Onderwijs. Kerknieuws. Rscktszaken. Verspreide Berichten. Nabij Brouwershaven waren 500 pannen uitge bracht op enkelen daarvan waren slechts 2 a 3 broedjes aangeslagen, doch op de meeaten niets. In de vleij voor den Dreischorspolder was de aanslag gemiddeld 50 stuks per pan, terwyl op een partijtje pannen, dat buiten die vleij was gelegd, gemiddeld 100 stuks per pan voorkwamen. Van de pannen, die voor den Bruiuissepolder gelegd werden, waren er veel waarop 50 a 60 stuks broedjes aangeslagen waren, doch ook veel waarop de aanslag zeer gering was; gemiddeld kon men daar op 30 stuks per pan rekenen. In de vleij van Ouwerkerk was de gemiddelde aanslag 25 a 30 per pan, terwijl op de schelpen aldaar veel broed is gevallen van een paar per- ceelen waren reeds einde November 300,000 stuks geraapt. Op de 100,000 pannen, die op een paar perceelen in den Dorsman gelegd waren, hadden zich gemiddeld 25 a 30 broedjes per pan vast gehecht. In de Zandkreek, langs Noord-Beveland en aan Westen-Schouwen waren dit jaar nagenoeg een half milioen pannen gelegd, waarop de aanslag ook zeer ongelijk was. In de Zandlrreek wisselde de aanslag at tussehen de 20 en 40 per pan; langs Noord-Beveland was de at wisseling sterker; op sommige perceelen had men slechts 1 en 2 en op andere 70 broedjes per pan, enkelen kwamen er zelf» ouder voor waarop 200 broedjes waren aangeslagen, doch die waren te zeldzaam, om er rekening mede te houden. 1/3 d- r pannen die aldaar uitgelegd waren behoorde tot de slecht aaiiigeslagenen, waardoor de gemiddelde aanslag op 29 stuks per pan daalde. Aan Westen-SehouweD was de aanslag zoo goed als niets. Op de Yersche oesterbank en in de Ooster- Schelde werden dit jaar op 1 Juli de eerste panneu te water gebracht, op 7 Juli was men algemeen daarmede bezig, en dea 2en d. a. v. waren al de pannen uitgelegd, Ook hier was de aanslag zeer ougelijk, doch uit het feit, dat op 7 Juli in de Boomkil en op het Westland reeds pannen gevonden werden met 120 broedjes, en op 20 Juli in den Oijtasch en de Geul met 10 —40 broedjes erop, blijkt wel dat de meesten te laat met het uitbrengen zijn begonnen, hetgeen nog sterker uitkomt uit het feit, dat de vroeger gelegde pannen gemiddeld 100150 broedjes hadden, terwijl op de latere er niet meer dan van 10—50 voorkwamen. Ook heeft zich het vreemde verschijnsel voorgedaan dat op pannen, waarop, voordat ze nog behoorlijk uitgelegd waren, reeds breed gevonden werd, later geen spoor van broed meer te ontdekken was. Doordat op een massa pannen slechts een gemiddelden aanslag van 2 a 3 broedjes voor komt, kan de gemiddelde aanslag op het geheel aantal uitgebrachte pannen op niet meer dan 25 stuks berekend worden. Tengevolge van den rijken broedval van het vorige jaar op de toen uitgebrachte groote massa pannen, du slechts voor 1£ ct. per aangeslagen pan moeielijk en soms in 't geheel geen koopers vonden, was de lust om pannen te leggen dit jaar zeer verminderd. Personen die, zelf geen pachters zijnde, daartoe tegen betaliug van zekere som per lOÜO, in het vorige jaar gelegenheid kochten, deden er dit jaar in 't geheel niet aan. Het aantal uitgebrachte pannen wordt dit jaar dan ook slechts op 10 a 11 millioen geschat. Het uitbrengen van pannen om oesterbroed te bemachtigen eischt groote uitgaven door het vele werk dat daaraan verbonden is, waard-mnd.