N° 186,
130® Jaargang!
1887,
W oensdag
10 Augustus.
Middelburg 9 Augustus.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 8/m. franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels /1.5Ö
iedere regel meer t 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
De grondswetsherzienin
Kamer
g in de Eerste
MIDDELBURGS» COURANT.
Agenten te Ylissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: Pvan dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen en te Temeuzen: L. van Wijck.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
Hoofdstuk X der grondwet van het onderwijs
en het armbestuurbljjft, met het daarin voor
komend art. 194, ongewijzigd en valt duB,
evenals hoofdstuk VI (van den godsdienstgeheel
buiten de aanhangige herziening.
Dit is het gewichtige feit van den dag van
gisteren.
V6or het voorstel-Schaepman-De Vos de"Wael
stemden de Eerste kamerleden Smits, Pyls, Regout,
Schimmelpenninck van der Oye, Smits van Oyen,
Hengst, Pjjnappel, Magnée, Elout van Soeterwoude,
De Brujjn en Verheyen.
Er tegen waren de beerenFransen van de Puttei
Stork, Bljjdenstein, Huydecoper van Maarseveen,
Van der Breggen, VanNaamen, Breuning, Thooft
Van Akerlaken, De Sitter, Insinger, J. van Vol
lenhoven, Sickesz, Vening Meinesz, VanPallandt,
Muller, Van Eoyen, Van Swinderen, Coenen, Böell,
Moolenburgh, Viruly, Tak, Van Tienhoven, Blussé,
De Vos van Steenwjjk en de voorzitter.
De heer Wertheim was afwezig.
De veteraan der anti-revolutionnaire party, de
heer Elout, leverde een pleidooi voor de aanne
ming van het voorstelopdat de Eerste kamer
daardoor meewerke tot het verminderen van de
bitterheid in den strijd. De heer Roëll, afge
vaardigde voor Zeeland, wees erop dat die strjjd
niet verminderen, maar integendeel in heftigheid
toenemen zou. Hij weerlegde nog andere gronden,
voor het voorstel aangevoerdbetuigde zijn
leedwezen over de verwerping van het destijds
door de regeering ingediende voorstel en de niet
wederindiening daarvan en verklaarde dat het
tegenwoordig artikel 194 ruimte genoeg laat voor
groote decentralisatie, beperking van kosten,
schoolgeldheffing en subsidie voor de opleiding
van onderwijzers, voor en door wien ook; eene
meerling die vroeger door den heer Elout zeiven
is gedeeld.
Tegen het voorstel spraken nog de heeren Yan
Naam en van Eemnes, Huydecoper van Maarsseveen
en Van Palland van Keppel.
De beide laatsten verklaarden sympathie te heb
ben voor- het bjjzonder onderwijs dit en het
openbare vullen elkaar aan en de concurrentie
werkt gunstig. Maar zoolang het openbaar on
derwijs nog noodig is, gaat het niet aan alle
waarborgen daarvoor uit de grondwet weg te
nemen. Dan zouden wij kunnen worden terug
gebracht tot vroegere toestanden, die niet zjjn in
't belang van de volksontwikkeling.
Het belangrjjkste dat gisteren is gesproken
kwam uit den mond van den heer Heemskerk,
die de regeering verdedigde tegenover de verwjjten
van den heet Fransen van de Putte.
De premier merkte, na eene herinnering aan
het vroeger ten opzichte van art. 194 voorge
vallene, op dat tegenover het initiatief van de
leden der kamer in zekere mate onthouding plicht
der regeering is, omdat na de aanneming van een
voorstel door de beide kamers de koning, den
raad van state gehoord, heeft te beslissen over
de bekrachtiging. Men heeft daarbij niet te doen
met een persoonlijke daad des konings; de reg.
heeft daarbjj te adviseeren; daarom moet de reg.
zich te voren van een apodictisch advies ont
houden. Wat heeft de reg. nu gedaan
Toen het voorstel-Schaepman nog onveranderd
was, heeft de reg. haar opinie gezegdzjj is zich
daarna volkomen gelijk geblevenalleen over
't amend.-Greeve liet de min. zich niet uit, maar
over het onveranderd voorstel-Schaepman zoowel
als over het amend.-De Beaufort en 't amend.-
Vos de Wael, heeft de reg. haar meening gezegd;
zjj heeft geen oogenblik haar grondwettigen plicht
verzuimd.
