N° 233. 130* Jaargang: 1887. Dinsdag 4 October. 4 f Eet geheim van Barravoe FEUILLETON. BEKENDMAKINGEN. Middelburg 3 October. Onderwijs- Dit blad verschijnt dagel^ks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen: Prijs per 8/m, franco 2. Afzonderlijke nomnaers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.80 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Veemarkt te Middelburg. Van Lady VIOLET GREVILLE. r- Gast vrijheid. Loop heen wet uw gastvrij' Zjjne voetstappen stierven weg, de buisdeur MIDDELBURG» COURANT. w Agenten te Vlissingen: P. G. de Veï Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Eruiningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieuvtenhuijzen en te Terneuzen: L. van Wijck. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parys en Londen, de Compagnie générale de Puhlicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. Donderdag den 6 October a. s., van des voor- middags S tot des namiddags 4 uren. De Burgemeester en wethouders van Middelburg, SCHOBER. De secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. Uit de residentie wordt o. a. aan de Zwolsche courant geschreven Over den open brief van den oud-kapitein Willink Ketjen, dien het Vaderland publiceerde, zal ik nog niet in bijzonderheden treden, daar het nu nog niet mogelijk is om de openbare gevoelens, hierdoor gewekt, te peilen. Wel mag ik verklaren dat de lezing een zeer pijnlijken indruk geeit, en het niet bevreemden kan, dat de heer Ketjen, als 't ware door allerlei ministerieele beloften gewiegd, allengs in een staat is gebracht, die tot zeer treurige uitbarstingen voeren kan. Men leze zijn brief, en dan zal men wel met my instemmen, dat hij den toon der waarheid ge troffen heeft. Bedrieg ik mij hierin niet, dat er dan ook mannen mogen opstaan om hem te steunen in zijn streven naar recht. En is hy een slachtoffer van willekeur en onrecht, dat hij dan ook afdoend geholpen worde 1 Waarlijk. Multatuli heeft genoeg geleden, om het althans onmogelijk te maken, dat nogmaals een landsdienaar, die zijn plicht deed, met vrouw en kinderen tot den bedelstaf wordt gebracht, omdat hy durfde op treden óok tegen de hoogstgeplaatsten. Op het Prins Hendrikplein, waar de oud-kommandant van het Indische leger, de generaal Boumeester, woont, hield dezer dagen de politie de wacht, omdat de heer K., naar 't scheen, tot ernstige feitelijkheden wilde overgaan, gelyk by ook voor eenigen tyd den min. Sprenger van Eijk persoon lek heeft bedreigd. Misschien heeft zijn beroep op de natie het gevolg, dat volle licht over deze zaak ontstoken wordt, en dat de heer K. dan inziet dat het verre verkieslijker is, de openbare meening gericht te doen houden, dan als eigen rechter op te treden. Te 's Gravenhage overleed de heer mr. J. L. de Bruyn Kops, oud hoogleeraar aan de Poly technische school te Delft, die sedert 26 Febr. 1868 in de Tweede kamer het district Alkmaar vertegenwoordigde, en der liberale party tot eer verstrekte. De staathuishoudkunde verliest in hem een bekwaam beoefenaarzjjne Handleiding en de Economist, waarvan hij redacteur was, behooren tot die werken, welke steeds een eervolle plaats HOOFDSTUK IX. Pat bromde iets, dat ik niet kon verstaan en mijn gastheer trok mij mee door de tochtdeur Het duurde nog een poos eer ik van hem af was; want op dat uur werd hij altijd spraak zaam en vertrouwelijk en toen hij eindelijk naar zijn kamer was liep ik naar beneden om nog een woordje tegen Catherina te zeggen. Terwijl ik de tochtdeur weer openstiet hoorde ik praten en dacht: „zou Pat nog niet weg zijn, dan wacht ik nog even; als hij er bij is kan ik toch niet met haar praten. Maar waarom houdt zij hem hier nadat haar vader naar bed is? Welk een zonderling gedrag. Ik kon 't niet helpen dat ik een paar woorden van hun gesprek hoorde. Pat sprak op luiden toon en ik ving mijn naam op. Ik stond met de deur in mijn hand, besluiteloos. „Wie is die mijnheer Barclay vroeg Pat- „Waarom komt hij hier