-- aians verkregen oesters duur worden; alleu. wanneer het op zulk een schaal wordt uitgeoefend dat het vaste werkvolk van een oesterkweeker (desnoods voor eenen kleinen tijd een weinig versterkt,) de werkzaamheden daaraan verbonden doen kan, kan het voordeel opleveren, vooral wanneer de prijs van aangeslagen pannen of jonge oesters hoog is. Ook in deze moet men met de omstandigheden evenwel rekening houdenb. v. wanneer men veel zaaigrond heeft en weinig ge schikte natuurperceelen, dan moet men wel van pannen gebruik maken op die perceelen waar wel aanslag is, doch die voor de verdere ontwikke ling van de oester ongeschikt zijn. Dit begin nen de kweekers dan ook hoe langer hoe meer in te zien, getuigen de vele ontvangen aanvragen om minder geschikte perceelen door afgravingen te verbeteren, en over het geheel om de minder goede gronden van slijk te zuiveren en den bodem hard te maken. Een zeer onaangenaam geval vond dit jaar plaats n.l. dat eene groote mosselzaadbank op de Yer sche bank viel, die aan de aauges'agen pannen en aan de oesters nog al schade toebracht, en veel kosten veroorzaakte om de oesters daarvan te beviijdenwant hoe gewenecht het bezit van eene groote mosselzaadbank op zich zelt ook is, op oesterbanken is het de ondergang der cultuur, Zij herademdenog een paar stappen en zij was onder dak. Doch eensklaps sprong zij verschrikt achteruitdaar sloeg een dichte drom den anderen hoek om en kwam haar te gemoet, de heele straat vallende met zijne dichte gelederen, waar het staal der bajonetten en het koper der helmen boven uitblonk. Het waren de jagers te voet, die zegevierend Yincennes binnentrokken met bloemen op de loopen der geweren en het door kogels door boorde vaandel, dat hoewel verzengd, stoffig en zwart, maar toch fier wapperde in den wind, ge kroond met den adelaar en getooid met het Legioen van eer. Uit alle venstersw erden zij toegejuicht er ontstond een groote geestdrift, de muziek begon en vervulde als door een electrieken schok iedereen met blijdschap en aandoening. De troepen mar cheerden fier, glimlachend, trotsch op hun over winning en schenen geheel den roem van het vaderland mee te brengen. Tante slaakte een kreet en bracht de hand aan de oogen om dit verheven, afschuwelijke schouwspel niet te zien; zij verbleekte en viel fl»uw. Men bracht baar bij den apotheker Cas- téjonl, waar de meester en de leerling in den leêgen winkel stonden te gillen: „Leve het leger 1" Toen zij bij kwam, klonken de laatste tonen van den marsch nog in de verte en de groote drukte werd door volslagen stilte gevolgd. De tranen sprongen haar nit de oogen en zy bracht met moeite uits wanneer men ze niet spoedig kan verwijderen. Eene bijzonderheid deed zich echter daarbij voor in het midden van de door het mosselzaad be dekte perceelen waren er eenige, waar letterlijk niets op gevonden werd. Deze perceelen waren echter kort te voren schoon gekord en met oesters bezaaid, waardoor het vermoeden ontstaat dat op de andere perceelen de zindelijkheid niet genoeg in acht was genomen. Een feit is het, dat wan neer op eene plaats in den regel mosselzaad valt, dit ook een plaats is waar weinig of niets aan gedaan wordt, terwijl er weinig of geen mosselzaad valt, wanneer die plaats goed schoon wordt getioudsn. Ook waren er perceelen waarop het mosselzaad van zelf is dood gegaan, of, zooals de visschers het uitdrukten, in het vuil is gestikt. Op de scheipon was de broedval ook ongelijk op sommige perceelen vond men schelpen met van 115 broedjes, op anderen van 1—5 en op weer anderen was de aanslag slechts matig. Vele perceelen hebbbj echter geleden door den mosselzaadval, de daarbij gevallen zeesterren en door het vuil dat op de banken groeide. Op enkele plaatsen werd het broed door de zeesterren geheel vernietigd. De groei der oesters was dit jaar, wat de schelp aangaat, zeer goedde visch zelf echter was niet bijzonder best en op sommige