N° 251, 25 October, Dinsdag FEUILLETON. 130§ Jaargang* 1887. BEKENDMAKINGEN. Middelburg 24 October. Dit blad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 8/m, franco f 2.—. Afzonderlijke nommers ziin verkrijgbaar a 5 Cent. Advertantiën SO Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz,: van 1-7 regels /1.50 iedere regel meer f 0.20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimts. GEMEENTEEAAD. I B. X Novelle van PAUL HIRVIEU. JJit bet raampje geleund, sloeg ik angstvallig „Pon! wat ia het hier benauwd van den rook." Daar begon de kindermeid. MIDDELBURGS!» COURANT. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Kminingen: F. tan den pe«l,te Zierikzee: A. C. de Moou,te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: L. tan Wijck. Verder worden door alle postkantoren en boekhandelaren abonnementen en advertentiën aangenomen; en nemen ook het algemeen advertentiebureau van Nijgh van Ditmab, te Rotterdam, en de firma Erven B. van des Kamp te Groningen, voor de Noordelijke provinciën, annonces aan. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daubs Cia., John F. Jones, opvolger. Da burgemeester van Middelburg maakt bekend» dat op Woensdag den 26 October 1887, des namid dags te een uur, een openbare zitting van den gemeenteraad zal plaats hebben. Middelburg, den 24en October 1887. De burgemeester voornoemd, SCHORER. Uit het Weekblad van het recht namen wij kennis van de volgende beslissing, door de rechtbank van Zierikzee genomen. Ged. staten van ons gewest hadden die recht bank verzocht een deskundige te benoemen voor de schatting der pachtwaarde van de gronden in den calamiteusen Suzanna-polder. Die schatting moest geschieden door drie des kundigen, te benoemen een door den dij braad, een door Ged. staten en een op aanvraag van dat college door de arrondissements-rechtbank, tot wier rechtsgebied de polder behoort. De rechtbank heeft zich echter onbevoegd ver klaard om op het verzoek van Gedeputeerden te beschikken, niettegenstaande het O. M. tot vol doening daaraan had geconcludeerd. Zij grondt deze beslissing op de overweging dat bij geenerlei wet, inzonderheid niet bjj die van 19 Juli 1870 Stbln° 119), aan de rechtbank wordt opgedragen om te beschikken op zulk een verzoek „dat wel is waar de Provinciale staten, bij art. 8 van die wet, worden belast met de regeling van de wjjze, waarop het bedrag der onzuivere opbrengst van de landerijen en een calamiteusen polder zal worden vastgesteld, doch geenszins gemachtigd om, voor deze aangelegenheid van zuiver admi nistratieven aard, gebruik te maken van de tusschenkomst der rechterlijke macht en wel speciaal van die der arrond.-rechtbanken, wier voluntaire jurisdictie daarmede een uitbreiding zou ondergaan; „dat derhalve de rechtbank, zoo zjj zich compe tent verklaarde om te beschikken op het verzoek, haar bevoegdheid zou ontleenen niet aan de wet, maar aan de opdracht van een college, hetwelk geen jurisdictie toebedeelen kan." Deze beslissing is van ver reikende gevolgen. Gaat toch de leer der rechtbank op en wordt zjj als juist erkend, dan zou daaruit voortvloeien dat menige soortgelijke bepaling omtrent benoe ming van deskundigen enz. geenerlei effect kan hebben. Het is dan ook te hopen dat in hoogste instantie een uitspraak over deze zaak zal worden ingeroepen. a. Vit het Fransch, Voor eenige jaren leed ik gedurende verschei dene maanden, ten gevolge van allerlei omstan- digheden, aan een zenuwziekte, die mij gemelijk prikkelbaar en ontzaglijk gevoelig maakte voor de kleinste teleurstelling. Ik zag tegeu alles op als tegen een berg en vond uit eten gaan, visites maken, boodschappen doen en al dergelijke kleinigheden vreeselijke rampen. Men begrijpt hoe ik in dien toestand een spoorwegreis be schouwde. Maar daar de dokter mij ten sterkste aanried om Parijs voor eeaigen tijd te verlaten, besloot ik eenigen tijd aan de Normandische kust te gaan doorbrengen, ofschoon ik tot nog toe die landelijke stilte weinig op prijs gesteld had. Op zekeren f raaien Sep tem bera vond kwam ik aan het Westerstation, vijftien