MIDDELBURGSCHE COURANT
FEUILLETON.
GEEN UITWEG 1
'BIJVOEGSHL
Maandag 1 Augustus 1887. N° 178.
Middelburg 30 Juli.
DE KERMIS.
TAK DB
VAN
In dezelfde aflevering van de Berichten en mede-
deelingen van de vereeniging van leeraren aan
inrichtingen van middelbaar onderwijswaaraan wp
gisteren een en ander uit de beschouwing van
dr Hülsmann ontleenden, komt nog een belangrjjk
opstel voor van dr B. Meilink over de vraagIs
er dringend behoefte aan eene wijziging der wet
op het M. O. met het oog op de H. B. S. met
5jarigen cursus?
Hp gaat daarin kortelpk eenige bezwaren na,
die van het begin af aan tegen dat onderwijs
zjjn ingebrachten weerlegt ter loops de bewering
dat het lijden zou en leed aan gebrek aan disci
pline. Hierbij wjjst hjj op den toestand op
vroegere Fransche scholen en op onze gymnasiën.
Wie deze met die van onze H, B, scholen in dit
opzicht wil vergelijken, zal moeten toegeven dat
de tucht niet de zwakke zijde der leeraren is.
Dan constateert hp dat, wat de bewering betreft
als zou het onderwps te professoraal zpn, het
M. O. in dit opzicht beter begrepen wordt dan
vroeger.
"*V De twee hoofdbezwaren die hij weerlegt, zpn lo
Vde kwestie van de veelheid der vakken en 2o die
difit de resultaten slecht zijn.
Omtrent het eerste merken wij op dat ook dr
Meilink eene wpziging van het programma wen-
schelpk achten dit kan, volgens hem, verkregen
worden zonder wpziging der wet. Van meer
belang is hetgeen hij omtrent het laatste schrpft,
vooral omdat dit zoo geheel aansluit op hetgeen
wp gisteren overnamen uit drHülsmann's betoog,
en de kwestie ook in onze omgeving dezer dagen
meer dan ooit is besproken. De laatste bladzjjden
van dr Meilink's betoog luiden dan o. a.
»De wet moet veranderd worden, zeggen som
migen, want de resultaten zpn slecht. Velen
hebben daarbij het oog op den uitslag der examens
voor de militaire academie en vragen als parti
culiere scholen zooveel beter uitkomsten verkrpgen,
zpn zij dan niet te verkiezen boven de M. S.
Hoewel men uit beleefdheid in onze (der leeraren)
tegenwoordigheid zwijgt, zoo weet ik maar al te
goed, dat menig vader mismoedig vraagt wat
hebben wij aan dure scholen, als wij toch onze
jongens naar kostscholen moeten sturen om ze te
Breda te krijgen
Maar ik vraagis dit een criterium Is het
denkbaar, dat een school met een program, als
dat der H. B. noodzakelijk moet zjjn, met het oog
op haar bestemming, ooit zou kunnen concurreeren
met scholen, wier doel geheel alleen is, voorbe
reiding voor een twee- of drietal bepaalde examens,
die op bepaalde wjjze worden afgenomen Mp
dunkt, ik behoef de vraag slechts te stelleneen
antwoord is overbodig. Daarbp komt nog, dat
de meeste leerlingen der bijzondere inrichtingen
kostleerlingen zijn. De onderwijzer richt niet
alleen het onderwps geheel in naar het bepaalde
doel, maar hp heeft de leerlingen geheel in zpn
macht. Hun omgeving is er geheel op ingericht,
ook buiten de schooluren, om hun het bereiken
van hun doel mogelijk te maken. Vergelijk daar
mede eens de omstandigheden, waarin tal van
onze leerlingen buiten de school verkeeren.
Doch het examen te Breda sluit aan, zoo heet
het, bp de derde klasse onzer H. B. Wat wil
dit echter zeggen Dat men alleen vraagt naar
die zaken, die in de drie eerste klassan eener
H. B. gedoceerd worden. Maar men eischt die
kennis van de leerlingen reeds eenigen tijd voor
het einde van den derden cursus, daar het schrif
telijk examen reeds in Juni wordt afgenomen.