plaatsen, vooral die in de Eendracht, waren de oesters zóo slecht van visch, dat men ze niet kon verkoopenvan deze oesters zal men nu een paar millioen naar de Zuid-Hollandsche banken brengen, teneinde te beproeven of er daar beter visch in wil komen. Voor broedval is de Eendracht best, maar de oesters worden er niet vet. De aanslag op de pannen bedroeg 50 en 75 stuks per pan die groot van stuk waren. Op de schelpen was de aanslag ook zeer goed. Nabij Stavenisse waren 70 a 80 duizend pannen gelegd, die gemiddeld 25 a 30 broedjes bevatten. De strenge vorst op 17 Februari en de latere ijsvorming van 8 tot 13 Maart brachten op de boog gelegen perceelen veel schade toe. Wat daar van broed van 1885 lag was grootendeels dood gevroren, alsmede hetgeen op de in de lage vlueiputten gelegen pannen zat, terwyl het verlies door de vorst aan groote oesters op de in diep gelegen perceelen op pl. m. 15 te schatten is. De storm uit het N. en N.O. van 19 Juni bracht den oesterkweekers veel schade toe. Houderden hospitalen zijn weg en stuk geslageu en de daarin aanwezige kleine oesters wijd en zijd verspreid; wat daarvan nog op goeden grond terecht kwam had zooveel geleden, dat ook dit bijna geheel verloren was. De bierdoor aangebrachte schade wordt geschat op meer dan 750.0. In het voorjaar was de verzending van groote oesters groot en het einde was dat er nog veel te kort waren, terwijl in het najaar de verzending aanvankelijk weinig beteekende. Met de prijzen, die in het voorjaar tamelijk waren en in bet najaar op 60 openden, ging het ook niet best. Om te kunnen verkoopen is er zelfs voor 46 afgeleverdlater echter liepen de prijzen weder op tot 50. Enkele oester kweekers hebben steeds hoogere prijzen gemaakt. Of dit aan betere Surteering is toe te schrijven, of daaraan, dat hun oesters beter en vetter van visch waren, is ons niet bekend. Als oorzaken voor de gedruktheid der prijzen schijnt in de eerste en voornaamste plaats te moeien genoemd worden de groote hoeveelheid Fransche oesters, op de Zuid-Hollandsche banken ottelantwaaraan de Engelsche oesterkoopefs nief vretend schijnen te zijnen in de weede plaats komt fint ons voor dat de verkoop van zooge naamde Seconds of twep^o soort oesters, een middel is om den prijs te drukken. Het is toch een feit dat die kleine, zoolang er vraag is, ai Kleiner woriiëü geleverdviscti zit daar niet in, het zijn slechts velletjes. Deze worden voor Zeeuw scha oesters verkucht, hetgeen ze ook zijn, doch personen die zulke Zeeuwsche oesters op tafel krijgen is het niet kwalijk te nemen dat zij zulke Zeeuw.che daarna' niet meer verlangen, en liever grootere Fransche voor minder geld nemen. De totale verzending van oesters Bchijnt iets minder dan het vorige jaar te zijn geweest. Er werden nog zeer eukelePortugeesche oesters gevonden; deze werden vernietigd. De boorspons sonant welig getierd te hebben, want de daarmede Gezette oesters werden in menigte gevondendeze oesters werdeu, door dat de hooidopzieuer de aandacht er op vestigde, door de oesterkweekers met veel zorg verwijderd. Zou deze kwaal met de vroeger gezaaiae Franc che oesters uit de Baai van Arcachon mede genomen zijn, evenals de zoogenaamde Strekken van Schot- schen oorsprong beeten te zijn Bekend is het ten minste dat de aanwezigheid van de boorspons in de Baai van Arcachon soms een ware ramp is. „Die komen terug. Hij is nooit terugge komen. De moeders, de zusters, de bruiden zullen van avond feest vieren. En iken ik Zij kreeg een tweeden aanval, gilde, sloeg met de armen en viel stijf neer. Tengevolge van deze ontmoeting bleef zij zes weken in haar kamer opgesloten, ten