Saladin wil yaa den jood Nathan, den awijzen Rapport vleesch-vergiftiging. Voor onze provincie is, bljjkens prov. blad no 103, aangewezen de gepension. kapitein J. J. van Poll om, zooveel mogelijk in overleg met de burgemeesters ten plattelande, voorlichting en, waar noodig, ook eenige geldelijke hulp te ver- leenen aan personen, die zich naar Harderwijk wenschen te begeven, om aldaar dienst te nemen. Wjj maakten vroeger reeds melding van de desbetreffende aanschrijving van den minister van koloniën. Men sohrjjft ons uit Hoedekenskerke Tot heden waren alle pogingen om een eigen geneesheer te bekomen, vergeefscb. Wel kwam deze en gene een kjjkje nemen maar niemand schjjnt het te wagen zich hier te verbinden. Onbegrjjpeljjk, als men weet dat de heer Arentz in de omstreken een zeer uitgebreide practjjk had, dat voor de geneeskundige behandeling der armen te 's Gravenpolder, Baarland en in deze gemeente 1250 's jaars wordt uitgeloofd, dat er uitzicht bestaat om tot reserve-officier van gezondheid te worden benoemd, dat vrije woning met grooten tuin wordt verkregen en dat de te benoemen geneesheer zich gewis, evenals de heer Arentz, in een aanzienlijke practijk zal mogen verheugen. Het gebrek aan geneesheeren schijnt wel groot te zijn, als op zulka gunstige voorwaarden en vooruitzichten zich niemand aanbiedt, 't Is intus- schen voor onze en omliggende gemeenten zeer te hopen dat, zoodra de nieuwe woning in orde is, een bekwaam arts zich geneigd moge verklaren zich hier te vestigen. In de Vrjjdag gehouden zitting van den gemeen teraad te Terneuzen is de begrooting der gemeente voor het jaar 1888 vastgesteld. Een voorstel van de plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs, om de jaarwedde van het hoofd der school te Sluiskil, thans be dragende 850, met 100 te verhoogen, is met 6 tegen 5 stemmen verworpen. Naar aanleiding eener aanvraag van den heer J. A. Donze, om op het marktplein eene over- dekte veebascule te mogen plaatsen, is besloten burg. en wetb. uit te noodigen, na te gaan in hoeverre de weegtoestellen der gemeente onvol doende te achten zjjn, en of daarin verbetering zou zjjn te brengenin verband daarmede is bovengenoemd verzoek aangehouden. Mede werd overgelegd een bezwaarschrift van een aantal ingezetenen tegen de voorgenomen stichting van een beursgebouw. Dit is aange houden ter behandeling met het door de com missie voor den beursbouw uit te brengen verslag In eene talrijk bezochte vergadering van rijks telegraafambtenaren te Amsterdam werd besloten, zich in zake de verkrijging van pensioen voor de nagelaten betrekkingen van burgerlijke ambtena ren met een verzoekschrift te wenden tot Z. M. den koning. Courant bevat eenige levensbijzonderheden omtrent mr. J. A. Levy, die thans te Alkmaar eandidaat voor de Tweede Kamer is. De heer Levy is, ondanks zjjn fijn beschaafde vormen, een plebejer, een democraat van 't beste gehalte, een zoon uit de volksklasse. De Hagenaars van jaren kennen den „jongen van den joodschen beestensnijder uit de St. Jacobstraat" nog. Hjj was reeds vroeg een veelbelovende knaap en zijn vader, een eenvou dig maar braaf man, liet hem goed leeren. Door de hulp van eenige vermogende Israëlieten werd de jonge Levy naar 't gymnasium, later naar de akademie gezonden. Een der uitnemendste hoog leeraren voorspelde hem een schoone toekomst. „En wat mij nu zoo bijzonder voor den man innam is, dat hij zjjne familie nooit heeft ver loochend. Meermalen heb ik hem, toen hij reeds in hoog aanzien was, arm aan arm met zjjn ouden vader, in diens onaanzienlijk plunje waarvan de man in zjjne nederigheid geen afstand wilde doen zien wandelen. Bjj gelegenheid van een kind te danken. Een gelijkenis in de trekken van den tempelheer, versterkt door diens aarze ling bi] het noemen vau zijn naam een valschen naam spoort Natban aan een nader onderzoek in te stellen, dat hem weldra in den tempelheer Leu von Filneck, Recha's broeder doet herkennen. Een andere ontdekking volgt, Leu en Recha zijn de beide kinderen van Wolf von Filneck, oor spronkelijk Assad