Zelfs al zag de reg. in dit voorstel een middel
van pacificatie, zij kan de bekrachtiging niet
aanraden; art. 194 is de sanctie geweest van
't beginsel van vrjjheid van onderwjjs. Zjj, die
deze vrjjheid verlangden, hebben zich daarover
niet te beklagen gehad. Niemand heeft in 1848
meer gevraagd dan vrijheid, met de voorwaarden
van toezicht en eisch van zedeljjkheid en be
kwaamheid der onderwijzers. In 't voorstel-
Schaepman is 't verband tusschen die vrjjheid
en de voorwaarden, als een niets, verbroken;
de min. had daartegen gewaarschuwd.
Men voert de grief aan, dat de wet van 1878
te veel gewicht heelt gelegd in de schaal van 't
bjjzonder pnderwjjs, de concurrentie van bet bij
zonder onderwijs heeft bemoeiljjkt. Die grief is,
volgens den minister, niet geheel ongegrond,
ofschoon 't toch een feit bljjft dat het bijzonder
onderwjjs in bloei en omvang onder de wet van
'78 is toegenomen. Doch men heeft bovendien
vergeten, dat door de wet van 1884 de bjjdragen
aan de gemeenten belangrjjlf zjjn verminderd en
nog steeds dalen.
De min. erkende, dat er zeer goede bjjzondere
scholen zjjn; de reg. wil daarom ook de vrjjheid
van 't onderwjjs volkomen eerbiedigen en alle
preventieve maatregelen over den schoolbouw zjjn
daartoe zelfs opgeheven. Maar is 't mogeljjk dat
het bijzonder onderwjjs in alle behoeften voorziet
Het is in 't algemeen waar dat alles wat vrjjwillig
geschiedt beter is dan wat gedwongen gaat; maar in
de materie van lager onderwjjs niet. Hier toch doet
zich het eigenaardige verschijnsel voor, dat waar
de behoefte het grootst is, zjj het minst wordt
gevoeld. Daarom moet de reg. optreden en daarom
reeds mag de reg. haar taak niet loslaten.
Verder wees de minister erop dat, waar men
wenscht dat 't openbaar onderwjjs het bjjzondere
slechts aanvulle, men over het hoofd ziet dat dit
zelfs nu nog lang niet het geval is.
Er zjjn reeds nu duizenden kinderen te Amster.
dam, die noch op de openbare, noch op de
bijzondere scholen plaats kunnen vinden en er is
dus nog veel te doen eer 't openbaar onderwjjs ten
volle het bjjzondere aanvult.
Eenig antagonisme van 't bjjzonder tegen het
openbaar onderwjjs vindt de heer Heemskerk
verklaarbaar wegens de neutraliteit der openbare
school. Toch is aan die neutraliteit belangrjjk
tegemoet gekomen, door de bepaling dat de gods
dienstleeraren godsdienstig onderwjjs in de open
bare scholen kunnen geven. Het ware te wenschen,
dat daarvan meer gebruik wierd gemaakt. Maar
is de grief tegen de neutraliteit gegrond? Was
't niet het groote bezwaar van de katholieke
gewesten in 1806, dat men voor het protestanti-
seeren v an de school vreesde
Zonder openbaar onderwijs ware een groote
achteruitgang van ons volk te vreezen; en bij
onze zoo gemengde bevolking is een ander dan
neutraal onderwjjs onmogelijk. Daarom zal het
ontwerp-Schaepman-De Vos de Wael geen bevre
diging, geen wapenstilstand kunnen brengen. De
minister acht zich nochtans ook nu nog niet
geroepen, om over dat voorstel een bepaald
advies uit te brengen.
