FEUILLETON. Mystieken gezond verstand. Gemeenteraad van Middelburg. Zitting van heden, Woensdag, namiddag te half twee. Voorzitter de heer jhr mr L. Scborer. Afwezig de heerenmr W. A. van Hoek en D, Jeras met en dr Van Berlekom zonder kennisge ving. In de eerste plaats stelt de voorzitter aan de orde de beëediging van het onlangs herkozen raadslid, den heer J. H. Snijders. Nadat de heer Snijders de bij de wet voorge schreven eeden heeft afgelegd zegt de voorzitter het volgende „Nu ook gij, mijnheer Snijders, opnieuw de vereischte eeden in mijne handen hebt afgelegd, zij het mij vergund ook u geluk te wenschen met de vernieuwing van uw mandaat, waaruit ook voor u blijkt, dat gij de verwachting, die men van u koesterde, als lid dezer vergadering niat hebt beschaamd. Moge het u, nu het is gebleken dat gij aanvankelijk eene vernieuwing van uw mandaat minder verkieselijk aohtet, toch gegeven zijn cm met lust in uwe betrekking werkzaam te kunnen zijn tot bevordering van het algemeen belang dezer gemeente. Ik noodig u mitsdien uit uwen zetel te bezetten en deel te nemen aan de beraadslagingen en besluiten van den gemeenteraad" De notulen van het verhandelde in de vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd. De voorzitter doet vervolgens mededesling van de besluiten van ged. staten waarbijlo aan M. J- Wouteraen, wed. C. H. J. van Benthem Jutting op haar verzoek ontheffing wordt verleend van haren aanslag in de pi. dir. bel. op de inkomsten tot het bedrag dat het verschil tusschen de 15e en 16e klasse uitmaakt, 2o de aanslag van G- Hagedoorn in de 2e klasse wordt gehandhaafd, 30 de aanslag van M, van Os in de 10e klasse blijft behouden, 4o die van F, J. M. Bourdrez en van H. P. Vermeule wed. J. Bourdrez worden teruggebracht, de eerste van de 13e naar de 12e en de tweede van de 12e naar de 11e klasse, 5o waarbij de aanslag van 0. Andriessen in de 3e klasse wordt gehandhaafd en 6o waarbij de aanslag van A. C. Greep van de 12e naar de 11e kl. wordt teruggebracht. Deze modedeelingeu worden voor kennisgeving aangenomen. Daarna doet de voorzitter mededeeling van een adres van mej. C. Slothouwer, waarbij zij, met 31 December a., eervol ontslag verzoekt als onderwijzeres aan school G. Dit verzoek zal worden gesteld in handen der commissie van toezicht op het 1. o. Nog legt de voorzitter over een missive van den majoor garnizoens-kommandant alhier, waarbij deze verzoekt voor de oprichting van eene mili taire slachterij te mogen beschikken over het terrein buiten de Langeviele buitenbrug, waarop thans de remise van de tram is geplaatst. -1-,. --- 7,I j lii, An TTO») Knrw en wetn. om advies. Vervolgens wordt voorlezing gedaan van een zeer lijvig rapport van burg. en weth. in zake de drinkwaterleiding. Dit rapport betreft de verschillende overeenkomsten met het polderbe stuur van Walcheren, gemeenten en particulieren. (Wij hopen morgen gelegenheid te vinden den in houd van dit rapport aan onze lezers mede te deelen.) Het rapport wordt gesteld in handen der com missie van financiën. De zitting gaat daarop over in eene met gesloten deuren. De zitting wordt heropend; de heer Van Ber lekom is tegenwoordig. Op voorstel van bnrg. en weth. wordt aan mej. A. M. E. Ringer, met ingang van 21 Nov. a. of zooveel vroeger als in de vacature zal zijn voorzien, eervol ontslag verleend als onderwijzeres in het handteekenen en de hand werken aan school G. Goedgevonden wordt, op voorstel van heizelfde college, te beschikken over eene som van /271.26J als kosten wegens voorziening in het geheerscht hebbend gebrek aan driakwater in den zomer van 1887. Alvorens vraagt de heer mr W. H. Snouck Levensbeschouwingen van een Zuid-Beve- landschen schoenmaker. Door F. NAGTGLAS. Onder den zonderlingen titel: Wij zijn in de sche mering van den zevenden dag, gaf in 1859, bij S. J de Jonge te Goes, de schoenmaker MarinusSioel te Kloetinge een boekje uit. Die uitgaaf voor eigen rekening trok destijds weinig aandacht. Het eenvoudige, op onaanzienlijk papier slordig gedrukt werkje werd spoedig in den snel vlietenden stroom van het dagelijksch leven verzwolgen, maar even als een afgerukt