luisteren en bespieden? Waarom hebt gij hem gevraagd? Wat hebt gij met hem uitstaande?" Zij sprak zacht, zoodat ik haar antwoord niet kon verstaan. „Ik zeg u, dat ik het niet hebben wil. Hij moet weg. Hoort ge, morgen moet hij weg zijn." Weer een zacht gemompel. op dat gebied zullen innemen, al stellen velen de waarde van het eerste niet zoo hoog. Hjj behoorde tot de z. g. oude oeconomisten. He Standaard schrijft het volgende, waarin helaas 1 o zooveel waars is gelegen „Over den Apeldoornschen boogere burgerschool- leeraar houdt het gekeuvel in de liberalistische pers nog maar niet op. De heeren zijn nu zoover, dat „aan politiek doen" bij hen een soort liefhebberij is geworden. Zooals de éen duiven schiet, en een ander muziek maakt, en een derde kolft, zoo heeft deze heer Smit de liefhebberij, van te politiseeren. Als burger voor de rechten en vrijheden yan uw vaderland op te komenu in te laten met de toekomst van uw nationale ontwikkeling, dat had by de landgenooten van Pericles wel roem, en by Cicero's ommestanders wel eere. Zelfs in de dagen van Marnix en Barneveld en De Witt scheen dat nog serieus te zyn. Maar wy zyn thans verder ontwikkeld. By ons is de staatszaak, voor wie geen kamerlid is of een bureelpostje heeft, liefhebberij. Nu, zoo'n liefhebbery kan iemand dan ook wel laten. En als een liefhebber van deze politieke lief hebberij nu tevens leeraar aan een neutrale hooge burgerschool is, dan moet hij ten minste oppassen, dat hy nooit anders in de politiek liefhebbert, dan met de politiek der heeren overeenkomt. Want weet ge, neutraal beduidt by die heeren: Gewoon liberalistisch. Wil dus zoo iemand een lezing houden om de anti-revolutionnairen te verguizen dat is best. Dat schaadt aan de neu traliteit niet. Wil hij de Roomschen in het vaarwater zitten, neutraler kan het niet. Wil hij zelfs de radicalen op de vingers tikken, dat kan er ook nog meê door. Als hjj maar voor éen ding oppast, t. w. dat hjj afblyve van de oude, liberalistische tante zelve. Want dan knort ze. Wie haar te na komt, is niet meer neutraal." Donderdag geen audiëntie bjj den minister van oorlog. Het departement „Westelijk Schouwen" koos tot algemeen secretaris van het Nut den heer dr. Nieuwenhuizen Kruseman, en het departement Domburg den heer Bruinwold Riedel. De commies 3» klasse by de posteryen M. J- de Jongh wordt verplaatst van Leeuwarden naar Gouda. Bjj de heeren Nijgh en Van Ditmar is het le nommer van een nieuw tydsehrift voor jongens en meisjes versohenenNeerlands Jeugd, onder redactie van A. J. H. van der Sloot en A. Groe- neveld. Houden redactie en uitgevers hun be loften, in het bjjgevoegd prospectus neergelegd, dan zal Neerlands Jeugd zich spoedig in zeer veel kleine abonnés verheugen. De prjjs is zeer billjjk, formaat, druk en indeeling goed. Het eerste nommer is uitlokkend genoeg om de proef met faeidWie wil zulk een vervloekten Engelschen spion hebben Uw vader houdt niet van hem, ik houd niet van hem en gij moogt niet van hem houden 1 Wat Gij zijt mijn eigendom, niet waar Ik ben hier meester, niet waar Welnu, ik verkies hier geen ploerten van vrijers te zien rondslenteren." Er volgde stilte en toen hoorde ik duidelijk schreien. Dat kon ik haast niet verdragen. Ik snakte er naar om de kamer binnen te stuiven en te zeggen„hier is die Engelsche spion Kom op, als gij durft." Ik voelde naar mijn pistool; dat zat veilig in mijn borstzak; maar ik bedacht mij, dat mijn voortvarendheid Cathe- rina niet helpen maar wel in gevaar brengen kon. Neen, ik moest mij beheerschen. Ik sloop een weinig naderbij, liet de deur zachtjes dicht vallen, nu maakte ik er mij geen gewetenswroe ging van om te luisterende veiligheid van Catherina vorderde het. Hare tranen hadden opgehouden. Pat liep stampvoetend door de kamer; door mij erg in te spannen, kon ik ver staan dat Catherina zei „Ga nu heen, Pat, ik ben moede." „Wilt gij het beloven zei hij ruw. Ik verbeeldde mij dat hij haar hand met zijn grove vuist aanpakte. „Ik