Bljjft art. 194 behouden dan bljjft hjj 't woord
voldoende" beschouwen als bedoelende: voor
zoover er in de behoefte niet op andere wjjze is
voorzien. En wat de subsidiën betreft, als men
't kerkelijk onderwjjs subsidieert, dan is de parfum,
de eigenaardige geur er af, maar verbieden doet
art. 194 't niet.
De premier vergeleek dus ons openbaar onder
wjjs bjj een heerljjk wjjntje, dat zjjn bouquet
verliezen zou, wanneer het niet goed werd bewaard.
Zoo heeft de Eerste kamer er ook over gedacht.
Zij wilde zelfs niet wat wij hadden gewenscht
de kwestie nog aan het hoogste ressort, de
kiezers, onderwerpen maar schoof, na een paar
korte replieken van de heeren Pijuappel en Fran
sen van de Putte, Hoofdstuk X van de baan.
Over de additioneele artikelen valt wellicht
heden de beslissing.
De eenige spreker daartegen was gisteren de
heer Pjjnappel, die van uitbreiding van stemrecht
niets anderB voorziet dan heerschappjj van eigen
belang en van oppervlakkigheid, waartegen mis
schien het eenige correctief zal zjjn onverschillig
heid. Al die kwalen bestaan ook thans, maar
men verbetert ze niet door uitbreiding van
stemrecht.
Integendeel, volgenB hem zal de oppervlakkigheid
toenemen, het eigenbelang meer spel hebben, en
de onverschilligheid grooter worden.
In het W. v. h. R. maakt de le luit.-adj. Schrek
gewag van een geval, waarbjj de geleider van
een met hooi beladen wagen, gaande naast het
paard, bjj zeer groote ruimte van tjjd en plaats,
bljjkbaar opzetteljjk een hem tegemoetkomend
bataljon recruten aanreed. Van militaire zjjde
werd reeds op een afstand uitgeweken, doch de
wagen werd op den troep ingestuurd en zon zeker
aan dezen lichamelijk letsel hebben berokkend,
indien de officier-geleider, door persoonlijke tua-
schenkomst, dit niet had voorkomen. De geleider
van den wagen weigerde gehoor te geven aan hef
verzoek om zjjnerzjjds ook uit te wijken of halt
te houden. De politiebeambten, met dit geval in
kennis gesteld, waren van meening dat de wet
hierin niet voorziet en ergo geen overtreding kan
zjjn, waar geen verbod bestaat, zoodat geen
proces-verbaal kon worden opgemaakt. Bjj inge
steld hooger beroep werd hetzelfde bescheid ont
vangen.
Naar aanleiding hiervan, vraagt de heer Schrek,
of het niet wenscheljjk zou zjjn, dat van bevoegde
zjjde voorschriften werden verstrekt zoowel voor
militairen als voor burgers om eventueele bot
singen te voorkomen, die niet anders dan tot
beider nadeel bunnen leiden.
De redactie van het W. v. h. R. antwoordt
hierop, dat eene speciale verbodsbepaling betref
fende dit onderwerp haar onbekend is. „Alleen
kan wellicht onder bepaalde omstandigheden van
toepassing zjjn art. 180 j* 84 al. 3 W. v. strafr.
Is een speciale verbodsbepaling wenscheljjk Wjj
zouden geneigd zjjn, op de gronden door den
geachten schrijver aangevoerd, die vraag beves
tigend te beantwoorden".
Art. 180 W. v. Strafrecht luidt
Hij die zich met geweld of bedreiging met geweld
verzet togen een ambtenaar werkzaam in de rechtmatige
uitoefening zijner bediening, of tegen personen die hem
daarbij krachtens wettelijke verplichting of op zijn verzoek
hijstand verleenen, wordt, als schuldig aan wederspannig-
beid, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een
jaar of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.
Bjj art. 84 al. 3 wordt bepaald dat allen, die
tot de gewapende macht behooren, mede als
ambtenaren worden beschouwd.