blad, drijvende op de rimpels eener beek, soms na langen tijd aanspoelt aan den oever en daar, als toevallig, de aandacht trekt van een wandelaar, zoo kwam mij dezer dagen het boekje van Stoel in handen, en het schijnt mij merkwaardig genoeg om er de lezers der Middelburgtche courant mede bezig te houden. Marinus Stoel werd den 7 Juni 1801 te Mid delburg, naar het schijnt uit behoeftige ouders, geboren. Aan zijne opvoediug was, gelijk in die dagen van groote woorden en kleine daden doorgaans gebeurde, niets gedaan. Hij leerde lezen noch schrijven; en toen hij op zestigjarigen ouderdom zijn leven schetste, en zijne beschou wingen meedeelde over de hoogste belangen der Hurgronje of dit bedrag uitmaakt de onkosten na aftrek van de opbrengst van het verkochte water, waarop de voorzitter toestemmend antwoordt. De behandeling van een voorstel tot wijziging der begrooting voor 1887 wordt aangehouden tot eene volgende vergadering. Goedgekeurd wordt een voorstel der gascom- missie tot af- en overschrijving op de begrooting der gasfabriek. Ook wordt goedgevonden aan twee kweeke- lingen op school B eene belooning van 25 toe te kennen wegens verrichte buitengewone diensten. Aan S. van Os wordt, op zijn verzoek, in koop afgestaan een stukje gemeentegrond in de St. Jansgang, groot 12 centiaren, voor 1 per centi are, en aan J. C. Verseput voor 5 'sjaara een stukje trottoir verhuurd, opdat bij zijne veranda met glazen schuifdeuren kunne afsluiten. Alsnn komt ter tafel het voorstel van burg. en weth. betrekkelijk het adres van dr Bolle e. s. tot aankoop van gemeentegrond tusscben de Goesche Korenmarkt en de Nieuwe poort. Het luidt als volgt „Hoe gaarne ook wij tot het bereiken van het door de heeren Bolle c. s. beoogde doel zouden medewerken, vinden wij geene vrijheid u voor te. stellen het verzoek, door hen bij het den 15en Augustus jl. in onze handen om advies gestelde adres gedaan, in te willigen, aangezien ons de prijs, welke zij voor het gevraagde bouwterrein zouden wenschen te geven, te laag voorkomt. Vermoedelijk toch zouden 600 centiaren daarvan bebouwd worden en 600 centiaren daarvan onbebouwd blijven en zou derhalve de totale koopsom niet meer dan ƒ900 bedragen, terwijl, volgens raadsbesluit van 13 Mei 1873, vóór de te bouwen woningen een straat met trottoirs zou moeten worden gemaakt. Zelfs met aan te nemen dat eeue straat van slechts klinkers en ter halve breedte van da geprojecteerde en slechts voorzien van een trottoir, dat niet is verhoogd en niet van hardsteenen banden is voorzien, zal worden gemaakt, zou inwilliging van het verzoek eene uitgaaf uit de gemeentekas van f 1332.50 na zich sleepen, waar tegenover slechts eene ont vangst van 900 zoude komen te staan, onge rekend nog de kosten van onderhond dier straat- Hadden adressanten zich bereid verklaard om den eenmaal door u in 1875 vastgestelden prijs van 1 voor dien grond, bebouwd of onbebouwd, te geven, dan hadden wg gunstig op hun verzoek geadviseerdnu zij echter daartoe, blijkens een van hen ontvangen schrijven dd. 26 dezer, niet bereid zijn, kunnen wij niet anders dan u voor stellen het verzoek niet in te willigen. Mocht u echter goedvinden om in strijd met ons advies, het verzoek wél in te willigen, dan zouden wij u in overweging geven, om, met in achtneming van het bepaalde bij art. 230 der gemeentewet, aan den verkoop (van adressanten zelve of aan de vroeger door hen bedoelde ven- uv/t/iouu.a^ vs. «utvuingiu^/ uw ivut nuwiuwu «w verbinden, dat de kosten, op dien verkoop vallende, door adressanten worden gedragendat de bouw van de geprojecteerde woningen vóór 1 November 1889 moet zijn voltooid dat ook, wat de bestemming der woningen be treft, in hoofdzaak niet van de wijze waarop die in de ons toegezonden ontwerp statuten o. a. is blootgelegd, vóór 1895 worde afgeweken en dat, wordt aan deze voorwaarden niet geheel voldaan, alsdan het terrein met hetgeen zioh dan daarop zal bevinden, kosteloos onder verbeurte van de betaalde koopsom en kosten aan de gemeente vervalt." De commissie van fabricage vereenigt zich met het voorstel van burg. en weth. De commissie van financiën zou het vooral tegenover anderen, aan wie dergelijke terreinen bij de Loskade voor niet minder dan ƒ1 zijn af gestaan, onbillijk vinden om thans van dien een maal vastgestelden prijs af te wijken. Zij adviseert mitsdien, conform het advies van bnrg. en weth., ot afwijzende beschikking op het verzoek. