N° 188,
130e Jaargang!
1887.
V rijdag
12 Augustus.
FEUILLETON.
GEEN UITWEG 1
Middelburg 11 Augustus.
A d v e r t e n t i n *20 Gent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.*, van 1-7 regels /1.S0
iedere regel meer f 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte:
Dit blad verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 8/m, franco 2.
Afzonderlijke nommers ziin verkrijgbaar a 5 Cent.'
1 1
MIDDËLBIIRGSCME COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. be Vet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te KruiniEgen: Fvan beb Peijx, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Neeiïwenhüijzen en te Terneuzen: L. van Wijck.
Hoofdagenten voor Bet Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publieité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
De Ned. Industrieel wijdt een artikel aan de
volkswelvaartwaarin het blad erop wjjst dat deze
in de laatste jaren achteruitgegaan is.
Al klinkt die beschouwing wat al te pessimis
tisch ons in de ooren en al zouden wij niet gaarne
alles onderschrijven, wat daarin voorkomt, vooral
niet datgene wat het protectionistisch systeem
raakt, door de redactie van dat blad verdedigd
bet slot van het betoog verdient toch wel de
aandacht.
Dit luidt als volgt
„Wat verwacht men nu van eene grondwets
herziening? Zal zjj de volkswelvaart verhoogen?
Zal het volk beter leeren lezen, schrjjven en
rekenen; beter leeren opmerken, vergelijken,
besluiten, spreken Beter leeren letten op rechten
en plichten Beter leeren dragen den levenslast,
elk onzer opgelegd
„Zal een meer uitgebreid kiesrecht in een en
ander verbetering brengen?
„Wij betwijfelen het.
„En nochtans scharen wij ons van heeler harte
aan de zijde van hen, die reikhalzend naar den
uitslag, hoe die ook zijn moge, van dezen wet-
gevenden arbeid haken.
„Want eerst dan zal er aan de stoffelijke be
langen der natie nieuwe en onverdeelde aandacht
kunnen gewijd worden; eerst dan bestaat er kans,
dat onze (wetgevers tot de ontdekking zullen
komen dat er nog iets anders noodig is dan eene
al of niet gezuiverde grondwet, om te kunnen
rekenen op een tevreden, welvarend volk.
„Naar den schjjn te oordeelen, te oordeelen
naar de zacht tot verstrooiing en de manie van
feestvieren, die den tegenwoordigen tijd kenmer
ken, mag de oppervlakkige waarnemer zich geneigd
gevoelen aan een algemeen welvaren te denken.
Meer bezadigden, personen van rjjper leeftijd en
mannen van ervaring zullen dit verschijnsel,
meenen wij, in anderen zin verklaren.
„Dat verschijnsel echter verdient, o. i., de
scherpste waakzaamheid der regeering, de meeste
bezorgdheid der beide kamers van de staten-
generaal.
„Daarom
„Bjj de aanstaande verkiezingen zij het niet de
vraag: wat eischt het belang van deze of gene
staatkundige partij, van uwe of mijne godsdien
stige richting
„De vraag van élk rechtgeaard kiezer, van elk
onbevooroordeeld staatsburger moet zijnwat
vordert het nationaal belang bjj uitnemendheid,
de volkswelvaart
„De volkswelvaart, die (naar de voorzichtige
uitspraak van de Eerste kamer in haar voorloopig
verslag over de grondwetsontwerpen), in de
laatste jaren »niet klimmende" was
Vit het Duitsch van J. v. BÖTTGER.
DERTIGSTE HOOFDSTUK.
„Is Fanny ziek?" vroeg Therese, schoor
voetend voor de geheimen dier kamer terugdein
zende.
„Ga maar binnen, daar is Everard. Ga tot
hem en zie, of gij hem tot spreken kant bewegen.
Er moet iets vreeselijks voorgevallen zijn, maar
hij wil den mond niet open doen en zijn kind,
zijn zoon wil hij niet eens zien; hij jammert maar
over Fanny en zijn onschuldig slachtoffer. En
het is zoo'n mooi kind
Zij opende de deur en eer Therese tot bezin
ning was gekomen, was zij met Everard alleen.
Hij zat als gebroken voor den schoorsteen met
het hoofd op de borst, onverschillig voor alles
wat er om hem heen gebeurde. Therese ging
naar hem toe en legde haar hand op zijn schouder;
hij had haar niet gehoord,
- „Everard!"
Bij den klank van die stem sprong hij op.
„Goddank dat gij komt om alles op te hel
deren 1 Ik wist dat gij komen zoudtMaar hoe
hebt gij het zoo gauw gehoord?" Zijn gelaat
gloeide, zijn stem klonk opgewonden en zijn
geheel uiterlijk getuigde van de grootste out-
foering.