Donderdag 11 Augustus a. des namiddags ten
2J unr, zal ter openbare terechtzitting der recht
bank alhier de plechtige installatie plaats hebben
van de heeren jbr. mr. J. Schuurbeqne Boeije
en mr. P. J. F. van Voorst Vader, beiden be
noemd tot rechter bij deze rechtbank.
Bjj den wedstrijd, gegeven door de scherpschut-
tersvereeniging Helmond te Helmond, heeft de
schietvereeniging Medioburgum alhier twee korps-
prijzen behaald nl. de tweede in den korpswed-
strjjd A, individueel vuur, met 233 punten en de
derAe in den korpswedstrijd D, snelvuur met 45
treffers en 104 punten.
Mej. E. M. van der Schaaf van Westkapelle
n mej, C. L. Willemse van Tholen legden te
Utrecht met gunstig gevolg examen af als vroed
vrouw.
Uit St. Laurens bericht men ons dat J. Looise,
die bij de herstemming op 1 Augustus tot lid
van den gemeenteraad werd gekozen, thans voor
die betrekking heeft bedankt.
De kiezers zullen alzoo opnieuw, nu voor de
derde maal in een korten tijd, hun burgerplicht
te vervullen hebben op Vrjjdag 19 dezer.
Van anti-revolutionnaire zijde is in het district
Goes tot candidaat voor de verkiezing van een
lid der Provinciale staten vacature De
Jonge gesteld de heer C. J. Huvers, notaris te
Coljjnsplaat. Voor de Tweede kame r-ver-
kiezing zjjn de aftredende leden, de heeren A.
baron Schimmelpenninck v. d. Oye en jhr mr A. F.
de Savornin Lohman candidaat gesteld. Ingeval
er slechts een periodieke aftreding moet plaats
hebben is laatstgenoemde, die aan de beurt van
aftreding is, gesteld.
Uit Terneuzen wordt ons gemeld
Zondag jl. herdacht de heer J. van Pienbroek,
genees-, heel- en verloskundige alhier, zjjn 40jarig
jubilé van zjjne vestiging als zoodanig alhier, zijne
eerste standplaats. Den volgenden dag (Maandag)
wapperde reeds vroeg in den morgen van vele
gebouwen de vaderlandsche driekleur en tal van
gelukwenschen en stoffeljjke bewjjzen van belang
stelling, o. a. van vele vrienden een zilveren
sigarenstel met toepasselijke inscriptie, stroomden
den jubilaris van alle zjjden toe. 's Avonds bracht
Neuzen's mannenkoor hem eene serenade. Moge
de gewaardeerde en beminde geneesheer nog langen
tjjd in ons midden verkeeren en velen in stad en
Jand ter hulpe zjjn!
A. Donderdag zal de minister van oorlog geen
audiëntie verleenen.
Be Wereldburger heeft nu zjjne nadere mede-
deelicgen omtrent den Transvaalschen spoorweg
gegeven.
Ontdaan van alle verdere redeneeringen, schjjn-
baar alleen dienende om de vroeger gedane
sensatiewekkende tjjdingen nog zooveel mogeljjk
te handhaven, bljjkt daaruit dat de Zuid-Afri-
kaansche regeering den Nederlandschen concessi
onarissen een uitersten termjjn heeft gesteld, die
31 Aug. e. k. verstrjjkt.
De onrustbarende berichten omtrent 's konings
gezondheidetoestand gaven den buitenlandschen
bladen aanleiding om de kwestie der Luxemburg-
sche troonopvolging op het tapijt te brengen.
De Frankfurter Zeilung weet thans te melden
dat over die kwestie door de Europeesche mogend
heden reeds van gedachten is gewisseld en, volgens
de thans door haar verkregen volkomen overeen
stemming zal, indien de koning der Nederlanden
komt te sterven, hertog Adolf van Nassau dadelijk
als groothertog worden uitgeroepen en bezit van
den troon nemen. Het reeht van opvolging des
hertog® wordt voor onaantastbaar gehouden. Wjjl
met koning Willem I de Ottonische ljjn van het
huis Nassau in de raanneljjke ljjn uitsterft, en in
Luxemburg de vrouweljjke erfopvolging uitgeslo
ten is, volgt de Walramsche ljjn op.
