N° 198. 130® Jaargang. 1887. Woensdag 24 Augustus. FEUILLETON. BEKENDMAKINGEN. Rijks-belastingen. Middelburg 23 Augustus. HET ONGELUK YAN TANTE UBSULE. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 8/m, franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent; Advertentiën 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels /l.BO iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. De visscherij in de Schelde en Zeeuwsche stroomen in 1886, •r* „Wat beteekept toch al die drukte Is er MIDDELBIKGSCHE COURANT. Agenten teVlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van deb Peijl, te Zierikzee: A. C. DEMoou,te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: L. van Wijck. Hoofdagenten voor het Buitenland te I'arjis en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. De burgemeester van Middelburg maakt bekend dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering is verzonden de door den provincialen inspecteur der directe belastingen enz. te Middelburg, den 20 Augustus 1887, invorderbaar verklaarde kohieren van het patentrecht no. 2 en 3 voor het dienstjaar 1887/88, met uitnoodiging aan ieder wien zulks aan gaat. om, na bekomen kennisgeving van zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem verschul digde te kwijten, met herinnering tevens, dat de bezwaren, welke dienaangaande mochten bestaan, binnen drie maanden na heden bekoo- ren te worden ingediend. Hiervan is heden afkondiging geschied waar bet behoort. Middelburg, den 22 Augustus 1887. De Burgemeester voornoemd, S C H O E E R. De heer A. Ruyssenaars, kontroleur le klasse met verlof, heeft in de N. R. Crt. eene beschou wing geleverd, als antwoord op de vraag„Op welke wjjze brengen wjj het op Atjeh tot een goed resultaat Het slot daarvan luidt als volgt Om nu nog in het kort mijne ontwikkelde denkbeelden over Atjeh samen te vatten, geloof ik de volgende hoofdpunten te moeten releveeren: lo. Het langdurig en hardnekkig verzet, dat wij van de Atjefeers ondervonden hebben, erhrjjf/ ik voor een groot deel toe aan het tot hunne verbazing en blijkens de enquête ook niet gemo tiveerde terugtrekken van de eerste expeditie hetgeen hun bij eenen fanatieken geloofshaat een vertrouwen op hunne kracht heeft gegeven, dat wij niet geheel meer hebben kunnen uitwisschen, 2o. Het uitbreiden van ons gebied onder de opvolgers van generaal Van Swieten, in plaats van ons uitsluitend te bepalen tot bevestiging van den kraton, zooals ook in de bedoeling van dien kundigen veldheer lag, is zeer in ons nadeel ge weest, en heeft ons al verder en verder van den goeden weg afgebracht. 3o. Eenmaal hiermede begonnen zjjnde, en toen onder generaal Van der Heijden den toestand allengs ziende verbeteren, had men dien generaal er dienen te laten en in die richting moeten voortgaan. 4o. Na vruchtelooze proeven genomen te heb ben met een civiel bestuur, vind ik de aanneming der concentratie nog het beste wat toen te doen stond in verband met onze personeele en finan- cieele krachten, daar een vernieuwd agressief optreden toen buiten ons bereik lag. Uit het Fransch. Van GEORGE OHNET, IV. Dat groote onbehagelijke, hoekige meisje had eigenlijk een uitstekend hart. Zij werd door de dienstboden op de handen gedragen en door bare zuster aangebeden. Ursule, die tien jaar ouder was, had haar met al de liefde en zorg eener moeder opgevoed en toen zij volwassen was, dacht zij er geen oogenhlik aan haar te beletten een huwelijk te sluiten om haar bij zich te hou den. Zij zocht een man voor haar, maar een zeer kalmen, die niet eens dienst deed als schutter, daar hij voor bijziendheid afgekeurd was. Hij had te Charenton een fabriek van porceleinen knoopjes en heette Emile Bernard. Het was een brave jongen, zoo iemand van wien men op het eerste gezicht zegtdie zou geen vlieg kwaad doen, eu dat deed hij ook niet. Zijn korte, ronde gestalte was gemaakt om door het leven te rollen, zonder horten of stooten, heel zachtjes aan. Hij deelde de vereering zijner vrouw voor Ursule en Dam de overlevering van haar ongeluk aan, zon der er over te redetwisten. Hij had kuunen zeggen dat er veel mannen in den oorlog omkomen, zonder dat hunne aanstaan de jreduww» voor altijd een afkeer ran bet le? 5o. De concentratie maakte het mogeljjk, onze troepenmacht op Atjeh te verminderen en geeft ons eene betere militaire stelling. 