N° 182, Yrijdag 130e Jaargang; 1887, 5 Anew Middelburg 4 Augustus, GEEN UITWEG 1 Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per S/m, franco 2. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.80 iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. FEUILLETON. MIDDELBURGSCHE Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdage Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. tan deu Peijx, te Zierikzee: A. C. de Moon,te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: L. van Wijck. Hoofdagenten voor het Buitenland te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Pnhlicité étrangère G. L. Dattbe k Cie., John F. Jones, opvolger. Bij de, gisteren in ons blad voorkomende' advertentie van de Nederlandsche vereeniging van Meelfabrikanten behoefden wjj eigenlijk niets te voegen. Toch geeft zjj ons aanleiding tot eene enkele opmerking. Dat men ons brood vervalscht, in plaats van goed tarwe-meel, allerlei andere bestanddeelen ons te eten geeft weten wij reeds lang. Het verdient waardeering dat de Nederlandsche vereeniging van Meelfabrikanten openlijk optreedt t|gen eene firma die zieh aan zulk eene vervalsehing schuldig maakt, dit geeft vertrouwen in hare mededeeling, welke zij geheel voor hare verantwoording neemt; maar wat zal dit alles baten als het publiek zelf niet meewerkt om, door de bakkers te contro leeren, dezen tot waakzaamheid aan te sporen Vele bakkers weten zeer goed dat zjj geen echt tarwe-meel verbakkenmaar zjj schijnen bedrogen tè willen zjjn, wat hun misschien wel voordeeliger is, dan goed meel te gebruiken. Als het publiek wat minder lankmoedig was; niet onverschillig zich zelfs toonde wanneer een echte boon in het brood wordt gevonden, als sprekend bewjjs welk meel er is gebruikt maar zulken bakkers de klandisie onthield wjj zouden veel verder zjjn. De tarwe kan geen prjjsverhooging ondergaan of het brood slaat opal is daarin geen spoor van tarwe te ontdekken. Het publiek heeft dus recht zuiver en goed brood te vorderen. Nu de bakkérs zijn gewaarschuwd door de Vereeniging van meelfabriekanten tegen een bedrog dat zjj zeer goed kennen, hebben het publiek en de gezondheidscommissiën recht te meer in deze zich krachtig te doen gelden. Wanneer die commissiën vooral eens, na een onverwacht onderzoek, bekend maakten bij weike bakkers men echt tarwebrood kan krijgen ons dunktzjj zouden het publiek een grooten dienst bewjjzen en het doel in de hand werken dat de Vereeniging van meelfabriekanten met hare an nonce beoogt. Over de voeding van den soldaat geeft Veritas in het Hbld zeer behartigenswaardige wenken. Bjj de stjjging der prjjzen van de voedingsmiddelen, tengevolge der droogte, kunnen de leveranciers zonder verlies geen goede waar leveren voor den prjjs, waarvoor zjj hebben ingeschreven. Zjjn nu de aardappelen te slecht, dan geeft de voedings- commissie andere onderdeelen van het voorgeschre ven meunnl. boonen en erwten. Dit jaar echter had de intendance geen erwten, en de soldaten kregen boonen en weder boonen. Misschien kan het geval zich ook hebben voorgedaan, dat er te veel boonen waren ingeslagen en deze nu op moeten. Hoe dit zjj, de zaak wordt beheerseht door de inscbrjjvingsprjjzen en nu geeft Veritas het vol gende in overweging Wanneer bljjkt dat de handelsprjjzen der aard appelen en groenten of eenig ander artikel te zeer stijgen en het onmogeljjk is voor deiéinschrjj- vingsprjjs goede waar te leveren, dan moetdde Uit het Duitsch van J. v. BÖTTGER. ZEVENENTWINTIGSTE HOOFDSTUK. Op die wijze trachtte mijnheer Philips zijn aanstaande schoondochter voor belastering te bewaren. De rechercheur gaf hem nog eenige inlichtingen en hij begaf zich terstond naar mevr. Ballantyne. „Ik heb haar gevonden", zei hij kortaf, zoodra hij met haar alleen was. Emilie was nog slechts een schaduw van het geen zij geweest was voor dat noodlottige uur, toen zjj het slachtoffer harer eerzucht werd. Haar hart klopte hevig bij dat bericht en zij bracht alleen met een bevende stem uit: „Welnu?" Daarop vertelde mijnheer Philips op kouden, drogen toon hoe bij Therese opgespoord had, herhaalde alles wat de rechercheur gezegd