N° 348.
130® Jaargang:
Y rijdag
31 October,
1887.
Verspreide Berichten.
Middelburg 20 October.
Een belangstellend woord.
Kerknieuws.
Dit blad verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 8/m. franco 3.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 30 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer f 0.30.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL,
MIDDELBURGSCHE GOH
Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou,te TholenW. A. van Nieuwenhutjzen en te Temeuzen: L. van Wijck.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dauee Cie., John F. Jones, opvolger.
L
Onze eeuw smacht slechts naar werk en geld.
Wij leven in een tijd van groote beroering,
van ernstigen strijd op maatschappelijk gebied.
Wie niet willens of wetens de oogen sluit
of, hetzij uit onverschilligheid, gemakzucht,
hetzij uit vrees, zich afwendt van hetgeen er
op het wereldtooneel voorvalt, moet erkennen
dat wij staan voor groote dingen.
De strooming, die zich uit op Trafalgar
square in Londen, is waar te nemen over gansch
de wereld; hier in meerdere daar in mindere
mate. Er heerscht armoede en ellendeer
zijn misstanden in onze maatschappij, die met
groote woorden evenmin te loochenen als op
te lossen zijn.
En al moge men nu in kleineren kring zich
gerust gevoelen, omdat daar niet de uitingen
plaats hebben, die elders de maatschappij
beroeren wie het ernstig meent zal toch
moeten erkennen, dat ook daar in die kleine
omgeving menig onopgelost vraagstuk blijft en
van daaruit toch ook de groote steden worden
gevoed door hen, die te vergeefs zochten naar
werk en hulp.
Er wordt veel gedaan om den nood te
lenigen, waar dit slechts mogelijk is de hulp
vaardige hand, steeds bereid om te geven en
te steunen, verloochent zich slechts bij uitzon
dering; maar toch wie zal ontkennen dat er
nog niet ozooveel overblijft wat dringend
voorziening eischt en dat menig onschuldig
lijden of gebrek geleden wordt, hetwelk anderen
moeten trachten op te lossen
Dat men daartoe voorloopig geen kans ziet,
ontslaat nog niet van de verplichting om dit
te beproeven.
Grooter wordt dan ook de kring van hen
die, dat alles aanschouwende, zich beijve
ren om de sociale vraagstukken te leeren
kennen en de oplossing ervan trachten te
bevorderen. De staathuishoudkunde is een
akelige wetenschap genoemd, omdat hare be
oefenaars voor zoo menig vraagstuk wanhopend
staan.
Maar onder dezen zijn er, die aan de hand
van een Henry George den moed niet opge
ven en juist bij die staathuishoudkunde de
hoop voor de toekomst vinden, die hen staalt
om voort te gaan. Want, zeggen zij, hare
waarheden zijn uiteengerukt hare overeen
stemmingen zijn miskend het woord dat zij
behoorde te spreken is in haar mond gesmoord
en haar verzet tegen onrecht veranderd in
eene aanprijzing der onrechtvaardigheid.
Goed begrepen toch toonen de wetten, die
de voortbrenging en verdeeling van rijkdom
beheerschen, dat de armoede en onrechtvaar
digheid van den tegenwoordigen maatschappe-
lijken toestand niet noodzakelijk zijnmaar
dat integendeel een maatschappelijke toestand
mogelijk is, waarin de armoede onbekend zou
zijnen al de betere eigenschappen en hoogere
vermogens der menschelijke natuur de gelegen
heid zouden hebben tot hunne ontwikkeling.
Sterkt die uitspraak velen, die de mogelijkheid
gevoelen van een beteren maatseliappelijken
toestand en naar de bereiking daarvan willen
streven, in hun pogen om steeds met hoop voor
de toekomst voort te gaan in het toepassen van
middelen, welke verbetering kunnen bren
gen, anderen voert zij tot overmoed, omdat zij
in den moeilijken doolhof van het maatschap
pelijk leven niet genoeg oorzaken en gevolgen
kunnen onderscheiden en uit onbekendheid
daarmee met kracht en geweld oplossing zoeken,
waar die slechts langs geleidelijken weg is te
vinden.
De leer wordt dan een gevaarlijk wapen in
panden van onbevoegden, die haar gebruiken
om hen, die men helpen wil, met dwaze theo
rieën het hoofd op hol te brengen en tot daden
te doen overslaan, waardoor zij van kwaad tot
erger vervallen. En daarbij voegen zich velen,
die met opzet tot geweld aansporen om in
troebel water te vlsschen, alleen om voordeel
voor zichzelven te behalen.
