Onderwijs. Kerknieuws. Verspreide berichten. Behalve dit groote voordeel, biedt hjj daaren boven een groote bezuiniging in het kolenverbruik» een natuurlijk gevolg van den regelmaat der machine-bewegingdoch ook geeft hjj aan het electrisch licht die conatans, waaraan het nieuwe licht meestal nog zoozeer laboreert. Ofschoon het voor een leek zeer moeiljjk is de techniek van dit systeem te beschreven, en het daarenboven het geheim der weduwe Zalm is, kon men in een kleine glazen buis, waarin een kleine koperen spiraal zich op en neer beweegt toch gemakkelijk een denkbeeld vormen van dezen regulateur die ongetwijfeld weldra algemeen zal worden ingevoerd en een monument zal worden van het Nederlandech genie. De Vereeniging tot behartiging der stoomvaart- belangen in Nederland telt thans 96 leden. In hare vierde jaarvergadering heeft zij o. a. besloten den voorzitter en den secretaris andermaal naar den minister van waterstaat af te vaardigen, ten einde op indiening van een wetsontwerp tot verbetering van het Hellegat aan te dringen. Bjj het eerste onderhoud was de minister zeer ten gunste van de zaak gestemd, maar het is niet gelukt de noodige 400,000 op de begrooting te verkrjjgen. Voorts verklaarde de vergadering het wenscheljjk dat het bestuur zich wende tot den minister om te Tiel een haven te verkrijgen. Nog werd besloten om aan den minister kennis te geven dat de vereeniging het wenscheljjk acht om voorschriften uit te schrijven betreffende het laveeren van vaartuigen, met buskruit geladen, in drukke vaarwaters. Als bestuursleden werden herkozen de heeren J. Van der Schuyt en J. J. B. J. Bouvy. In het jaarverslag van den raad van toezicht op de spoorwegdiensten, leest men o. a. het volgende: Meermalen had zich het geval voorgedaan dat een reiziger met een kind boven de drie jaren in den trein werd aangetroffen, zonder dat voor het kind een plaatsbewijs genomen was, terwijl, indien tegen den geleider van het kind proces-verbaal werd opgemaakt, dit niet tot eene vervolging kon aanleiding geven, omdat in het algemeen reglement voor het vervoer geen bepaling werd aangetroffen, waarbij het feit strafbaar gesteld was. Door den kantonrechter te Bergen op Zoom werd bjj vonnis van 30 September 1879 een te dier zake gedag vaarde van alle rechtsvervolging ontslagen. Niettegenstaande deze beslissing, gaf de raad aan den ambtenaar van het openbaar ministerie bjj het kantongerecht te 's Gravenhage, die op grond daarvan bezwaar gemaakt had opnieuw eene vervolging in een soortgeljjk geval in te stellen, in overweging of de omstandigheid da dit nieuwe geval zich had voorgedaan op den Ned. Rijnspoorweg geen aanleiding zou kunnen geven tot eene vervolging op gronden dat het algemeen reglement voor het vervoer den reiziger verbiedt, zich zonder behoorlijk plaatsbewijs in den trein te bevinden. Een „behoorlijk plaatsbe- wjjs" nu is een bewjjs, afgegeven door den beambte van de spoorwegonderneming voor den afstand, dien de reiziger hegft af te leggen, onder de voor waarden en tegen de betaling van den vrachtprijs, omschreven in het tarief. De vervolging werd ingesteld en de beklaagde op den aangegeven grond door den kantonrechter te 's Gravenhage veroordeeld. Daar de tarieven van niet alle Nederlandsche spoorwegmaatschappijen dergelijke bepalingen be vatten, is intusschen art. 10 van het algemeen_ reglement aldus aangevuld, dat de aansprakelijk heid van de geleiders van kinderen beneden 10 jaar voor de betaling van den vrachtprijs voor die kinderen nu ontstaat. Op de Dinsdag te Haarlem, onder voorzitter schap van den heer mr H. Goeman Borgesius, gehouden 14e algemeene vergadering van den Volksbond tegen het drankmisbruik werd door den algemeenen secretaris, mr G. Snijder van Wisse- kerke, een verslag uitgebracht waaruit geconsta teerd werd dat het drankmisbruik in Nederland belangrjjk afnemende is; dit blijkt o. a. uit het zal zeker wel tijd hebben om naar Pieter Gavagan te gaan en een glas porter te drinken „Ja zeker ik weet niet, hoe lang ik blijven