geheeten, een jongere broeder van Saladin. Hoewel de eigenlijke grondidee duidelijk aan het licht treedt in de verhouding waarin Nathan tot de overige personen staat) geeft Lessing toch meer nadrukkelijk zijn denk beeld over den niet geopenbaarden godsdienst in de parabel der drie ringen weer, welke fabel hij aan Boccaccio's Decamerone ontleende. Hierin spreekt hij als zijn onherroepelijke overtuiging nit, dat de goddelijke oorsprong van eenigen godsdienst niet te bewijzen is. De eerste plicht des menschen is niette gelooven maar goed, deugdzaam te zijn; Alleen eeu man als Nathan, een Jood, die zelf den demon van den haat en van den hoogmoed des uitverkorenen volks, den vijand in eigen gemoed bestreden heeftalleen een maD, waarvan de vrome eenvoudige klooster broeder getuigt Nathan, Nathan, Ihr eeid ein ChristBei Gottl Ihr seid ein Christ I Ein beserer Christ war nie I alleen znlk een man die door eigen kracht zich nit de duistere macht van het fanatisme heeft bevrijd, kan de waardige priester van het nieuwe geloof der zuivere mensehenliefde zijn. vergadering in den Haag kwam mr. Levy eens met vele andere mannen van aanzien in de resi. dentiemen ging te zamen naar 't vergaderlokaal doch de heer Levy scheidde zich aan den hoek van de mindeftige St. Jacobstraat en deelde den heeren mede, dat hjj eerst even bjj zijne ouders, die daar woonden, een bezoek ging afleggeD. Des middags was er muziek in de tent van de „Witte Sociëteit" in het Bosch. Al de heeren gingen er binnen, maar mr. Levy kon men met zjjn ouden vader gearmd zien rondwandelen. Dit zijn kleine bij zonheden uit 's mans privaat leven, die weinig tot zjjn talent of politiek, maar zeer veel tot zijn karakter afdoen. Een man met zulke denkbeelden moet eerlijk, een braaf man, een deugdzaam mensch zijn, die 't hart op de rechte plaats heeftzulk een man zal gewis voor het volk iets gevoelen, omdat hp het kent en begrijpt. Er zjjn in ons Parlement te weinig mannen, die door eigen kracht en werken van de laagte zijn opgeklommen." Dikwijls wordt geklaagd over 't wanhopig lot van candidaat-notarissen. In een onlangs ver schenen politiek blijspel van Herry van Meerbeke, Een ministerieele crisis, dat door Het Nedtr- landsch tooneel in studie is genomen treedt een oud-oandidaat notaris op, die, verbitterd door vele teleurstellingen, eindeljjk zjjn baantje aan den kapstok heeft gehangen en journalist is geworden. Op de vraag van een vriend, of bjj dan niet gesolliciteerd had, antwoordt hjj met de volgende verzuchting „Of ik gesolliciteerd heb? Zoo dikwijls, dat ik zelf niet meer weet hoeveel maalmaar het heeft me niet geholpen. Den eersten keer antwoordde de minister, dat ik nog te jong eandidaat was, en mjjn kans om in aanmerking te komen dus ongunstig stond, maar dat ik desniettemin op zijn belangstelling kon rekenen, en hij mijn aanzoek in ernstige overweging zoude nemen I Kort daarop stelde hjj iemand aan, die niet langer eandidaat was geweest dan ik. Eenigen tijd later kwam er weder een notarisplaats open, waar ik grooten lust in had. Mjjn minister was intusschen afge treden. Ik meld mij bjj zjjn opvolger. „Veel te jong," „veel te jong" was het eerst wat hjj zeide. „Uwer excellenties voorganger," antwoordde ik op bescheiden toon, „heeft echter geen zwarigheid gemaakt om, bij een vorige vacature, iemand te benoemen, niet ouder dan ik, en dus vleide ik me dat" „Daar zal mjjn voorganger zeker wijze redenen voor gehad hebben," viel de minister mjj in de rede; „ik echter," voegde hjj er bjj, „verlang me zooveel mogelijk aan de ancienneteit te houden. Nochtans: ge kunt op mijn belang stelling rekenen, en ik zal uw aanzoek in ernstige overweging nemen." Dat gaat goed, dacht ik. Ziedaar reeds de tweede minister, die belang in me stelt 1 Maar ge weet, dat bjj ons te lande de ministerieele crisissen talrjjk zjjn. Weldra verdween ook deze minister, en zijn belangstelling meteen. Ik kloüte aan bii een derde. _Uit_da dat hjj zich volstrekt niet aan de ancienneteit hield. Daaruit putte ik moed. Ik verzocht hem mjj wel te willen