Tegenover hen staan andere uitersten, die,
juist met heit oog op deze buitensporigheden,
reden meenen te hebben om hunne gemakzucht
te verschoonen. Zij trekken zich van den
maatschappelijken toestand niets aande ver_
betering van zooveel gebrekkigs Iaat hen koud^
En het is niet de zorg voor eigen bestaan^
die hen daartoe aanspoort want dan ware
dit nog te verdedigen maar eenvoudig
onverschilligheid of vaak ergerijskoude lief
deloosheid die, waar men zelf het noodige
heeft, voor anderer leed liefst de oogen sluit_
Voor zoover deze zich in hunne zelfgenoeg.
zaamheid terugtrekken en geen oordeel aan
matigen over het optreden van anderen, zou
men deze personen met stilzwijgen kunnen
voorbijgaan. -
Maar juist zij zijn het, die het hardst oor-
deelen, en vaak door hunne holle theorieën,
al zijn ze van andere strekking dan die
der socialisten even veel kwaad doen, omdat
zij velen meesleepen tot eene ongewettigde
zorgeloosheid en even groote zelfzucht.
En daarin schuilt vooral het groote gevaar,
dat zij, die hulp behoeven, afgestooten door
die ijskoude onverschilligheid, eerder gevoerd
zullen worden in de armen der raddraaiers.
Elke poging, die wordt aangewend om aan
de eene zijde die onverschilligheid te doen
plaats maken voor belangstelling en aan
den anderen kant een beter licht te doen vallen
op hen, die streven naar verbetering, al
gebruiken zij daartoe niet altijd de goede
middelen, verdient daarom waardeering en
sympathie.
En als zoodanig begroeten wij een referaat
van den heer S. Ulfers, predikant te Oldemark,
getiteldBe sociale vragen en de Evangelie
dienaardat ons, na lezing, belangrijk genoeg
toescheen om er de aandacht op te vestigen.
Nog onlangs is van katholieke zijde de lof
trompet gestoken over hetgeen de Roomsche
kerk doet tot heeling der wondeplekken in onze
maatschappij. Op veel toewijding van tal harer
dienaren valt te wijzente waardeeren zijn
vele pogingen welke van die zijde worden
aangewend om de ellende te verzachten en eene
oplossing te vinden van sociale nooden. Maar
steeds staat en het ligt voor de hand
de glorie der kerk hoven die van de maat
schappij. De belangen der eerste treden bij
die der laatste op den voorgrond nauw hangen
zij, volgens hen die de kerk liefhebben, wel
aan elkaar, maar steeds zoo dat geen heil is
te verwachten juist zonder die kerk. En als
een twijfelaar durft vragen of niet veel dat
aangewend wordt voor de glorie der laatste,
niet nuttiger zou gebruikt kunnen worden
tot leniging van tal van nooden in ons maat
schappelijk leven, dan weet men met volle
overtuiging aan te toonen dat zulk een twijfel
slechts voorkomt uit miskenning vau den goeden
invloed dier kerk.
Niet geheel vrij van zorg voor zijn kerk
kan ook de Protestantsche evangeliedienaar
zijn bij het aanschouwen der sociale toestan
den maar toch zal zijn standpunt ruimer
wezen omdat die kerk andere eischen stelt.
Hij kan, hij mag in menig oogenblik die kerk
vergeten als zijn hart wordt toegeknepen bij
hetgeen hij aanschouwt, al zal hij de door hem
heieden „waarheid dier kerk'', de leer niet
uit het oog verliezen. Als vanzelf toch dringt
deze zich hij hem opwant zij is één met
zijne levensbeschouwing.
Is het een pastor ten kwade te duiden als
hij zich hierom bekommert, wanneer hij zooveel
hoort dat velen daarvan vervreemdt
En het is daarom al veel waard als derge
lijke dienaren, zoo menigmaal opgaand in ab
stracte theorieën, in kerkelijke twisten, in strijd
vragen, die eerder scheiding dan samenwerking
met andersdenkenden tengevolge hebben, ge
tuigenis geven van warme belangstelling, afda
len van de hoogte, waarop zij zich bij voorkeur
va^| plaatsen en eene ruimere opvatting aan
den dag leggen dan menig hunner, die in zijn
dagelijksch kringetje liever streeft naar bewon
dering dan eerlijk en oprecht zijne overtuiging
bloot te leggen en te arbeiden aan het maat
schappelijk heil zijner medemenschen.
