Verspreide Berichten.
Onderwijs.
Kerknieuws.
Kijkjes op de tentoonstelling van Voe
dingsmiddelen te Amsterdam.
voorsmaak geven van het te wachten plezier.
Ook voor de andere kermisbezoekera zijn de
„spellen" het voornaamste; ouder gewoonte willen
wij daarom onzen lezers het een en ander mede-
deelen omtrent hetgeen er dit jaar te zien is
en met hen ook de voornaamste tenten bezoeken.
Alvorens de Markt rond te gaan treden wij op
de Groenmarkt de nieuwe Amerikaausche stoom-
rijinrichting van D. Slieker binnen. Op vernuf
tige wijze is daar het groote krachtmiddel onzer
eeuw dienstbaar gemaakt om verschillende velo
cipedes in beweging te brengen, waardoor men,
zonder de anders bij het velocipede rijden noodige
krachtsinspanning, het draaigenot smaken kan.
Dat genot wordt nog vermeerderd door een
orchestrion, dat eveneens door stoomkracht in
werking wordt gebracht. Vergissen wij ons niet
dan is dit, voor onze stad nieuw, amusement,
het werk van een Middelburger.
De Markt is natuurlijk het brandpunt van de
kermisdrukte. Zij is minder goed bezet dan
andere jaren; ten minste in de kramer jj missen
wij enkele trouwe comparanten.
Een kermis zonder draaimolens is een ondenk
baar iets; 'tis dus niet zoo uoodig de aanwe
zigheid van de caroussels, in verticale en hori
zontale richting draaiende, te constateeren,
evenmin als van speelgoed-, poffertjes-, oliekoe-
ken-, wafel-, koek-, paling-, zuur- en andere
kramen.
Verder vindt men op de Markt een tweetal
kleurige photographietenten, waarvoor de beelte
nissen van een aantal kermisgangers uit andere
gemeenten tentoon zijn gesteld. Voor een bagatel
wordt daar in enkele minuten een vrij goed ge-
1 jjkend conterfeitsel vervaardigd en aan eene
vriendelijke invitatie om zich te doen vereeuwi
gen ontbreekt het niet.
Een der great attractions van de kermis zal
voorzeker zijn het collosseum of wassenbeelden
spel van de tamilie Frohn. Ofschoon de f'eestweek
Dog niet is aangevangen verdringt zich 's avonds
reeds eene talrijke menigte voor de flinke tent,
om de fraaie beelden te bewonderen die gratis
zijn tentoongesteld en niet weinigen werden daar
door al uitgelokt om een kijkje van binnen te
nemen. Dat is niet tegengevallen. In een klein
bestek is daar zeer veel goeds vereecigd en menige
grootere inrichting zou zich gelukkig rekenen
door het bezit van sommige beelden als bij v. de
zeer schoon gemodelleerde Loreley. Wij kunnen
natuurlijk niet de gansehe lijst afschrijven maar
willen toch nog enkele groepen onder de aandacht
brengen, die eene gezette bezichtiging verdie
nen. Vooreerst de Indische danseres en acrobate,
verder „eerst betalen", de stervende matroos,
Venus gewekt door Amor, Judith met het hoofd
van Holofernes, etc.
Beroemde en beruchte personen ontbreken in
het kabinet niet en onder al de zwijgende beelden
bevindt er z;ch ook een dat, als het hoofd van
Cagliostro voorgesteld, spreekt en zingt. De
vinding ervan wekt bij vele bezoekers verbazing.
Wij twijfelen niet of bij het eind der kermis zal
het „sprekend menscbenhoofd" het Middelburgse!)
publiek, dat gerust, ook met kinderen, dit Panop
ticum bezoeken mag, dank zeggen voor het
talrijke bezoek.