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burg. en weth. besloten. menschheid, kon hij die zelf niet op papier bren gen, maar moest deze aan zijne beter onderwezen kinderen voorzeggen. „Toen ik twintig jaren oud was, verhaalt hij, was ik een goddelooze woudezel, die geen grooter genot kende dan tieren en vloeken en aan anderen te verhinderen het goede te doen. Mijn goede moeder had een verkeerde liefde voor mij gehadzij had het jonge boompje niet tijdig gebogen en nu was ik haar den baas, zoodat ik haar door ziDgen en fluiten dikwijls verhinderde, om in godsdienstige boeken te lezen wat zij gaarne deed." Een gesprek over een sterfbed in het huis van zijn broeder gaf als het ware plotseling den loszinnigen knaap een oog voor den ernst des levens, of, gelijk hij het in zijne eigenaardige taal uitdrukt, bij werd onverwacht door dien donderslag op zijn bart bekeerd. Eerst zocht hij afleiding in het ruwe gezelschap van vrienden, maar de gedachte aan beter dingen had hem te stevig vastgepakt, en hij kon dem knagenden worm niet kwijt raken. Tweemalen in zijn leven had hg de kerk bezocht eens om er gedoopt te worden en eens uit baldadigheid, doch nu ging hij er weder heen en woonde met belangstelling de godsdienstoefeningen bij, vooral van de predikantea J. H. Gillissen en B. van der Feen, terwijl hij de catechisatie bezocht bp dominé A. W. Haselaar, die hem tot lidmaat aannam. Als milicien was hg in J820 in dienst geweest met zekeren Willem Hegstek een ernstigen jongen en een vriend van vrome' oefeningen, bjj welke, volgens de toenmalige De heer Van Berlekom wordt geacht aan dit besluit niet mede te hebben gewerkt. Nu de winter begint te naderen achten burg. en weth, het wel gewenscht dat eene nadere beslissing worde genomen op bet adres vau W. H. Gravestein, houdende verzoek om ijs uit de vest te mogen verzamelen, te meer daar ook een dergelijk verzoek is gedaan door den banket bakker J. J. Bal. Burg. eu weth. blijven het raadzaam achten om, overeenkomstig hun vroeger gedaan voorstel, tot intrekking van het raadsbesluit van 26 Jan. jl. en lot uitgifte van het gedeelte vest in (publiekrechtelijke) concessie aan Gravestein te besluiten. Evenzeer stellen zij voor aan J. J. Bal eene geigke wateroppervlakte van 250 centiaren nabij zijn ijskelder op dezelfde wijze en onder dezelfde voorwaarden af te staan. Mocht de raad er de voorkeur aan geven om bedoelde wateroppervlakte te verharen dan geven bnrg. en weth. in overweging om, na intrekking van het besluit van 26 Jan.jl., weder een derge- lijk besluit te nemen. Het voorstel van burg. en weth. tot uitgifte in concessie wordt zonder beraadslaging of hoof delijke stemming aangenomen. Alsnu geschiedt overlegging van de rekening van het beheer over het concertgebouw voor het dienstjaar 1886/87 en de begrooting over 1887/88- De rekening besomt ƒ975.55 in ontvang en uitgaat en de begrooting 830.53. Burg. ea weth, stellen voor de rekening en de begrooting alzoo vast te stellen. Dit wordt goed gevonden. De heer mr J. A. van Hoek werkte tot dit besluit niet mede. Daarna komt ter tafel de begrooting van het burg. armbestuur voor 1888; daarbij worden de ontvangsten en uitgaven op ƒ31782.81 geraamd, met eene subsidie uit de gemeentekas van 23950. De begrooting der schutterij wordt in ontvang en uitgaaf op f 3495 vastgesteld. Daarna worden overgelegd de rapporten der commissiën van fabrikage en financiën betrekkelijk de gemeentebegrootig voor 1888. (Deze rapporten zgn in hoofdzaak in het Bijvoegsel tot deze courant opgenomen). De heer mr De Stoppelaav wijst erop dat door het opvolgen van het advies der fiaaneieele com missie verandering zal komen in verschillende cgfers der begrootiag en geeft in overweging dit stuk voor de leden te laten drukken. Hierop zal gelet worden. Alsnu wordt voorlezing gedaan van het volgend rapport der financieele