Rscïitszaksn.
Verspreide Berichten.
EEN «NOTABEL" NOTABELE.
Zondag doopte de ruim 83jarige hofprediker
de heer dr C. E van Koetsveld zijn achter klein
zoon een feit dat in de geschiedenis der Haagsche
hervormde gemeente en zeker wel in die van
vele andere, tot de hoog zeldzame gebeurtenissen
behoort.
Arrondissement s Rechtbank te Middelburg.
Het grootste deel van Arnemuidens mannelijke
bevolking was heden ochtend in de rechtszaal
der bovengenoemde rechtbank bijeen om getui
genis af te leggen in de vroeger reeds medegedeelde
zaak tegen J. L. de T., oud 56 jaren, landbouwer
to Arnemuiden.
Volgens de dagvaarding, die wij in ons nommer
van 6 Juli in haar geheel opnamen, wordt hem
te laste gelegd dat hij op 4 December 1886, als
voorzitter van het stembureau voor verkiezing
van notabelen der Hervormde gemeente aldaar,
valschelijk en in strijd met de waarheid, in het
proces-verbaal den uitslag der gehouden stem
ming heeft vermeld of doen vermelden.
dat hij, na afloop der stemming, een aantal der
door de stemgefechtigden ingeleverde stembriefjes,
die behooren tot het archief der Hervormde
gemeente te Arnemuiden, opzettelijk en weder
rechtelijk heeft weggemaakt
dat hij, in plaats van die weggemaakte stem
briefjes, uit het archief van voornoemde Hervormde
gemeente heeft weggenomen eenige gedrukte
oningevulde stembriefjes, die briefjes zalf valechelijk
heeft ingevuld met dng, dagteekening en uur van
Zaterdag 4 December 1S86, 4 en 7 uren, waarop
de stembriefjes voor voornoemde verkiezing
meeaten worden ingeleverd en de opening der
stembus plaats had, en daarop heeft geschreven
op ieder briefje zijn eigen naam en nog twee
andere namen, met het oogmerk om die stem
briefjes te doen doorgaan voor stembriefjes, door
de stemgerechtigden ingeleverd
dat hij met dat doel die aldus door hem ver-
valschte stembriefjes dau ook ter tafel beeft
gebracht in de vergadering van notabelen van
11 December jl. en die stembriefjes met de andere
ingeleverde, die door hem niet weggemaakt wareD,
heeft voorgelezen om te doen gelooven, dat de
uitslag der stemming werkelijk was zooais bij
die aanvankelijk had opgegeven
dat op zijn last in de godsdienstoefening op 12
December jl. in de Hervormde kerk te Arnemui
den van den predikstoel, door den predikant
Kijnders is afgekondigd, dat tot notabelen in die
gemeente verkozen waren Jan Wisse, J. L. de
Troije en Cornelis van Belzen;
dat, hierdoor de beklaagde heeft veroorzaakt,
dat behalve J. Wisse en C. van Belzen, ook hij
zelf als notabele verkezen werd geacht, terwijl
in werkelijkheid niet hij, maar D. Kousemaker
als notabele was verkozen
dat dientengevolge D. Kousemaker geeu nota
bele i3 geworden en daardoor ook niet heeft
verkregen eene vrije zitplaats in de kerk, waarop
hij als notabele recht had.
Niet minder dan 60 getuigen en 2 deskundigen
waren in deze zaak door het O. M. gedagvaard.
In de eerste plaats werd voorlezing gedaan
van het arrest van verwijzing, van het rapport
van de heeren J. van Sluijs en P. G. de Jager,
die als deskundigen in dit proces optreden, en van
het proeesverbual van huiszoeking bij beklaagde.
Daarna werd den beklaagde door den voorzitter
gevraagd of hij bij zijne, voor den rechter van
instructie afgelegde, volledige bekentenis volhardde
wat hij toestemmend beantwoordde, terwijl hij ook
omtrent verschillende hem getoonde schrifturen
verklaarde dat dit waren het dcor hem opgemaakt
proces verbaal, de in beslag genomen stem
briefjes enz.
Alsnu werd overgegaan tot het getuigenverhoor.
Uit den aard der zaak kunnen wij niet van
alle verklaringen melding maken, wat trouwens
overbodig is omdat zij eenvoudig strekten om de
bovengenoemde feiten vast te stellen.