had, en zei toen met venijnige boosaardigheid: „Uw zuster heeft zich onverantwoordelijk gecompro mitteerd door bescherming bij Davenport te gaan zoeken. Ik geef niet zóóveel meer voor haar goeden naam", bij knipte met de vingers, „als voedingscommissie den leverancier voor het alter natief stellentoch goede waar leveren, of ont heffing vragen van leverantie. In het laatste geval den minister met omkleeding van redenen advi- seeren, dit toe te staan en een nieuwe inschrjjving te openen; dan heeft men kans, het belang der soldaten behartigd te zien." De heer jhr Van Spengler heeft ontslag aan gevraagd als rijksbetaalmeester te 1s Gravenhage. In de Hervorming, het orgaan der moderne partij in de kerk, wordt het nieuwe art. 192 der grondwet besproken en de neutraliteit der school. Door die bjj de Tweede kamer aangenomen wjjziging der grondwet krjjgen de bjjzondere, Christeljjke scholen de gelegenheid om zich beter dan tot nu toe, te ontplooien. Dit zal geschieden ten nadeele der openbare school, vooral omdat de gehechtheid der natie aan deze niet een quaes- tie van beginsel, maar veeleer van geld is. Deze liefde zal verkoelen als men de vrjje ontwikkeling zal aanschouwen der bijzondere scholen, die, van een opvoedkundig standpunt beschouwd, zoo veel voor hebben boven de openbare school. Dat de openbare school een knak heeft ge kregen, is voor X, den schrijver van het artikel, nog geen bewjjs, dat nu voortaan geen goed onderwjjs meer kan gegeven worden. Wjj komen juist, als ieder zich inspant, op den goeden weg om de gebreken, die opvoeding en onderwjjs aan kleven, uit den weg te ruimen. De neutraliteit heeft ontzagljjk veel kwaad ge daan. Ging men na welk nauw verband er is tusschen haar en de groote onverschilligheid, het gebrek aan pit, de verregaande flauwheid en oppervlakkigheid van onzen tjjd men zon haar verfoeien. In plaats van karakters te vormen, heeft zjj medegewerkt om de natie karakterloos te maken. De onderwjjzer moet voorzichtig zjjn om zich niet te branden, eD dit komt hem op verlies van karakter te staan er gaat van hem geen bezie ling meer uit. Met dit stelsel moet onvoorwaardeljjk worden gebroken. Ieder moet in de opvoeding den weg gaan, die hem het best toeschjjnt. Ook de mo dernen moeten het met hunne beginselen er even goed op durven wagen als de orthodoxen of de katholieken, en eigen scholen, naar hunne over tuiging ingericht, vestigen. In het jongste nommer der Vragen des Tijds bespreekt mr S. van Houten het besluit der Liberale Unie van 10 Juli jl. Hjj brengt in her innering wat het vorig jaar bjj de behandeling der grondwet is geschied en hoe toen een 30tal liberalen hebben gestemd voor het voorstel van den minister Heemskerk, waarin zeer groote eischen der clericale partjj werden ingewilligd. Toch heeft dit niet belet dat de liberale partjj in den lande deze mannen op nieuw aanbeval. Thans nu een zevental, zonder iets op te offeren van het be staande schoolstelsel, eenvoudig vrjjheid wil laten aan het volk, wordt over hen de staf gebroken. Mr Van Houten begrijpt dat niet en hjj kan nog veel minder vatten, hoe, de president der Liberale Unie nadrukkeljjk kan doen uitkomen, dat het adres tot verwerping van het thans aangenomen het in de stad bekend wordt. De afstand tus- Bchen haar en Josia is nu veel kleiner geworden ja eigenlijk is het een welwillendheid van zijn kant als hij nog op dat huwelijk aandringt." Als zweepslagen troffen die woorden mevrouw Ballantyne en zij zei op doffen toon: „Wat moeten wij nu doen „Wij gaan haar samen halenwant alleen kan ik niets bij haar uitrichten. En ik moet er naar toe omdat ik haar niet meer uit het oog wil verliezen, totdat de zaak beklonken is." „Wanneer gaan wij „Van avond kom ik terug om u het uur van ons vertrek te zeggen. Dat reisje zal n goed doen. De onzekerheid is u te pijnlijk. Als zij getrouwd zijn, zult gij tot rust komen." „Tot rust" herhaalde Einilie. „Rust vind ik hier op aarde nooit meer." „LarifariMaak toch niet zoo'n drukte om niets. Gij zijt het aan Emil verschuldigd om u goed te houden." „OHoeveel is Emil mij verschuldigd, mijn trotsche knaap En toch zou hij de