minuten vóór het vertrek van den sneltrein van zes uur. Ik ging terstond naar een ledig compartiment zoeken en maakte mij daarvan meester met dien zucht naar eenzaamheid, welke de lucht, die onder de glazeD kappen van stations heerscht, de nmeest spraakzamen en gezelligsten menseden Inboezemt. De Haagsche briefschrijver der Arnh. Crt. maakt de volgende opmerking Wacht gehouden wordt hier tegenwoordig wel; de politie, naar ik hoor van hoogarhand daartoe aangespoord, waakt en „past op" tegen allerlei sociaal-democratische stoutigheden. Da omstan digheden, dat diezelfde waakzaamheid op meer plaatsen in het land de aandacht trekt, doet mij vermoeden, dat het gerucht gegrond is, en men inderdaad vanuit den ministerraad heeft last gegeven om de sociaal-democraten, die ik alleen belangwekkend vind als merkwaardige voorbeelden van volledige ontstentenis van beschaving, oor deel en goeden smaak, te vervolgen, waar ze maar eenigszins vat op zich geven. Ik vindt dit eene verkeerde, uitermate onverstandige taktiek, en zou wel wenschen dat de geest van Gamaliel van tjjd tot tijd eens eene zitting van den minister raad bijwoonde, al vrees ik, dat 's mans wjjze raad niet veel ingang zou vinden. Vervolgingen wegens laster, hoon en beleediging hebben tot nogtoe den belasterde, gehoonde en beleedigde nooit gebaat, al leidden ze tot veroordeeling van den gedaagde; velen beweren dat ze den in 't geljjk gestelde dikwijls nog meer kwaad dan goed doen. Wat voor gewone particulieren geldt, is nog meer van toepassing op het geval van vorsten en koningen. Het zal wezenljjk onzen koning niet verlagen in de achting en schatting zjjner welgezinde onderdanen, dat de een of andere juffrouw of kleermaker, misschien met een roesje aan, in herberg of op straat Z. M. op eene onhebbelijke wjjze uitscheldtlaat de menschen in Godsnaam praten 1 En dat een of andere dwaas: leve Doramelaroept, terwjjl Z. M. hem voorbjj rijdt, wel laat Dommela leven, laat alle menschen leven maar laat de lui met rustdie hun gemoed lucht geven in kreten, welke een lang leven toewensohen aan Dommela, of aan dr Kuyper van de kerkelijke kassen, of aan dr Schaapman van de twee borreltjes, of aan u of mij, of wien dan ook. Dit is eenvoudig eene quaestie van smaak. Zoolang die lieden leven doen ze waarlijk geen kwaad, daar ze toch niet leven, ten koste van andermans levensduur. Naar aanleiding van de bekende treurige ge beurtenis met den Groningschen student, en den aanval, door een berichtgever van de Tijd op het groenwezen gemaakt, o. a. door de bewering dat de „groenen dikwijls gedwongen worden te drinken, ja zelfs veel te drinken," schrijft de heer P. Hof stede Crull, Sen. ill. stud. gr. h. t. rector te Gro ningen, een ingezonden stuk in genoemd blad, waarin hjj protest aanteekent tegen die bewering. Hjj schrjjft daarin ten slotte »Noch in het onderhavige geval (wat trouwens een ieder duideljjk zal zjjn, daar de groenen als genoodigden van de studenten-schietvereeniging te Zuidlaren waren, dus totaal voor hun genoegen)) noch ooit anders komt het in het Gron. stud.- korps voor, dat groenen gedwongen worden om te drinken. Integendeel herinner ik mij menig voorbeeld, dat een groen des middags op de den langzamen gang van den wijzer op de stations klok gade, steeds vreezende dat er iemand bij mij zou komen zitten. Ik schepte moed, toen mijn kaartje geknipt was en ik achtereenvolgens al de portieren hoorde dichtslaan, met een lawaai, waarvoor de beambten zeker een extra-belooning van de spoorwegmaat schappij krijgen. Nergens was een passagier meer te zien. Ik haalde ruimer adem. De hoofdeonducteur bracht zijn fluitje aan de lippenik volgde die bewe ging na, doch met een sigaar, die ik vlug aangestoken had. Ik waB veilig. „Vijf uren rust voor mij om te droomen en mij te ontspannen, zonder zoo gekweld te worden, als tot nog toe. Amen Maar jawel! daar stormt op het laatste nip- perije een heele troep het perron op. Ik beefde. Mijn voorgevoel bedriegt mij nooit. Het waren zeven persouen, met wel twintig pakjes, waaronder een kind. Zij liepen dicht