60. Indien het bljjkt, dat met volharding in het aangenomen stelsel het Atjehsche volk zich niet langzamerhand onderwerpt, dan kunnen wjj, als het leger versterkt en op zjjn verhaal geko men is, weer agressief optreden en het zwaard flink uit de scheede trekken, om de onderwerping te bespoedigen, of het Atjehsche volk zoodanig te treffen in have en goed, dat zjjne kracht ge broken wordt. Terugtrekken daarna weer binnen de linie is steeds een eerste vereischte. 7o. Mochten wij onverhoopt, om welke redenen dan ook, in den uitersten nood verplicht zijn ons nog meer te concentreeren, dan dienen wjj toch den kraton te behouden en in geen geval Atjeh te verlaten, om de noodlottige politieke gevolgen die zulks voor het overige gedeelte van onze be zittingen zou na zich sleepen. 80. In geen geval moeten wij eenen sultan aanstellen. Hadden wjj in het begin meer succes gehad en den Atjehers den indruk kunnen geven van onze onbetwistbare superioriteit, dan had men het nog kunnen beproeven, maar nu zou het ons niets dan teleurstelling berokkenen, en als wij dan later weer agressief moesten optreden, dan waren wjj nog verder van den koers. Volharden dus in het tegenwoordige stelsel met periodieke krachtsontwikkeling, als de toestand van ons leger en de rust op onze overige bezit tingen zulks toelaten, dat moet mjjns inziens ons systeem zijn. Uit Den Haag wordt thans het gerucht omtrent de verwisseling der respectieve betrekkingen tusschen de heeren jhr. mr. De Brauw en mr. Patjjn, tegengesproken. Volgens het Vad. komt voor burgemeester van 's GraTOnhage hot meest in aanmerking.-mr.- C. J. E. Graaf van Bylandt, lid van gedeputeerde staten van Zuid Holland. Aan den heer jhr mr J. R&ell moet het burge meesterschap zjjn aangeboden, maar hjj moet hebben bedankt. De minister van financiën verleent a. Donder dag geen audentie. De Tijd verneemt, dat binnenkort de benoeming kan verwacht worden van den heer Aristide Rinaldini, auditeur der nuntiatuur te Brussel, tot pauseljjk inter-nuntius te 's Hage. De heer mr H. Ph. de Kanter te Brielle heeft ontslag genomen als lid van den raad aldaar, Dr. Mezger heeft den volgenden brief gezonden aan de commissie, welke zich gevormd had om hem een bewjjs te geven van Amsterdam's be langstelling »Na alles nog eens goed overdacht en over wogen te hebben, kom ik nu tot de volgende conclusie in tegenspraak met mjjn vroeger besluit ven krijgen, of het leger verfoeien. Hij had een nicht, die eerst met een majoor was getrouwd geweest en later met een kolonel. Hij nam met gesloten oogen de legende van het martelaarsschap van Louis-Silvain-Exupère aan. Hij gewende zich om het hoofd te buigen, telkens wanneer tante Ursule op de gedenkdagen van haar ongeluk in tranen wegsmolt. Hij be minde zijn vrouw zeer en wedijverde met haar in liefde voor het dochtertje, dat zij hem schonk. Een dochter i Wat was Ursule blij 1 Zij had zoo gevreesd dat het een jongen zou zijn want jongens knnnen in de noodzakelijkheid komen van uniform te dragen. Zij had veel achting voor haar zwager en na de geboorte zijner dochter verdubbelde de goede dunk, dien zij van hem had „Zulke mannen zijn zeldzaam, die moet men in eere houdenplacht zij te zeggen. Een dochter! Dat kind keerde het huis onder ste boven. Tante werd haar peet, maar wilde niet dat zij Ursule zon heetenmen noemde haar Aline en die kleine blondine met zwarte oogen en roode lippen, beloofde een toonbeeld van bevalligheid en schoonheid te worden. Tante Ursula was zoodanig in verrukking over dit kleine wezentje, dat zij bijna de oude dague- reotype vergat. Er scheen een heele omkeer in haar gemoed te hebben plaats gegrepen. Vreemde lingen konden dikwijls over het leger spreken zonder zich haar toorn op den hals te halen. Zij fronste alleen de wenkbrauwen, kneep de 'ippet) dicht, waar zei niets terwijl zij vóór de en daarom goed overwogen en goed overdacht. „Daar ik van Wiesbaden niets heb aangenomen, weasch ik zulks van