aanstellen in plaats van den overleden notaris van Popelsdal. Hij sloeg dit niet af, doch voegde hij er bjj, dat de Popelsda lers, op wier wenschen hij als minister behoorde te letten, een notaris begeerden, vermaagschapt met de aanzienlijkste ingezetenen dier streek, wat, naar hij meende en ik moest toegeven, mjjn geval niet was. Evenwel mocht ik op zjjn belangstelling rekenen, en zou hjj mjjn aanzoek in ernstige over weging nemen. Een ander eandidaat kreeg Po pelsdal 1 Ik solliciteerde een vierde, een vjjfde, een zesde maal. Altoos te vergeefsNu ruim twee jaar geleden, kort na de optreding van het tegenwoordig kabinet, begaf ik me opnieuw ter audiëntie, en kwam tegenover een minister, dien ik kende, daar ik bjj een boedelscheiding in zijn familie was werkzaam geweest. Ook hjj herinnerde het zich aanstonds, en sprak mij minzaam toe. Dit bemoedigde mjj. Ik waagde het een vertrouw- Nathan" weten, welk geloof hij voor het beste houdt, welke godsdienst - die van den Muzelman, den Christen of den jood de „ware" is. Deze vraag beantwoordt Nathan met zijn verhaal van de drie ringen: Yoor vele, vele jaren woonde er in het Oosten een man, die een ring van on schatbare waarde bezat. De steen was een opaal, die hatte die geheime Kraft, vor Gott Und Mensehen angenehm zu machen, wet IndieserZuversiehtihntrug. Eeuwen lang bleef de ring in het bezit derzelfde familie en ging, ingevolge het voorschrift van den stamvader steeds over op dien zoon, die zich het bezit, omdat hij de beste was, helmeest waardig toonde. Eindelijk gebeurde het, dat een vader drie zonen heeft, hem alle drie even lief. Hij heeft de zwakheid hun elk op hnn beurt den ring te beloven. Hoe echter, als hij den dood voelt naderen, twee zijner zonen, die op zijn woord ver trouwen, niet teleur te stellen Hij geeft den ring aan een kunstenaar om nog twee, geheel dezelfde, na te maken. Als deze hem de ringen brengt Kann selbst der "Vater seinen Musterring Nicht unterschoiden. Broh und freudig ruft Er seine Söhne, jeden ins besondre Giebt jedem ins besondre seinen Scgen, Und seinen Hing, und stirbfc. Nauwelijks is de vader dood, of elk komt met zijn ring en elk wil het hoofd des hnizea zijn. Men onderzoekt, men twist, men klaagt, alles te vergeefs. ljjken toon aan te slaan, en hem al mijn vruch- telooze sollicitatiën te verhalen. „Hij luisterde met aandacht, maar onderwjjl betrok zijn gezicht. Toen ik gedaan had, schudde hjj het hoofd, klopte mjj op den schouder en zeide. dat hij, op zijn beurt, nu ook eens ver trouwelijk met mij spreken wilde. Tegen iemand, die zoo dikwjjls gesolliciteerd had en nooit in aanmerking was gekomen zoo ging hjj, altoos even minzaam, voort moest wel een of ander bezwaar aanwezig zjjn. Hjj twjjfelde niet, of het zou slechts een vooroordeel wezen, maar ook dan werd de zaak hem moeielijk. Een door hem benoemd notaris behoorde niet alleen geheel en al onberispaljjk te zjjn, er mochten bovendien geen vooroordeelen tegen hem bestaan. Overigens noodigde hjj mjj uit, op zjjn belangstelling te rekenen en beloofde mij allerminzaamst, dat hij mjjn aanzoek in ernstige overweging zou nemen." Na al deze teleurstellingen besloot ik aldus eindigt de verteller zijn verhaal mjj aan geen nieuwe bloot te stellen, enz. 's Graveuhage, 5 October 1887. Den heer burgemeester van Middelburg. Naar aanleiding van uwe toezegging in de vergadering van den gemeenteraad op den 6en September jl., in verband met de tot u gerichte vragen van het raadslid De Ligny, heb ik de eer U.Edel Gestrenge den uitslag van mijn onderzoek, omtrent de jongste vleesch.vergiftiging in uwe gemeente, mede te deelen. In de laatste dagen van Augustus en het begin van September jl. deden zich verschijnselen van vergiftiging voor bij een groot aantal militairen en eenige burgers, na het gebruik van gekookt en gebraden vleesch, soep en bouillon. Toen het bericht van het plotseling ziek worden dezer militairen tot mij kwam, heb ik, met het oog op de volksgezondheid uwer gemeente, onver wijld de noodige inlichtingen ingewonnen omtrent de oorzaken