Van deze flink verlichte groote tent begeven
wij ons naar een ander klein lokaaltje, waar de
achtjarige Cornells Nap van Dijk resideert. Deze
aardige, vriendelijke knaap mist handen en voeten,
doch weet zich, zonder deze in onze oogen on
misbare ledematen, uitstekend te helpen. Handig
raapt hij een klein geldstukje van den grond op,
steekt hij trots de beste naaister een draad door
eene naald, schrijft hij en doet in een woord alles
wat gewone menschenkinderen verrichten. Ook
speelt hij wat gelukkig nog niet alle men-
schen doan piano.
Aan sport wordt in den laatsten tijd niet
weinig gedaan; zonder twijfel zal dus de heer
Kaizer, die de sport op de kermis brengt, wei
goede zaken maken, te meer omdat behalve de
eer ook nog een zichtbaar bewijs den overwin
naar loont. In zijn circus loopen vier treinen,
uit mechanische paaiden bestaande, naast elkaar,
„ik heb zoo even een gelukkige ontdekking ge
maakt, waarvan gij later de vruchten zult plukken."
Isidora fladderde als een vlinder voor hen uit,
door het bosch dat het landgoed van de rivier
scheidde. Therese liep langzamer naast Daven
port, gevolgd door Tony, die na eenigen tijd
schuchter aan den oever bleef staan en op drie
eiken stommels wees, die hunne wortels ver in
de rivier uitstrekten, zeggende
„Hier is een goede plek Massa Les. Vader
vangt alles hier."
„Nu Tony, uw vader heeft er verstand van
en dus zullen wij hier ons geluk maar beproeven
als de dames het goed vinden."
„Daar moet gij gaan staan," zei ToDy, ver
heugd dat zijn voorstel zoo goed opgenomen werd.
Vader staat haast altijd op dien omgevallen
boom en Missie kan hier gaan staan," vervolgde
hij met een schuwen blik op Isidora, terwijl hij
op een met mos overdekten wortel wees, „en
juffrouw Gayiord hier op dien anderen wortel.
Maar hier vangt vader ze altijd."
„Waar is de boot vroeg mevrouw Daven
port op gebiedenden toon. „Die jongen moet
mij rondroeien. Gijlieden verlangt toch niet dat
ik hier aandachtig met gevouwen handen zal gaan
zitten kijken hoe die dobber aan het lijntje op
het water drijft?"
„Waarom neemt gij ook niet een hengel?"
vroeg Davenport.
„Ik ga het eens probeeren," zei Therese als
Tony de lichtste voor mij uitzoekt ea de pier voor
die, tegelijk afgaande, door de heeren rijders in
beweging gebracht worden. Winner is hij die
den afstand van 400 meters het eerst aflegt, wat
door mechanische klokken wordt uitgemaakt.
Deze jockey-cours zal het zeker wel niet aan
bezoek ontbrekeu.
Dat zal het evenmin aan de schiettent van O.
Mess; menige pijp verliest daar door den juisten
blik en de vaardige hand van spes patria het
hoofd.
In figuurlijken zin gebeurt dat ook wel eens
dezen en genen kermisbezoeker en waarschijnlijk
als tegenstelling wordt op de kermis eene dame
vertoont die zich alleen de luxe van een bovenlijf
permitteert. De kleine entree is geen bezwaar ook
haar even een bezoek te brengen.
Wat wij tot heden bezochten brachten wij onder
woorden. Heden avond geeft de heer Hart zijn
eerste voorstellingdaarover en over nog andere
bezienswaardigheden dus in een volgend commer.
Dinsdag vangt het kermisfeest in het Schut
tershof aan, waar dit jaar het gezelschap van
den heer Frits van Haarlem eene volle zaal hoopt
te trekken.
(Wordt vervolgd.)
Te Utrecht ia voor de akte voor de Fransche
taal o. a. geslaagd de heer H. L. E. Dormaar
te Middelburg.
Woensdag 10 Augustus zal, zoo meldt de
Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de be
langen der Gereformeerde kerken, onder redactie
van den heer P. J. W. Klaarhamer, eene verga
dering gehouden worden der tot eene classe
gecombineerde dassen van Zeeland.
