N 214. 130e Jaargang 1887. Maandag 12 September. Iet geheim van Barravoe. FEUILLETON. Middelburg 10 September. Verspreide berichten. Dit blad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 3/m, franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer t 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. Brieven uit de Hofstad. Van Lady VIOLET GREVILLE. p „Morgen!" zei hij, ons achterdochtig een MIDDELBURGSS COURANT. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: L. van Wijck. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Para's en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe Cie., John P. Jones, opvolger. 9 September 1887. Het begint er treurig met Scheveningen uit te zien. Het ongunstige weder van de laatste weken doet vele badgasten besluiten hun koffers te pakken en elders, waar men minder door de nattigheid in zjjn uitspanningen wordt gedwars boomd, nog een nazomertje op te zoeken. En geen wonder, want al komt men te Scheveningen om en voor het water, zoodra het hemelwater zich dageljjfes met dat der zee komt mengen, is het aangename van de laatste af. Een droppel in de zee is een gejjkte uitdrukking om eene geringe hoeveelheid aan te geven, en zelfs millioenen en millioenen droppelen beteekenen nog hoegenaamd niets in vergeljjking met den inhoud van den groo- ten zilten plas, maar voor de badgasten beteekent dat verschil tusschen een enkelen droppel en millioentallen heel veel. Het is dan ook een allertreurigst, melancholiek en vervelend uitzicht op zoo'n leeg strand. De zee biedt een prachtig schouwspel aan, maar men moet het met velen tegelpk genieten, tenzij men dichter of philosoof zjj, en ook deze hebben er in hun eentje toch spoedig genoeg van. Zoo'n enkel uurtje in den vroegen morgen of den laten avond alleen aan het strand is voor hen een heerljjk genot, mits 's morgens de zon en 's avonds de maan schjjnt, maar als het gestadig regent, och, dan zjjn de dichterlijke gevoelens zoo ras weggespoeld en de wijsgeerige bespiegelingen vlotten ook niet best in doorweekte schoenen, met natte knieën en onder een druipende parapluie. Die onmetelijke zee ia te veel een beeld der eeuwigheid om ons stervelingen, al zjjn wij philosophen of poëeten, niet te doen verlangen naar hetgeen het tijdelijke leven geven kan; leven en beweging willen wjj, ook bjj het aanschouwen van de zee. En daar badgasten voor verreweg het meerendeel geen philosophen of dichters zjjn, verveelt hun nog des te spoediger de eentonigheid van een leeg strand. Zij komen er in den regel niet eens om de zee, maar omdat anderen er ook heengaan, en daarom is het zeer natuurljjk, dat als de een de badplaats verlaat en niet meer vervangen wordt, ook de ander aan vertrekken begint te denken. Aan de landzijde biedt Scheveningen dan ook weinig aan, wat tot blijven uitlokt. Daarvoor zorgt het gemeentebestuur steeds met den meest protectionistischen ijver. Het Kurhaus is alles aan andere gelegenheden tot uitspanning wordt eenvoudig de toegang geweigerd, voor zoover ons stadsbestuur daartoe althans de macht heeft. Zoo kon bjjv. Carré geen vergunning bekomen om er zjjn tent op te slaanzoo'n paardenspel zou maar HOOFDSTUK III. Wat wenscht gij?" Ik nam Catherina's handen 9n hield die in de mijne. Het volgende oogen- blik zon ik op een vaderlijken toon ronduit met haar over haar gedrag gesproken hebben, doch ik aarzelde nog. Ik zag den blos op hare wangen komen en verdwijnen en haar borst hijgen; de deur ging open en de heer Donnovan verscheen. Zijn dochter maakte schielijk haar handen los, en ging met kinderlijke bezorgdheid naar hem toe. Ik kon mijn ergernis te nauwernood bedwingen. Ditmaal was zij haar berisping ontkomen, mis schien was het voor ons beiden beter. Ik was driftig van aard en zou wellicht iets gezegd hebben, waarvan ik spijt had en zij zou haar minnaar verdedigd hebben. En toch verfoeide ik op dat oogenblik dien onden man, met zijn gluiperige uitdrukking. Een dronkaard boven dien Een heer die zoo laag gev allen wasZijne magere handen, zijne vale gelaatskleur, zijne wild rollende oogen, zijn waggelende gang, alles in hem wat mijn medelijden had opgewekt, drnkte den stempel zijner zonde op h em. Ik zei hem „Goeden morgenen keerde mij met weerzin af. De gebreken