130® Jaargang; Woensdag BUITENLAND. 7 September. Verspreide berichten. Middelburg 6 September. Algemeen Overzicht, Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 8/m. franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL Z. D. van der Bilt La Motthe Groen van Prinsterer en v. d. Brugghen. O MIDDELBURGSGHE COURANT. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van deb Pbijx, te Zierikzee: A. C. de MooiJ,te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: L. van Wijck. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parpjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datobe Cie., John F. Jones, opvolger. 'Het is een drukke tijd voor een groot deel van de kiezers in het district Goes. Nauwelijks is de verkiezing voor de tweede kamer afgeloopen, of eene herstemming voor een lid der Provinciale staten staat voor de deur. Daartoe worden de kiezers morgen, Woens dag, tusschen 9 en 5 uur geroepen. Er is voor de vrijzinnigen gelegenheid om een zetel te winnen, tot nu toe door een anti- revolutionnair bezet, en die winst zou niet te verwerpen zijn, in verband met de scherpe afscheiding welke door de houding der tegen partij ook in onze provinciale colleges valt waar te nemen, vooral met het oog op de verkiezing voor leden der Eerste kamer. Een eerlijke strijd is altijd gewenscht maar vooral thans mogen de liberalen den strijd niet ontwijken, omdat hunne tegenstanders dien zoe ken. Zij toch stelden een geprononceerd, eer lijk aanhanger hunner richting. Even gelukkig zijn echter ook de liberalen geweest, toen zij den heer Z. D. van der Bilt La Motthe candidaat stelden. De heer La Motthe is Maar waartoe onzerzijds de lof verkondigd van een man, wiens verdiensten in den breede reeds bij stembiljet en in beschouwingen zijn uiteengezet, en van wien het eigenlijk overbodig is de kiezers iets mee te deeleD, want wie kent in Noord- en Zuid-Beveland den heer Z. D. van der Bilt La Motthe niet? En zelfs de heftigste anti-revolutionnair zal moeten erkennen, dat hij een eerlijk tegen stander is, met een zeldzame kennis op admi nistratief gebied en goed op de hoogte van gemeente- en polderzaken eigenschappen voor een staten-lid zoo noodig. Onzerzijds daarom alleen, ter wille van het algemeen beginsel, eene herinnering aan den plicht die Woensdag op de kiezers in het district Goes rust. De liberalen treden thans in tegenstelling met de eerste stemming eensgezind op. Dat verhoogt de kracht en de opgewektheid tot den strijd en geeft goeden moed dat de heer gekozen zal worden. Het Tweede kamerlid nr W. H. de Beaufort levert in de Gids van September eene beschouwing over die twee mannen. Aanleiding tot die studie yond hp in de onlangs verschenen werken: Groen van Prinsterer en zijn tijd door dr G. J. Vos Az" en mr J. J. L. v. d. Brugghenherdacht door dr A. H. Raabe. Hoewel de staatkundige loopbaan van mr V. d. Brugghen niet langer dan vjjf jaren geduurd heeft, had die uiterst gewichtige gevolgen. Hp is in ons land bet eenige voorbeeld geweest van een anti-revolutionnair, tot de regeering geroepen niet hoewel, maar omdat bg tot die partij behoorde; en als zoodanig hielp hp de regeling tot stand brengen, die door de anti*revolutionnaire partp wordt beschouwd als het te verwoesten Carthago. De onderwijswet van 1857, door het ministerie-V. d. Brugghen tot stand gebracht, gaf aanleiding tot eene scheuring tusschen Groen en V. d. Brugghen die, weleer trouwe vrienden, toen voor altpd van elkaar vervreemdden. Bp de beraadslagingen beriep 7. d. Brugghen zich op de nakomelingschap en Groen antwoordde hem onmeedoogend dat zp zonder twpfel het strenge vonnis zou beamen, toen door tpdgenooten van elke richting uitgesproken. Dertig j .renzpn Bedert verloopen. De wet van 1857 is reeds door een andere vervangen. De staatslieden, die tot hare totstandkoming medewerkten, zpn bjjna allen van het staatkundig tooneel afgetreden. Een nieuw geslacht is opgestaan, nog scherper verdeeld over de schoolkwestie dan het vorige, m daardoor wellicht nog niet met die onbevan genheid toegerust, die voor het uitspreken van een vonnis vereischt wordt. Toch kan het zeker beter dan de tpdgenooten, over de gebeurtenissen van 1857 een oordeel