commissie De commissie van financiën heeft de eer als resultaat van het door haar gehouden onderzoek van de begrooting der gasfabriek voor 1888 het volgende mede te deelen Zij acht het in het belang van de duidelijkheid en eenvormigheid wenschelijk om aan de begroo ting (te beginnen met die voor 1889), evenals bij UC VVUV Uulwuu tvw «O V»CgCLl bevattende de bedragen, voorkomende in de laatst afgesloten rekening, en om de raming der verschillende posten overeenkomstig die bedragen te doen plaats hebben, tenzp om bgzondere redenen daarvan dient te worden afgeweken. Mocht het mogelijk zijn om voortaan ook de omschrijving in volgorde van de verschilende posten der begrooting en der exploitatierekening te doen overeenstemmen (geigk eveneens met de gemeunte-begrooting en rekening het geval is,) dan zon, naar het der commissie voorkomt, zoo doende het onderzoek der begrooting gemakke lijker worden gemaakt. Aangezien de prgs van het gas ten diensteder straatverlichting niet alleen veel afwijkt van dien waarvoor gas aan particulieren en administratiën wordt geleverd, maar die afwgking, waar geigk in casn kooper en verkooper éen zijn, telkens, naarmate het belang van kooper medebrengt, gewijzigd wordt, zoodat de bepaalde prijs en bij gevolg do opbrengst van dit gas, zg het ook als factor voor de ren tabiliteit der fabriek, vrij denkbeeldig en onjuist mag worden aangemerkt, bestaat er, naar het gevoelen der commissie, langer geen reden om voor het gas ten dienste der straatverlichting niet, Fransche wet, niet meer dan twintig personen mochten tegenwoordig zijn, welke vergaderingen, naar Stoel mededeelt, altjjd met den geest be- gODnen maar wel eens met het vleesch eindigden. Ook onze nieuw bekeerde begon daarin nu en dan het woord te voeren, doch het ging hem, zooals hij zegt, „als met een uiltje, dat zoolang om de kaars vliegt tot het met verzengde vleugels neervalt." De geest der dweepzucht overmande hem meer en meer; en zette hem aan om niet verder te werken, maar zich geheel te wijden aan de uitbreiding van het evaugelie. Toen hij de mensehen op straat over hunne zaligheid begon aan te spreken, en aan den predikant A. J. Snouck Hurgronje, dien hij zeer hoogschatte, op de buitenplaats van diens broeder te Gapinge, een zeer verward bezoek bracht, begon de familie aan zijn geestvermogens te twijfelen en verzocht aan de rechtbank om hem in een gesticht voor krankzinnigen te doen ver plegen en voorloopig inde gevangenis 's Gravensteen op te sluiten. Het ongekunsteld verhaal zijner ontmoetingen werpt een eigenaardig licht op de toenmalige toestanden. Hij vertelt hoe een paar dienders hem op straat met een zoet lijntje inpalmden en naar het spinhuis brachten. De overspannen en daardoor half zinnelooze knaap werd toen opgesloten in een vertrek met een twintigtal schuldigen, die vloekten, tierden en kaartspeelden. Stoel wilde hun het zondige van hun gedrag betoogen, waarop zij hem schaterend uitlachten en zóo tergden, dat hij vader Dierikx, gelijk voor dat hetwelk in de fabriek wordt gé bruikt, „nihil" uit te trekken. Naar aanleiding hiervan geeft zg in overwe ging om: 1 der ontvangsten, „opbrengst van gas" en 4 der uitgaven „goed slot" te verminderen met eene som van 5227, zijnde het bedrag dat, volgens de memorie van toelichting, wegens geleverd gas ten dienste der straatverlichting zou worden ontvangen. De commissie teekent hierbg nog aan, dat zg zich voorstelt om in het rapport betreffende het onderzoek der gemeentebegrooting voor 1888 in overweging te geven art. 1 van afd. IV van hoofdst. V der uitgaven (kosten van straatver lichting) tot zoodanig bedrag te verminderen als de petroleumverlichting van de buitenwijken der gemeente ongeveer kost. Met dit rapport vereenigen zich burg. en weth. De voorzitter stelt alsnu aan de orde de be handeling der begrooting voor de gasfabriek. De heer mr E. P. Sehorer betuigt z'tjn be vreemding dat in het vorig jaar een post op de begrooting voorkwam, die er thans op ontbreekt, en dat daarvan in de memorie van toelichting met geen enkel woord melding werd gemaakt. In de begrooting voor het vorig jaar komt onder 3 der