dier familie walgden mij. nadeel toebrengen aan het Kurhauszoo meende men, alsof niet juist door vermeerdering en af wisseling van vermakelijkheden het bezoek aan onze badplaats zou worden bevorderd, wat toch ook aan het Kurhaus ten goede zon komen. Met den alleen zaligmakenden Mannstadt behoort men ruimschoots tevreden te zjjn meer mag men niet verlangen, volgens de protectionistische leer. Maar ongelukkig gaat prof. Mannstadt ons nu verlaten, en waar zullen wjj dan een onderkomen vinden Ja, er komt een opvolger, maar Mannstadt is te veel de afgod geworden van de Hagenaars dan dat zjj zich met zulk een nieuwen orchest-direeteur zouden vergenoegen; het kan niet anders, zoo zegt men reeds nu en misschien heeft men wel gelijk of de heer Kogel moet afvallen in vergelijking met zjjn voorgangertegenover dezen eersten der goden neemt bjj sleehts een bescheiden plaatsje onder de dii minoris in. En de verwende Hagenaars zullen ongetwjjfeld den man zjjn min derheid doen gevoelen door lang niet meer zoo druk de Kurzaal te bezoekenen als dan de vreemdelingen door het ongunstige weer voor een groot deel zjjn verjaagd, bjj gebreke van amuse menten buiten het Kurhauszal feiteljjk het einde van het seizoen nog vroeger invallen dan op den officieel vastgestelden datum van 1 October. Wie weet of onze aanstaande burgemeester er niet anders over denkt dan zjjn voorganger en er juist op uit zal zjjn om naast het Kurhaus meer dere gelegenheden hot vermaak, ook bjj slecht weer, te doen verrjjzen. Ik geloof, dat onze badplaats erbij winnen zou. Intussehen is het nog moeiljjk te voorspellen, hoe de nieuwe bur gemeester er over denken zal, zoolang de man nog niet gevonden is. De minister Heemskerk doet al zjjn best om er een te vinden, maar gemakkeljjk gaat het niet. Zeeland's commissaris schjjnt voor de eer te hebben bedankt, evenals de in de residentie woonachtige afgevaardigde van die provincie ter Eerste kamer. Toch is het niet onwaarsehjjnljjk, dat Zeeland ons een nieuwen burgemeester leveren zal, al is hjj nog wat jong voor dezen eerenaam. Het laatst zou het vacee- renda ambt zjjn aangeboden aan jhr mr W. Snouck Hurgronje, den vroegeren Zeeuw, thans in de residentie gevestigd, die eenige jaren geleden ook candidaat was voor de Tweede kamer in het hoofdbiesdistrict Middelburg. Volgens mjjne in lichtingen, die van enkele dagen geleden dagtee- kenen, zou de heer Snouck Hurgronje het aanbod in beraad hebben genomen, en was hjj volstrekt niet ongezind om de betrekking te aanvaarden, doch eenige persoonljjke redenen beletten hem dadelijk eene beslissing te nemen. In vele opzichten zou Den Haag zich niet te beklagen hebben, indien 's konings ken ze op dien vroegeren Zeeuw mocht vallenalleen is het te betreuren, dat genoemde heer door verschillende banden is verbonden aan de leiders der hier tegen mr Patjjn gevoerde oppositie. Als president der zangvereeniging Caeeilia komt hjj veel in aanraking met mannen, die tot de partjj van Handel en Nijverheid moeten gerekend worden, en zelfs met laatstgenoemde voor een aanziende. „Hier meisje, gauw wat brandewijnWilt gij ook niet een beetje, mijn heer Barclay „Neen, dank u," zei ik met onverholen af- kenring. „Als ik bet zeggen mag, geloof ik dat gij zelf vrij wat beter zoudt doen met 's morgens vroeg geen sterken drank te gebruiken." Catberina bad zich niet verroerd en scheen mij aan te zien om raad te vragen. „Zwijg vriendgij kent geen echte potheen als gij hem ziet. Haast u wat, Catherina 1 hebt gij mij niet verstaan Catherina haalde de schouders op en vertrok. „Mijnheer Donnovan", zei ik naderbij komende, „vergeef mij de vrijheid, die ik neemj maar -ik kan het niet aanzien dat iemand zich zelf vermoordt zonder mjj er mee te bemoeien." „En waarom mag een man zich niet ver moorden als hij er lust in heeft vroeg hij met flikkerende oogen, „wien gaat dat aan, zeg Wie geeft iemand het recht om er zich mede te be moeien? Heeft iemand mij ooit geholpen of mij geld gegeven of het belet dat het huis boven mjjn hoofd instortte, of de geheele plaats in ver val geraakte? Hebt gij dat gedaan, gij een vreemdeling uit Engeland, die van daag hier is en morgen daar met uw fabelachtig verhaal van een erfenis, die mij zou ten deel gevallen zijn mij Myles