N° 204.
130J Jaargang:
1887.
Woensdag
31 Augustus.
ADVERTENTIEN.
Middelburg 30 Augustus.
Ingezonden stukken.
1 Sept. 1852.Ijept, 1887.
Advertentien 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.80
iedere regel meer f 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte:
Dit blad verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 8/m, franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL,
1848 - 1887.
Een scherp oordeel van anti-revolution
nairen kant.
Eene opmerking naar aanleiding der
voordracht van mr Heemskerk.
Eene opheldering van katholieke zijde.
Donderdag—Marktdag.
Verkiezing voor leden van de 2° Kamer
der Staten-Generaal.
- -
MIDDELBUROSCHE COURANT.
Agenten teVlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Boddand,teKroiningen: F. van des Peiji,te Zierikzee: A. C.de Moou,te Tholen: W. A. vanNiethtenhdijzenen te Temeuzen: L. van Wijck.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
(Ingezonden.)
Naarmate de belangstelling in de publieke zaak
toeneemt doet zich bp velen het verschijnsel voor
dat zp de eischen en behoeften der samenleving
te zeer beoordeelen naar eigen vooruitgestelde
opvatting en die hunner omgeving. De belangen
en niet het minst de vatbaarheid van het grootste
deel der natie nemen zij daarbp dikwijls te
weinig in den kring hunner beschouwingen op.
Beantwoordt dan de voorbereiding van eenigen
nieuwen toestand niet aan hunne persoonlijke
wenschen en inzichten, zoo is zeker ontevreden
of onvoldaan gevoel daarvan het gevolg.
Toch heeft dat gevoel recht op onze sympathie
als gevolg van een verlaDgen om met een toover-
slag te doen verdwpnen wat men als onrecht of
als onbillijkheid beschouwt.
Dit ontevreden en onvoldaan gevoel openbaart
zich ook vrij algemeen ten aanzien der grondwets
herziening.
Mocht men daaruit echter het besluit willen
trekken dat men zich veilig al die moeite had
kunnen sparen en grondwetsherziening nog vrij
wel onnoodig is, dan zou die meening zeer onjuist
wezen.
Immers, al had de door velen nog lang niet
vergeten en door enkelen nog wel eens betreurde
grondwetsherziening van 1848 onder vrp wat
woeliger tijdsomstandigheden en opgewekter volks
stemming plaats, waaruit toen hare dringende
noodzakelijkheid kan worden afgeleid, zoo acht
ware staatsmanswijsheid een kalmer tijdvak voor
dergelijk uiterst gewichtig werk meer wenschelpk.
Gemeenschappelijk overleg der verschillende
staatspartijen, gemis van allen dwang met het
oog op gevaren van binnen en van buiten, minder
verbittering bp hen die daarbp een deel hunner
overtuiging moeten ten offer brengen, zijn van
grondwetsherziening in kalme dagen het zeer te
waardeeren gevolg.
Van dit standpunt beschouwd heeft dan ook de
thans aanhangige grondwetsherziening ook daarom
zooveel gewicht omdat men haar kan waardeeren
als eene bekrachtiging, als eene bezegeling der
grondwettige bepalingen van 1848.
Men vérgete toch niet dat slechts veertig jaren
geleden ons scheiden van den grooten strijd, welke
toen gestreden werd. Men herinnere zich hoe te
dier tpde nog met klemmende betoogen b. v. de
vraag werd behandeld of rechtstreekscbe dan wel
trapsgewijze verkiezingen de voorkeur verdienden
en hoe mr Opzoomer de rechtstreeksche verkie
zingen nog moest verdedigen tegen den zeker niet
conservatieven hoogleeraar Vreede.
Hoe ver staan wp, in onze vrij algemeene op
vatting, nu niet reeds van die dagen af! En
thans? Thans zpn de toen onder de ons bekende
omstandigheden aangenomen beginselen niet alleen
onaangetast gebleven maar bekrachtigd en uit
gebreid. Thans is bovendien de grondwetsherziening
door verschillende partjjen niet onaannemelijk
verklaard.
Men achte dus de beteekenis daarvan niet te
gering.
En wat de aanstaande verkiezing betreft,
waarom zouden wp niet onze stem geven aan de
beide mannen uit ons kiesdistrict, die bp de eerate
behandeling reeds van hunne gevoelens hebben
blijk gegeven
In de OoescTie Crt. komt een ingezonden stuk
voor van den heer J. Verweij, predikant tö Ove-
zand, waarin hij het Kuyperiamsme en de can-
didataur van jhr mr A, F. de Savornin Lohman
ten sterkste bestrpdt.