eerste zijn om zijn moeder te veroordeelen Mijnheer Philips zag haar onverschillig aan en zei: „Morgen hebben wij haar." „Ik zal gereed zijn, als gij het verlangt." Terwijl de vader aldus bezig was om zijn onderwijsartikel niet uitsluit verzoeningsgezindheid ten opzichte der onderwjjsregeling. Na daarna te hebben gewezen op de mogelijke gevolgen van de handeling der Liberale Unie, besluit hij zijn artikel aldus De Liberale Unie heeft vergeten, dat politieke leiders zich bij hunne adviezen moeten laten leiden door de actualiteit. Men kan de handeling der zeven betreuren, verwenschen zoo men wil maar men kan den staat van zaken niet veran deren, die uit hunne handeling geboren is. Het blijft niettemin vaststaan, dat het voor de liberale partij in den lande, vooral voor haren conservatieven vleugel, de wijste partij is, zich stillekens neder te leggen bjj de door de zeven, trouwens met sympathie van meerderen in de kamer, uitgelokte beslissing en dat het besluit der Liberale Unie, te trachten de verwerping te erlangen, een fout is. Tot dusver hebben de fouten der Unie weinig kwaad gedaan, omdat hare adviezen niet zijn gevolgd. De Eerste kamer- zal misschien ditmaal gelegenheid geven de proef op de som te maken. Dan zal het blijken, dat het noch bevorderlijk is aan de liberale beginselen, noch aan de eendracht onder degenen, die nu eenmaal in de liberale partij moeten samenwerken, thans nog onveranderde handhaving van artikel 194 als shibboleth te willen aannemen, al zij het ter sluiks en in den onoprechten vorm van bestrij ding van elk voorstel tot wijziging van dat artikel, hetwelk kans heeft van aanneming. Dr A. W. Bronsveld komt in de kroniek der Stemmen voor Waarheid en Vrede nog eens terug op zijn bekend oordeel over art. 194. Hjj geeft daarin weer eens lucht aan zijn feilen haat tegen de Roomschen en de mannen der anti- revolutionnaire kamerclub. Tegen hen verzet hij zich met kracht. Gemeenschap met de kerk- bgstormers moet ieder geioovig mensch heslist afbreken, daar zjj den eerbied voor het gezag ondermjjnen en alle piëteit dooden. En dr Br windt er geen doekjes om. Men oordeele „Hun geheele opvatting van het Evangelie is onevangelisch, en werkt bet' farizeïsme in de band. Zij durven het Evangelie niet aan. Zij durven het nergens wagen met Christus, met Christus alleen. Zjj vervreemden van kerk en godsdienst de kinderen van dit geslacht, en wie zij voor hun kerkbegrip winnen, zjjn ze loten, wier geesteljjk leven door onheilig partjjvuur wordt verteerd en verdorven. Neen, dat is niet het Christendom, maar een kerkeljjk-politieke partij, die met wereldsche middelen Gods gees teljjk rjjk zoekt te bouwen, en met geliefde doch versleten leuzen de menigte verleidt." Als de keuze staat tusschen Roomschen of liberalen, dan kiest, wjj weten het, dr Bronsveld de laatste. Rome wordt door dr Br. niet ver trouwd. Als de Roomschen de macht in handen kregen, zouden zij andersdenkenden geen recht doen. En tot hen, die zeggen dat zjj toch geen meerderheid zullen worden, klinkt het „Zjjn zjj in Duitschland ook niet in de min derheid, en heeft daar de Curie niet gezegevierd? Zijn het de roomschen niet, die art. 194 in de Tweede kamer een nederlaag wisten toe te bren gen? Groeien zjj niet in macht, en bewijzen zij maatschappelijke positie te verbeteren en zijn zoon een schitterende toekomst te bezorgen zat die zoon in het achterkamertje bij Abel Williams in een vertrouwelijk gesprek met diens mooie dochter. „Bemint gij mij Josia?" vroeg Sallie. Met oogen, lippen en armen beantwoordde Josia die vraag. „Nu dan, zei Sally zich uit zijn omhelzing losmakende, „dan moeten wij de zaak in orde breugen voordat die andere terugkomt. Vaders zijn altijd vreeselijk met hunne dreigementen, maar ik ben zeker van de vergiffeuis van den uwen Josia, zoodra bij ziet dat er niets meer aan te doen is." „Meent gij vroeg Josia beurtelings rood en bleek wordende van angst en blijdschap, „meent gij dat wij zoo maar in eens moeten trouwen. Is dat uw bedoeling Sallie?" „Ja dat is mijn bedoeling, Josia," zei de dochter van den aansprekerwant zij was vol strekt niet geneigd om de vijfde