zal.'' Ik wist er inderdaad niets van. Daar zat ik, een kalm maH van zaken, op een open kar en reed over een Ierschen veenpolder om een man op te zoeken, dien ik nog nooit gezien bad zeker de meest dwaze tocht, dien ik, verstandige John Barelag, in mijn geheele leven ondernomen had. Wij zouden er nu echter spoedig zijn. Daar voor ons lag het meer „het fraaiste van geheel Ier land," zwart en onheilspellend onder de bewolkte lucht; aan onze rechterhand verhief zich een berg, naakt en kaal, halverwege begroeid met brem struiken; en tusschen ons en het meer strekte zich een bosch uit dat blijkbaar tot aan den oever reikte. „Wij zijn er dadelijk," zei de voerman verheugd, „mijnheer heeft goed gereden en het paard is het beste in heel Ierland. Het is hier geboren en getogen en kent elk paadje en elk hoekje hier in den omtrek." Onder het spreken wees hij met zijn zweep naar een inham in den weg, waar weldra twee vervallen deuren zichtbaar werden. Hij stapte van de kar om ze te openen. De plaats zag er niet verlokkend uit; de deuren waren kapot en hingen uit de scharnieren; hier en daar was de verf er af en die kale plekken geleken wonden op het lichaam van een melaatschede oprit was wet gras begroeid en werd blijkbaar nooit ge- verminderde drankgebruik per hoofd en uit het verminderen van de veroordeelingen wegens openbare dronkenschap. Sedert de invoering der drankwet daalden deze van 39.000 tot 27.000. Als leden van het hoofdbestuur werden herkozen de heeren dr L. J. Egeling enL. P. Walburgh Schmidt. Uit het verslag omtrent het onderzoek naar de vervalsching van jenever bleek, dat vervalsching met foesel-olie weinig voorkomt; dat zjj met zwavelzuur in het geheel niet plaats heeft, en dat de voornaamste vervalsching geschiedt met onzui ver en ammoniakhoudend water. Besloten werd weder een plaat uit te geven in den geest van de bekende plaat„Ach vader, niet meer 1" Voorts werd de wenscheljjkheid uitgesproken van het houden van openbare afdeelings-vergade- ringen, waaraan een feesteljjk karakter wordt gegeven, opdat zjj hierdoor meer aantrekkelijkheid voor het groote publiek verwerven en dus tege moet zou worden gekomen aan de behoefte to ontspanning. Ook gaf de vergadering den wensch te kennen, dat de hoofden van de gemeentebe sturen door tjjdige sluiting van de plaats, waar drank werd gebruikt, de bedoeling van den bond in de hand zouden werken. Nog werd besloten aan het hoofdbestuur op te dragen, een onderzoek in te stellen naar den sluikhandel in spiritualia op de rjjksgrenzen en naar het verband tusschen dezen en het misbruik van sterken drank, en voorts te onderzoeken en voor te bereiden wat er moet gedaan worden om tot verbetering van dronkaards te geraken, terwjjl mede aangedrongen werd op het verspreiden van gepaste lectuur teneinde propaganda te maken voor het doel van den bond. Ten slotte werd toestemmend de vraag beant woord, door Sliedrecht gesteld„Is het oprichten van zoogenaamde bondshuizen in het belang van het volk te achten?" Zalt-Bommel had voorge steld, daaraan de opdracht aan het hoofdbestuur toe te voegen om de oprichting van zulke huizen in samenwerking met gelijkgezinde maatschap pijen en werklieden-vereenigingen te bevorderen, maar die afdeeling trok dat voorstel in. Utrecht is aangewezen voor de volgende bijeen komst. Tot eerelid werd benoemd jhr. Mollerus, com missaris des konings in Gelderland, vroeger hoofd bestuurder, thans nog krachtig medestander in den strjjd tegen drankmisbruik. Heden is te Arnhem voor de hoofdacte geslaagd de heer G. Jurry, onderwijzer te Goes, geboren te Hoek. Op een hoofdonderwijzersexamen, dat ver leden jaar te Deventer gehouden werd, kreeg een candidaat de vraag: „Wat voert Herzegowina wel uit?" Op een ander examen werd als opstel gegeven„De quaestie der investituren en de conciliën van Const an ze." Wanneer men van hen, die met het lager onderwijs zijn belast, verlangt dat ze dergelijke dingen weten, dan moet men zich verbazen niet dat zoovele worden afgewezen, maar dat nog éen onderwijzer