Eindelpk er wordt gevraagd tot zoover men
Vit het Dnitsch van J. v. BOTTGER.
VIJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
„Gij weet, kind," zei de oude dame tot
Therese, den dag vóór het vertrek van haar zoon
„dat men nooit vooruit kan berekenen wanneer
dat voortdurende streven der arbeiders naar
vrijheid in openbaar verzet tegen de opzichters
kan ontaarden. Ik ben altijd zoo blij als mijn
zoon tijdens de afrekening hier is. Niemand trekt
zijn billijkheid in twijfel, niemand verzet zich tegen
zijn uitspraak; mijn zoon is een echt autocraat.'1
Therese glimlachte bij die moederlijke lofrede
en zei
„Naar ik hoor zal hij ons morgen verlaten."
„Ja! Morgen. Hij is een week langer ge
bleven dan gewoonlijk ik geloof om uwent
Wil."
„Om mijnent wil vroeg Therese verbaasd
en voelde met weerzin dat zij bloosde.
„Ja zeker. Mijn zoon is uiterst rechtvaardig
Hij zegt dat gij een onweerstaanbare behoefte hebt
om u voor iemand of iets op te offeren, daarom
heeft hij u van zijn komst af nauwkeurig gade
geslagen om te zien hoe gij u in uw nieuwe be
trekking zoudt kunnen schikken."
„En is h'^ voldaan over zijne waarnemingen"
vroeg Therese niet al te vriendelijk. „Ik zou
in den derden cursus komtmaar voor een examen
is het niet voldoende, dat alles behandeld is: het
moet gerepeteerd en herhaaldelijk gerepeteerd zjjn,
het moet ingestampt zpn en daarvoor zou een
repetitie-jaar noodig zijn, na den derden cursus.
Gij kunt er zeker van zijn, dat zulk een jaar op
de bijzondere scholen, die er hun werk van maken
leerlingen voor Breda en Willemsoord af te
leveren, niet ontbreekt. Is het dan niet eer te
verwonderen, dat er nog leerlingen van H. B.
worden toegelaten, vooral als men een geoefend
heid in het oplossen van vraagstukken onderstelt,
zoo groot als noodig is om op een examen het
meetk. vraagstuk op te lossen, dat dit jaar, ik
meen als no. 1, prpkte onder de opgaven voor
het toelatings-examen te Breda.
Neen, wil men de resultaten van het M. O.
beoordeelen, men sla een anderen weg inDe
lijsten van De Loos kunnen ons daartoe dienen,
Zpn onze leerlingen niet gebleken uitstekend
geschikt te zpn voor studie? Vanwaar anders,
dat zij, die zich naar de hoogeschool begaven,
aldaar tot de allerbeste leerlingen behoorden,
blpkens het getuigenis van prof. Van Bemmelen
en volgens de bovengenoemde lpsten? Dit zegt
meer dan de indruk, dien onze leerlingen dikwijls
geven bp een examen, dat over zooveel vakken
loopt als het eindexamen. Daar maakten jongens,
van wie ik wist, dat ze in alle opzichten konden
geacht worden behoorlpk te zjjn ontwikkeld en
dus geschikt om hun weg te vinden in de maat-
Bchappp, meermalen een zeer matig figuur. Om
gekeerd is het mij herhaaldelijk gebleken, dat
leerlingen van andere scholen, wier examen mjj
ernstig deed twpfelen aan hun recht op het ver
langde diploma, het werkeljjfc leven ingetreden,
daar toonden, dat ze onbillijk door mjj beoordeeld
waren. Wie den vpfjarigen cursus heeft afgeloopen
en het diploma verkregen, moge later wegens
gebrek aan energie of karakter, of door het ongeluk
vervolgd, te gronde gaande groote meerderheid
heeft getoond, dat de inspanning, die van hen
gevorderd is, hun niet alleen de noodige kennis
heeft aangebracht, maar ze ook gestaald heeft en
geschikt gemaakt voor den strjjd om het bestaan.