De oproeping gaat uit van de doleerende Mid
del burgsche kerk, die daartoe is aangewezen op
het synodaal convent van Rotterdam.
Vele en gewichtige belangen der kerken zullen
daar te behandelen zijn.
Ook zal, naar men hoopt, daar een begin van
uitvoering gegeven worden aan de wederzijds
gewenschte en in beginsel aanvaarde vereeniging
der doleerende kerken, door wijlen Ds. Ledeboer
geformeerd, met de thans doleerende kerken.
Bedankt voor Tholen door Ds Yzonidus te
Waspik.
Naar men uit goede bron verzekert zoo
schrijft men ons uit Amsterdam moet de
kwijtschelding van straf aan allen zonder on
derscheid, die wegens het bekende palingoproer
veroordeeld waren, een noodzakelijk gevolg zijn
van de uitspraak van den Hoogen Raad, op een
beroep van cassatie door mr. Van Gigh jr. ten
behoeve van zijn cliënt ingadiend. Bij de be
handeling dezer zaak, zou, aldus wordt verluid,
door dit hoogste rechtscoliegie, eeu belangrijke
omissie in het vonnis van het Amsterdamsehe
gerechtshof ontdekt zijD, en wel, dat de veroor
deelden niet alleen op het oogenbhk van het
delict niet gearresteerd zijn, maar dat de eerste
rechter ook geen rekening hoegenaamd heeft ge
houden met het al of niet zich onttrekken aan
het oproer, van welker deelitchtigheid de personen
werden beschuldigd.
De heer Willem van Zuijlen is van zjj ne
ziekte genezen. Hjj ia weer even opgeruimd als
vroeger, maar moet, om krachten te verzamelen,
nog eenige weken in Duitschland vertoeven.
Te Kraüngen viel een löjarige jongen van
een ladder, waarop hjj stond te werken, en kwam
met het hoofd op den grond terecht. Hjj verkeert
in bedenkelijken toea tand.
Dat is eerst nog een man van zaken. Een
heer te Luik heeft tegen eene familie te Maas
tricht een eisch ingesteld tot betaling van 10.000
fr., ter vergoeding van schade en onkosten, ver
oorzaakt door het verbreken van huweljjksbelof-
mij aan den haak slaat."
„Ieder zijn smaak" zei Isidora; „maar mijn
liefhebberij is het niet om een ellenlangen stok
boven het water te houden iu de onzekere ver
wachting van na een half uur aan de lijn te zier
trekken."
„Hier bijten ze zeer gauw, mlssyze
Tony, wien het roeitochtje volstrekt niet toelachte,
omdat hij daardoor het genoegen zou moeten derven
van zijn heer te bedienen.
Maar mevr. Davenport was niet zoo spoedig van
haar stuk tebrengeu en zei nog ongeduldiger
„Waar ia de boot, jongen
„Verder de rivier af," zei hij op bedrukten
toon.
„Maak nog twee baken gereed en haal dan
de boot. Gij zijt ervaren genoeg in het roeien,
dat ik u uwe meesteres kan toevertrouwen" zei
Davenport. „Maar ik zou wel willen Isidora dat
gij u in de richting van do brag liet roeien; als
gij hier in de buurt met de riemen plast is al
onze hoop op een vischdiner voor van daag
verijdeld."
„Het is mij om het even, als ik maar van
dien vervelenden boomstronk weg kom 1 En ratten
zijn hier ook. FoeiHoe kan een vrouw in zulk
een ruw vermaak behagen scheppen."
„Ruw?" zei Therese, naar Isidora ziende die
ongeduldig de rivier afkeek om Tony met de boot
te zien komen, „ik vind het integendeel een op
wekkende, aangename bezigheid."
„Opwekkend 1 Gij hebt somtijds al heel
ten. De afgewezen minnaar brengt o. a. in
rekening zjjne reiskosten van Luik naar Maastricht,
zoomede den verzuimden tjjd bjj de bezoeken, die
hij aan zijn verloofde heeft gebracht.