den rang van hoofdonder wijzer haalt. Men bedenke toch dat niet slechts van Herze gowina, maar van elke streek der wereld de uitvoer kan worden gevraagd, en niet alleen het concilie van Constanz, maar elk ander concilie een punt van ondervraging kan uitmaken. ArnhCrt.) Men berekent dat de geschenken, welke den paus ter gelegenheid van zijn priesterjubileum aangeboden zullen worden, een waarde van éen miilioen zullen vertegenwoordigen. Gisteren (Woensdag) zjjn uit de schuur van bruikt; het portiershuisje was leeg en vervallen. Armoede sprak uit het lang opgeschoten gras, dat ongemaaid, ongeschoren langs den weg groeide; uit het gebroken ijzerdraad dat niet langer diende om het vee in de weide te houden; uit den slecht onderhouden, ongewieden rijweg en uit het huis zelf, waar wij met onnoodigen zwier voorreden. Terwijl de voerman aanschelde nam ik het gebouw in oogenschouw. Het was een vierkant gebouw met twee verdiepingen, don ker grijs gepleisterd, met een hoogen steenen stoep gras waarop een rijkdom van tusschen de spleten en scheuren groeide, aan beide zijden versierd met twee pleisterbeelden in den vorm van sphinxen- Het huis stond tegenover het meer, waarvan het door een moerassige weide gescheiden was. Rechts ntwaarde ik eenige bouwvallen met klimop overdektlinks een hoogen muur met mos be groeid en afgebrokkeld, die blijkbaar een bloe. mentuin omsloot. De luiken van de beneden kamera waren gedeeltelijk gesloten, verscheiden ruiten gebroken en het geheele huis zou onbe woond geschenen hebben, indien niet een vrouw, met de ijdelheid aan haar geslacht eigen, een toiletspiegel voor een der bovenvensters geplaatst had. „Misschien is de heer Donnovan van hnis?" zei ik uadat wij eenige maleu te vergeefs aan de schel getrokken hadden. „OHij is nooit van huis," antwoordde de voerman blijmoedig en verhief zijn stem tot een uiden kreet, die zulk een echo verwekte alsof Jan van Koeveringe te Schore ontvreemd een paar kleine ipanslaarzen. Yan dien diefstal wor den verdacht een man en eene vrouw, die in de schuur hadden geslapen. Beiden zjjn van mid delbaren leeftjjd en vrjj welgekleed, de man her stelt paraplui's en de vrouw verkoopt liedjes. Indien zjj in het bezit van de laarzen werden gevonden, verzoekt de officier van justitie te Middelburg hen aan te houden en naar Middelburg over te brengen. Van wege den rijkswaterstaat wordt een onderzoek ingesteld naar de aanwezigheid van peilmerken der waterhoogten aan de verschillende polders of waterschappen in Zeeland. Deze werk zaamheid moet in verband staan met het voornemen om eene algemeene nienwe waterpassing te ver richten. De 7e jaardag onzer kroonprinses is ook te Zierikzee niet onopgemerkt voorbijgegaan. Het vlaggedoek wapperde niet alleen van de openbare gebouwen maar ook uit zeer vele particuliere woningen. 'Het carillon werd bjj herhaling bespeeld. Des avonds gaf het muziekgezelschap Kunst en Eer onder directie van den heer D. H. Ezerman in de concertzaal een concert, dat grooten bijval verwierf en door een talrjjk publiek werd bijge woond. Het ongunstige weder was oorzaak dat het niet in Parklust plaats had, zooals het voor nemen was. Aan het bureau der maatschappij Zeeland te Vlissingen is ter dispositie van den eigenaar een postduif, gemerkt op den linkervleugel en op den rechtervleugel een ovaalstempel, waarin de afbeelding van een postduif, aan de bovenzijde „C. v. d. Pooten" en onderaan „O. S. Tourneppe en Co." Deze duif is gisteren in zee nabjj den West Hinder neergekomen aan boord van de dag mailboot Duitschland, komende van Queenborough naar Vlissingen. Te Amsterdam is nit een sigarenwinkel, waar sedert geruim en tjjd was uitgestald een versiering, bestaande uit duizend dubbeltjes, de geheele versiering door een of meer dubbeltjes liefhebbers gestolen. Door het uitzagen van een plank der bovenwoning heeft men zich toegang verschaft. De verleiding was zeker te groot; ongelukkig voor den dief is hij spoedig gesnapt. Men hoort wel eens van tweelingen die éen dag in leeftjjd