uitspreken. „Dat oordeel is natuurlpk tweeledig", aldus vervolgt mr W. H. de Beaufort. „Het raakt den persoon en zijn werk. Wat het eerste betreft, kan het moeielpk tot een bepaalde slotsom komen. Heelt Yan der Brugghen verkeerd gehandeld, toen bp de verantwoordelijkheid voor de schoolwet op zich nam Wie, hetzp tpdgenoot, hetzp nako meling, zal het beslissen Niemand kan van een staatsman eischen dat hp in geen geval datgene wat hp wenscht, opoffere aan wat hij kan verferp- gen. Hoe ver hp hier kan gaan, moet zpn geweten hem zeggen. Van der Brugghen het spreekt van zelf was met de wet van 1857 niet volmaakt te vreden; hp had zich bp zpn optreden iets anders voor gesteld. Hp had zelfs, naar de mededeelingen van dr Raabe, in een zwak oogenblik, om zijne vrienden niet teleur te stellen, geteebend op een der ver zoekschriften tegen het wetsontwerp-Van Reenen. Maar aan de andere zpde schreef hp reeds in 1854 aan Groen, dat er als regel voor den schoolwetgever in Nederland niets overbleef dan een niet-gezind- neids openbare school, die uit den aard der zaak godsdienstloos moet zpn, en dat een openbare gezindheidsschool als regel niet mogelpk, maar ook niet wenecheljjk was. Dit laatste werd trouwens, hoewel schoorvoetend tegenover Groen, die de openbare gezindheidsschool destpds voorstond door vele anti-revolutionnairen evenzeer beweerd. Toch lieten de meesten hunner van der Brugghen in den steek en bleven Groen's vaandel getrouw. Voor hen was eigenlijk elke oplossing afkeurens waardig. Vele toch van Groen's volgelingen stonden destpds nog op het standpunt door een hunner ontwikkeld, die ronduit verklaarde, dat in de grondwet zelve, doordien zp de gelijkstelling van alle godsdiensten huldigde, de wortel van alle kwaad lag. Zoolang men de grondwet niet kon veranderen, was het behoud der wet van 1806 nog het minst verderfelijk. Dia op dit standpunt stonden, waren te vergelijken met monarchalen in een republiek of republikeinen in een monarchie. Wezenlpke medewerking tot de regeering was van hen slechts te wachten, nadat een verandering zou hebben plaats gegrepen in de grondbeginselen der staatsinstellingen. Zij hadden dan ook geen ander stelsel dan behoud van wat eenmaal bestond in afwachting van ingrijpende veranderingen. Maar Groen, hoezeer ook in denkwijze tot hen naderende, had een stelsel. Hp had zich uitgesproken voor splitsing der openbare school naar gezindheid. Gesteld de invoering van dat stelsel ware mogelpk geweest, hoe zou het hebben gewerkt? Mp komt het voor, in alle opzichten anders dan Groen zich voorstelde. Waarschijnlijk zou het de katholieken bevredigd hebben; de aansluiting der katholieken aan de anti-revolutionnairen, die in den loop van den tijd aan deze partp een zoo onverwachte kracht gaf, zon achterwege zijn geble ven. Maar of de rechtzinnige protestanten reden tot tevredenheid zouden hebben gehad, is zeer twijfelachtig. Chantepie de la Saussaye merkte in die dagen reeds op, dat, terwijl men klaagde over het rationalisme in de kerk, men onmogelijk kon hopen dat de gezindheidsschool niet rationalistisch zou zpn. Die sehool zou natuurlpk alle seha- keeringen vertoond hebben, die de kerk te zien gaf. De eene onderwijzer zou zich bediend hebben van de Dordtsche belijdenis, en een ander van de geschriften van den heer Hugenholtz. En aan de regeering de taak op te dragen om voor de ge- loofseenheid te zorgen, zou voorzeker bp weinigen, en wel het laatst bp Groen en zjjne volgelingen zpn opgekomen. „Wjj mogen het als een zegen voor ons onder wijs beschouwen, dat Van der Brugghen en de staten-generaal van 1857 de gemengde Bchool hebben gehandhaafd. Den schooletrjjd konden zp ons toch niet sparen. Om dien te ontkomen ware slechts éen middel geweest: de aansluiting der anti-revolutionnairen aan Van der Brugghen. Hadden zp met hem willen samenwerken om datgene te verwezenlijken, wat hp zich in 1857 voorstelde, dan was de schoolkwestie niet gedu rende lange jaren de staatkundige kwestie bp uitnemendheid geworden. Dan zouden de schatten, sedert 1857 door protestanten voor het bjjzonder onderwjjs bpeengebracht, gebruikt zpn voor het godsdienstonderwijs en voor de opleiding van onderwijzers voor het openbaar onderwijs. Dan