Een zonderling incident deed zich eergisteren
in het Engelsche lagerhuis voor. Bij de behan
deling van art. 4 der Iersche landwet, dreigde
Healy zijnen collega Deüsle indien deze voortging
met hem in de rede te vallen, den hals om te
draaien. Daar Healy weigerde voor deze uitdrukking
verschooning te vragen, werd hp zonder stemming
hjj had namelijk zijnen vrienden verzocht niet
tegen het voorstel tot schorsing te stemmen
in zjjn mandaat als afgevaardigde geschorst.
Te Brussel wilde een meisje van veertien
jaar een lamp met petroleum vullen, terwijl deze
brandde. Het vocht ontplofte en spatte op de
kleeren van het meisje. Zjj werd met zulke
zware brandwonden yiaar het gasthuis gebracht,
dat zjj kort daarna overleed.
Op de Rhone te St. Romain et Gal heeft
een verschrikkeljjk ongeval plaats gehad. De
echtelingen Gamier en Yélin hadden besloten de
eerste verjaring van hun trouwdag met een uit
stapje naar het eiland Berlet te vieren. Na zich
hier met visschen vermaakt en vroolijk gegeten
te hebben, noodigden zjj hun buurman Palandre,
een wever, met vrouw en kind uit, in hun boot
mede naar huis te gaan. Dezen namen gaarne
aan. Gamier roeide. Door de duisternis misleid
deed hij de boot tegen een paal stoolen, en wel
met zulk een schok, dat het vaartuig brak en
allen in het water geworpen werden. Ofschoon
op hun kreten verscheidene personen met schuitjes
toeschoten slaagden deze er niet in iemand te
redden. Het geheele gezelschap verdronk. Daar
de drie mannen goede zwemmers waren onderstelt
men, dat zjj bjj hun pogingen om de vrouwen te
redden zijn omgekomen.
Gould (de spoorwegkoning): Je wou graag
een nieuw jacht hebben, hè Zjjn zoon George:
Ja, vader. G o u 1 d Dan moeten we het eerst
samen verdienen. Ik zal je zeggen hoe. George:
Best, vader. Gould: Ik ga een wandeling maken
door de hoofdstraten. Zoon: Ja, vader. Gould:
En dan zal ik uitgljjden cp het trottoir Zoon:
Ja, vader. Gould: En hink ik, door een paar
man ondersteud, naar een rjjtuig en laat me thuis
brengen, waarover dan heel de pers van Amerika
kolommen vol schrjjft. Zoon: Ja, vader. G o u 1 d:
Dan gaan de fondsen naar de laagte en koop jjj
ze. Zoon: Ja, vader. Gould: Een paar weken
later ga ik weer uit en stap flink door de straten.
Zoon: Ja, vader. Gould: dan gaan de fondsen
naar de hoogte en verkoop jjj ze weer. Zoon:
Ja, vader. G o n 1 d Goed zoo, dan kan je ten
minste zeggen, dat het jacht verdiend is.
Een stad, waar letterljjk het geld op straat
ligt, is de Amerikaansche stad Robinson. Toen
mén daar, jaren geleden, begon met het ontginnen
van de Robioson-zilvermjjn, werd een der hoofd
straten geplaveid met slakken van erts.
Het is echter gebleken, dat men toon slechts
de helft van het erts haaldede andere helft
moeBt dus nog in de slakken zjjn. Bjj genomen
proeven met het plaveisel haalde men daaruit 50
a 100 dollars zilver per ton. Het plaveisel wordt
nu opgebroken en de stad krijgt 20pct van het
daarin aanwezige zilver.
In de akademie van wetenschappen te Parjjs
heeft baron Larray uiteengezet, dat, volgens de
jongste onderzoekingen, Cleopatra niet gestorven
is aan den beet van een adder, maar dat zjj zich
geheel onromantisch door kolendamp heeft laten
stikken
Amsterdam, 29 Juli 1887.