De zelfstandigheid van het groothertogdom zal
door zjjne neutraal-verklaring gevolgd worden.
De meeste Europeesche mogendheden koesteren
de verwachting, dat'de kwestie met behoud van
volkomen rust hare natuurlijke oplossing zal
vinden. Mochten echter tegen de verwachting
buitenlandsche invloeden zich doen gelden, dan
zou de hertog van Nassau met zekerheid kunnen
rekenen op den steun der mogendheden van Cen-
traal-Europa.
Zooals in een deel der oplaag van ons vorig
nommer nog kon gemeld worden, zjjn gisteren
door den gemeenteraad van 's Gravenbage, na
verschillende stemmingen, benoemd tot wethouders
de heeren Godon FinanciënLisman (Openbare
Werken), Michiels van Verduynen (Onderwijs) en
dr Mouton (Burgerl. stand.)
De beeren Godon en Mouton namen de benoe
ming aanzjj moeten echter in Sept. weêr af
treden, daar zjj in de plaats zijn gekomen van
de heeren Van Straten en Vaillaut. De heeren
Michiels van Verduynen en Lisman namen eenigen
tjjd van beraad.
Voor dat de heer Mouton werd gekozen, was
nog de heer Evers, die zijn ontslag had genomen,
herbenoemd. Hjj bedankte echter voor die eer;
omdat- ook hjj zich getroffen achtte door het
votum der kiezers, al was hjj ook niet aan de
beurt van aftreding als raadslid. Om dezelfde
reden verklaarde de heer Patjjn den koning zjjn
ontslag als burgemeester gevraagd te hebben.
Dit gaf den heer De Jonge aanleiding tot
het betuigen van zjjn leedwezen over het voor
gevallene. De belangen der gemeente werden, vol
gens hem, door burg. en weth. met den meest
mogelijken jjver behartigden bet was hem
tot vreugde in de raadzaal te kunnen con-
stateeren dat al wat in de laatste dagen tea
nadeele van het dagelijksch bestuur is uitgemeten,
meerendeels het gevolg was van besluiten door
den gemeenteraad genomen, en dat derhalve het
uitspreken van een votum van wantrouwen tegen
burg. en weth. geen andere beteekenis kan hebben
dan dat de raad in het oog van de meerderheid
der kiezers niet behoorlijk heeft vervuld de taak
die aan dat college is opgedragen.
De heer De Jonge wenschte hierop bepaaldeljjk
nadruk te leggen, dat, bij de betuiging van
leedwezen over wat in de laatste dagen is ge
beurd, de verantwoordelijkheid voor het aan burg,
en weth. ten laste gelegde, niet alleen door henj
doch ook door den gemeenteraad wordt aanvaard.
Uit het verslag over de koninkljjke militairë
academie, aan Z. M. den koning ingediend, bljjkt
dat de totaal indruk gunstig is. Bljjkbaar worden
alle krachten ingespannen, om deze inrichting
aan haar bestemming te doen beantwoorden. De
commissie, die 't onderricht enz. naging, bestond
uit de heeren D. Hardenberg, Egter van Wisse-
kerke, Joost, Teding van Berkhout en Bolken.
1
Volgens bericht uit Batavia schijnt het herstel
der sultan-heerschappij in Atjeh door de onder
werping van Toeankoe, den schoonvader van den
pretendent, weder aan de orde te komen. Aan
die onderwerping hecht men groot gewicht, men
ziet er uitzicht in op eene gunstige wending in
de Atjeh-zaken. Wie zou het niet hopen
De beschouwing van den heer Landré, notarii
te Vljjmen, kwam niet voor in de Purm. Crt
maar in de Landbouw-courant. Laatstgenoemd
blad, dat altjjd bjj de overname van berichten
zoo consciëntieus te werk gaat met het noemen
der bron, waaraan het iets ontleent, verdient zeker
wel dat men het de eer geeft die het toekomt.
Mej. A. J. Krafft van Middelburg verwierf 63
Utrecht akte voor het Hoogduitsch (L. O.)