dochter eener arme familie te blijven, wanneer zij gelegenheid had om de eenige dochter in een rijk gezin te worden, „Sallie, gij hebt een meer dan knappen kop!" betuigde Josia en drukte baar aan zijn hart „pien zullen wij ook noodig hebben als wij ge- ooit een dienst, die niet duur moet worden be taald En weet het wel Rome is overal het zelfde. In de Minahassa en in Suriname, in Zweden en in Spanje, 't Kruipt, waar het niet gaan kan, en waar het staat, vertreedt het zjjn tegenstanders. Ik kan niemand stemmen die Rome steunt, die aan Rome verplichtingen heeft. Dat hebben op't oogenblik wel de anti-revolutionnairen, wier politiek leven bijna geheel in de handen van Rome is, maar niet de liberalen. „Ik heb allen grond om de nltramontanen niet te gelooven, als zjj zeggen op te bomen voor vrjj heid en recht en ik ben nog altjjd niet zonder hoop dat de liberalen eindelijk zeiven zullen ge looven aan hun in menig opzicht schoone leuzen." 't Zijn dus de liberalen, die dr. Bronsveld wenscht te steunen, niet de sceptische mannen als Van Houten en Farncombe Sanders, ot man nen van 't gehalte van De Meyier en Lieftinck, maar mannen die gelooven en die geen geloofshaat verblindt. Onder hun gelederen zijn nog edele mannen, die aan 't Evangelie gelooven, en ook dezulken die, ofschoon zjj erkennen niet te ge looven, toch voor het geloof eerbied koesteren en het te hoog stellen om het te gebruiken als een masker, als een middel om er de hartstochten mee op te zweepen. Zulke mannen zullen althans het heiligste niet ontheiligen, en hun kan men geloof schenken, als zjj zeggen te zullen opkomen voor vrjjheid en recht. Van dr. Schaepman ge looft dr. Bronsveld dit niet. En als de anti- revolutionnairen zeggen het te willen, dan moet hij bun antwoorden ik geloof u, maar gjj zult het niet kunnen. De algemeene vergadering van de Vereen, t. b. v. fabriek- en handwerksnijverheid heeft op voor dracht van de afd. Middelburg aan J. P. van Roojjen, die gedurende 42 jaren de firma Gebr8. Peek alhier trouw diende, de kleine zilveren medaille toegekend. Bij het in de vorige week te 's Hage gehouden eerste examen voor surnumerair der directe be lastingen, invoerrechten en accjjnsen is onder anderen geslaagd de heer S. A. Rochat te Mid delburg. Bij de in Zeeland gehouden herstemmin gen voor raadsleden zijn nog gekozen te C 1 i n g e J. T. Bogaert met 26 stemmen. Het aftredend lid F. Praet kreeg er 18, Van de 50 kiezers stemden er 44. Den 19 Juli verkreeg Bogaert 21 en Praet 20 stemmen. 'sHeeren hoek. P. Westdjjk (aftredend lid) met 22 en J. de Baar met 15 van de 83 uitge brachte stemmen. J. Almekinders verkreeg 13, J. P. Smolders 4> L. de Jonge 4 en P. J. Hekken 7 stemmen. Bij de vorige stemming verkregen Westdjjk en Almekinders ieder 12 stemmen, terwijl De Baar 10 en Smolders, De Jonge en Hekken ieder S stemmen bekwamen. Het aantal kiezers bedraagt 51. Hoek. H. Wolfert Sr. met 24 van de 82 stemmen. Het aantal kiezers is 84. Den 19 Juli verkreeg de nu gekozene 17 en M, Verbrugge 19 stemmen. trouwd zijn," antwoordde zij en streek zieh het baar glad, dat bij de omarming in de war ge4 raakt was. ACHT EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. „Daar zijn een lieer en een dame, dia naar een juffrouw Gordon vragen. Ik zei hun dat hier een juffrouw Gaylord was en zij zeiden dat dat die dame was," kwam Lea aan Therese zeggen, die mevrouw Costa voorlas. Het boek viel haar uit de hand. Werktuigelijk nam zij de kaartjes aan die Lea haar voorhield, las de namen en zag haar meesteres smeekend aan. Mevrouw Costa las overluid„mevrouw Bal lantyne en de heer Philips" „zeg dat juffrouw Gaylord aanstonds komt. En nu mijn kind, zeg mij wat ik weten moet, meer niet. Ik weet niet wat ik u raden moet, maar uw gezicht zegt mij dat dit bezoek u niet welkom is." „Dubbel onwelkom hier," zei Therese, ter" stond aan Davenport denkende. „En Isidora „Vei trouw op Lea. Er zijn al eens meer vreemden hier gekomen, maar zij heeft altijd trouw gezorgd dat niemand het bestaan van Isidora vermoedt. Maar gij wie zijn die men- schen P" (Wordt vervolgd.}

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1