IX.
Na in de vorige brieven de voornaamste typen
der drie hoofdgroepen van voedingsmiddelen
besproken te hebben, wensch ik thans het een en
ander omtrent inzendingen van andere artikelen
mede te deelen.
dwaze opvattingen, maar daar komt die kleine
deugniet eindelijk!" Zoodra Tony de boot aan
land zette sprong Isidora er in en nam in het mid.
den plaats, haar japon hoog optillend met den min
achtenden uitroep: „Die boot is net als alles hier
op die ellendige plantage, vuil en wrak."
„De boot is volkomen veilig," zei Daven
port „anders zou ik u niet toestaan haar te ge
bruiken. Tony niet verder roeien dan de brug.
Verstaat gij mij Geen riemslag verder."
Davenport gaf dit bevel zoo streng en met
nadruk dat Therese hem verschrikt aanzag en zijn
vrouw verwonderd vroeg
„Waarom niet Wat is er dan voorbij
de brug?"
„Dan zijt gij ver genoeg geweest. Gij keert
voor de brug om."
Tony stiet de boot van wal en weldra was zjj
uit het gezicht.
„Het is van daag de eerste maal, geloof ik,
mijnheer Davenport, dat ik u een ontwijkend
antwoord heb hooren geven", zei Therese op
bedeesden toon.
„Er zijn menschen die niet voor overtuiging
vatbaar zijn. Die zijn zedelijk krank en men
verspilt zijne logika aan hen."
Beiden zwegen. Davenport verzonk in gepeins
en Therese was geen meisje, die slechts praatte
om wat te zeggen. Iotusschen had Tony zijn
meesteres ver buiten het gezicht der hengelaars
geroeid, toen mevrouw Davenport op streelenden
toon zei
Reeds terstond bij het betreden van het gebouw
treft bet een ieder dat er zoo buitengewoon veel
chocolade is tentoongesteld, waarover men zich
echter niet behoeft te verbazen, wanneer men
slechts bedenkt dat de cacao-industrie bij ons te
lande in zeer bloeienden toestand verkeert.
Het vaderland van de cacaoboom (theobroma
cacaois het noordelijk deel van Zuid-Amerika,
waar ook in de kolonie Suriname uitgebreide
plantages bestaan tot aankweeking van die
planten.
Wat men gewoonlijk onder cacaoboonen verstaat
zijn de zaden van dien boom, die in groote hoe
veelheid in de reusachtige vruchten zijn opgesloten.
De cacao-bereiding bestaat voornamentlijk in
het ontvetten dier zaden, waarbij de zoogenaamde
cacaoboter als nevenproduct gewonnen wordt, en
voor de cacao in bussen (poeder chocolade) in
het oplosbaar maken, terwijl men cacao na
bijvoeging van suiker: chocolade noemt.
Waar zoovele fabrikanten zich beijverd hebben
cacao en chocolade te zenden, bevreemdt het mij
de Zeeuwsche chocolade met haar vele A's niet
te hebben aangetroffen.
C. J. van Houten en zoon te Weesp, J. en C
Blooker Amsterdam étaleeren ïb traaie vitrines
tal van cacaosoorten; F. Korff en Co. mede alhier
exposeeren een reusachtige bijenkorf van cacao-
bussen vervaardigd; 't zelfde doet op kleiner
schaal I. H. K. Ne enberend te Nieuwer Amstel;
terwijl niet minder sierlijke inzendingen zijn
gedaan door Bensdorp en Co., De Bont en Leijten,
de Hollandsche cacaofabriek, L. Prins, allen te
Amsterdam, en door J. P. Rademaker te's Hage
Gebr. Grootes te Westzaan, erve H. de Jong te
Wormerveer, A. Driessen te Rotterdam, enz.
Doch als ware dat niet genoeg, zoo zond ook het
buitenland chocolade; men vindt er b. v. de
bekende chocolats Lombart naast chocolats Levieenz.