In de eerste plaats bleek dan in hoofdzaak dat
beklaagde, die president kerkvoogd wa3, er
belang bij had als notabele te worden gekozen
daarop zei zij overluid: „Mocht men naar mij
vragen Andries, zeg dan dat ik een eindje wandel
maar terstond terug kom".
„Ja miss, indien er naar gevraagd wordt"
zei Andries, alsof dit tot de onmogelijkheden be
hoorde, opende de deur en liet de jonge dame
uit. Met vluggen tred snelde zij naar haar kamer,
waar zij bij het binnenkomen nog juist een wit
kleedje met kant bezet door de glazendeur zag
verdwijnen en de veranda opgaan, terwijl een
welriekende Oostersche geur de kamer vervulde.
Een licht, spotachtig laclje klonk haar in het
oor en overtnigde haar dat haar oog baar niet
bedrogen had.
„Een bespiedsterDus heeft mijn toover-
slot ook kruipende elementen" zei zij terwijl ze
half lachend, half boos voor haar koffer stond,
waarvan de inhoud blijkbaar door een onbekende
in haast doorzocht was. Zij sloot den koffer
en ging op ontdekking uit. Vóot de veranda
bleef zij een oogenblik staan om het huis te
bekijken. Het had den eentonlgen vorm van
alle plant8ge huizen in het zuiden groot, met
evenveel deuren als vensters. Hechts was een
groete serre om 's winters de bloemen te bewaren.
Iets verderop lag de kegelbaan. „Een kegelbaan!
Wie zou die gebruiken", dacht zij, er zieh heen
begevende, „waarschijnlijk amuseeren mijn mees
teres, madame en mijnheer zich op die manier".
Wordt vervolgd
omdat, wijl kerkvoogden door en uit notabelen
worden benoemd, van die verkiezing zijn in
functie blijven als kerkvoogd afhing.
Verder bleek uit de toelichting, die door de
deskundigen van hun schriftelijk rapport werd
gegeven, de valschheid van Ï22 ten processe
voorhanden stembriefjes, wat bekl. niet tegensprak.
Geconstateerd werd ook dat notabelen en
kerkvoogden recht hebben op het genot van eene
vrije zitplaats inde kerk,<welk voorrecht volgens
sommige getuigen op 2 volgens anderen op ƒ1.50
te schatten is.
Uit de verklaringen van de leden van het stem
bureau bleek dat bij de verkiezing op 4 December
De T. als ^voorzitter de briefjes voorlas zonder
dat zijne medeleden hem daarbij controleerden en
het steeds de gewoonte was dat de president de
stukken, op de verkiezing betrekking hebbende,
en de stembriefjes onverzegeld met zich naar huis
nam. Ook bleek dat op verzoek van een der
kiesgerechtigden, die van oordeel was dat de
uitslag der verkiezing anders was dan in het
proces verbaal werd gemeld, een onderzoek was
ingesteld en daarbij door De T. de vervalschte
briefjes waren ter tafel gebracht.
Een der kerkvoogden deed op de vragen van
den president ook nog eenig licht opgaan over
de administratie, door beklaagde over de kerke
lijke fondsen gevoerd, en deelde mede dat bij de
laastste kasopneming eene aanmerkelijke som
ontbrak. Later is echter het te kort aangevuld.
Achtereenvolgens verschonen nu verschillende
getuigen die, allen kiesgerechtigden, óf het dcor
hen ingevuld en ingeleverd biljet onder de ter
tafel gedeponeerde stembriefjes herkenden, óf
verklaarden dat hst daarbij niet aanwezig was,
óf wel mededeelden dat zij het niet herkennen
konden omdat zij het door een ander hadden
laten invullen.
Op geen dezer getuigenverklaringen werd door
den bekl. aanmerking gemaakt.
Ook kwam het geldelijk beheer nog ter sprake
en, naar aanleiding van de daarop betrekking
hebbende getnigenisseD, verklaarde bekl. dat in
December van het vorige jaar zijne administratie
niet in orde was.
Een merkwaardig staaltje van de wijze waarop
de zaken behandeld werden werd daarbij nog
dcor een kerkvoogd-getuige meegedeeld. Wanneer
hij in de vergaderingen van dat college vragen
deed of inlichtingen vroeg, werd hij steeds met
een kluitje in het riet gestuurd, ja zou hij, naar
hij zich uitliet, haast nog karts loopen een pak
slaag te ontvangeD. Die wijze van handelen
beviel hem niet en hij had dan ook niets geen
aardigheid meer in zijne waardigheid.