prooi aan een vreeselijke zwaarmoedigheid zij wilde niemand zien, bleef uren lang voor het portret van Louis Silvain Exupère zitten en liet voortdurend twee kaarsjes er voor branden. Men liet haar eten boven brengen en zij sprak niet eens tot den knecht, die het haar bracht, 's Morgens ging zy in den tuin, terwijl men haar kamer opredderde. Dan zag men haar langzaam met gebogen hoofd heen en weder vandelen. De heer en mevr. Bernard maakte, zich ongerust over haar gezondheid en raadpleegden den dokter, een oud vriend van den huize, die, nadat hij alles gehoord had, nitriep „Wat moet ik daar voor geven? Zij heeft niets. Zij is niet ziek; maar krankzinnig!" „O, dokterZij is een heilige riep mevr. Bernard verontwaardigd nit. „Een heiligeook goed als u dat genoegen doet, mevrouw. Maar die heiligheid moet met stortbaden behandeld worden. Breng uw zuster bij dokter Blancheof schud haar eens goed door elkaar, dat zal afleiding geven!" Haar schudden! Lieve hemel! Men durfde zich zelfs niet in haar nabijheid wagen. Om haar wat af te leiden, zooals de dokter zei, bedachten Vroeger kende men die spons hier nieteerst bij het onderzoek door het Zoölogisch station der Ned. dierk. vereeniging, voor enkele jaren inge steld, werd hare aanwezigheid op de Ooster- Schelde, door het vinden van zeer enkele door dit dier aangetaste oesters, vastgesteld. Zooals het vorige jaar reeds was te voorzien, vond dit jaar het korren met stoomvaartuigeq veel meer toepassing en met goeden Hitslag. Dit geschiedde echter, op 2 uitzonderingen na, met gehuurde schroef-sleepbootjes, die, het kan wel uiet anders, minder geschikt zyn voor den te verrichten dienst. Er is dan ook sprake van dat enkele der voornaamste kweekers rader-stoom- booten zullen doen bouwen, die, geheel voor het korren ingericht, de werkzaamheden zeer zeker zuilen vereenvoudigen. Door den directeur van onderwijs, eeredienst en nijverheid te Batavia is bepaald, dat de platen voor aanschouwelijk onder wys, ontworpen en op steen geteekend door den heer C. den Hamer, oud-leerling der normaalschool te Middelburg, ingevoerd worden op de Europeesche scholen in Neerlandsch Indiö. Den 29 Augustus aanstaande herdenkt de heer J. H. Gerlach, predikant by de Waalsehe Herv. gemeente alhier, den dag waarop hy 40 jaren geleden in die bediening alhier werd bevestigd door den heer G. H. M. Delprat. De heer Gerlach, destijds candidaat te Beetgum, bij Leeuwarden, werd den 16 Mei 1847 in plaats van den heer J. J. P. Valeton te Middelburg beroepen. Beroepen by de Herv. gemeente te Aagte- kerke de heer Baart de la Faille, predikant te Amstelveen. Tot organist by de Ned. herv. gemeente te Goes is benoemd de heer J. Kooiman in plaats van den heer A. Steketee, wien op verzoek eervol ontslag is verleend. Aan den heer A. M. van Heaven is het door hem aangevraagd ontslag als deurwaarder by de arr.-rechtbank alhier op eervolle wijze verleend, in te gaan 1 Sept. a. Heden morgen marcheerde het bataljon infan terie uit dit garnizoen naar het middenreduit te Ylissingen, om aldaar door den generaal Yan der Schrieck te worden geïnspecteerd. Voor den bekenden marinier Maliepaard te Vllssingen is thans een totale som van 592.48 bijeengebracht. Onder Serooskerke ontstond Maandag middag brand. Aan den straatweg naar Oostkapelle werden een huis, schuur en bakkeet in de asch gelegd. - Door da. ««ffiietvereeniging Nuttig en aange naam te Oostkapelle zal Vrydag een wedstrijd worden gehouden. Scherpschutterrs uit Middel burg, Ylissingen en Yeere zyn tot bywoning uitgenood igd, Uit Wissekerke (N. B.) schryft men aan de N. E. Ct.: Nadat vóór geruimen tyd aan den