Donnovan Hoe kan ik daaraan ge- looven, totdat ik het geld zie, totdat ik het in de hand heb en het tel zoo zooHij hield zijn magere band op als een bedelaar. „Hoe jtan ik vereeniging staat hij op zeer goeden voethjj kwatn dan ook meermalen in aanmerking om door haar tot candidaat voor den gemeenteraad ie worden geproclameerd, welke candidatuur den heer Snouck Hurgronje, naar ik van zeer nabjj vernam, niet ongevallig zou zijn. In ieder geval is het te hopen, dat de benoeming niet al te lang meer zal uitbljjven, want thans berust de hoofd leiding van de gemeentezaken in handen van een wel zeer bekwaam en achtenswaardig man,maar die reeds een eindje in de zeventig jaren heeft afgelegd en derhalve niet meer zoo tegen alle vermoeienissen van het burgemeesterlijk ambt is opgewassen,vooral niet wanneer, zooals in deze dagen, wat veel van den burgemeester als hoofd der politie gevergd wordt. De socialistische beroeringen, die de in vrijheidstelling van Domela Nieuwenhnis heeft gewekt, eischen een jeugdigen hand tot beteuge ling van ongeregeldheden. Wanneer zooals in de vorige week, des nachts te half een, de tegen woordigheid van den burgemeester op straat wordt gevorderd is het gewenscht, dat die ambtenaar zich niet om zjjn hooge jaren behoeft te veront schuldigen. Dat de heer Godon dit doet, is hem waarlijk niet kwalijk te nemen. Hjj zelf dringt dan ook allermeest op de spoedige vervulling van de betrekking aan en heeft zelfs stappen in dien geest bij den minister Heemskerk gedaan, maar deze kan ook niet ijzer met handen breken en den koning iemand voordragen zoolang hij geen geschikt persoon, die bereid is burge meester te worden, heeft gevonden. Zeer terecht antwoordde de heer Heemskerk onzen oudsten wethouder, dat het niet zijne schuld was, dat hjj tot de leiding van zaken werd geroepen, maar toch vergete men niet, dat, als de heer Godon zich genoodzaakt mocht zien zijn ontslag te nemen, wjj licht van kwaad tot erger zouden vervallen. Er is tegenwoordig een strooming in Den Haag om gemeenteraadsleden en wethoaders uit jonge lui te kiezen, en de voortgang op dit pad is toch voor een stad als de onze niet wenschelijk. Nog dezer dagen was er sprake van om den pas tot wethouder benoemden dr Mouton weer te doen vallen en te vervangen door een zeer jong man. Alleen omdat deze zoo loyaal was zich daartoe niet te leenen, is die toeleg mislukt. Toch moest de heer Mouton Dinsdag 11. nog 14 stemmen missen. De tegenwoordige gang van zaken drijft bovendien geschikte personen uit den raadzoo bijv. jhr De Jonge, het lid van den Hoogen raad die niet langer in onze vroedschap zitting wil bljjven nemen. Het is te wenschen, dat spoedig een flink, doortastend en zelfstandig burgemeester wat orde in den chaos komt scheppen. Naar wjj vernemen is door den minister van oorlog, tengevolge van de bekende zaak, het contract voor de levering van vleesch aan het garnizoen te Middelburg met den slager J. Leijnse verbroken. weten of het waar is, en als het waar is, wat dan?" „Denk aan uw dochter," zei ik ernstig. „Mijn dochter tobt gij over haar? Zij heeft niet dat noodig. Zij is een verstandig meisje en zal niet sterven nit gebrek aan rijkdom. Wees gerust, zij is wel af." „In alle geval, vermoordt gij u met al dien brandewijn is dat niets „Nietswat doet het er toe of er éen oude man meer of minder op de wereld is en het is beter om de galg te misleiden." „Wat bedoelt gij daarmede?" „Hoor eens, mijnheer Barclaygij zijt slim genoeg, geloof ik. Laat mij met rustik zal u met rust laten. Het doet mjj genoegen u te zien, gij kunt alles gebruiken wat ik bezit, gij kunt met Catherina gaan vissohen zooveel gij wilt; maar bemoei u niet met mijn drinken; want de brandewijn is de beste vriend, dien ik op de wereld heb, en de eenige vriend die mij nooit ontrouw zal worden." Terwijl hij dit zei kwam Catherina binnen en zette stil een zwarte flesch naast hem neer. „Goed kindmompelde hij en vatte haar bij de hand. „Goed kind 1 Gij weet waar uw oude vader van houdt, niet waar Al zijn wij arm en ongelukkig, een kwartje voor brandewijn kunnen we altijd nog wel missen. Uw gezondheid, mijnheer Barclay 1" Ik was zoozeer met afgrijzen vervuld dat ik °P bit punt stond van mijn onverbeterlijken Uit Konstantinopel seint