Amsterdam evenmin te doen, want ik wil niet dat het den schijn zoude hebben alsof ik ooit mijn voordeel zoude beoogd hebben. Zoo wil ik positief niet hebben, noch van regee- ringswege, noch van het stadsbestuur, noch van particuliere personen een titel, een waardigheid, eerebetoon, geschenken of ovatiën van welken aard of onder welke benamingen ook zonder dit alles ben ik geworden wat ik ben. „Dezelfde redenen om geen professoraat aan te nemen bestaan nog en nu nog klemmender dan vroeger. „Aan de commissie mijn harteljjke dank voor de genomen moeite; zjj gebruike haar veel ver mogenden invloed om te verkrijgen dat de Stedemaagd beter toilet make en dat zij, die in Amsterdam vertoeven, zich niet hebben te be klagen over de baldadigheid der straatjeugd." Onder alle reserve deelt de Deli-courant omtrent de pakketvaart in Ned.-Indië mede, dat er zeer ernstig sprake is dat de concessie, welke thans in handen is der Ned.-Ind. stoomvaartmij., bjj den afloop zoude overgaan aan een consortium ten behoeve van een gecombineerden dienst door de stoomvaartmaatschappijen Nederland en Rotter- damsche Lloyd. In Nederland zoude voor dat plan, hetgeen ook op ondersteuning in Ned.-Indië mag rekenen, menigeen reeds gewonnen zjjn en naar beweerd wordt, zoude de heer Cremer in het bjjzonder voor de zaak jjveren. Als vertegen woordiger der maatschappjjen en chef in Indië hoort men den naam noemen van den heer Bogaardt. - Volgens LSt verslag kwam in dat jaar get dagelijkseh bestuit*' dier visscherijeu geeqi'veran dering. Het personeel der visscherij-politfc gaf 0ver het algemeen reden tot tevrede'nhcidj'alleen moest een der schippers wegens wangedrag ontslagen worden en weid een der kDechts in zijne plaats tot schipper bevorderd. Ter vervanging van het afgekeurde en verkochte politievaartuig Meeuw werd een nieuwe botter gebouwd en in den loop van bet jaar in dienst gesteld, zoodat de vloot thans bestaat uit vier nieuwe botters, een boeier en een stoomboot, welke vaartuigen alle goed aan de gestelde verwachting voldoen. Door de ambtenaren, belast met het toezicht op de visscherijen, werden opgemaakt 95 processen- verbaal ter zake van overtreding van het regle ment en diefstal van visch of vischtuig66 van deze processen-verbaal werden opgemaakt door de ambtenaren der visscherij-politie. Het onderzoek naar de al of niet uitvoerbaar heid van de toepassing van electrische verlichting der politievaartuigen bij de nachtelijke surveil lance heeft een goede schrede voorwaarts gedaan, zoodat te verwachten is dat die verlichting in het volgende jaar tot stand zal komen, geboorte van het kind opgevlogen zou zijn met den uitroep„Het leger Dat is iets monster achtigs het hoort in den tijd der Barbaren tbnis! Kudde slachtoffersTroepen moordenaars Zij hield van die schijnbaar tegenstrijdige uit drukkingen, slachtoffers en tevens moordenaars, dat gaf haar gevoel van medelijden en van afschuw tevens terug. Bernard verheugde zich over de kalmte zijner schoonzuster en zei tot zijn vrouw: „Ik ben blij, het schijnt dat de droefheid van Ursule begint te slijten." Maar mevrouw antwoordde hoofdschuddend „Neen, Aline houdt haar bezig en geeft haar afleidingmaar de herinnering aan haar ongeluk zal haar nooit verlaten. Haar haat smeult als een brand, die bij de eerste ernstige gelegenheid zal uitbreken. Mevr. Bernard had goed gezien. De afkeer van tante Ursule voor het leger zou nog bij allerlei gelegenheden blijken. De eerste maal was in 1859, toen de oude vrijster met haar nichtje en de kindermeid in het park te St Mandé wandelde en zich ergerde over de vlaggen, die aan alle huizen wapperden. Zij bromde op knorrigen toon „Wat beduidt dithet is van daag toch geen 15 AugustusEr kwamen troepen Para- zenaars in Zondagsdos, vroolijk en opgewekt, die in het boseh gingen ontbijten en ovëral vette papieren en leege flesschen achterlieten. Ursule vroeg aan de meid Het nieuwe reglement wordt nog steeds verwacht. Over het algemeeu was het jaar 1886 voor de viss -herjj niet ongunstig. Jap us court«ten, bedoeld bij art. 8 van het ement, werden afgegeven a aan Nederlander8 793, verdeeld als volgt: in Zeeuwsch Vlaanderen 