Yan het eerste verklaart hp, op grond der
ervaring, door een hem bekend persoon opgedaan,
wiens gezondheid erdoor geknakt, wiens slaap hem
ontroofd, wiens denkvermogen er door gebroken
werd, en die werd aangetast in hetgeen bem
het dierbaarst was dat het verschrikkelijk is.
Zpn anti-revolutionnairen vrienden en broeders
raadt hp daarom aan den heer Lohman niet te
stemmen, omdat deze zoo schrijft de heer J.
Verwejj „een anderen God, dan den uwen,
pan anderen Jezus, dan dien van 't Evangelie
vertegenwoordigd heeft, Hp heeft vertegenwoordigd
den man, die u krachteloos heeft gemaakt, die
uwe gelederen uiteenwerpt, die uwe kerk vloekt
en uiteen wil doen spatten, die uw naam tot een
epot heoft gesteld, die u met een kus verraadt,
die u nog „broederen, lieve broederen", noemt,
als hij het zedelijk doodvonnis reeds over a geveld
heeft. Reeds in 1873 heeft hp zpn verdelgings
plan blootgelegd in zpn werk, Confidentie genoemd.
Dat werk sehpnt hem door de vingers heenge
gleden of bp ongeluk bij den boekdrukker verzeild.
Later heeft hp begrepen onvoorzichtig gehandeld
te hebben en heeft hij weer kunstig zpn plan be
manteld, maar op eenmaal begint hp de uitvoering".
„En was er geen God, die spreekt»tol hier
toe en niet verder uwe kerk zou verbrijzeld zpn.
„En wat kerk zon Knijper u in de plaats hebben
gegeven? De kerk uwer vaderen? O neen!
Maar de kerk, die hij geteekend vond in een
Engelschen roman.
„Dat kan niet zijn"roept hij uit. „Dat is
onwaarheid" Toch welVolkomene waarheid.
Zie maar weer zjjne Confidentie, in '73 te Amsterdam
nitgegeven"
Om een en ander raadt de heer Verweij ten sterkste
af den heer Lohman en andere aanhangers
van dr. Kuyper te stemmen.
Er heeft nog plan bestaan om tegenover den
heer Lohman een ander candidaat te stellen
maar de tjjd was te kort. En toen de heer Verweij
en zijne vrienden de zekerheid ontvingen, dat ook
de R, C. vereeniging Lohman candidaat had ge
steld, begrepen zij, dat zij er hun candidaat niet
aan mochten wagen en besloten zij ditmaal alleen
op baron A. Schimmelpenninck Van der Oye van
Njjenbeek te stemmen.
Er staat echter eene nieuwe vereeniging ge
boren te worden, die nooit een revolutieheld tot
candidaat zal stellen en geen wreed bedrog jegens
ons goede Zeeuwsche volk zal plegen, zegt de heer
Verweij, die onder aan zpn stuk de volgende noot
plaatst als waarschuwing
„Dat ieder hervormd kiezer denke aan de be
lofte bij de aanneming tot lidmaat gedaan, om de
belangen van het koninkrijk Gods in 't algemeen
en inzonderheid die van de Nederlandsche her
vormde kerk zooveel mogelijk te bevorderen."
Iemand, die de lezing van mr. Heemskerk jl.
Donderdag bjjwoonde, schrijft ons het volgende
Als het u gaat als mij, mijnheer de redacteurj
dan zult ge u niet beklaagd hebben uw kwartje
te hebben geofferd om dezen spreker te hooren.
Ik voor mij althans genoot van den keu rigen stijl
en den beschaafden spreektrant, waarin mr. Heems
kerk de beginselen der anti-revolutionnaire partij
of liever de houding dier partij in zake de tweede
lezing der grondwetsherziening uiteenzette.
En juist dat laatste kon immers niet anders
dan piquant zpn.
Dezelfde partp, die tweemaal voor betzelfde
vraagstuk gesteld wordt, antwoordt deneenen keer
met een non possumus zoolang niet het veel ge
wraakte art. 194 is gewijzigd, en ditmaal, nu
immers art. 194 even als te voren onveranderd
zal blijven, nu behoeven de anti-rev.
candidaten geen principieel bezwaar te maken de
herziene grondwet, zooals zij daar ligt, te aan
vaarden.
Ik vraag u, wat te zeggen van zoo'n ge
makkelijkheid van beweging, zoo'n vrij
moedigheid om over vroeger als onoverkomelijk
geldende bezwaren, thans luchtig heen te stappen!
Dank zij de rede van mr. Heemskerk is deze
min of meer zonderlinge houding der
anti-revolutionnaire partp opgehelderd.
't Zat hem hoe drommelheb ik dat ook
niet vroeger ingezien 't zat hem, zeide deze
spreker, in het licht waarin de grondwetsherziening
verleden jaar en in het licht waarin zij thans ge
zien wordt.
