehad hebbende amortisatie en conversie in 5 pet. obligation, (krachtens raadsbesluit van den 26 Juli 1871, goedgekeurd door ged. staten van Zeeland, bij hunne beschikking van den 1 September d.a.v.) eene som van f 217600. In de zitting van den gemeen teraad van 29 April 1887 werden vernietigd 29 obligatiën ad 500, bestemd geweest om tegen uitgeloote kansbiljetten uitgegeven te worden (zie handelingen gemeenteraad 24 Maart 1886, bi. 40) en 1 obligatie ad ƒ200, ingekocht volgens raadsbesluit van 24 Maart 1886. (Zie handelingen 1886, bl. 41). Hierdoor is het bedrag dier schuld ver minderd tot 202900. Hiervan is eene rente van pet. verschuldigd. 34) Volgens bovenbedoeld besluit is van de oude schuld tot heden f 2.406,000 geconverteerd tot een bedrag van f 240600 in obligatiën ad 5 pet. rente. Hiervan is achtereenvolgens afgelost f 32000, blijft alzoo f 208600 of aan rente f 10430; te verminderen met f 75, wegens na 1 Juli 1888 minder verschuldigde rente, daar dan wederom f 3000 der schuld zal zijn afgelost. 35) Bedrag van de renten der krachtens raadsbesluit van den 25 October 1876, (goedgekeurd door ged. staten van Zeeland bij hunne beschikking van den 3 November d. a. v.) aangegane leening ad 4tyg pet., tot het uitvoeren der vernieuwing van de dokbrug en der verbetering van den toegang tot het dok, na aflossing thans bedragende f 9000. De rente is verminderd met f 22,50 voor de 1 Juli 1888 af te lossen f 1000, waarover slechts een half jaar intrest behoeft betaald te worden. 36) Bedrag van de annuiteit der onder goedkeuring van ged. staten van Zeeland den 1 Januari 1881 gesloten leening met de maatschappij voor gemeente-crediet te Amsterdam, tot een bedrag van f 283000, zijnde de eerste serie van bovenvermelde leening van f 400000. 37) Gelijk ten vorigen jare. In 1886 is wegens rente van het restant van het in 1881 opgenomen kapitaal (ad f 55000) f 1020 uitgegeven; voor 1887 was f 700 geraamd. Den 1 Januari 1888 wordt een bedrag van f 13000 afgelost, zoodat alsdan die geheele leening is gedelgd. 38) Bij het plan van conversie der onde schuld is bepaald, dat van de geconverteerde schuld met 1 Juli 1888 eene som van f 3000 moet afgelost worden. 39) Overeenkomstig het plan dezer leening moet met 1 Juli 1888 f 1000 worden afgelost. 40) Volgens het 29 October 1880 door den gemeen teraad vastgesteld, en door ged. staten van Zeeland bij beschikking van den 6 November d. a. v. bekrachtigd leeningplan (voor zooveel de uitgift der tweede serie betreft, gewijzigd den 24 Augustus 1881 en goedgekeurd den 6 September d. a. v.), moet jaarlijks, te beginnen met 1883, van de leening ad 55000 afgelost worden, zooveel als 7/a pet. van het bedrag der uitgegeven aan- deelen ronde sommen van f1000 oplevert. Deze pet. moet jaarljjks verhoogd worden met het bedrag der be spaarde renten, door deze verplichte aflossing verkregen. Op deze begrooting is thans, in plaats van f 1000, f 13000 voor aflossing (op den 1 Januari 1888) gebracht, zoodat die leening in 1888 geheel zal zijn gedelgd. 41) Voor den aanleg der haren- en kanaalwerken in en langs Middelburg is aan den staat der Nederlanden, volgens overeenkomst van den 23 Februari 1866, ver schuldigd eene som van f 500000. Daarvan moet, te beginnen met 1876 en vervolgens, gedurende 20 jaren f 10000 en gedurende de 20 d. a. v. jaren f 15000's jaars aan bet rijk uitgekeerd worden. Behalve de in de Midd. Ct. van 20 dezer (Byvoegsel) voorgestelde en in de raadszitting van 19 dezer aangenomen wijziging in de be grooting stelt de financieels c>mmissie nog voor: wat betreft de ontvangstens Hoofdstuk I, art. 2. Batig slot der rekening over het dienstjaar 1886 te vermeerderen met 8413.15). Door burgemeester en wethouders is slechts f 9000 uitgetrokken, niettemin bet geheele batig slot van de voorloopig door den raad vastgestelde rekening 20013.1^) bedraagt en hierover nog slechts tot een bedrag van 2600 by wijziging van de begrooting voor 1887 zal worden beschikt. wenteling in mijne gedaehtengaog plaats; ik waag het een paar woorden van bemoediging uit te spreken, die terstond aangenomen, weerlegd, overwogen en door honderden vragen en evenveel uitroepen en veronderstellingen gevolgd worden. Ik antwoord; men repliceert. Ja wel! Daar zit ik nu gevangen als in een raderwerk, door de aantrekking der tegenstrydige gevoelens, geuit door die onbekende wezens, welken ik wilde ontvluchten, omdat ik met wrok jegens hen vervuld was. Geen mogelijkheid om er my aan te onttrekken De groep zet zich in beweging en voert my mede. De twee grootmoeders komen er ook byhare verschrikte vragen gaan van den een naar den ander en bereiken mij. Ik treed vooruit, loop voort tusschen baar beiden in en word bynadoof door hare harde stemmen. De eene heeft geen hoed op en de andere loopt vreeseiyk mank. Rechts en links blijven de verbaasde wandelaars staan om dien dwazen optocht na te oogen, waarvan ik het middelpunt uitmaakte, terwijl ieder zich aanhoudend omkeert, al redeneerende tegen iemand aanloopt en op goed geluk weer voortholt. Jammerklachten, smeekingen, raadgevingen, veronderstellingen, alles hoor ik door elkaar. „Heeft men de Cressonnières doorzocht?" „Ik zelf heelemaal." „Maar de rivier Die is diep. „Eu de patten. De put van den hoefsmid V' „Die is bedekt." Alles wordt bedacht, bepraat: De kalkoven, bet molenrad, de heggen, de hondenhokken, het weiland met den ondeugenden stier. Overal ii men geweest. Nergens heeft men iets gezien. Bij een bocht van den weg staat een man te spitteu. De radelooze moeder viiegt naar hem toe „Man, zeg mij als 't u blieft, of gij geen klein ventje gezien hebt! Hij heeft een matre»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 5