Onzerzijds naar aanleiding hiervan deze op
merking:
Op de vraagwat vordert het nationaal belang
bjj uitnemendheid? kan een antwoord op dit
oogenblik niet anders luiden dan men kieze voor
de aanstaande zitting der Tweede kamer, die
bijeenkomt om de grondwetsherziening in tweede
instantie te behandelen, hen die zich voor de
aanneming daarvan verklaren, opdat deze ver
zekerd worde.
Dan is wat de Ned. Industrieel wenscht
bereikten kan een rustiger tijdperk aanbreken,
waarin ons parlement, op nieuwe leest geschoeid,
zich beter zal bunnen wjjden aan de sociale
belangen van ons volk.
En nu zal niemand, dunkt ons, van de grond
wetsherziening verwacht hebben dat zij ons volk
beter zal „leeren lezen, schrijven en rekenen
beter leeren opmerken, vergelijken, besluiten,
spreken? Beter leeren letten op rechten en
plichten? Beter leeren dragen den levenslast, elk
onzer opgelegd
Maar zij zal nieuwe toestanden scheppen op
wetgevend gebied, waaruit veel goeds kan
voortkomen. De uitbreiding van het kiesrecht
zal de belangstelling in de algemeene zaak in
wijder kring opwekkende nieuwe kiezers zullen
andere eischen stellenzij kunnen en wij
willen hopen dat zij het ook zullen doen
hunne vertegenwoordigers meer zoeken onder de
mannen van de praktijk dan onder hen die
opgaan in politiek geharrewar; mannen in
den geest der heeren Bnteux en Smit, die het
district Middelburg het voorrecht heeft af te
vaardigen. De meerdere ruimte, die de nieuwe
grondwet aan de regeling van het kiesrecht ver
leent; het wegnemen door die herziening van tal
van hinderpalen welke de oplossing van zoovele
andere vraagstukken in den weg stonden, zijn
alle voordeelen, die reeds belangstelling en
waardeering verdienen, zonder dat men daarom
zulke hooge verwachtingen behoeft te koesteren
als de Industrieel opsomt.
Aan den wensch, jaren lang gekoesterd, is nu
voldaan.
Is de herziening geheel ten eindeheeft de
verkiezing van de nieuwe kamer volgens de
nieuwe indeeling der districten en krachtens de
verdere voorschriften der grondwet van 1887
plaats gehad dan zullen er ja nog onbevredigde
wenschen overbleven wat steeds het geval zal
zijn maar dan is tevens voor jaren lang zulk
een gewichtig en tjjdroovend werk van de baan
en kan meer in het belang van het volkswelzijn
verricht worden.
Ten slotte herinneren wjj aan hetgeen wij vroe
ger sehreven dat de verkiezing, die nu voor de
deur staat, nog moet plaats hebben volgens de
bepalingen van de tegenwoordige kieswet.
Uit Leeuwarden schrjjft men aan het Hbld.:
Naar aanleiding van de in het Weekblad van het
Plecht door den le luit.-adj. Schrek gedane vraag,
of het niet wenscheljjk zou zjjn, dat van bevoegde
„Wat moet ik ophelderen, Everard? Wat
moet ik gehoord hebben Maar wat hebt gij
Zijt gij in mooielijkheid Kan ik u helpen
„Gij, en gij alleen, Therese."
„Waarom zijt gij dan niet dadelijk bij mij
gekomen
„Alles is zoo nieuw, zoo vreemd, zoo onbe-
grjjpeiyk! Het gebeurde van morgen, ik had
geen tijd om na te deuken, ik werd naar huis
geroepen bij Fanny. Daar ginds ligt een knaapje,
Therese, tot leed en schande geboren. God sta
hem en Fanny, bij Beter zoo zjj beiden gestor
ven waren! Maar gij zult alles ophelderen, niet
waar
„Wees een man, Everard. Zeg mij wat ik
gedaan heb en hoe ik de zaak in orde moet
maken."
„Door mij uit te leggen, mij alleen God
is mijn getuige dat geen mensch het ooit hooren
zal hoe die brief aan mij en die zakdoek in
de brandkast bij Davenport en Dreu gekomen
zijn. Dit is toch uw zakdoek niet waar
Met bevende'hand hield hij haar den zakdoek
voor. Zij zag dadelijk dat die van haar was.
Een gelukkige blos overtoog haar gelaat. Zou
het mogelijk zijn „dat Davenport zooveel voor
haar gevoelde dat hij zich dit nietige voorwerp
had toegeëigend, omdat het van haar was, en bij
ongeluk in de brandkast had laten liggen Dat
was de eenige verklaring, die bij haar opkwanr.