Havas, dat het antwoord van Duitschland op het verzoek der Porte om vorst Bismarcks tusschenkomst in de Boelgaarsche kwestie aan Saïd-pacha is ter hand gesteld, maar dat de inhoud nog onbekend is. De berichten, welke de Fransche bladen nit Boelgarjje mededeelen, schjjnen zeer sterk gekleurd. Volgens den Temps zou de Fransche consul uit Boetsjoek waarschijnlijk teruggeroepen worden. Hjj moet verscheidene naamlooze dreigbrieven hebben ontvangen. Te Roestsjoek heerscht vol slagen anarchie. De regeering laat de huizen dier bewoners afbreken die gehoorzaamheid aan hare bevelen weigeren. De Oostenrjjksche consul heeft bevel ontvangen het land met verlof te verlaten. Volgens een der Köln. Ztg. verstrekte me- dedeeling was de termjjn van het driekeizerver- drag niet deze maand maar reeds in den aanvang van dit jaar afgeloopen en werd toen niet her nieuwd, Den 23 Sept. viert vorst Bismarck zjjn 25jarig jubilé als minister van staat. De arrestatie van den conducteur der Sleeping Car Mittelsbach aan de Italiaansche grenzen be rustte op een misverstand der Italiaansche gen darmen. De conducteur is spoedig op vrjja voeten gesteld. Het te New Orleans verschijnende blad Ihe Times Democrat berioht, dat eene kleine bende, onder bevel van een zekeren Beriben, naar Cay- barien op Cuba is vertrokken, waar zjj zich bjj eene talrijke macht voegen aal, met het doel om een gnerilla-oorlog te voeren tegen het Spaanscha gezag. De bende is van wapenen en ammunitie voorzien, waaronder dynamiet. Zjj is vertrokken van Key West (Florida) op een klein schip, dat handel drjjft in sponsen. De sultan van Marokko woedt met Oostersehe wreedheid tegen den stam der Kabylen, die zich dapper verweert maar tegen de overmacht weinig vermag. Aan moord, brand en plundering maken zich zijn soldaten schuldig; vrouw noch kind sparend. Onlangs werden 85 personen op bevel van den sultan onthoofd en de lijken letterlijk in Btukken gebouwen, terwijl de hoofden naar de steden aan de kust zjjn gezonden om aan dö poorten der stad tentoongesteld te worden. De Fransche pers loopt gevaar een vernie tigenden strijd onderling, niet met de pen maar met den degen te zullen voeren. Ter gelegenheid der mobilisatie had de afgevaardigde Laguerre, een der jongste en vurigste radicalen, aan een zijner vrienden een telegram gezonden van den volgen den inhoud Ne puis et ne veux assister a coü- teuse et inutile comédie mobilisation du grotesque Perron. Het telegram kwam ter kennisse van de regeering. Laguerre heeft een medewerker van den Radicalden heer Hirsch, die het telegram had meegedeeld, uitgedaagd. Deze zaak is nog erger geworden door Laguerre's latere bewering, dat de minister Perron zich vroeger in het publiek door Clémeneeau had laten beleedigen zonder vol doening te eischen en dat het reeds twee maanden gastheer vaarwel te zeggen en het stof zijner woning van mijne voeten te schudden, toen ik een blik van Catherina opving, die zoo verslagen, zoo nederig was dat ik een hart van steen moest gehad hebben, als ik daardoor niet getroffen was. Ik hield de afscheidswoorden, welke ik op de lippen had, in en verliet stil de kamer, slenterde de plaats over, rukte toornig met mijn stok het onkruid tusschen de steenen uit en schopte het met groote voldoening ver weg. De blik van Catherina had mij doen besluiten om te blijven. Ik was overtuigd dat zij hulp behoefde. Misschien wilde zij mij toch haar avontuur van den vorigen nacht verklaren; misschien was zij minder te veroordeelen dan ik mij in het eerst verbeeld had. Ik werd door naderende voet stappen in mijne overpeinzingen gestoord en zag op. Daar kwam Catherina aan met een wit katje in hare armen. „Zullen wij naar de bouwvallen gaan, mijn heer Barclay?" vroeg zij op een zeer natuur lijken toon, „ik zou ze u zoo gaarne laten zien," „Zeker, heel gaarne, als gij wilt." „Wacht even", zei zij en liep terug naar de keuken, van waar zij onmiddellijk terugkwam met haar hoed en zonder het katje. „Nu beu ik gereed", riep zij opgewekt. „Waarom *heemt ge het poesje niet mee V vroeg ik al voortwandelende. Haar vlugge, elastieke gang, waarmede zij menige stadsdame zou beschaamd hebben, was een hare? grootste schoonheden. Ik sloeg ©ef

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1