verschillen. Te 's Gravenhage heeft zich nu het geval voorgedaan, dat een vrouw, die Zondag beviel, gisteren Dinsdag aan de tweeling het levenslicht schonk. Een der fraaiste reclames, die ons ooit onder de oogen kwam, zegt de Delfts. Opm., is de vol gende, van boenwas; »het edele dezer was laat zich gemakkelijk verklaren, als men bedenkt, dat zij van bjjen komt, die hun voedsel vinden in de overheerljjk schoone bloemendreven van Haarlem." Bij een logementhouder te Hellevoetsluis is Dinsdag een, vóór weinige dagen gepasporteerd, schepeling der marine van de trap gevallen, en aan de bekomen verwonding onmiddellijk overleden. Terwjjl Maandag te Menaldum een leidekker en een timmermansknecht aan het kerkgebouw bezig waren met een herstelling, kantelde de ladder, waarop de knecht stond, en door den schrik viel ook de leidekker naar beneden. Deze was onmiddellijk dood. De ander was geheel bewusteloos, doch is tot nog toe niet bezweken. De overledene was vader van vier kinderen. De verschillende pogingen tot het verkr jjgen van een geschikt locaal voor de bijeenkomsten van de te Utrecht te stichten afdeeling van het leger des heils zjjn totnogtoe vruchteloos geweest» omdat men voor wanordelijkheden vreest. Een zeer vermogende dame aldaar moet de kosten op zich genomen hebben voor het vervaardigen van 15 uniformen. Een Amerikaan8ch „geneeskundige van on dervinding" heeft zich onledig gehouden met het zoeken naar een afdoend middel tegen de ook bp ons te lande niet geheel onbekende ongesteldheid die afwisselend „kouvatten," „zinkingen," „hem beet hebben" of „te pakken krijgen" genoemd wordt en meer algemeen als „verkoudheid" bekend al de boschgeesten ons uitlachten. Die kreet bleef niet zonder uitwerking, want na een poos hoorden wij grendels eu bouten ver schuiven en er werd een hoofd door de opening van de voordeur gestoken. „Wat is er wat moet gij vroeg de persoon aan wien dat hoofd toebehoorde, en die niet minder dan de heer des huizes zelf was. „Mijnheer, daar is een beer die u over za. ken wil spreken," zei de voerman, zonder zich uit het veld te laten slaan. „Ik ben een goed vriend," haastte ik mij er bij te voegen „en kom u goede tijding brengen.' „Kom dan binnen," antwoordde de heer Donnovan gemelijk. Het kostte ons eenige moeite om de deur open te duwen, die tegengehouden werd door een steen, welke ervoor gelegd was en blijkbaar in jaren niet ontsloten was. (Later merkte ik dat men alleen door de achterdeur in- en uitging). Ik hoorde de kar wegrijden, zoodra de deur achter mij dicht viel, en kreeg een huivering, toen ik mij alleen bevond met dien zonderlingen gastheer. Het huis was van binnen geen zier netter dan van buiten; al de gangen waren kaal en zonder kleeden, verf en kalk waren afgesleten en afgebrokkeld en lagen in kleine stofhoopjes op de vermolmde plankenen de naakte, waar- looze wanden, vol spijkergaten, waar zeker vroeger familie-portretten gehangen hadden, die nu evenals al het andere verkocht en verdwenen waren, zagen mjj ongastvrij aan. Er hing een vochtige, is. De vernuftige Yankee zet in eene geleerde beschouwing uiteen, dat een kou niets anders is dan „een zenuwschok, teweeggebracht door de myriaden van zenuwtjes, die op de oppervlakte van de menscheljjke huid zich vertakken." Do opperhuid moet dus zooveel mogeljjk tegen dien schadelijken invloed beschermd worden. En nu kwam onze Amerikaan op de gedachte om voor te stellen dat men zich des ochtends een half uur in Adams-costuum (de man noemt het in pures naluralibusaan de frissche buitenlucht zal bloot stellen. Men beginne, luidt des Amerikaans leefregel, met 5 minuten en klimme tot een half uur op. Er is dan nog maar éen bezwaar vóórdat het maximum bereikt is, zal men het wel eenige keeren hebben „beet gekregen"! (D bid). Rechtspraak in de Transvaal (historisch). Voor den landdrost te Pretoria, den ambtenaar, die ongeveer de functiè'n van onze kantonrechters uitoefent, werd onlangs aanhangig gemaakt een zaak wegens diefstal van een paard. Als beschul digde was