Nog andere onregelmatigheden werden door
andere getuigen aan den dag gebracht. Zoo zat
bijv. de president kerkvoogd, die niets met het
college van notabelen te maken bad, als lid van
het stembureaukon geen der kerkvoogden
opheldering geven waarom er een verkiezing van
drie notabelen was uitgeschreven en niet van
twee, zooals het reglement voorschrijft, ettz.
Nadat alle getuigen waren gehoord met
uitzondering van een paar, die op grond van
familiebetrekking met de bekl. van het afleggen
van getuigenis werden vrijgesteld, ging de
president der rechtbank jhr mr A. van Rei
gersberg Yerslugs over tot het verhoor van den
beklaagde. Deze erkende al het tegen hem in
gebrachte en gaf als reden voor zijn vervalschin-
gen op dat hij, wegens achteruitgang in zijn
zaken, van de gelden der kerkelijke fondsen tot
eenbedrag van ongeveer 1500 gebruikt heb
bende, zijn plaats als president-kerkvoogd moest
behouden, wijl anders het verdwijnen van het
geld publiek worden zou.
De ambtenaar van het O. M,, de heer mr. J.
A. van Hoek, kwam vervolgens aan het woord.
Gedurende vele jaren zoo ongeveer sprak
de officier van justitie heeft bekl. in Arne
muiden op kerkelijk gebied eene groote rol ge
speeld, wat hij waarschijnlijk daaraan had te
danken dat hij in verstandelijke ontwikkeling
eenigezins uitblonk boven de andtre leden der
gemeente. Hij heeft echter van die meerdere
ontwikkeling een schandelijk misbruik gemaakt
en het vertrouwen, dat zijne mede ingezetenen in
hem stelden, ten eenenmale verbeurd,
Langzamerhand begon het bestuur van den
president kerkvoogd wantrouwen te wekken en
toen deze zich aan eene verkiezing moest onder
werpen kwamen de gemeenteleden tegen voort
zetting van zijn bestuur op en weuschten daarin
verandering te brengen.
Beklaagde, dit bemerkende, wist ook daartegen
een middel. Schromelijk misbruik makende van
het vertrouwen dat zijne twee medeleden stem-
opnemers in hem stelden, wist hij handig van de
stembriefjes ai dere namen te lezen dan er op ver-
me'd waren en zoodoende het eindresultaat te
verkrijgen dat hij weder met vlag en wimpel
herkozen werd.
Het duurde echter niet lang of er ontstond over
de verkiezing te Arnemuiden gemor en foen dat
ter oore kwam van de justitie trok deze zich de
zaak aan, met het gevolg dat de bekl. thans hier
als falsaris terechtstaat.
Niet alleen eerzucht was het die bekl. dreef
om te handelen zoo als hij deed, maar voorname
lijk was 't financieel belang dat hem daartoe noopte.
Uit de verklaringen van verschillende getuigen
blijkt dat bekl. een doel der kerkelijke fondsen ver
duisterd had en alleen aan de hulp van familie
betrekkingen van De T. is het te danken dat de
kerkelijke fondsen geen schade hebben geleden.
Bekl. staat terecht wegens 4 verschillende
delicten: intellectueele valschheid, materieele
valschheid, het gebruikmaken van valsche stukken
en vernietiging.
De ambtenaar ging in het breede de verschil
lende delicten na, om tot de conclusie te komen
dat die allen wettig en overtuigend bewezen zijn.
Verder werd door den ambtenaar aangetoond
dat de bij de wet gevorderde vereischten voor
valschheid aanwezig zijn en daarna veroordeeling
van bekl. geëischt tot 2 jaar gevangenisstraf
benevens in de kosten van het geding,
De bekl., die na die vordering diep bewogen
was, beval zich in de clementie der rechtbank aan.
Uitspraak heden over 8 dagen.