dezer zoo zeer geruchtmakende ziekte. Het bleek reeds spoedig, dat in dezen niet aan eene oorzaak was te denken, welke zich uitslui tend tot het garnizoen bepaalde, maar dat ook burgers, aan denzelfden invloed blootgesteld, tezelfder tijd plotseling waren aangetast door hevige maag-darmaandoeningen enz., welke niet als gewone, in dit jaargetijde voorkomende buik ziekten waren te beschouwen. Een onderzoek in loco leerde mij dat, behalve een 250tal militairen, minstens 36 personen in 13 gezinnen, zijn ziek geworden, na het gebruik van vleesch, dat volgens sommigen donker van kleur en ongewoon van reuk en smaak was, welke reuk zich onder koken en braden nog meer ont wikkelde, eeflffe der 1 a 2 dagen, na het gebruik van dit vleesch, de soep en de bouillon openbaarden, waren opvol gend: gevoel van drukking en pijn in de maag streek, misselijkheid, braking, buikpijn, doorloop, koorts (temperatuur 39° C.), met hoofdpijn, bioeds- aandraug naar 't hoofd, gevoel van loomheid en zwaarte in de onderste ledematen, duizeligheid slaapzucht, beslagen tong enz. Bij eenige her stellende lijders nam ik eene geringe verwijding van de pupil waar. Na verloop van enkele dagen namen deze ver schijnselen geleidelijk af, en vertoonde zich bij velen een blaasjes-uitslag aan de lippen (exzema februle) opgevolgd door een gevoel van uitputting, welke verschijnselen, met de in 't oog loopende vermagering, het bewijs leverden, dat het ziekto- proces het gestel van deze jeugdige, krachtvolle personen in hooge mate had aangegrepen. Thans zijn alle lijders hersteld van de ziekte, welke gelukkig wel geen slachtoffers eischte onder de landskinderen noch onder de ingezetenen, maar der' echte King war nicht ErweislichEast so unerweislichals Uns itzt—der rechte Glaubè. Als nu de zonen elkander voor den rechter aanklagen, daar zij niet kunnen gelooven, dat hun goede vader hen bedrogen heeft, herinnert zich de rechter, dat der rechte Ring Besitzt die Wunderkraft beliebt zu machen Vor Gott und Menschen angenehm. Dit moet beslissen, want de valsche ringen zullen deze kracht niet hebben. Nunwen lieben zwei Von Euch am meisten Maeht, sagt an! IhrschweigtP Die Ringe wirken nur zurück und nicht Nach auszen Jeder liebt sich selber nur Am meisten? O so seid ihr alle drei Betrogene Betrüger I Eure Ringe Sind alle drei nicht echt. Der echte Ring Vermutlich ging verloren. De rechter zendt hen daarop weg met deze raadgevingindien alle drie hun ring uit de handen huns vaders ontvingen, moge elk zijn ring voor den echten houden. Möglich, dasz der Vater, nun Die Tyrannei des Einen Rings nicht langer In seinem Hause dulden wollen 1 Und gewisZ, Dasz er euch alle drie geliebt, und gleich Geliebt ihdem er zwei nicht drücken mögen, Um einen zu begilnstigen, WohlanI Es eifre jeder seiner unbestochuen Von Vorurteilen freien Liebe nacht Es strebe von euch jeder um die Wette, Die Kraft des Steins in seinem Ring an Tag Zu legen 1 komme dieser Kraft mit Sanftmut, Mit Uerzlicher Vertragliclikeit, mit Wohltliuu, toch nog dagen achtereen duidelijke sporen achterliet. Opmerking verdient daarbij het feit, dat leden vau een aangetast gezin, die toevallig geen vleesch, soep, noch bouillon hadden gebruikt, van de ziekte verschoond bleven. De verschijnselen vertoonden zich het eerst op den avond van den 29en Augustus jl., nadat in uwe gemeente, het vleesch was ingevoerd van eene koe, die den 26en te Heinkenszand, stervende aan „kalfziekte", uit nood geslacht was. Deze koe had, volgeDS bericht van den districts veearts, 7 malen gekalfd, de laatste 4 keeren telkens van tweelingen. Eenige dagen vóór de „rekening" had deze in de „Poel" loopende koe weder gekalfd. De geleiding naar den stal had geen bezwaar opgeleverd. Gedurende de eerste dagen was er, behalve dat de nageboorte eerst den 9en dag afging, niets afwijkends te bespeureD, terwijl het dier goed gevoed was. Toen begon de koe minder te eten, de melk afscheiding te verminderen en de ziekte meer en meer een ernstig karakter aan te nemen. De zwakte van het dier nam hand over hand toe, zoodat