319, in Zuid-Beveland 147, in Walcheren 57, in Schouwen en Duiveland 127, in Tholen 78, in St Philipsland 5,inN»ord- Beveland 8, iu Noord-Brabant 34 en in Zuid- Holland 18 b aan ingezetenen van België 82 consenteD. Van de consenten bedoeld by art. 8b van het reglement, werden 174 en kleine consenten werden 5800 afgegeven. In 1886 werden uitgevoerd van de verschillende stations 2.063.378 KG. oesters of 370.718 KG. minder dan in 1835. Het station Krabbendiike had daarvan 50.505, Kruiningen 968.670 eu Vlake 179.349 KG. te verzenden. Langs het kanaal door Zuid-Beveland werden 2.416 vaartuigen met 30.736 gemeten tonnen schelpdieren vervoerd of 300 vaartuigen met 4414 gemeten tonnen meer dan in 1885. Langs het kanaal door Walcheren "werden 207 vaartuigen met 3364 gemeteu tonnen schelpdieren vervoerd of 66 vaartuigen en 1018 gemeten tonnen minder dan in 1885. Aan het station Vlake bedroeg de invoer van oesters slechts 77 KG. Omtrent de Oester-visscherij lezen wij in dat verslag. In de Wester Schelde wordt de publieke visscheig op oesters niet uitgeoefend. Zooals in ons vorig verslag is gemeld, is ver» ledeu jaar een proef genomen met het leggen van pannen naby Terneuzen en Borssele, die, hoewel daarop goede aanslag was, dit jaar niet werd herhaald. De aanslag op de oeverwerken gaat, hoewel langzaam, elk jaar vooruit; een enkel broedje wordt nu reeds Doven Terneuzen gevon den, teiwijl grooter exemplaren in den Brakman en in het Sloe aan de steenen werden aange troffen. die goed van visch waren. Ook da die* in den put boven Terneuzen en op den vooroever aldaar gezaaid waren, zijn zeer goed gegroeid, goed van visch en vet geworden, hetgeen te zoeken is in de omstandigheid dat de areo meter bij Terneuzen gedurende bet geheele jaar nooit beneden 1013 heeft aangewezen. Op de Ooster Schelde wordt de publieke visscherij op oesters steeds van minder belang. De plaatsen, waar geregeld oesters voorkomen, liggen alle binnen 50Q meter uit den wal, binnen welken at stand het regiement op het baggeren, visschen enz. het visschen belet. Deze bepaling wordt tegenwoordig zeer streng gehandhaafd, waardoor slechts enkele visschers het durven wagen daar te visschen. Zy die zulks deden konden ongeveer 100 stuks per ty vangen, die voor 5 per 100 verkocht werden. Het Brabants vaarwater en de Grevelingen waar ook oesters voorkomen en die buiten de 500 M. uit den wal liggen, leverden dit jaar niets. Op eerstgenoemde plaats werd nog gevisebt, doch daar de arbeid niet eens door de vangst werd, beloond, staakte men deze spoedig, terwgl het op de Grevelingen niet eens werd beproefd. Zoowel op de door particuliereu als door den staat en uitsluitend gebruik gegeven perceelen was de aanslag dit jaar over het geheel genomen, hoewel bevredigend, toch zeer ongelijkmatig. een kerkelijk feest ergens in de buurt „Ik weet het niet, juffrouw. Misschien deden wg beter met naar huis te gaan. Dan kan de kleine in den tuin spelen." „Naar huis gaan? Waarom? Spreek dan tochWat is er »Och juffrouwNu ja, ik zal het de juffrouw maar liever zeggenmaar van daag komen de troepen uit Italië terug. Het leger zal hier voorbgtrekken om zich naar het kamp vau St Main te begeven." „Het leger Ursule bad haar werk ingepakt en liep met groote stappen naar huis maar het was reeds te laat. De volksmenigte kwam de straat al in, de politie moest de orde handhaven en het vorkeer werd moeielgk. In de verte Dam het gedruisch steeds toe, straatjongens met takken zwaaiende, liepen vooruit, en boven al het gillen en schreeu wen uit hoorde men het geroffel der trommels en het geschetter der trompetten, die de komst der overwinnaars aankondigden. Ursule zette het op een loopen. Zij werd duizelig, het was alsof al die soldaten haar achterna zaten. Zij drong mst hare hoekige schouders tusschen de menigte door en zette iedereen op zij, gelijk een schip hot water klieit met zyn voorsteven. Vervolgd door het schelle trompetgeschal rende zy voort en sleepte de kleine, huilende Aline achter zich aan. Op den hoek van den boulevard gekomen, zag* zij haar huisdeur en meende dat zij gered wasj

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1