zouden de anti-revolutionnairen, het woord van Van der Brugghen beamende„de zaak van het Koninkrijk Gods is niet de zaak van den staat," zich tevreden hebben gesteld met een staatsschool, waar niets geleerd pf gezegd mag worden, dat den invloed van het godsdienstonderwijs op het gemoed der jeugd tegenwerkt, en zien beijverd Leb een om dat godsdienstonderwijs zoo uitnemend in te richten als mogelpk was. Maar juist het tegenovergestelde van dit alles is geschied. „Van der Brugghen's werk is door zijne geest verwanten bjjna eenparig veroordeeld. Zp hebben met de grootste hardnekkigheid, sedert 1857, de staatsschool bestreden. Het is mjjne vaste over tuiging dat zjj Groen's gesplitste scholen, na wat langer tijdsverloop, even hevig zouden bestreden hebben. En indien het juist is wat dr Raabe zegt, dat velen hunner thans van lieverlede van hun vroeger oordeel zijn teruggekomen een verzekering die in de verschijnselen der laatste jaren ongetwijfeld bevestiging vindt dan bestaat er hoop dat, zoo Van der Brugghen bjj zpn leven zich in zijne verwachtingen heeft zien teleurgesteld, de hoop door hem uitgesproken op rechtvaardi. ging door de nakomelingschap niet zal worden besehaamd. Dat zjjne tegenstanders, de volgelingen van Groen, in Nederland ooit de gelegenheid zullen hebben een regeling van het onderwjjs tot stand te brengen naar hunne inzichten, is met het oog op de bestaande toestanden hoogst onwaar schijnlijk geworden. Het is te voorzien, dat in de naaste toekomst ernstige pogingen zullen gedaan worden om in Nederland een ander stelsel van onderwjjs in te voeren; slagen echter die pogin gen, dan zullen de katholieken bjj de nieuwe regeling ongetwijfeld de hoofdleiding hebben. Voor hen ia die taak, met het oog op hunne eigen belangen, niet moeielpk. De katholieken verlan gen, volgens dr Schaepman, scholen, ingericht tot het vormen van goede katholieken in den vollen zin. Ziedaar een juist afgebakend en voor ver wezenlijking vatbaar begrip. Maar bp de steeds meer uiteenloopende meeningen omtrent de vraag, den vollen zin een goed protestant is, en de hartstochtelijkheid waarmede over deze vraag gestreden wordt, komt het mp niet onwaarschijnlijk voor, dat protestanten van allerlei richting van lieverlede zullen gaan erkennen, dat van der Brugghen juist zag, toen hjj het een plicht der kerk noemde om aan de kinderen datgene te geven wat op de openbare school niet kan en mag gegeven worden. Wjj juichen dr Raabe van harte toe, wanneer hij er ernstig op aandringt om voor de vervulling van dien plicht te zorgen, in plaats van te „schreeuwen en te schrijven tegen dien goddeloozen staat." De localen in de verschillende kazernen alhier, die tjjdens de ziekteverschijnselen onder de mili tairen tot ziekenzalen waren ingericht, zijn weder in hun vorigen toestand teruggebracht. Alle zieken zpn thans in het hospitaal en de gezonden in hun eigen woning, (de kazerne) gehuisvest. Heden verlaten de laatst aangetasten het hospitaal, zoodat wij thans bunnen aannemen, dat alles tot den normalen toestand is teruggekeerd. Morgen zullen de bataljons infanterie te Mid delburg en Vlissingen eene manoeuvre in het vuur uitvoeren onder leiding van den majoor G. van Nouhujjs. De oefening zal plaats hebben in de nabpheid van het dorp Oost-Souburg. De catalogus der aanstaanden Donderdag, in het Huis van Nassau te Zierikzee, gehouden wordende tentoonstelling van zaaigranen, uitgaande van de centrale tentoonBtellings-vereeniging Landbouw belang telt 85 nommers en omvat verschillende soorten tarwe als Zeeuwsche, Essex Dikkop, Onbevriesbare, Victoria, Prolific en Canada Zeeuwsche en Probsteier rogge en gerst en winterpaardenboonen enz., terwpl ook eene ver zameling gedroogde grassen is ingezonden. Beschermheer der vereeniging is de heer mr J, Moolenburg en voorzitter de heer Job van der Have te Nieuwerkerk. De jury bestaat uit de heeren J. E. Mulock Houwer te Zierikzee, P. Landegent te Burgh en Joh. van den Bout te Eikerzee. De Zeeuwsche spoorboot vertrekt dien dag 's morgens te 6 uur van Middelburg om 's na middags te vpf uur weder van Zierikzee te ver trekken. De minister van financiën verleent ook Don derdag geen audiëntie. Voor de Ploralia zpn dit jaar door 448 personen 2135 planten aangevraagd, waarvan 417 personen 1837 gekweekte plantjes voor de tentoonstelling inzonden. 