Toen de heer A. J. Westhoff in openbaar
debat trad met de socialisten, werd hij van
menige zijde daarover hard gevallennu ds
Ulfers hem in bescherming neemt en het zelfs
als behoorend tot het ambt van een pastor
aangeeft om „ongezocht een eerlijk debat aan
te binden met z. g. socialisten-leiders," nu zal
hij zeker, niet alleen van eigen aanhangers
maar ook van anderen, ernstige bedenkingen
daartegen moeten hooren.
En toch, het op de hoogte zijn van wat met
die vraagstukken van den dag in verband
staat, en het spreken daarover, waar dit pas
geeft, vooral door zulke personen, kan ook bevor
derlijk zijn aan het kweeken van degelijker,
juister begrippen over Let socialisme, dan tot
nu toe gekoesterd wordenomtrent dat
socialisme, hetwelk zoo geheel verkeerd wordt
begrepen en verward met hetgeen valsche
priesters daarvan verkondigen.
Wat het socialisme is, valt eerder gevraagd,
dan gezegd. De vraag doet denken aan den
grooten Thorwaldsen, toen deze in Rome
woonde. Een jonge Deen, pas overgekomen,
deed hem de vraag: „Hoeveel dagen, heer
professor, zal ik noodig hebben om Rome te
leeren kennen „Tot mijn spijt", ant
woordde Thorwaldsen, „zal ik u dat niet kunnen
zeggen; ik ben pas tien jaren hier, misschien
zult gij het wel aan een ander willen vragen".
Met deze herinnering leidt de heer Ulfers
zijn antwoorden op sociale vragen in, nadat
hij vooraf eenigermate getracht heeft op
velerlei sociale nooden te wijzen.
In een volgend opstel wijden wij nog eenige
regelen aan zijn pennevrucht.
De raad der gemeente 's Gravenpolder besloot
gisteren tot den aanleg van een telpboonverbinding
met Goes, indien de kosten van aanleg voor
's Gravenpolder niet te groot mochten zjjn. Der
halve verzond de raad een schrijven aan den
minister van W. H. en N. om, gelet op art. 2 van
de wet van 22 Sept. '86 Stbl. 164, ZEx. te ver
zoeken mededeeling te doen van de kosten en
voorwaarden eener telephonische verbinding van
's Gravenpolder. Voorts werd, op voorstel van den
heer Overman, besloten de acht achterliggende
gemeenten uit te noodigen 's Gravenpolder in de
kosten van aanleg te gemoet te komen.
Door stemgerechtigde leden der hervormde
gemeente te Goes zijn als leden van het kies-
kollege bij herstemming benoemd de heeren L.
Meijler met 102 en E. Kerkhove met 100 stemmen.
Op de heeren C. Glerum en F. J. Boone werden
respectievelijk 97 en 80 stemmen uitgebracht.
De redactie van de Tijd bewijst ons wezenlijk
te veel eer. Na onze eenvoudige opmerking over
de mededeeling dat iemand die vroeger bjj de
politie was zelf werd gearresteerd, wordt zjj bang
door ons op de vingers te worden getikt. Zij
heeft zelfs gewacht met de opname van het be
richt omtrent de bekende studentengrap met het
droogrek, totdat wjj daarvan melding maakten.
De eer is wezenljjk al te groot.
Zoo ernstig moet zij het door ons geschrevene
niet opnemen. Wjj worden er waarlijk verlegen
meeen voor haar wordt het lastig van uit Mid
delburg hare instructies af te wachten.
Wjj leven gaarne met haar op een goeden voeti
al verschillen wjj ook vaak in meeniDg maar
laat ons ieder op zjjn terrein zjjn vrjjhoid behoudeD.
Een vraag veroorloven zjj onsWeet zij het
onderscheid wel tusschen iets aardigs en iets eigen
aardigs
En ten slotte zjj ons deze opmerking vergund
beide feiten staan niet geljjk; het eene was een
grap, het andere eene ernstige mededeeling van
een hoog ernstig en gezaghebbend blad
Een der passagiers, die heden met de nacht
mailboot Willem prins van Oranje te Vlissingen
aankwamen, is plotseling aan boord doodgebleven.