Dacht men verleden jaar dat bp die herziening
een groote stap voorwaarts^zou gedaan worden,
thans is slechts een schrede gezet op den goeden
weg en daarom kunnen anti-revolutionnairen met
de herziening meegaan.
Is er nu nog iemand, wien niet alles duidelijk
is geworden? Mep merkt wel de geforceerd ge
trokken kaart, den dubbelen bodem en den weg-
gesmoffelden zakdoek maar de volte is knaphandig
volbracht en de anti-revolutionnaire partij is be
vrijd van de beschuldiging, dat zjj een wetswjjsiging,
die in het belang is van het geheelo land, la«ger
stelselmatig tegenhoudt!.
En deze houding, die te kwader ure een vorig
jaar werd aangenomen, en zulke ongedacht ver
strekkende gevolgen had, moest veranderen. Deze
frontsverandering en de motieven, die voor
zulk een gewjjzigde houding worden bijgebracht,
kunnen, dunkt mij, niet anders dan ten nadeele
komen der geheeie anti-revolutionnaire partp.
Het reeds zoo geschokte vertrouwen in de goede
eerlijke bedoelingen dier partp zal voortdurend
minder worden; en ik heb goeden moed dat
wederom het overgroote deel der kiezersbevolking
mannen ter Staten-Generaal zullen afzenden, die,
wars van alle partygekibbel, de algemeene lands
belangen zullen behartigen en door degelijke,
eerlpke wetten de welvaart van land en volk
zullen helpen verhoogen.
D e correspondent van de Tijd had gemeld, dat
in het district Middelburg de katholieken de
anti-revolutionnaire candidaten zonden steunen.
Men weetdit is niet zooen de heer D. J. Mes,
president der Centrale Kath. Tciesvereeniging, be
strpdt dan ook dat bericht in een ingezonden
stuk, waarin de volgende motieven voor het
besluit der vereeniging tot onthouding worden
gegeven. De heer Mes sehrpft 'nl.
„Het lust mij niet, de politieke misslagen der
anti-revolutionnairen in ons district bp de stembus
op te sommen. Eén feit wensch ik toch te
releveeren. Een paar jaren geleden werd van
liberale zpde een pur sang katholiek, om der wille
zijner ware verdiensten, voor het lidmaatschap
van den gemeenteraad candidaat gesteld.
„Meende men dat die candidaat zeker zou
slagen, omdat hij eenigen tpd te voren, een groot
aantal stemmen op zich had vereenigd, toen hij
uit conveniè'ntie de candidaat van anti-
revolutionnaire zijde was, nu had men totaal
misgerekend. De hoofdmannen toch der laatst
genoemde partij schelden daags vóór de verkiezing.,
in den vroegen ochtend, bp iemand aan, dien zij
als hun man beschouwden. Fluks werd die can
didaat in de wereld geschopt, en met welk
gevolg, mijnheer do redacteur? Dat een liberaal
werd gekozen. De anti-revolutionnairen hadden later
de voldoening dat hun candidaat in den gemeente
raad werd gebracht, nadat hij de verklaring had
afgelegd, tot de liberale partij te behooren.
»Men heeft hier dus lessen gehad, en een een
maal geschokt vertrouwen keert niet spoedig terug,
„De anti-revolutionnairen bezitten de hebbelijk
heid om bij verkiezingen met een papieren vod
voor den dag te komen, dat zij Ons Program
gelieven te noemen. De Katholieken nu in ons
district meenen zich daaraan niet te mogen storen
vooral omdat zij door hon groot aantal 'tem
men den doorslag in handen hebben. Toen
de heeren Lucasse en Heemskerk candidaten
waren gesteld, werd in de algemeene vergadering
van onze vereeniging met alle stemmen der vele
aanwezige leden besloten: dat dien heeren zou
worden afgevraagd, of zij, gekozen zijnde, zonden
stemmen tegen het hoofdstuk Défensiê f Mochten
zij een ontkennend of ontwijkend antwoord geven,
dan zouden de leden onzer vereeniging geen deel
nemen aan de verkiezing op 1 September e. k.
Op het desbetreffend schrijven van ons bestuur
aan de genoemde beeren antwoordden zij: »»dat
zij zich niet wilden verbinden'"'. Alzoo zullen
de katholieken in ons district zich op a. s. Don
derdag van de stemming onthouden. Advienne
que pourra
cmmawmamaammmmammammtumaanmamatamma—aa—MB—w—
Middelburg, 29 Aug. 1887.
Mijnheer de Redacteur!
