Dinsdag N° 209. 130e Jaargang 1887. 6 September. Eet geheim van Barravoe. FEUILLETON. Middelburg 5 September. Advertentien 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dit blad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 3/m, franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent; Van Lady VIOLET GREVILLE. middelburgschë courant. Agenten te Vlissingen: P. G. de Yet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van des Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: L. van Wijck. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger. Het JDagblacl levert wêer een van die eigen aardige beschouwingen, waartegen een enkel woord van protest niet overbodig is. Het wjjst op de geringe deelneming aan de pas gehouden Tweede kamer-verkiezing, en heelt zich de moeite getroost de volgende berekening te maken „Het jjverigste district was Zutphen daar kwam 87 pCt. der kiezers op. Daarna volgen Steenwijk, met 84, Tiel en Leiden, met 80, en Sneek, met 76 pCt. Nos. 6 en 7 in de reeks, Zwolle en Gouda, brachten 't reeds niet tot hunner kiezers; daar bleven reeds 28 pCt. thuis. In '8 Gravenhage was de strjjd fel. Daarom gaf 33 pCt. der kiezers zich niet de moeite om ter stembus te gaan. Neemt men in aanmerking dat daar geen strijd van beteekenis was, dan hielden Nijmegen, Eind hoven, Maastricht en Boxmeer zich flink45 48 pGt. kwam daar op. Ook Groningen, Leeuwar den, Deventer, Haarlemmermeer, Gorinchera, Ze venbergen, Tilburg en 's Hertogenbosch waren onder die omstandigheid dan nog vrij ijverig, want 40 pCt. kwam stemmen. Yoor Winschoten, de „borough" van mr. Goeman Borgesius, was 58 pCt. thuisblijvers daarentegen te opmerkelijker, omdat het provinciaal antago nisme er bovendien in het spel was. Maar het merkwaardigst van alles is het hart des lands, zijn de plaatsen waar „Burgerplichten" de politiek besturen. Te Rotterdam brengt men slechts 43 pCt. der kiezers in beweging. En te Amsterdam, de zetel van den liberalen vooruitgang» waar een Levy zijne Unie beheerscht, waar het algemeen stemrecht ia opgekweekt en gevleid in den persoon van mr. Xerdjjk, het centrum van de beweging, de hartader des lands,251/» pCt., goed gesteld Alleen Haarlem staat nóg lager genoteerd 24. En het district van den vurigsten democraat ter rechterzijde, Breda37j pCt., 624 pCt. thuisblijvers." Wjj willen aannemen dat die berekening juist is, al vergat het Dagblad te melden dat ook Middelburg wel onder de ijverigste districten be hoort; daar kwam plus minus 80 pet. der kiezers op. Een feit is het in ieder geval dat de opkomst der kiezers een treurig beeld leverde voor de be langstelling van het tegenwoordig kiezerspersoneel. Het Dagblad gebruikt echter dit feit als een wapen tegen uitbreiding van het kiesrecht, „waarna" zoo schrjjft het „de natie met vurige begeerte heet te verlangen en waar zij mocht men de drjjvers gelooven met zooveel aandrang om verzoent." Aan het slot van zijn entrefilet vraagt het Dagblad ten overvloede eenigszins sarcastisch HOOFDSTUK H. Ik volgde Catherina naar de kamer waar wij ge geten hadden, die er nu met het heldere zonlicht veel gezelliger uitzag, ondanks de schamelheid der meubels. Er was voor één persoon gedekt en de warme koffie, ham, eieren, boter, boning en ronde koekjes beloofden een zeer smakelijk ontbijt. Catherina schonk de koffie in en reikte mij de schaaltjes met een huishoudelijke deftig heid, die haar zeer zonderling stond. Ik merkte weer op hoe blank en frisch haar gelaatskleur was, hoe rood hare lippen waren, boe groot bare donkere blauwe oogen en hoe lang hare zwarte wimpers en hoe bekoorlijk de kleine weerbarstige lokjeB, die in haar bals krulden. Zij was een toonbeeld van kracht, jeugd en gezondheid. Toen zij mijn bewonderenden blik opving bloosde zij en wendde het hoofd af. „Weet gij ook waar mijn voerman is vroeg ik om haar eenigszins gerust te stellen. „Ik moet weer vertrekken, ik mag niet langer misbruik maken van uw gastvrijheid uw vader „Mijn vader zei dat ik u zeggen moest, dat hij uw karretje weggezonden had, hg zal er wel jpen ander voor o ppzoekep als gij het noodig „Toch is uitbreiding van het