Het was de heer Roberts, reverend in het graaf
schap Norfolk, die op 80jarigen leeftijd met zijne
dochter en kleindochter naar Baden-Baden reisde.
Verval van krachten was waarschijnlijk de oor
zaak van den dood. Het ljjk is met de dag
mailboot naar Engeland vervoerd.
Een ooggetuige van de botsing tusschen de
politie en de werkeloozen bij de Victoria Gate
van hot Hyde Park te Londen verzekert, dat
meer dan eens de manifeBteerenden de baas waren
en de constables moesten ontvluchten om den
dood te ontkomen.
Op het oogenblik dat de politie meester van
den toestand was, verklaarde een persoon men
zegt een anarchist dat de socialisten slechts
een donkeren avond afwachten om in de voor
naamste wjj ken der stad de plundering te be
ginnen. Een der leiders trachtte te vergeefs de
woedende menigte van alle gewelddaden terug te
houden. Onder de gearresteerden moet zich een
socialist bevinden.
Onder de menigte verklaart men bjj de laatste
ongeregeldheden vele vreemde socialisten en anar
chisten, vooral Duitsche, o. a. het hoofd der
Duitsche anarchisten Deubenspeick, opgemerkt te
hebben.
Tengevolge der weigering van de politie gis
teren om eene vergadering op het Trafalgarplein
toe te laten, ging het volk naar Hyde Park, waar
eene nog talrijker bijeenkomst dan die van de
vorige dagen, hoewel minder goed georganiseerd,
plaats had. De politie hield de wacht rondom
het park.
In het park werden verscheidene redevoeringen
tot de menigte gericht, gedurende welke hier en
daar botsingen plaats hadden tusschen den volks
hoop en de politie te paard. De sprekers waren
geklommen op wagentjes, waar bjj zij de roode
vlag geplant hadden, zonder dat de politie hun
in dezen belemmerde. Toen de menigte allengs
dichter werd, nam ook de vrees toe. Verscheidene
personen, die door het park liepen, werden be
moeilijkt. Naar eenige heeren werd met steenen
geworpen.
Nadat de volkshoop Hyde Park had verlaten,
zette hjj zich in beweging naar Berkeley Square,
waar de politie te paard eene charge uitvoerde^
tengevolge waarvan de menigte uiteenging. De
troep begaf zich vervolgens naar de Theemskade
met de bedoeling om langs dien weg op te rukken
naar de Citydoch de passage werd door de
politie afgesloten. De menigte scheen daarop geheel
en al uiteen te gaan.
Te Kilrush in Ierland hadden ernstige onge
regeldheden plaats bjj de uitzetting van verscheid
dene pachters. De politie deed een charge op de
onwillige volksmenigte en verwondde vele personen.
Generaal Caffarel zal heden op vrjje voeten
gesteld worden.
De door generaal Boulanger opgerichte
Cercle militaire te Parijs staat op het punt ten
gronde te gaan. De Cercle heeit een deficit van
fr. 150.000.
Tegelijkertjjd dat de liberalen in de Albert
Hall te Nothingham hun groote jaarljjksehe bij
eenkomst hadden, hield de Women's Liberal
Federation onder voorzitting van mrs Gladstone
in dezelfde stad een bijeenkomst. Mvr. Gladstone
betuigde haar innige sympathie met het doel dier
meeting en verklaarde dat de Iersche zaak ook
den vrouwen ter harte ging, die haar naar beste
krachten moesten helpen oplossen.
De Zwitsersebe socialistenvergadering, te
Bern gehouden, heelt tegen het doodvonnis, tegen
de anarchisten te Chicago uitgesproken, geprote
steerd. Zjj ziet in dit vonnis slechts een moord
met voorbedachten rade en een misdrjjf tegen de
beschaving.
Het Deensche Folkeihing heeit de voorloopige
financieele wet met 68 tegen 25 stemmen verwor
pen. Men verwacht dat heden de zitting van
den rijksdag verdaagt wordt.
Volgens de Kreuzz'g. is de graaf van Parjjs
voornemens te Dordrecht met een aantal leden
der Orleanistischo partjj, afgevaardigden en sena
toren, te beraadslagen over de gedragsljjn dier
partjj gedurende de aanstaande parlementaire
zitting.
De Leipziger discontobanb, welker kapitaal
9 millioen Mark bedraagt, heeit haar betalingen
gestaakt. De heide directeuren zjjn op de vlucht,