beloof het, ik zal u gehoorzamen i k zal alles doen wat gij wiltmaar ga „Goeden nacht dan vergeet niet te gehoorzamen." de een abonnement te wagen. Een eenvoudig prettig, in den kindertoon geschreven sent. uit kinderwereld, een versje, een teekening, .en be- Bchry°irg van een bezigheid voor de winteravonden, een logorief en een paar raadsels, ziehier de inhoud, terwijl er nog meer voor het vervolg beloofd wordt, o. a. fraaie boekwerkjes als premiën voor hen, die de meeste goede antwoorden hebben ingezonden. Eenmaal levend in een tijd, dat ook kinderen hun „krantje" wenschen te lezen, zal ongetwijfeld Neerlands Jeugddat iedere week, Zaterdags, verschijnt, een welkom tydsehrift voor onze kleine meisjes en jongens zijn. Inhoud der October-aflevering van de volgende tijdschriften De Nieuwe Gids: het XX'letterkundig congres, door Albert YerweyMarlowe's Faustus, vertaald door Albert Yerwey; Hobbes en zyn psychologie, door dr S. G. Jelgersmade Pros van Plato, door dr Ch. M. van DeventerNederl. politiek. Indrukken van den dag, door Van de KleiIn Memoriam, door Ph. Hack van OutheusdenStigter's vragen boek, door A. H. GerhardKunst. Haagsohe teekenmaatschappij, door Albert VerweyJan van Beers jr., door W. J. v. Westervoordezeven sonnetten, door Albert Verwey en literaire kroniek (mr C. Yosmaer). De Globe In 't hart van Nieuw-Guinea; Eenige dagen in Zwitserland; De „Claque". (Iets uit de tooneelwereld) De geschiedenis van den snuiter; Een volk van dwergen in Zuid-AfrikaNapoleon IV. Lantaarn no. 19 bevat een plaat: financieele politiek. En verder Yan twee leeljjke eenden, door ZelandusMultatuli in bet schimmenryk, door J. A. B.Over critiek, door Willem Hollander; Een actrice in de familie (slot), door H. J. Stratemeijer. Het BaUiv. Handelsblad schrijft in zijn mail- J overzicht Van welken krachtigen invloed de dit jaar bitter tegenvallende koffieoogst is op de prijzen, blijkt uit de jongste hier onlangs gehouden gouvernementsveiling. Van de 25.000 geveilde pikols zjjn 5000 Samarang voor 60.75 en de overige 20.000 Malang voor f 60.34 verkocht. Die afloop brengt den minister in den toestand van Jan die lacht, maar helaas voor de meer dan vijfhonderd duizend inlandsche huisgezinnen bij de koffiecultuur is de zeldzame schraalheid van den oogst maar al te zeer eene aanleiding om zich in het geval van Jan die weent te verplaatsen. Uit den aard der zaak is eene juiste schatting van den gouvernementsoogst onmogelijk, maar volgens de mannen van ervaring en de door de Soerab. Ct onlangs verstrekte gegevens, kan men op niet meer rekenen, dan tusschen de 250 en 500 duizend pikols. Dat is niet meer dan een vierde of de helft van de in de laatste jaren door elkander, op éene enkele uitzondering na, gemaakte oogsten. Voor de bevol king, welke ongeveer ƒ14 per pikol ontvangt, levert bet tegenwoordig tekort dus een verlies van zeven tot veertien millioen gulden op. Ziedaar eene ging open en dicht en Catherina kwam weer in de kamer terug; door de deur die my van haar scheidde hoorde ik haar snikkenik liep zachtjes voort, en vond haar in diepe verslagen heid zitten, met hare armen op de tatel, haar hoofd op hare armen en de tranen tusschen hare vingers doorrollende. „Catherina", zei ik, haar even aanrakende, „arm kind, ik kom n troosten." Ik nam een stoel en ging naast haar zitten, vatte haar hand en streelde die zachtkens. Zij antwoordde niet, ofschoon het haar tot bedaren scheen te brengen. Eindelijk droogde zij hare tranen af en zei: „Wat zijt gij goed voor mij „Goed, kind zei ik en deed mijn best om mijne tranen te weerhouden bij de gedachte aan haar verlaten toestand en den aanblik van haar betraand gelaat. „Goed, ik „Gij zijt een trouwe vriend." „Arm kind, wie is de ellendeling, die u durft bedreigen? Ik heb gehoord wat hij zei." „Wat hebt gij geboord?" vroeg zij ontsteld, mijn hand wegduwende. „Ik hoorde, dat hij u dreigde; ik hoorde dat hij ruwe taal tegen u bezigde en gij zeidet dat gij hem zoudt