Bastiaan de Langepolder een goed stuk zeedyk in de golven was verdwenen, is nu weder een deel van de naastliggende zandplaat verzonken. On middellijk daarnaast heeft het water echter het tegendeel verricht, nl. uitgestrekte platen en slikken aangebracht in den noordeljj ben mond van het Sloe. Deze zyn van zoodanige uitge- uitgestrektheid, dat men by lage ebbe van den De Lange- of den aanliggenden Calandspolder met een paar dichte schoenen naar den vasten wal van Walcheren kan wandelen. Te Breskens is Zondag het driejarig zoontje van den garnalenvisseher J. B. verdronken. Al spelende was het te water geraakt, en toen het door den vader er uit werd geh-eald, was gered, was de kleine reeds dood. De duiven-societeit Ark van Noë te Terneuzen zij om Aline in den tnin te zenden als tante haar dagelijksche wandeling deed. Het kind huppelde als een jong geitje om een bloemperk heen en vatte tante by de rokken, maar deze rukte zich los en keerde om. Door den schok viel het kind op den grond en begon te gillen „Tante heeft mij pijn gedaan, toen ik haar wilde zoenen. Tante heeft mij pijn gedaan 1" De oude vrijster bleef staan, zag tranen op het geliefde gezichtje en voelde haar hart van leedwezen ineenkrimpen. Zij schoot op het kind toe als een reiger op een duif, sloot het in hare armen, kuste de handjes, die rood waren van het vallen op het grint, barstte in tranen nit en bleef onbewegelijk staan, overwonnen door het kind, totdat haar broer en zuster kwamen aankopen. Na dezen aanval bleven de heer en mevrouw altijd erg beducht voor een herhaling. Zij sloegen Ursnle gade als zij kalm was, gelijk de zeeman een stille zee met wantrouwen beschouwt en zich afvraagt of hij niet spoedig storm te duchten heeft. V. Die gevreesde herhaling had eerst eenige jaren later plaats gehad en onder veel minder aan doenlijke omstandigheden. Toen Aline op den leeftijd was, dat zij piano moest leeren spelen had tante Ursnle, die zelf veel talent had, pleizier om haar les te geven. hield Maandag een wedvlucht van Parya, alwaar de duiven 's morgens te 6 aren werden losgelaten. De eerste duif, van D. Faas, arriveerde te Ter- neuzen voormiddags 11.11 uur; de tweede, van A. van der Bilt, 11.14de derde, van D. Faas, 11.16; de vierde, van D. van Tatenhove, 11.47 en de vijfde, van A. Hamelinck, 11.50 uur. Naar aanleiding van het bericht dat de Nederlandsche reiziger Schuver niet dood zou zyn en „te Bahr Gazelle" vertoeft merkt men op Bahr el Ghasal is de naam van een provincie en van een rivier in Denba of Djanghe. In een brief dd. 16 Aug. 1883, geschreven uit Meschra- er-Rek ontvouwt Schuver zyn plan om over Ghattas Wau en Dem Idris naar Dem Soeleyman te gaan, waar hij meende den reiziger Lupton Bey te zullen aantreffen. Van dezen Lupton Bey bevatten de Proceedings van het Engelsch aardrybsk. genootschap van Mei 1884 een brief nit Djoer Ghattas, dd. 5 Nov. 1883; hy vermeldt daarin dat Schuver met zyn gevolg te Req vermoord is, met uitzondering van een Denke-dragoman, Anyar geheeten, die gevangen werd gehouden. Deze Anyar is na eenige dagen door zyn bloedverwanten bevrjjd en door Lupton Bey naar Khartoem ge- i zonden, om als ooggetuige den Engelschen consul aldaar verslag te doen van het gebeurde. Er is dus reden om aan bovenbedoeld bericht geen geloof te slaan. En daarenboven is het ondenkbaar, dat Schuver in vier jaar tjjds geen gelegenheid zou gehad hebben om, zelfs uit Bahr el Ghasal, iets van zich te doen hooien. Een even oude als merkwaardige en vry geheimzinnige instelling te Arnhem viert volgens Gelria eerstdaags haar 500jarig bestaan. De St. Nicolaas-Broederechap dagteebent van 7 Sep