Maar de overladings-kwestie danPas hebben
ons de dagbladen bericht, hoe Schorer in Duitsch-
land opnieuw den strjjd tegen overmatige studie
heeft opgestookt. Tal van geleerden steunen hem
daarbp met allerlei mooie of minder mooie
spreuken. Ik geloof gaarne, dat in Duitechland
de nood der leerlingen hoog gestegen is, maar,
wanneer men in ons land alarm roept, meen ik,
dat het ook zpn nut hebben kan van den beginne
af voor overdrjjving aan den anderen kant te
waarschuwen
Ik stel toch tegenover Duitschland het praktische
Engeland. Daar was overlading tot nu toe weinig
bekend, maar wat zjjn de resultaten Een han
delsman te Londen klaagde onlangs in een der
tjjdscbriften dat hjj een oproeping gedaan had
voor een bediefide, die geschikt was voor iets
meer dan het dagelpksche routinewerk. Sollici
tanten in overvloed, maar de brieven van zjjn
landgenooten kon hij bjjna allen terstond ter zijde
leggen; ze wisten weinig of niets.
Er bleef hem niets over dan te kiezen tusschen
eenige Duitschers. Hebt ge boxers, koetsiers,
stalknechten, hardloopers enz. noodig, die kunt
gjj bij ons vinden, zoo ongeveer laat hij zich uit.
Ons opvoedingstelsel vormt ze. Maar hebt ge
kennis noodig, dan moet ge vreemdelingen hebben.
Toch is het goed dat men tegen overlading
wake. In de laatste klasse vooral zp het huiswerk
met zorg gekozen en niet te omvangrjjk. Dat
echter aan jongelieden van 17—19 jaar een ernstige
taak wordt opgelegd, wie zal het wraken? Oefe
ning is noodig, zoowel voor den geest als voor
het lichaam. Aan de ouders echter vooral voegt
het te waken, dat de behoorlijke grenzen niet
worden overschreden. Zp zijn verplicht desnoods
hun zoons te dwingen tot ontspanning en lichaams
oefening en de onderwijzers te waarschuwen, waar
de grens overschreden wordt. Maar men verlangt
dan ook niet, dat jongens met zeer middelmatigen
aanleg jaar op jaar overgaan en ten Blotte een
goed eindexamen afleggen.
Is, volgens dr. Meilink, het middelbaar onder
wps in hoofdzaak zoo goed ingericht als 't kan,
liever gezien hebben dat de heer Davenport er
op vertrouwde dat ik kon wat ik wilde."
„Gij neemt het hem toch niet kwalijk
„Wel eenigszins", zei Therese met een
zenuwachtig droog lachje. „Ik kwam om redenen
die mQ alleen betreffen hierheen, zonder te weten
dat ik een onderkomen zon vinden in het huis
van den besten vriend van mijn zwager. Voor-
loopig kan ik niet naar New-Orieaus terug.
Waarom zou ik dus hier niet blijven om voor u
te lezen, te naaien, met u te praten, een weinig
piano te spelen, uw ongelukkigen neef eenige
afleiding te bezorgen en
„De luimen der vrouw van mijn zoon te
verdragen", zei mevr. Costa op bitteren toon.
„Het is niet aan mij, roevrouw, om de vrouw
die den geachten naam van uw zoon draagt te
vernederen, maar wanneer het schijnt dat som
mige karakters vatbaarder zijn voor den invloed
van vreemden dan voor dien hunner nabestaanden
wanneer ik, om zoo te zeggen haar in eenig
opzicht van nut kon zijn, nu dan zie ik daarin
een niet geringe beweegreden om hier te blijven."