kiesrecht wensch, neen eisch van het volk, niet waar?" Zeker is het dit, antwoorden wjj, de vraag ernstig opnemend. Yan hen, die nog uitgesloten zijn, ging grootendeels de drang uit om uitbrei ding vooral ook omdat zjj zagen, wat nu opnieuw is gebleken, hoe weinig de tegenwoordige kiezers toonen het hun geschonken voorrecht te waar- deeren, en overtuigd zijn dat nieuw bloed zal kunnen meewerken om het oude wat te verjongen en sneller te doen vloeien. Wat het Dagblad dus als een motief tegen de uitbreiding bezigde, is voor ons een zaak die daarvoor pleit. Al is de nu bjj de nieuwe grondwet aangegeven regeling van het kiesrecht nog niet ten volle wat wij wenschen wij hebben de overtuiging dat de daarbij aangegeven uitbreiding gedeeltelijk voldoet aan den dringenden eisch van het oogen- blik en een nieuw kiezerspersoneel zal scheppen, dat aan het oude een beschamend voorbeeld geven en de achterblijvers van thans tot ijver prikkelen zal. De officier van gezondheid A. Butner uit Vlis- singen, die sedert eenige dagen in Middelburg verblijf hield ter adsistentie der ziektegevallen onder de militairen, is gisteren naar zjjne stand plaats teruggekeerd. Ook de hospitaalsoldaten, die uit Breda werden gezonden, keeren, naar wij vernemen, op morgen naar hun garnizoen terug. Uit een en ander blijkt dat de toestand der zieke militairen veel gunstiger is. 200 herstelden keeren heden naar de kazerne terug. De waarnemend inspecteur voor het genees kundig staatstoezicht voor Zeeland, dr B. Carsten, vertoeft in deze gemeente, teneinde een onderzoek in te stellen naar de oorzaken der vleeschvergif- tiging in de afgeloopen week. Opmerkelijk is het feit, dat genoegzaam ter zelfder tjjd personen zjjn ziek geworden te St. Maartensdijk, tengevolge van het gebruik van versche leverworst en, zooals wjj reeds mededeelden, te Axel door het gebruik van vleesch. Een en ander wordt ""onderzocht door de commissie voor scheikundige en microscopische onderzoekingen alhier. De majoor G. van Nouhuijs, die op Vrijdag en Zaterdag de najaarsmanoeuvres te Bergen op Zoom bjjwoonde, keerde gisteren in dit garnizoen terug, ter wjj 1 de majoor J. C. T. C. Hackstroh van het 4e bataljon te Vlissingen, Zondag derwaarts ver trok om heden en morgen aldaar als aanvoerder eener partjj op te treden. In de Duitsche pers wordt luidens een telegram aan de N. R. Crl. thans veel gesproken over het ongeregelde van den postdienst tnsschen Ostende en Dover, en voorziening daarin verlangd, daar alleen in de voor de scheepvaart gunstigste maand Augustus de aansluiting vijftien maal is gemist. Evenzoo wordt verzekerd, dat het Engel- hebt; en hij zei dat gij als vreemdeling misschien wel lust zoudt hebben om hier eens ¥ond te kijken en op het Loch Nan te visschen." „Loch Nan Heet het meer zoo 1" „Ja. Wij hebben prachtige forellen. Er komen hier somtijds reizigers uit Engeland en die logeeren in de herberg te Ballynafogerty." „Dan moest ik daar ook gaan logeeren." „Hoe kunt gij zoo spreken", zei zij verwij tend met het eigenaardig accent, waarin zij ver viel als zij heel ernstig was. „Mijn vader heeft gevraagd om te big ven en ge knnt niet anders doen." „Dat is waar. Nu dan zal ik blijven en als ik u overlast aan doe, is het uw eigen schuld.'' Zij schudde het hoofd en ziende dat mijn kopje leeg was vulde zij het weer. „Wat een zonderling huishouden," dacht ik, „de vader is onzichtbaar en laat zijn dochter voor mij zorgen zonder eenige argwaan of preutsch- heid; en ofschoon zij doodarm zijn en volgens hnn eigen zeggen nooit gasten hebben, doen zij al wat zij kunnen om mij gastvrijheid te betoonen." Ik had geen vaste plannen; ik was vrij man, had vacantie het weer was fraaide streek mij vreemd, waarom zou ik niet eens die vischvangst beproeven, waarvoor de mensshen zelfs uit Enge land overkwamen Een uur later stapte Cathe rina naast mij door het hooge gras en nadat zij de boot losgemaakt had, waren wij spoedig mid den op het water ik roeide en Catherina was bezig met de hengels en netten, waarmede zij sche bestuur der posterijen op de krachtigste wjjze te Brussel daartegen is opgekomen. Mat het oog op de