„Is dat alles vroeg zij, den zakdoek kalm
iu haar zak stekende.
zfjde voorschriften werden gegeven voor rijtuigen
enz., om uit te wijken of halt te houden bjj het
ontmoeten van marcheerende troepen, meenen wjj
to>**mooten inededeelen, dat in de kort geleden
door den raad dezer gemeente vastgestelde nieuwe
verordening, houdende algemeene bepalingen van
politie, een artikel is opgenomen, waarbij geld
boete van ten hoogste f 10 is gesteld voor hem,
die door of tusschen de gelederen van marchee
rende schutters of militairen loopt of rijdt, zoodat
de orde van den troep daardoor kan worden
verstoord.
Wjj gelooven, dat dit de eerste bepaling van
dezen aard in eene gemeente-verordening is. Wel
was niet lang geleden soortgeljjke bepaling te
's Gravenhage voorgesteld, doch, herinneren wij
het ons wel, dan werd het voorstel niet aange
nomen.
Naar de Holiandsche bladen melden heeft Z. M.
de koning de ontwerpen van wet, vaststellende de
in overweging te nemen veranderingen in de
grondwet, zooals ze door de beide kamers der
staten-generaal zjjn aangenomen, reeds bekrachtigd.
De wetten zullen zooveel doenlijk nog deze
week worden afgekondigd.
Zooals uit achterstaande advertentie blijkt heeft
de heer J. H. Snjjders zjjne benoeming tot lid van
den gemeenteraad te Middelburg aangenomen.
Tjjdens de gecombineerde oefening van de
land- en zeemacht in de nabjjheid van Willem
stad, zullen de luitenants F. Hammacher van
het 2 bat°n 8e reg. inf. te Middelburg en F. N.
L. Lotsy van het 4e baton te Vlissingen, worden
gedetacheerd bij bet 5e bataljon te Bergen op
Zoom dat aan deze oefening moet deelnemen.
Donderdag 8 Sept. van 11 tot 4 uur zal te
Zierikzee plaats hebben eene tentoonstelling van
zaaigranen enz., die uitgaat van de centrale
tentoonstellings-vereeniging Landbouwbelang in
SchouwenDuiveland.
Er zjjn 43 prijzen uitgeloofd, bestaande in geld,
diploma's en getuigschriften.
Ter voorziening in de vacature,ontstaan inden
raad van Westdorpe, door het bedanken van den
heer N. Hejjman,zijn Dinsdag 17 van de 63 kiezers
ter stembus gekomen.
Met 11 stemmen werd als raadslid gekozen de
heer Ed. de Munek, terwjjl 4 stemmen waren
uitgebracht op dhr Ed. Plasschaert en de heeren
P. van Haelst en Fr. Dellaert ieder eene stem
verkregen.
De ontslagaanvrage van den burgemeester van
Den Haag moet in den ministerraad behandeld
zijndeze zou in een gemotiveerd rapport over
het karakter der verkiezingen voor den gemeen
teraad, den koning tot afwjjzing van het verzoek
hebben geadviseerd,
„Is dat alles herhaalde hij met ontzetting.
Is dat niet genoeg om u schaamrood te maken?
Ia dat niet alles Zeg mij Therese, wanneer u
iets aan de gemoedsrust van een man gelegen is,
dien het noodlot tot zijn speelbal schijnt uitver
koren te hebben, zeg mij hoe uw brief aan mij
in de brandkast kwam? Verklaar mij in
's hemels naam ter wille van mij en mijn kind
dit geheim
„Mijn brief aan u? Wat voor een brief?
Waar is die? Laat hem mij zien?" riep zij bijna
even ontdaan als hij.
„Dat kan ik niet. Ik heb den brief ver
brand om te voorkomen, dat de verdenking op
u zou vallen dat gij zesduizend dollars zoudt
gestolen hebben."
„Everard! Hebt gij uw verstand verloren
of ben ik waanzinnig geworden
- „Ik weet het niet! Misschien beiden De
heele wereld schijnt ten onderste boven gekeerd
te zijn 1"
Therese ging naast hem zitten en zei op kal
meerenden toon, als sprak zij tot een koortslijder.
„Zoo, Everard, begin nu met het begin, en
vertel mij de zaak -
„En hebt gij de schuld op u genomen om
mij te beveiligen vroeg zij, toen hij ophield.
„Dat was goed van u, Everard. Arme jongen
Uw geheele leven is er meer tegen u gezondigd
dan gij gezondigd hebt. Morgen hoop ik de ge-
beele zaak in orde te brengen, van avpnd weet
ik nog niet wat ik denken moet."