We worden op een voor neringdoenden moei
lijken dag ter stembus opgeroepen. De Don
derdag is toch onze Marktdag, de dag
waarop we den meesten omzet, ergo de meeste
verdiensten hebben. Misschien vinden velen onzer
(ik bedoel altijd neringdoenden) er bezwaar in
dien dag hun staatsplichten te vervullen, bewe
rende dat ze niet „kunnen". Mag ik die velen
door uw en mjn stem opwekken te doen zooals
i k zal doen
Om 9 uur op het ftppel ten raad-
liuize zijn.
Een Neringdoende.
Mijnheer de redacteur.
Naar aanleiding der in uw blad van gisteren
avond voorkomende aanbeveling van den onder-
geteekende, verzoek ik n beleetd eene kleine
plaatsruimte.
Het spreekt wel van zelf, dat ik voor de ver
kiezing op 1 Sept. a. niet in aanmerking
wensch te komen, maar ik meen het hierbij niet
te mogen laten.
Ik wensch met den meesten ernst te waar
schuwen tegen 'de verkeerde praktijken, die nu
en dan in toepassing worden gebracht om door
versnippering van stemmen de eene of andere
partij bij de stembus de zege te doen behalen.
Dit is in mijn oog déloyaal, wanneer het ge
schiedt door de tegenpartij en het is ten eenen-
male onverklaarbaar, wanneer het bomt van de
zjde der partij, die dezelfde beginselen voorstaat
als de personen die worden aanbevolen, zonder
dat maar een enkele bedenking wordt vernomen
tegen de vernieuwde candidatuur der aftredende
leden.
Men strijde toch den verkiezingsstrijd met
eerlijke middelen en zonder zich te verschuilen
achter het masker der anonymiteit; en het ware
te wenschen dat geen aanbeveling van candidaten
ter plaatsing in de dagbladen door de redacties
werden aangenomen, dan die voorzien zijn van
de handteekening dergenen die de aanbeveling
doen.
Onder dankbetuiging voor de verleende plaats
ruimte, heb ik de eer de aftredende leden JT. 1".
Bntenx en Ai»ie Smit met den meesten aan
drang bij mijne medekiezers aan te bevelen en
teeben mij
Middelburg. Achtend nw dienstw. dien.,
30 Aug. 1887. C.J.J. A. van Teijlingen.
Ben heer Van Teijlingen merken wij even op dat
aan de uitvoering van dat idee bezwaren zijn verhonden,
zoolang die advertenties de eenvoudige vermelding van.
namen bevatten. Een ieder heeft het recht van de
rubriek advertenties gebruik te maken; alleen waar dit ge
schiedt op ongepaste wijze, kan een redactie onderteekening
eischen of, zoo daartoe termen bestaan, de opname van
annonces weigeren.
Niet altijd geschiedt zulk eene aanbeveling met slechte
bedoeling; wie zegt dat de inzender van de door den heep
Van Teijlingen bedoelde advertentie het niet eerlijk meent,
al bestonden er ook wellicht overwegende redenen om zijn,
naam te verzwijgen? Zal eene redactie zich aan de beoor
deeling daarvan wagen en de vrijheid der kiezers om van
hun gevoelen te doen blijken, aan banden leggen
Ons dunkt dat zij dit niet mag doen.
Bovendien kan zij altijd de kiezers wijzen op het gevaar,
lijke van zulke aanbevelingen en den betrokken personen
in de rubriek „Ingezonden stukken" gelegenheid geven, zoo
als zij thans den heer Van Teijlingen doet, van hun gevoe
len te doen blijken. (Red.)
Voor de Prijzen der Effecten zie men het
Bjjvoegsel.
Heden hopen onze geliefde ouders
ADRIAAN DEN BAAS
en
PIETERNELLA ADRIANA POTVLIET5,
hun IIlïï KMJUKI' KKSï
te vieren. Psalm ll67 rjjm.
Munne dankbare hinderen en
kleinkinderen.
W.-Souburg, 1 Sept. 1887.
Heden overleed, tot diepe droefheid van mg,
mijne kinderen, behuwd- en kleinkinderen, mgn
geliefde echtgenoot, de heer DOUWE DE VRIES;
in den ouderdom van 77 jaar.
Amsterdam, Uit aller naam,
27 Augustus 1887. WED. D. DE VRIES
geb. A. Koekoek.
Eenige en algemeene kennisgeving.
De heer en mevrouw LAMBRECHTSEN VAN
RITTHEM—VAN PANHUIS betuigen hun harte-
Ijjken dank voor de vela blijken van belangstel
ling, op den 28,n dezer ontvangen.
Hartelijk dank aan allen, die belangstelling
toonden bij de geboorte van onzen zoon.
Breda, 'C. WALRAVEN.
30 Aug. 1887. MARIE F. D. WALRAVEN—
de ClOEDT.
A. flft Co. ontvangen gelden
,3 epos ito met rentevergoeding, thans 9% pet»