deze stervende de hals werd afge sneden. Het lijk werd geopend, van de ingewanden ontdaan, de maag begraven, de afval op den mesthoop gebracht en het vleesch voor 15 verkocht. Dit vleesch was, volgens zeggen te Heinkenszand, reeds bestemd voor de militairen. Het werd, zooals aan UEG. bekend is, in den nacht van den 2T-" op den 28en Augustus ont vangen door den slager J. Leynse, tevens leve rancier van het garnizoen, in wiens winkel toen ook vleesch voor de militairen, door de voedings commissie goedgekeurd, voorhanden was. Het des nachts ingevoerde vieesch werd echter eerst den volgenden morgen door den stedelijken keurmeester onderzocht, en, volgens de aanteeke- ning op zijn register, goedgekeurd. De slager kon echter het bij de gemeente-verordening voorgeschreven bewijs van goedkeuring niet verioonen. Tegelijk met de militairen werden ook burgers aangetast, die, voor zoover bekend, voor een klein gedeelte vleesch hadden gehaald bij den garni- zoens-leverancier, maar voor 't grootste gedeelte bij eenen anderen slager J. A. van Riel op de Yarkensmarkt te Middelburg. Ofschoon de eerste slager ontkent van het ingevoerde vleesch aan het garnizoen te hebben geleverd, doch tevens weigerde mede te deelen aan wie het werd verkocht of waar het gebleven was, en de tweede slager, die vleesch van den eersten ontving, beweerde geen ander dan zelf- geslacht vleesch te hebben afgeleverd, zoo heeft het onderzoek "toch genoegzaam aan het Jicht gebracht, dat het vleesch de oorzaak van de vergiftigingsverschijnselen was. De aandacht van de justitie is hierop gevestigd. De ziekteverschijnselen hebben zich reeds te Heinkerszandspoedig na het noodalachten, TUi Behalve 4 familieleden van den eigenaar der zieke koe, die, volgens verklaring van den genees kundige, bijna gelijktijdig door maagdarmaandoe ningen werden aangetast (niettegenstaande zij beweerden niets van dit vleesch te hebben gegeten), zijn de varkens, honden en katten, die op den afval van de mestvaalt aasden, daarna plotseling ziek geworden onder dezelfde verschijnselen. De gevolgtrekking ligt dus voor de hand, dat de uit nood geslachte, aan „kalfziekte" lijdende koe, voor mensch en dier schadelijke bestand- deelen bevatte. De ervaring heeft reeds voldoende geleerd, dat ziekten bij het rnnd, veroorzaakt door opname in het bloed van ontbindings- producten of etter, tengevolge van ziekte-processen met ontbinding of verettering gepaard (septichae- mio en pyaemie) de meest voorkomende oorzaken zijn van vleeschvergiitingen. Bijzonder gevaarlijk zijn in dat opzicht de baarmoederontstekingen der koeien en hare ge volgen, (de kalfziekte) febris puerperalisen de Mit inaigster Ergebenheit in Gott Zu Hiilf! Und wenn sich daan der Steine Krafte Bei euern Kindes-Kindeskindern auszern So l»d' ich fiber tansend, tausend Jahre, Sie wiederara vor diesen Stuhl. Da wird Ein weisrer Mann auf diesem Stuhle sitzen, Als ichund sprechen. Wat deze »wéisere Mannnaar Leasings mee ning zal spreken, behoeven wij na het boven staande niet te herhalen. De bezwaren, uit hst oogpunt der «esthetiek en der dramatische wetten tegen het werk ge maakt, welks grootste zwakheid en grootste fout in het slot bestaan, moet zelfs de warmste ver eerder van Lessing toegeven, maar ondanks dit alles blijft Nathan der Weise een grootsch én waardig gedenkteeken van Leasings verheven, humane ideeën. Er zijn ruim honderd jaren ver- loopen sedert Lessing zijn Nathan schreef, maar de strijd om het ware geloof is nog niet uitge streden en helaas de Goeze's zijn nog velen. De schrijver zelf beweerde toenmaals nog geen plaats in Duitschland te kennen, waar het stuk zou kunnen ten tooneele gebracht worden, maar schreef hij„heil en geluk het oord waar het opgevoerd wordt." En wij voegen hieraan toe; heil en geluk der menschheid, die de vrijzinnige gedachten van een Lessing leert begrijpen en zijn voorbeeld weet na te volgenheil en geluk hun die door Leasings geest verlicht, door Lessiogg verdraagzaamheid bezield worden 1

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 6