Mevr. Costa had haar met gespannen aandacht
aangehoord; thans leunde zij achterover in haar
stoel en zei met een zucht, van verlichting:
„Ik dank u. Konduit gezegd, vreesde ik
dat ik van uw gezelschap beroofd zou worden, dat
mg reeds onontbeerlijk is geworden, daar ik de
bezwaren van mpn zoon en uw zucht naar
onafhankelijkheid kende. Thans zou ik u echter
zeer dankbaar zijn indien gij mij iefs wildet
kleine verbeteringen kannen nog aangebracht
worden door een wpziging van het programma
der eindexamens. De klagers plaatsen zich voor
het meerendeel op een verkeerd standpuntde
een houdt alleen rekenschap met de eischen van
sijn vak; de ander schrpft het toe aan de school
wat een gevolg is van de omstandigheden, vooral
dikwijls, van wat geweten moet worden aan de
huiselijke omgeving. Zeer velen maken verge
lijkingen, dia geheel mank gaan. Zoo zp, die de
kostscholen als vergeljjkingsSteun kiezen. Daar
toch zpn de gegevens zoo geheel verschillend, dat
van vergelpking geen sprake kan zpn. Wil men
de vruchten van het M. O. beoordeelen, men
vergelijke den tegenwoordigen toestand met den
tjjd voor '68, toen het onderwps in de natuurwe
tenschappen geheel achterstond en de school nog
geregeld was naar de behoeften van den tpd,
waarin de stoommachine bpna onbekend was en
de telegraaf nog moeBt worden uitgevonden.
Toen wp indertijd, bp gelegenheid van het
jubilé van den heer Eduard Bamberg, schreven
over de oude garde, begingen wp een onwille
keurig verzuim door daarbp niet te noemen den
heer Veltman, een der verdienstelijkste veteranen
van het tooneelgezelschap van den heer Van Lier.
In Amsterdam nog steeds gewaardeerd dit
bleek toen ook hij in den afgeloouen winter, zpn
jubilé vierde, waarop letterkundigen en andere
mannen van naam zich bepverden hem hunne
hulde te bewpzen, vormt bij het middelpunt in
eene afdeeling van bovengenoemd gezelschap, rond
wien een hoogst verdienstelijke actrice als mevrouw
Eilenberger en tal van jongere elementen, o. a.
de heer Potharst, zich scharen.
Ter afwisseling met een vorig jaar komt thans
die afdeeling van het Hollandsch tooneelgezelschap
uit de Arastelstraat onze kermis veraangenamen.
Men herinnert zich de voornaamste leden ervan
nog uit de opvoeringen van Denise, De Roovers
van Schiller en Maria Antoinette.
Zondag wordt de reeks der voorstellingen ge
opend met het karakterstuk Nellynaar Dickens'
bekenden roman, waarin de beer Veltman de
hoofdfiguur van Daniel Quilp weergeeft op zeer
karakteristieke en kunstvolle wijze.
Wp vestigen hierop de aandacht en hopen dat
het gezelschap van den heer Van Lier dit jaar
even tevreden mag zpn als in 1886.
Wellicht krpgeu wij ook nog wel eens, nu
mevrouw Ellenberger hier toch is, Schimmel's
Zege na strijd te zien met de aardige en ferme
figuur van Vrouw Moes, een rol, waarin die dame
wijlen mevrouw Kleine naar de kroon steekt.
Moge de natuur ook tevens meewerken en te
groote hitte het publiek niet afhouden van een
bezoek aan den schouwburg, waar zeker wel de
degelijkste uitspanning, van alle kermisvermake
lijkheden te vinden is
Volgens het verslag van de handelingen van
het veeartsenij kundig staatstoezicht in 1886 is dat
toezicht thans aan 9 districts-veeartsen en 58
plaatsvervangende distriets-veeartsen opgedragen.
Het aantal practieeerende veeartsen bedroeg op
1 Januari 1887 in het rpk 393, waarvan 167
krachtens afgelegd examen en 226 toegelaten
empiristen.
Uit de m9deelingen omtrent het voorkomen der
veeziekten, niet in heb kon. besluit van 14 Maart
1880 als besmettelpk verklaard, blijkt, dat de
gezondheidstoestand van het vee in 1886 over
het algemeen zeer voldoende was en dat de mime
opbrengst en de goede hoedanigheid der voeder
gewassen in 1886 gunstig op de gezondheid van
den veestapel hebben gewerkt.