eventualiteit dat van lie verlede het geheele postverkeer tussehen Duitsch- land en Engeland over Ylissingen worde geleid, wordt erop gewezen, dat de daarbij mede betrokken lijn KempenYenloo, ter lengte van 22 kilometer, niet voldoende ingericht is voor een zoo omvang rijk postverkeer, als het gevolg zou wezen van het geheel ter zijde stellen van de lijn Ostende— Dover: eene omstandigheid, waarin mede voorzien zou moeten worden. Een ernstig ongeluk of eenige andere stremming van het verkeer zou groot oponthoud tengevolge hebben en daardoor veel nadeel kunnen aanrichten. Uit Vlissingen schrjjft men ons Het koninklijk Engelsche stoomjacht Victoria and Albert kwam van Port Victoria Zaterdag avond te 10 uren op de reede alhier. Aan boord bevonden zich de kroonprins en de kroonprinses van Duitschland met hunne drie dochters, de prinsessen Victoria, Sophie en Margrethe. In den loop van Zondagmorgen begaven zich in sloepen aan boord de heer P. L. de Bruijne, vice-consul van Groot-Brittannië, en de le officier van Zr. Ms. instructie zeilcorvet Nautilus, terwjjl genoemd vaartuig, de Ceram en de Vos in vollen vlaggentooi waren en in den top de Duitsche marinevlag geheschen hadden. Te half twee uur in den namiddag lichtte de Victoria and Albert het anker en stoomde de haven in. Dit was het signaal voor de bemanning van de Nautilus om in de masten, raas enz. te klimmen en zich in parade op te stellen, wat een eigenaardig schouwspel opleverde. Zoodra het Engelsch jacht gezwaaid was en opstoomde klonk een driewerf hoera, lerwjjl bjj het binnenkomen de Victoria and Albert, die intusschen aan de zuidelijke pon tic '»-tgemesrd was, door marine-officieren werd begroet. Even vóór vijf uur begaf de prins, met de kroonprinses en de prinsessen, begeleid door den hofmaarschalk graaf Radolinski, zijn adjudant vrijheer Yon Wittingboff en een talrijk gevolg, zich aan wal, onder het zingen van een afscheidslied door de bemanning van het jacht en onder luide juichkreten waarvoor zjj minzaam dankten. Na plaats genomen te hebben in een Duitsch salonrijtuig, vertrok de hooge familie met den trein van 5 uur 2 min., via VenloKeu lenFrankfort a/M.München, naar Toblach in het Pusterthal (Tyrol). De kroonprins zag er gezond uit en zjjne forseke gestalte trok aller aandacht. Prins Albert Victor van Wales kwam Zondag namiddag met de dagmailboot Nederland te Vlis singen aan en vervolgde zijne reis naar Kiel via Wezel—Hamburg met denzelfden aansluitenden mailtrein. Door de directie der Duitsche spoor wegen was voor hem een salonrijtuig gezonden, dat door hem echter eerst van af Boxtel gebruikt werd, daar hij te Vlissingen met de familie van den Duitschen kroonprins in haar salonrjjtuig zeer goed bekend scheen te zijn. De oevers van het meer lagen in een blauwachtig waas, de lucht was onbewolkt, het water een doorschijnende spiegel, terwijl zich om ons heen, doch buiten ons bereik, een zwerm wilde vogels bewoog, murkoe- ten, waterhoenders, een verdoolde zeemeeuw en dat alles zweefde, plofte neer, dook, zwom en vermaakte zich, zonder zich in het minst om ons te bekommeren. Op een afstand geleken zij een zwarten streep op het watervan nabij ge zien veranderde de streep in afzonderlijke plek ken, die zich bewogen en allerlei vormen aanna men door de uitgespreide vleugels. „Wat een aardig gezicht 1" riep ik uit. „Ik wenschte dat ik een geweer had „Mannen moeten altijd moorden", zei zij lachend, haar hand in het water stekende. „Zijt ge nu klaar Misschien zijt ge zoo gelukkig van een visch te dooden." Een weinig beschaamd over mijne moorddadige gevoelens, nam ik een hengel van haar aan, waaraan zjj een bekoorlijke vlieg bevestigd had. - „Elk meer heeft zijn eigen vliegen en elk jaargetijde ook", zei ze, „dit is de eenige waar naar een forel om dezen tjjd van het jaar hapt." Catherina greep nu de riemen en wij dreven droomerig voort. Somtijds gleden wij Langs een groep waterlelies, waarnaar zij haar hand uit- strekte.Dan weer voeren wij tussehen ruisehend riet en biezen door, die kraakten en bet bruine hoofd bogen onder de deining van de boot. Somtijds vergat Catherina te roeien en dobberdeg