Tot lid van den raad van 's Gravenhage
vacature-Calkoen is gekozen de heer mr, W.
Stortenbeker, oud-directeur van onderwjjs, eere-
dienst en njjverbeid in Nederl Indie. Hij was
met zeldzame eenstemmigheid door alle vereeni-
gingen en bladen aanbevolen en verkreeg 1126
van de 1316 geldige stemmen.
De minister van financiën heeft naar aanlei
ding van een arrest van den hoogen raad van
7 Febr. jl., bepaald, dat aan de woon- of verblijf
plaats alleen dan exploot mag worden gedaan,
wanneer aldaar of de persoon, wien het aangaat»
öf iemand van zijne huisgenooten wordt gevonden.
In laatstbedoeld geval moet uit de akte duideJjjk
blijken dat degeen, met wien gesproken is, tot
de huisgenooten behoort.
Als zoodanig is o. a. niet aan te merken eene
uitwonende dienst- of werkbode.
Tot toepassing der wet houdende buitengewone
maatregelen tot afwending van eenige besmettelijke
ziekten en tot wering harer uitbreiding en ge
volgen, is het volgende bepaald bjj koninklijk
besluit (dat in werking bljjft tot 15 Augustus 188Hji
De in- en doorvoer van lompen, gebruikte
kleedingstuKken en ongewasschen lijf- en linnen
goed is verboden uit landen of plaatsen, door de
ministers van binnenlandsche zaken en financiën
aan te wijzen.
De aanwijzingen worden telkens ten minste
drie dagen vóór dat zjj in werking treden, door
plaatsing in de Staatscourant ter algemeene kennis
gebracht.
Voornoemde ministers zjjn bevoegd die aanwij
zingen te veranderen zoo dikwjjls de omstandig
heden dit gedoogen of noodig maken, alsmede te
bepalen of, en in hoever de bagages, door reizigers
medegebracht, onder hat verbod zijn begrepen
de beschikkingen over deze onderwerpen worden
ook in de Staatscourant geplaatst.
Een bij het departement van koloniën ontvangen
telegram van den gouv.-generaal van Ned.-Indië
bevat het bericht, dat in het Bataksche landschap
Toba, (residentie Tapanoeli, gouvernement Suma
tra's westkust), een inval is gedaan door een
vijandelijke bende, onder den broeder van het
bekend priesterhoofd Singa Mangaradja, die derge-
Ijjke invallen deed in 1883, en dat de troepen
aldaar mat een compagnie versterkt zjjn.
De per mail ontvangen berichten loopen tot
9 Juli.
De bladen bevatten lange verhalen van 't bezoek
van den gouv.-gen. aan Samarang en Solo, die
echter hoegenaamd niets belangrijks bevatten.
Nu de landvoogd Midden-Java bezoekt, wil Z. E.,
volgens de Soer. Ct., bljjkbaar van die gelegenheid
profiteeren om met sommige residenten van de
gewesten, welke niet in het bestek der reis liggen,
over zaken en toestanden te aboucheeren, zoodat
verscheidene hoofden van gewestelijk bestuur het
verzoek hebben ontvangen om te Samarang te
komen.
„Gij vergeet de hoofdzaak, den diefstal,
Morgan neemt men mij daarvoor in hechtenis."
Therese dacht een poos na. Davenport alleen
kon licht in die geheimzinnige zaak brengen. Zij
moest naar hem toe gaan, voor zij kon hopeö
Everard te helpen.
„Vat moed, Everard zei zij bemoedigend*
„Men zal u niet ter verantwoording roepen voor
een misdaad, die gij niet bedreven hebt. Daven
port is een te edel mensch om iemand op zulke
zwakke gronden aan te klagen."
„Maar Dren. Die heeft een ouden wrok
tegen mij, omdat ik toevallig met een oneerlijkheid
van zijn zoon bekend ben en dat kan hij my niet
vergeven."
„Vertrouw op my ik
Een luide schel deed haar verstommen. Mevr.
Ballantyne kwam binnen en zei bezorgd:
„De heer Davenport verlangt dringend om
u te spreken."
Davenport keek meer verbaasd dan verheugd,
toen hij Therese bij Everard vond.
„Ik zal heen gaan", zei zij schuchter.
Daveuport zweeg en trok langzaam zijne hand
schoenen uit. Everard zei
„Ik had liever dat gij bleeft, Therese,
Mynheer Davenport, juffrouw Gordon weet van
de zaak. Ik had mijne redenen om haar in te
wijden. In geval ik gevangen genomen word/
zal zij de eenige troosteres mijner moeder en
mijner vrouw zijn."
„Er zal noch inhechtenisneming» noch