gehoorzamen." „Was dat al?" vroeg zij blijkbaar verlicht. „En ik weet dat hij vroeg, dat gij mij zoudt wegzenden. Zult gij het doen, Catherina zult gij uw vriend wegzenden?" „NV at kan ik er aan doen?" zei ze verlegen blozende en baar zakdoek verfrommelende; ramp grooter dan al het kwaad dat voor den inlander sedert de crisis van 1885 ontstaan is. Men kan er dan ook veilig op rekenen, dat in de koffiedistricten de nood aan den man zal komen. Al ware het alleen uit politiek belang, legt dit der regeering den plicht op van zoo veel en zoo goed mogeljjk den kleinen man te hulp te komen. Zonder bevreemding heeft men hier dan ook ken nis genomen van een Reuter-telegram, volgens hetwelk de minister naar aanleiding eener inter pellatie in de eerste kamer dien plicht erkend heeft. Het is echter te hopen, dat deze erkentenis minder vaag en onbepaald geweest is dan Reuter te verstaan geeft met de mededeeling, dat de hulp van regeeringswege gegeven zal worden „als de omstandigheden, waarin de bevolking verkeert, het noodig maken." Nergens zyn die omstandigheden beter te igno- reeren dan op Java, waar alle openbaring der waarheid afhangt van rapporten, opgemaakt door ambtenaren, die haar meestal niet tydig en maar zelden ten volle aandurven. Hierdoor is het zeer wel mogelyk dat de onder de bevolking heerschendo nood verborgen blijft, tot hy door onrustbarende teekens zich doet kennen. In dat geval zou de door den minister toegezegde hulp ter elfder ure komen en waarschijnlijk nog op den koop toe ontoereikend blijken. Een heuglijk verschynsel mag genoemd worden het dagelyks toenemend vervoer van personen op de Westerlynen der staatsspoorwegen sedert de invoering van het verlaagd tarief. De juistheid der opmerkingen van den heer Van der Goes van Dirxland, in zjjne eenige maanden geleden uitge komen brochure uiteengezet, treedt hiermede ia een helder licht. Mogen nu ook de betoogen van den heer Van der Goes voor een speciaal, op andere en lagere grondslagen berustend tarief voor suikervervoer, een gewillig oor bjj de regeering vinden I Gelyk hy voorzag, is de overbrenging van de suiker in de derde klasse slechts een halve maatregel ge bleken, terwyl een tarief, zooals door hem voor gesteld is, met een vast recht van 0.50 per ton en verder voor alle afstanden 6 cent per ton en per kilometer, zou zjju een op oeconomi- sche beginselen berustend, waarbjj de opbrengst der staatsspoorwegen en dus de schatkist geen schade zouden ljjden. Een zoodanig tarief werd door hem genoemd een >eisch van het oogenblik", en hoewel de suiker cultuur op Java nog een zwaren strjjd te stryden heett in hare mededinging met de beetwortelsuiker, laat de voorgestelde tariefsverlaging nog steeds op zich wachten. Als eene bijdrage tot; den overvloed van onderwijzers diene,dat toen een paar jaar geleden in da gebeente Ter Aar eene oproeping werd gedaan voor een onderwijzer op f 600 traktement er slechts éen sollicitant kwam, en nu terwijl het traktement op 450 is gebracht, 29. „Welke macht heeft die man over u?" vroeg ik ernstig, in de hoop dat zij eindelijk haar hart eens zou uitstorten. „Waarom moet g0 hem vreezen Zal ik u van hem bevrijden Hij is lomp genoeg, dat weet de hemel." „Neen, neen!" riep zij nit, „denk aan uw eed 1" „Ik heb nooit gezworen om n te laten mishandelen", viel ik in, „ik kan er als En gelschman niet bij staan en u hooren beleedigea dat kunt gij niet verwachten." „Dan moet gij heengaan", zei zij beslist. „Gij maakt mij nog veel ongelukkiger als gij u met mij bemoeit." „OCatherina, wat maakt gij mij toch ongelukkig." Zij gaf mij de hand en zei „Wees niet ongelukkig, mijn vriend, ik ben sterker dan gij denkt. Sla mij niet zoo van nabij gade. Denk niet zooveel over mij. Dat ben ik niet waard." „Ik ben zeker dat gij het waard zijt; gij zijt waard den bestenGij zijt een ware vrouw, Catherina, met al de liefelijkste eigen schappen eener vrouw. Ik {Wordt vervolgt.}

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1