Hierop maakte echter uitzondering Zeeland,
alwaar schaapspokken en, volgens het verslag van
den veearts te Goes, op Zuid-Beveland veel kolieken
bp paarden en indigestie bp runderen voorkwa
men, waarschpnlpk veroorzaakt door minder goed
voedsel, terwpl in Friesland de toestand van bet
vee weder meer te wenscben overliet dan in 1885:
door het voorkomen van catarrhale aandoeningen
bp de paarden, digestiestoornissen bp het rundvee
en de kalverziekte en het belvuur onder het jonge
vee. In Zuid-Holland werd septische pleuro-
voorlezen; dat kalmeert mij altijd. Mijn zoon
vertrekt van avond na de thee en is wil bp het
middagmaal goed gestemd zijn".
Therese nam het boek, las eenigen tijd totdat
mevrouw Costa in slaap gevallen was, en nadat
zij een gazen sluier over haar uitgespreid had
verliet zp stil de kamer.
„Ik heb op u gewacht; want ik wilde gaarne
dat gp mij vergezeldet naar de rivier", zei Daven
port, zoodra zp op de veranda verscheen. „Het
is de laatste maal dat ik mijn geluk bij de
vischvangst Ijan beproeven". Hij zat op de trap
voor de kamerdeur zijner moeder en zocht in een
kistje naar dobbers en viscbhaken. Onder aan
de trap stond een mulatten knaap met een pot
vol pieren in de hand, een hoed zonder rand op
zijn ongekamde haren, en zag hem met schitte
rende oogen aan.
„Dat is heerlijk zei Therese, „en mevrouw
Davenport
„Bedankt er voor om op een boomstam te
zitten en door de muggen geplaagd te worden".
Toen Therese haar hoed gebaald had, stond
Isidora eensklaps voor haar zij was op haar
gewone onhoorbare manier genaderd.
„Gaat gij niet met ons mede?" vroeg
Therese.
»Ons? Meent gij daarmede den heer Daven
port en u! Neen dank u wel. Ik gun n die
pret van het hengelen 1" zei zij met oogen die
van jaloezie gloeiden.
„Dat is een goed teeken", dacht Therese,
pneumonie bjj kalveren waargenomen.
Omtrent de schaapspokken zegt het verslag 0. a.
Schaapspokken, die gedurende de laatste jaren in
Nederland zeer weinig en dan nog slechts sporadisch
waargenomen werden, kwamen dit jaar in Zeeland
veel voor, waarschpnlpk van Balgie geïmporteerd.
Nadat in September het eerste geval door den
veearts v. d. Wal te Kapelle geconstateerd was,
kregen de pokken in October op Zuid-Beveland -
zoodanige uitbreiding, dat in overleg met 's konings
eommissaris in Zeeland eene commissie werd aan
gewezen, om ter plaatse een onderzoek in te
stellen en maatregelen ter bestrijding der epizoötie
aan te geven.
Een uitvoerig verslag der heeren dr Ruijsch en
Wirtz geeft een algemeen overzicht omtrent den
loop der epizoötie en de genomen maatregelen,
waar tevens vermeld zpn de uitkomsten der ovi-
natie, in November in de gemeente Klinge verricht.
Het aantal aangetasten van 5 Sept.—9 Dec.
bedroeg in Zeeland 195, waarvan zpn gestorven
35, onteigend 16 en hersteld 144.
De ziekte kwam bp 13 eigenaars voor te Kapelle,
Goes, Rilland-Batk, Grauw en Klinge.
De uitbreiding werd bestreden door verbod van
uitvoer van sebapen uit de besmette gemeenten,
strenge handhaving van art. 21 der veewet, af
making van de zieke schapen, tenzjj ióo goed
voor afzondering gezorgd kon worden, dat geen
bezwaar voor besmetting 'té vreezen was, ver
branding der afgemaakte schapen, verbod van
grazen van verdachte schapen buiten de erven,
ovinatie en toepassing der ontsmetting door een
detachement militaire ontsmetters.
De ovinatie werd onder leiding van dr Wirtz
op 89 schapen met gunstig gevolg toegepast.
Van de (70 -j- 2 -f- 1 -f- 32 rr) 105 door be
smetting op natuurlijken weg aan de pokziebte
geleden hebbende schapen zpn 30 gestorven, bij
gevolg 28.6 pet.