uitgaven een post voor voor rente en afschrijving. Dien post vindt spreker in de tegenwoordige begrooting niet terng, wel echter een post „goed slot" en bij vergelijking tasschen die twee posten blijkt dat, een kleinigheid uitge zonderd, ze met elkaar overeenstemmen. Mogelijk is dit der gascommissie zeer duidelijk maar spreker is het dit niet. Spreker wenscht de rekening der gasfabriek steeds afgescheiden te houden van die der ge meente, opdat steeds blijken zal hoe de rekening dier inrichting staat. De heer Scborer wijst er verder ook nog op dat bij het niet eens is met burg. en weth., waar die van oordeel zynMat, zoo de fabriek schade leed, dit geenszins drukken zou op alle ingezete nen maar wel op de fabriek en gasverbruikers. Dn heer Sprenger, voorzitter der commissie voor de gasfabriek, heeft de verandering voor gesteld, omdat hij van meening is dat de aan- wgzing van het goed slot geheel het werk is van den gemeenteraad. De heer Tak voegt aan het rapport der fin. commissie toe dat die commissie met ingenomen heid kennis nam van het tegenwoordige voorstel. Zij is ook van oordeel dat de tegenwoordige manier veel beter is dan de vroeger gevolgde. De heer Tak geeft daarna in het breede inlich tingen aan den heer Sehorer, wat betreft het verband tusschen de financiën der gasfabriek en de gemeente en wgst erop dat, zoomin als andere eigendommen der gemeente, de fabriek in eene afzonderlijke verhouding daarmee staat. De wetenschap omtrent den stand dezer zaak, die de heer Sehorer wenscht, zal toch steeds nit de uu:öo fcialag^u doi gascommissie kunnen bigken. Ook de heer Yan der Harst geeft nog eenige inlichtingen omtrent het beheer der gasfabriek en omtrent de cgfers der rekening op dit oogenblik. De heer E. P. Sehorer dankt voor de ontvangen inlichtingen doch is het met hetgeen door den heer 'Tak gezegd is niet eens. Hg stelt in het licht het groote verschil tusschen pnbliekrechte- igke en privaatrechtelijke zaken, Hij acht de gasfabriek eene privaatrechteigke zaak. De heer Sehorer kan zich op dezelfde gronden verder ook niet vereenigen met het voorstel om de post voor straatverlichting te breDgen op het voorgesteld bedrag. Hij stelt daarom voor dat, alvorens deze begrooting door den raad worde vastgesteld, deze aan de gascommissie zal worden teruggezonden met verzoek daarop aan te bren gen de specificatie voor rente en afschrijving. De heeren Sngders en W. H. Snouck Hurgronje sluiten zich bij dit voorstel aan. De heer Tak vraagt hoe de toestand zgn zal, wanneer er geen zoogenaamde schuld meer is; welke tijd toch eenmaal zal aanbreken. wiens zoon vele lezers nog als een oud man in dezelfde betrekking zullen hebben gekend, wan hopend smeekte elders te worden geplaatst. Deze, een goed man, gaf aan zijn verzoek gehoor en liet hem afzonderigk opsluiten in de zoogenaamde doodkamer, aldus geheeten, omdat de veroor deelden er den laatsten nacht doorbrachten. In de eenzaamheid van dat vunzige, onreine vertrek, kwam het gevoel van onschuldig te igden bij den knaap sterk boven, en luid weenende smeekte hg om verlost te worden, vooral bij een der ramen, uitziende op de woning van de wed. Darsfe, waar hij vroeger gewerkt had. De knecht van den cipier kwam op het gerucht aan- loopen, en toen Stoel, na zijn bevel om stil te wezen, nog tegensprak, werd hij door den ruwen kerel aangegrepen, geslagen, geboeid, en aan een ketting gesloten, zoodat hij de vensters niet meer bereiken kon. Tegen den avond kwam de vader, die hem vriendelijk toesprak, en, op zijne belofte om rustig te zullen zijn, de kluisters liet afnemen. Een paar dagen daarna kwam de toestemming der rechtbank en werd de ziels zieke jongen naar het simpel- of dolhuis overge bracht. Hoewel hij in het eerst, toen hij in een hok of mate opgesloten werd, wel eens gevaar liep om met een touwtje te worden „afgestreept", had hij het later in dat gesticht vrij goed, zoodat zijne overspannen en ontstelde hersens meer en meer tot rust kwamen, waarvan zich de president mr. J. A. Modera, en de brave dominé Hurgronje, door herhaalde bezoeken, kwamen overtuigen. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 2