plaats nam, nadat hij deze vooraf aan boord van de Victoria and Albert begroet had. Dit koninkljjk stoomjacht keerde Zondagmid dag weer naar Engeland terug. Op de Donderdag gehouden vergadering van de afdeeling Yerseke der Vereeniging [voor de belangen der Visscherijen in Nederland werd nog, behalve het Zaterdag meegedeelde, behandeld eene zaak, voor Verseke en nabijgelegen visschersplaat- sen van belang. Door eene assurantiemaatschappjj is indertijd de invloed en de medewerking van het hoofdbestuur der vereeniging ingeroepen om tot eene verzekering der geheele Nederlandgche vi8achersvloot te geraken, wat met eene aanzien lijke vermindering der premie zou kunnen verge zeld gaan. In de vergadering der ^afdeeling Yerseke nu werd opgemerkt, dat die verlaagde premie voor de Ooster-Schelde nog te hoog zou zijn, omdat de vaartuigen aldaar in den omtrek in buitengewoon gunstige omstandigheden ver- keeren. Door de ondiepte der wateren nl. gebeurt het haast nooit, dat een vaartuig, al krjjgt het ook nog eens averij, geheel weg is, en dit zal ook wel de reden zjjn, dat dan zoo hoogst zelden geassureerd wordt. Daarom werd door den heer Sinke het denkbeeld geopperd met een assuradeur in onderhandeling te treden over de verzekering van vaartuigen, op de banken werkzaam, tegen een premie, die van de gewone heel wat zou verschillen, en met algemeene stemmen werd besloten eene meeting te beleggen van visschers, thuisbehoorende ten Oosten eener ljjn, getrokken van het einde der Goesche haven op den toren van St. Maartensdjjk; en tot de bjjwoning dier meeting nit te noodigen vertegenwoordigers eener assu rantie-maatschappij, om tot de verwezenlijking van het bedoelde denkbeeld te geraken. Men schatte, dat het gedeelte der Ooeter-Schelde, O. van die ljjn, met inbegrip van Pluimpot en Een dracht een 300 a 400 vaartuigen zou bevatten, een getal groot genoeg om bp algemeene deelne ming een buitengewoon lage premie mogeljjk te maken. Naar aanleiding van een schrjjven eener voe- dingscommissie uit eene der garnizoensplaatsen, waarin gemeld werd, dat de kapucijners door de manschappen indertijd slechts met tegenzin ge nuttigd werden, heeft de hoofd-intendant een schrijven gericht aan de voedingscommissiën in de verschillende garnizoensplaatsen, met uitnoo- diging te willen opgeven, of het verstrekken van ration D (kapucijners) in hunne garnizoenen al of niet wenschelijk geoordeeld wordt. In een schrijven over de manoeuvres in överjjeel en Drenthe voorkomende in de ZiOolsche courant lezen wij o. a. Dat de maaltjjd overal welkom was, vindt zjjn verklaring niet alleen in de fiinke, gezonde magen der jonge soldaten en de vermeerdering van eet lust door den marsch, maar ook in de bepaling dat troepen, die ingekwartierd worden met voeding, wij op en neer de kabbelende golfjes, terwijl 'lij een liedje neuriede, dat als de begeleiding \rn het ruiaehen van het water klonk. Het was zeer stil, zeer droomerig, zeer aangenaam, en de drukte om een mooie forel binnen te halen, die spoedig op den bodem der schuit lag te spar telen, was voor mij een bijna onwelkome stoornis. Catherina was echter opgetogen. „Ik ben zoo blij", zei zij met oogen die van blijdschap schitterden, „dit is de mooiste forel, die wij in lang gevangen hebben en uw eerste. Nu kunt gij in Engeland vertellen dat gij een forel in Loch Nan gevangen hebt. Hebt gij daar forellen vroeg zij eensklapsals vreesde zij voor onaangename vergelijkingen. „Ja, wij hebben forellen in Wales en m Westmorelandmaar ik heb er nooit een gevan gen en in alle geval, geloof ik. niet dat «ij zoo mooi zijn als deze." „Dat is goed", zei zij met een zucht van verlichting. „Nu hebt gij zeker wel honger" vervolgde zij en nam een papier uit haar mandje, „hier zijn boterhammetjes met ham en hier is een fleseh brandewijn. Het ia niet veel, maar toch iets." Ik dankte haar hartelijk, ofschoon ik geen eetlust had eu at om haar genoegen te doen daar ik getroffen was door haar vriendelijkheid! en de zorg welke zij mij betoonde. „En hebt gij in Engeland zulke meren ?f vroeg zij verder^ (Word virwffl,}

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1