Van de (122 1 32 89 met gevolg
geovineerde schapen, zijn 5 gestorven en 10 afge
maakt, samen 15 verloren gegaan, (waarbp de
zes afgemaakte schapen, die waarschpnlpk her
steld zouden zpn, buiten rekening blpven); bijgevolg
16.9 pet.
Behalve het hoofddoel, de spoedige uitroeiing
der ziekte, is derhalve met deze noodinenting
bereikt, dat onder de schapen, waarop de zoo
.laat toegepaste maatregel invloed kon hebben,
het verlies aanzienlpk minder geweest is dan
onder de overige.
De uitslag dezer ovinatie mag te meer als gunstig
aangemerkt worden, omdat zg verricht werd
lo in eene kudde die reeds gernimen tpd lpdende
was en 2o in zeer ongunstige omstandigheden,
wat betreft het jaargetijde en de weergesteldheid.
Behalve in Zeeland kwamen schaapspokken
niet voor, dan 1 geval te Metslawier in Friesland.
Een aantal houten en linnen gevaarten, meer
of minder sierlijk, sommige zelfs onoogelijk,
hebben hunne plaats op onze pleinen gevonden,
nadat het carillon van den Abdijtoren officieel
den volke bond gedaan heefi dat er een veertien -
daagsch tijdperk van pret is aangevangen.
Poffertjes-, oliekoeken- en wafelgeuren ver
spreidden zich over de Markt en plegen een aan
slag op de reukzenuwen van de voorbijgangers,
terwijl de orgels van de dicht bij elkaar geplaatste
caronssels en de andere muziekwerktuigen van
de verschillende vermakelijkheden hetzelfde doen
op een ander van oeze zintuigen.
Vreemdsoortig gekleede personen, met iefs
Zigeunerachtigs in uiterlijk en taal, bewegen zich
tusschen de barakken en worden met nieuwsgierige
belangstelling gade geslagen door de jeugd, die
vau den eersten dag af aan zich op de hoogte
stelt van hetgeen er wordt opgeslagen.
De kramen hebben voor hen de minste aan
trekkelijkheid zoolang de heerlijkheden nog niet
zgn uitgestald en de bermiscenten nog niet in
hunne diepe zakken dansen, maar de grootere
of kleinere tenten vooral zijn het die hun belang
inboezemen en reeds bij het iu elkaar zetten een
welke die kinderachtige vrouw geheel doorgrondde
doch overluid zei zij„ronduit gezegd ben ik
ook geen liefhebster van visscheD, maar daar
ginds aan den osver is het zoo schoon en er is
een schuitje, waarmede wij een beetje kunnen
roeien, terwpl uw man aan den oever zit en kan
opletten dat wg geen ongeluk krggen."
„Als ik meega speelt gij daa van avond
nog eens den Fandango Ik snak er naar om
bem nog eens te hoerenZeg jalieve juffrouw
Gay lord
Ja!" zei Therese aarzelend, doch vast
besloten om op alle mogelijke manieren invloed
op dit onstuimige karakter te krijgen.
Davenport keek eenigszins verbaasd toen hij
merkte dat het gezelschap aangegroeid was.
„Zoo, hebt gij u bedacht zei hij, ziende
dat Isidora een gazen sluier om haar hals wond.
„Neen zij heeft mij overgehaald. Als gg
het echter liever wilt, blijf ik thuis."
„Als ik uw gezelschap niet begeerd had
zou ik u niet gevraagd hebben om mee te gaan;
het doet mij genoegen dat mejuffrouw Gay lord
zoo'n goeden invloed op u heeft. Kom Tony,
neem de gereedschappen en het aas; wij gaan."
„Ja maar zij heeft mij eerst moeten beloven
dat zij van avond den Fandango voor mij zal
spelen," antwoordde Isidora overmoedig. „En als
ik heel lief ben krijg ik de Zingarelia op den
koop toe."
„Ik vond dat bet beste," antwoordde Therese
halfluid op den vragenden blik van Davenport,