op elkaar gedrongen, zetten elkaar tot spoed aan, riepen den conducteur: „Hierheen Zeven plaatsen. Instappen, gauw» hop Iriep men hun toe. En in een oogwenk was mijn compartiment in beslag genomen door die luidruchtige overweldi gers; mijn nieuwe sigaar moest weggeworpen worden, mijne laarzen werden betreden door een dikke dame, die bromde: sociëteit hard gevallen werd, omdat bij te veel gedronken had. De slechte gewoonte, elders be staande om groenen aan studententafels te noo- digen en ze daar zoogenaamd „onder tafel" te drinken, is hier ook te eenenmale onbekend. Wat er tegen het groenwezen te zeggen moge zjjn, de grieve, dat er bestaat „dwang tot drinken gaat te Groningen zeker niet' op. De gemeenteraad van Middelburg zal Woensdag a., des namiddags te een uur, en zoo noodig des avonds vergaderen, ter behandeling der gemeente- begrooting. Vooraf zal behandeld worden een voorstel van burg. en weth. omtrent assistenten bij het onder wijs in het teekenen aan de burgeravondschool. Heden werd in het Schuttershof alhier eene ver gadering gehouden der rjjks veeartsen in onze provincie, om eene Zeeuwsche afdeeling te eonsti- tueeren van de Maatschappij van veeartsenijkunde in Nederland. Twaalf heeren waren tegenwoordig, die dooi den heer C. Mazure, provinciaal veearts le kl. alhier welkom geheeten en op het doel der bijeen komst gewezen werden. Dat doel, het stichten eener Zeeuwsche afdeeling, werd bereikt. Allen traden toe en benoemden den inleider tot voorzitter, den heer M. Lucieer te IJzendijke tot secretaris en den heer L. van Mervennée te Goes tot thesaurier. Deze eerste bijeenkomst werd besloten met een déjeuner la fourchettedat den beeren aange boden werd door den heer M. Luteijn Mazure te Oostburg, als contra-beleefdheid voor de hem bjj zjjn 5Cjarig jubilé betoonde bljjken van sympathie. Naar ons uit Goes gemeld wordt, is heden het bekende adres inzake het hoofdstuk defensie der grondwet verzonden. Het draagt p. m. 150 hand^ teekeningen. Men schrjjft ons uit Yerseke: Vóór de zomerdienstregeling van dit jaar bracht de post brieven voor Yerseke nit Engeland met den trein, die in de richting RoozendaalVlis singen om 11 u. 42 m. te Kruiningen arriveerde. Die brieven waren ongeveer 1 uur besteld en er was dan nog juist tijd genoeg voor den oester- handel om aan orders voor Engeland met den trein van 4 u. 33 m. te voldoen. Nu die trein een sneltrein geworden is, komen dezelfde brieven, ruim oen uur later, met den volgenden gewonen trein (12 u. 52 m. te Kruiningen) en is de uit voering der Engelsche orders voor dien dag on- mogeljjk geworden. Een paar heeren hebben dit bezwaar ter kennis van de bevoegde autoriteiten gebracht met verzoek erin te voorzien door het pakket voor Yerseke te Kruiningen uit den snel trein te werpen. Indien dit gepaard moest gaan met opheffing van de post van 12 u. 52 m, dan zou de moge lijkheid bestaan, dat anderen er weer door ge schaad werden (de brieven voor Goes, Middelburg De trein was al lang in beweging, toen zij nog attemaal stonden te overleggen of zij voor- of achteruit wilden rgden. Ik verfoeide hen reeds. Hun onsamenhangende gesprekken vermoeiden mij. „Hebt gij het kleine koffertje Goed, goed „En mijn groote roode tasch Lieve hemel 1" „Maar ik zeg je, dat ik hem zie." „Waar dan O 1 Ja." „En de hangmat „In mijn zak." „Als we het badkuipje maar niet vergeten hebben. Dat zou wat moois zijn." „Ik heb al zoo dikwijls gezegd dat het in het bedje ligt met het wagentje! Hé, hé." Wat een lawaai. Ik werd razend. Nadat ik het gezelschap een poosje opgenomen had, kreeg ik de zekerheid dat het éen geheel vormde, hotwelk uit drie geslachten bestond, door het huwelijk verbonden en zich vereenigende in éen gemeensohappelijken afstammeling, Odie gemeenschappelijke afstammeling Dat was een kind van ongeveer drie jaren, die ia den hoek schuins tegenover mij onophoudelijk zat te babbelen op den schoot zijner kindermeid. Daarnaast zat zijn moeder, een dik vrouwtje met een wipneusje, lichte oogen en bolle wangen, blozend en glimmend als appeltjes. Daartegen over de lange