aangewezen en verscheen een neef van den rechter. Na eenige vragen en antwoorden was de conclusie genomen en werd het neefje vrijgesproken, maar omdat toch wel eenigszins aan diens onschuldigheid sche en getwijfeld te worden werden de kosten te zjjnen laste ge bracht. Hierop volgde ongeveer deze woorden wisseling Neef. „Ja, oome, maar dat is ja niet goe nie; jij zeg, ik die kosten mot betaal en ik toch nies gedaan heb nie." Oom. »Nou jij tegenspreekons laat ons nie koejeneer nienou jjj betaal die koste en jjj ook mot sit twee daag in die tronk (gevangenis). Ons zal jou wel leer." Erg billijk! Vad.) Een deftige dame liet een winkelier twee uur lang allerlei stoffen uitpakken en vroeg ten slotte En is dat nu alles wat u mjj kan laten zien? Neen, mevrouw, zeide de winkelier, wien de gal eindeljjk overliep, ik heb in mjjn lessenaar nog een oude rekening van u, die ik u ook gaarne eens wil laten kjjken. ,'t Was niet noodig dat hjj meer uitpakte. De Fransche consul Fleseh heeft van zjjn regeering bevel ontvangen Sofia te verlaten. Bedroefd zullen de Boelgaren over zjjn vertrek niet zjjn, daar hjj zich altjjd zeer vjjandig tegen hen gedroeg. De Duitsche consul bljjft nog voor- loopig te Sofia. Oostenrjjk onderhoudt met de regeering van vorst Ferdinand dezelfde consulaire betrekkingen als met elke andere wettige regeering. Aan den Times seint men uit Sofia, dat prins Ferdinand binnen kort de Europeesche kabinetten zal bezoeken. Het Russische blad, de Swet meent, dat een sommatie van Rusland aan den prins vanCoburg voldoende zal zijn om dezen te bewegen zjjn spel op te geven. Naar aanleiding van de beweringen van Weener bladen, volgens welke er ernstige gevaren voor onlusten in Macedonië dreigen, zegt het Journal de St. Pélersbourg, dat het laisser aller, door de Weener bladen der Porte aangeraden, daartoe in de eerste plaats aanleiding zou kunnen geven. Dit gevaar heeft de Porte echter niet te duchten, maar het zou voor haar wel ernstige gevolgen kannen hebben, indien zjj die, haar bjj tractaat gewaarborgde, rechten ongebruikt laat en deu prins van Coburg zjjn onwettig gezag kalm laat uitoefenen. De Porte moet wel weten, dat zjj de gevolgen te dragen zal hebben, indien zjj zelve begint de toepassing harer rechten te ver- waarloozen. De czaar van Rusland moet in Kopenhagen zijn kamer houden en heeft den linkerarm in een draagband. Naar men verzekert heeft hij pijn in den schouder, tengevolge van gevatte koude op de zeereis naar Denemarken. Sommige Duitsche bladen laten zich door hun buitenland sche correspondenten berichten zenden over een mogeljjka samenkomst in den herfst van keizer Wilhelm met den czaar. In 't algemeen hecht men aan de waarheid van dit bericht weinig geloof. muffe lucht in het oude huis eu onze voetstappen klonken hol, toen mijn gastheer mjj door een nauwe gang naar een groote zaal bracht, die vroeger zeker een eetzaal was geweest, daar er uog eenige overblijfselen waren van een geschil derd plafond en snijwerk aan de zware mahonie houten deurendoch na geleek het veel op een bergschnur. In den eenen hoek lag een hoop aardappelen, in de andere oude vischnetten en tuingereedschappen, terwijl er aan de zoldering een ris nien hing. De vensters, zonder ruiten, waren met luiken gesloten en dat schemerlicht verhoogde het ongezellige van dit verblijf. Ik was blij toen wij, na nog drie of vier groote kamers in stilte te zijn doorgegaan (een stilte die alleen door mijn gastheer verbroken werd om my een groot gat in de vloer, waarin ik bijna gevallen was, aan te wijzen), eindelijk in een klein gangetje kwamen, waar hij een verschoten tochtdeur openstiet en een kleine zitkamer binnen ging, waar een turfvuur brandde. Het vertrek rook naar slechte tabak, brandewijn en turf rook geen aangename combinatie; maar het was er ten minste warm en droog en dit kleine vertrekdroeg teekenen van leven en gezelligheid, die mij na dien tocht door al die leêge, holle kamers hoogst welkom waren. {Word vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 2