31 aanvragers bleven dus achter en 298 plaptjes werden niet ingezonden, Planten van 1886 zpn door 11 personen inge zonden. Onder 's Heerenboek stortte Maandagmorgen een landbouwschuur gedeeltelijk in, terwpl daarin aanwezig waren een arbeider en eene koe. Beide bleven gelukkig ongedeerd. De dood van den burgemeester van Oostende brengt het gemeentebestuur in zonderlingen toestand. De schepen die het interim moet uitoefenen is M. Marysael, sehepsn van onderwijs die in 1884 beschuldigd werd het liberaal vaandel te zpn ontloopen of tenminste door zijne houding, tegen- overjde candidatuur van M. Janssens, de verkiezing van M. Carbon te hebben bevoordeeld. Hij werd uit de liberale Associatie gebannen en sinds drie jaren, woont hij de zittingen van den gemeente raad niet meer bij. En het is deze man die nu voorloopig de plaats van den eersten magistraat moet innemen. (Stad Gent). Prins Albrecht van Pruisen, die den Duit- schen keizer bp de manoeuvres in de nabjjheid van Koningsbergen vertegenwoordigt, is met groote onderscheiding door het bestuur en de bevolking dier stad ontvangen. De Duitsche kroonpring wordt half October te Pegli verwacht, waar hp twee maanden zal blijven. Luidens mededeeling van den Temps zpn de Fransche en Engelsehe regeeringen het eens ge worden over de kwestie betrekkelpk het Suez- kanaal en de Nieuwe Hebriden. Zondag namiddag werd te Bonn en in de omstreken een lichte schok van aardbeving waar genomen, die gepaard ging met een dof onderaardsch gerommel. De sombere voorgevoelens ten opzichte der groote veelbesproken meeting te Ennis hebben zich gelukkig voor Engeland en Ierland niet verwezenlijkt. Tot bloedige tafreelen tusschen de Britsche troepen en bet Iersche volk is het niet gekomen. Een ander geval is het, of de handelwijze der regeeringhet belemmeren van het vrije woord niet nieuw voedsel aan den haat der Ieren tegen bet Engelsch gouvernement heeft geschonken. Zooals wij gisteren ter andere plaatse mede deelden, was een sterke politiemacht benevens troepen naar Ennis gezonden met de opdracht de verboden samenkomst in geen geval te doen plaats hebben. Te elfder ure hadden de leiders der nationale demonstratie bun plan gewijzigd, in zooverre bet volk niet op de eerst aangewezen plaats, maar op een andere aan de tegenovergestelde zijde van Emis werd verzameld. Te midden van de toe spraak van O'Brien, die juist de woorden „alzoo concludeerende" uitsprak, weerklonk de kreet: „Daar komen zij," Huzaren en policemen baanden zich een weg door de menigte, die op duizenden geschat wordtenkele steenen, naar de politie geworpen, beloofden weinig goeds ten opzichte der stemming van het volk, maar de bedreiging van den commandant der troepen,kolonel Turner, te zullen laten vuren wanneer het steenenwerpen ziob herhaalde miste haar uitwerking niet. In- tusschen gingen Dillon en O'Brien voort met spreken, tot kolonel Turner waarschuwde binnen vijf minuten de bijeenkomst te zullen uiteenjagen. Stanhope, Engelsch parlementslid, overhandigde den kolonel afschriften der resoluties, welke zouden zijn voorgesteld, waarna bet bevel tot het uiteendrijven der menigte volgde. Zonder tegen stand te bieden ging de vergadering, zooals Dillon het te voren van zijn partijgenooten gevorderd had, kalm en ordelijk naar Ennis terug. In de nabijheid van O'Connell's standbeeld spraken O'Brien en Stanhope de menigte nog toe, maar ook hier was geen sprake van verzet, daar de parlements leden en geestelijken de menigte aanspoorden stil naar huis te gaan. Spoedig waren de Btraten schoongeveegd en keerde de rust in Ennis terug; Voor het Iersche volk hopen wij, dat het ook verder in de moeilijke dagen, welke het te wachten heeft, zijn kalmte zal weten fe bewarenhet kan niet anders of het tijdstip der victorie wordt door het vermijden van noodeloos bloedvergieten verhaast. Zal ook prins Ferdinand zonder dat er in het Oosten van Europa bloed vloeit zijn doel bereiken? Of is het waar wat men elkander te Weenen verhaalt, dat de positie van den vorst te

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1