gedaante van den vader met een bleefe gelaat en een blonden baaid, en Vlissingen bjjv. moeten dan een kleine 2 uren vroeger in de bus geworpen worden.) Daarom hadden bedoelde heeren, Schipper en Kakelteeke, belanghebbenden tot een. vergadering opgeroepen om hun gevoelen te hooren. Doch alle opgeko- menen, meest oesterhandelaars, toonden zich inge nomen met het denkbeeld van een uitwerp-pakket, al moest de nu bestaande middagpost daardoor ook komen te vervallen. Men zou dan niet alleen de brieven uit Engeland bijna 2 uren vroeger ontvangen, maar ook die uit Duitschland en een groot deel van België. Tegenover dit groote voordeel staat alleen het kleine nadeel, dat de brieven uit het andere, kleinste deel van België een post later zouden aankomen. Men zal nu verdere stappen doen om den billjjken wensch van eene betere postverbinding verwezenlijkt te zien. De kans daarop schjjnt niet kwaad te staan. Door den minister van financiën zijn o. a. be noemd tot kommies der 4e klasse de heeren H, W. van den Berg te Sas van Gent en J. de Boet t-e Hulst. De St. Crt. bevat een kon. besluit, houdende nadere bepalingen omtrent het verlies van het recht tot het dragen van het eereteeken voor eervollen, langdurigen werkelijke n dienst bij de schutterijen. Daarbjj worden die bepalingen in overeenstem ming gebracht met die betreffende de Neder- landsche ridderorden. Volgens nader bericht heeft de graaf van Parijs volstrekt geen plan te Dordrecht eene conferentie te houden met monarchistische senatoren en afge vaardigden, ter vaststelling van de gedragslijn hunner partij bjj de aanstaande parlementaire campagne. De graaf, nit Frankrjjk verbannen, zal daar eenvoudig zjjne politieke vrienden uit het Noorden van Frankrijk ontmoeten, evenals hij dat te St. Reray en te Vevey anderen deed, en dat bij die gelegenheid de politiek zal worden ter sprake gebracht ligt voor de band. De Kreuzzeilung meldde echter Zaterdag dat Vrijdag te Dordrecht, behalve de graaf van Par ij s5 de hertog van Chartres, de prins van Joinville9 de hertog van Nemours, de hertog d'Audiffret Pasquier, benevens ongeveer zeventig Orleanistische afgevaardigden en senatoren zijn aangekomen. De graaf van Parijs moet zjjnen aanhangers hebben aanbevolen, elk bondgenootschap met de groep Clémenceau af te wijzen. Door het hoofdbestuur der vereeniging Éigen Hulp zijn tot commissarissen der op te richten afdeeling „Bureau voor dienstbetrekkingen" be-» noemd de hh. mr B. Hulshoff, mr A. Texeira de Mattos, H. J. Moll, mr W. van Rossem Bz. en M. van Aken. Verder is besloten het algemeen secretariaat niet te vereenigen met de redactie van het orgaan en in de volgende vergadering over te gaan tot de benoeming van een secretaris, die zal aangesteld worden op een tractement van 600. De wederzijdsche grootouders, links van mij en tegenover mij gezeten, namen mij vijandig op en vormden als het ware een bolwerk ter verdedi ging van hun kleinzoon. Ohun kleizoon 1 Teneinde steeds gereed te zijn om aan diens tegenstrijdigste grillen te voldoen, ontpakte een der grootmoeders met een onbehagelijke drukte de zonderlingste voorwerpen. Maar wat mijn verontwaardiging het meest op wekte was dat onophoudelijk gewauwel van die geheele familie, die zich beijverde om in een gebroken kindertaal te spreken, door alle letter grepen te verdubbelen. „Heeft Riri din-din gehad? Was het le-le Ja Ik zie nog duidelijk de trekken van dien eenen grootvader voor mij, zooals hij met zijn valsoh gebit, die onwijze taal brabbelde, zoodat ik een woedenden lust kreeg om de beweging dier kunsttanden te versnellen door ze als castag netten te gebruiken. Men zal misschien vinden dat ik al te kitteloo- rig was. Maar ik moet nog heden ronduit bekennen dat in den zenuwaebtigen toestand, waarin ik mij toen bevond, het een kwelling voor mij was om de gebroken taal van een klein kind te hooren uitspreken door zoovele oude leeljjke monden, misvormd door ouderdom, slechte ge woonten, gulzigheid, dagelijksche twisten en dergeüjken. Wordt vervolgd.^

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1