Behalve deze zendingen van cacao tot voeding
(cacao heeft groote voedingswaarde) treft men
ook de nog niet lang in den handel zijnde, voor
medische doeleinden gebruikte eikel cacao aan
en weldie van dr Michaelis, die door Gebr.
Stollwcrck te Keulen bereid wordtdie van
Kraepelien en Holm te Zeist, waar men tevens
de grondstoffen (cacao, eikels, suiker, tarwebloem)
kan bezichtigen; en die van dr H. J. Vinkhuizen,
door I. P. Rademaker te 's Hage ingezonden.
Ook op de markt is chocolade en cacao te
verkrijgen, en behalve de winkel van de Erven
Caspar Flick, waar men flikjes enz. kan bekomen,
prijkt daar het buitengewoon fraaie cacao-huis
de Adelaar van C. J. van Houten en Zoon te
Weesp. Dit gebouw, inwendig even zorgvuldig
afgewerkt als uitwendig, is waarlijk een der
schoonste van de geheele markt, en maakt mat
zijne verdiepingen' een uitmuntend effect.
Ook in Amsteldamsche socolate huys de mcolen"
van J. en C. Blooker wordt diezelfde drank
geschonken, en ook dit gebouwtje is, hoewel
kleiner dan het eerstgenoemde, toch zeer inte
ressant.
De afgeloopen week is voor de tentoonstelling
rijk aan afwisseling geweest. Niet alleen toch
dat de tijdelijke tentoonstelling van groenten en
vruchten, waarvoor talrijke inzendingen waren
gedaan, plaats vond, maar ook brood en vooral
volksbrood (waarvoor een gouden medaille is
uitgeloofd) waren gedurende eenige dagen geëx
poseerd.
Een buitengewone drukte heerschte Zaterdag
11. in het Engelsche park ter zijde van het hoofd
gebouw, veroorzaakt door de vele lieden die het
opstijgen van de eerste in Nederland vervaardigde,
door een Nederlander bestuurde luchtballon
wilden bijwonen.
Mocht Woensdag jl, de regen vele kinderen
hebben teruggehouden, zij die gekomen waren
vermaakten zich uitstekend op het kinderfeest,
waar Bamberg en eenige ambtsbroeders, benevens
poppenkasten enz. de aandacht der kleinen trokken.
„Tony! Is het nog ver naar de brug?"
„Een kwart mijl."
„En waar loopt de rivier heen?"
„Naar de aanlegplaats
- „Naar de aanlegplaats Komen de stoom-
booten zoover de rivier op?"
„De booten komen den grooten stroom op
en deze rivier loopt in den stroom."
„Als wij tot aan de brug roeien, kunnen
wij dan de booten zien
„Er komt maar een klein stoombootje de
rivier op tot aan den Bteiger waar het katoen
geladen wordt en dan vaart het naar den grooten
stroom."
„Hoe ver is het naar den grooten stroom
„Een halve mijl."
„Gesteld dus dat gij mij naar de brug roeit,
zou ik dan het stoombootje kunnen zien?"
„Natuurlijk, als het er ligt."
„En als gij mij bij de brug aan land zet en
ik te voet naar den steiger ga en de boot mij
naar den grooten stroom brengt, kom ik dan te
New-Orleans
„Natuurlijk, als er een boot is."
„En zoudt gij dat doen vroeg Isidora met
een onheilspellenden blik.
„Massa Les beval my vóór de brug om te
keeren, Missy," zei Tony.
„Natuurlijk zei hij dat, het monster, de
ellendeling t De tyranNu begrijp ik waarom
wjj op onze rijtoeren nooit den weg over de
brng ingeslagen zijn. Ik heb nu een uitweg
gevonden en zal dien gebruiken."
(Wordt vervolgd
GEDEUKT BIJ DE GEBEOEDEBS ABEAHAJtS,
TE MIDDELBUBG.