tember 1387. Van ouds schijnt zy een instelling van liefdadigheid te zijn geweest, daar het doel der stichting wordt omschreven als »de eer Gods en des bisschops St. Nicolaas en het heil der armen" te bevorderen. Onder de bepalingen komt ook deze voorde broeders mogen de statuten of gewoonten, zoo geheime als openbare, nooit verradenzy zullen elkaar altyd houw en trouw zyn en hun twisten onderling beslissen, uitgezonderd over zaken van erfenis. Over welke fondsen de broederschap te be schikken heeft is onbekendwel weet men dat zy belangrijke ondersteuningen uitreikt aan be hoef tigen en giften ter gelegenheid van den St. Nicolaasdag. Mr. Staats Evers noemde voor 1885 de som van 12.199.32. Te Nieuwenhuis, naby de O very selsche grens, heeft men in de Protestantsche kerk een grafkelder ontdekt, waarin zich eene kist bevond met drie wanden. De buitenste is van tin, de daaropvol gende van eiken- en de binnenste van dennenhout. Het lyk, dat men er in aantrof, was van eenen man van ruim 2 meter lengte. Zooals nog in een deel der oplaag van ons nommer van gisteren werd medegedeeld is in den nacht van Zondag op Maandag te 's Gravenhage een diefstal met inbraak gepleegd onder zeer vreemde omstandigheden. Een der bedienden op het kasteel Ond-Wasse- naer bewoond door den heer V. d. O. en familie, hoorde voetstappen in de garde-manger. De be diende ijlde naar beneden en werd, in de gang by den etenskelder gekomen, beetgepakt door 2 manspersonen, die zich blijkbaar vermomd hadden. De beide nachtelybe inbrekers bonden hem aan handen en voeten en stopten hem een prop in den mond om te beletten hulp te roepen. De dienstbode vond des ochtends den knecht in een toestand, waarin 't hem onmogelijk was zich te bewegen of geluid te geven, in de vestibule liggen. De weerloos gemaakte man vond later zyn koffer opengebroken en vermist daaruit een gouden tienguldenstuk, 20 mark en eenig klein geld. Als vervolg op de gisteren gegeven waarschu wing omtrent valsche geldstukken kan het volgende dienen De voornaamste uiterlijke kenmerken, waardoor die valsche meest uit tin en lood samenge stelde stukken zich van echte onderscheiden, zyn meer grauwe (minder zilverwitte) kleur eenige vettigheid der oppervlakteminder heldere klank Zij had haar de eerste beginselen der handhouding geleerd, veel vingeroefeningen laten spelen en nu klonken de accoorden van le petit suisse door bet salon. Maar Aline maakte zulke snelle vor deringen dat zy spoedig bekwamer leiding noodig had. Haar huisonderwijzer, een zeer be zadigd man, had een uitstekend musicus aanbe volen, den heer Perseron, zijn besten vriend, die de gave had van alle instrumenten te bespelen doch allen even middelmatig natuurlijk. „Voor accompagnementlessen is dat zeer aardig" zei de heer Bernard, en de gnnsteling van den meester weid welwillend ontvangen. De eerste dagen ging tante om de les niet te storen in den tuin zitten met haar werk en hoorde door de open vensters beurtelings de welluidende tonen van een consertant voor fluit en piano van Tulon, van de polonaise voor piano en hoorn van Arban, van de phantaisie voor viool en piano van Alard op Faust. En hetzij het hout- of koper-, blaas- of strijkinstrumenten waren, mijnheer Perseron speelde altijd met den zelfden ijver, trapte de maat met zijn voet, werd vuurrood van inspanning, en als de pianiste zich vergiste en een kruis voor een mol aanzag, liet hy zich een duidelijk verr duiveld ontvallen. Tante, wie niets van dit alles ontging, werd ongerust. Zy begon een zweem van vermoeden te krygeu. Waarom vloekte die musicus? Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 2