Verder werden heden nog veroordeeld wegens
mishandeling: C. van K. 24 j., kleermaker
Terneuzen, tot 3 m. gev.P. H. 16 j., werkman
Wemeldinge, tot 3 m. gev.; C. v. d. D. 20 j.,
visscher Goes, tot 14 d. gev.W. B. 20 j., C. v.
d. B. 19 j., C. van S. 20 j., A. van G. 22 j.,
P. de L., 21 j., G. van G. 21 j., allen boereu-
knechts, de le wonende te Colijnsplaat, de 2e,
3o, 5e en 6e Cortgene, de 4e Wissekerke, ieder
tot 2 m. gev.
d i e fs t a 1C. C. 38 j., h/v. van C. L. J.,
werkvrouw Sfc Jan Steen,, tot 14 d. gev.E. R.
28 j„ werkman Moerbeke, tot 3 d. gev.
b e 1 e e d i g i n gP. E. 27 j., arbeider Hans-
weert, tot J 10 b. s. 10 d. h.M. A. B. 19 j.,
kleermaker Goes, tot 8 d. gev.; J.P. W. J. 37j.,
h/v. van G. A., Middelburg, tot 1 b. s. 1 d. h.
vernieling van een anders goed:
A. R. 27 j., arbeider Goes, tot 14 d. gev.
Allen in de kosten.
Kantongerecht te Middelburg.
Heden zijn veroordeeldI. G., Meliskerke, we
gens het als gebruiker van een stuk land niet
voldoen aan den last van het dijksbestuur om in
den dam, welke in de poldersloot is gelegen en
tot zoodanig land toegang geeft, te leggen eene
buis met zoodanige opening als dat bestuur noo-
dig oordeelt, tot 5 b. s. 1 d.J. M., Domburg,
wegens aanwenden van pogingen om wild te be
machtigen door middel van wildstrikken tot ƒ10
b. s. 3 d. met verbeurdverklaring der drie wild
strikken en vernieling daarvan bevolen; J. de V.
Jz., Koudekerke, wegens het zoeken naar eieren
van waterwild op ongeoorloofden tijd tot 3 b.
s. 1 d.L. R. Jz., Koudekerke, wegens idem, tot
f 1 b. s. 1 d.P. B. Jz., Koukekerke, wegens
het rapen van eieren van waterwild op ongeoor-
loofden tijd tot 3 b. s. 2 d., en verbeurdver
klaring der vijf eieren of derzelver geldelijke
opbrengst; C. de R,, Vlissingen, wegens het
bemoeielijken van het reizend publiek aan een
der spoorwegstation tot 0.50 b. s. 1 d.W.
C. K., Vlissingen, wegens het baden in de nabij
heid van bewoonde huizen, tot 0.50 b. s- 1 d.;
C. P. Jz., Westkapelle, wegens lo het zoeken
van eieren van wild in April zonder vergunning
en niet in gezelschap van den eigenaar of recht
hebbende op den grond, en 2o het opgeven van
een valschen naam tot f 3 b. s. 2 d. en f 10 b.
s. 3 d.
Verder wegens dronkenschap: A. de W., P.
Vlissingen, ieder tot 1 b. s. 1 d.M. H,
L. M., Vlissingen tot 3 b. s. 2 d.; L. de R.,
Vlissingen, tot 5 b. s. 2 d.W. H., Vlissingen
tot 2 b. van f b. s. 2 d. elke b.wegens het
in dronkenschap verstoren der ordeW. F. v. d.
P,, F. W. P., Middelburg, ieder tot f 2 b. s. 2 d.
En allen in de kosten van het geding.
Volgens de G. Ct. is door den burgemeester
van Wolfaartsdjjk bjj de rjjks-politie aanvrage
gedaan om adsistentie bjj gelegenheid van de op
Woensdag a. te openen stembus. Aan die aan
vrage zal worden voldaan.
Of de toestand ook gespannen is
De graaf van Parijs wordt in ons land ver
wacht.
Te Arnhem is een timmerman, die half
slapend was opgestaan, vermoedelijk om te gaan
drinken, van de trap gevallen en weinige uren
later aan de gevolgen overleden. Op de hoogte
van de sluis van het Steenenhoeksche kanaal is
een meisje van 15 jaar van een zeilend schip in
de Merwode gevallen. Hoewel dadelijk eene boot
werd uitgezet, mocht het niet gelukken haar te
grijpen; zjj was reeds in de diepte verdwenen.
Er zjjn te Amsterdam valsche guldens in
omloop; en te Weert valsche éen-mark stukken,
die moeilijk uit echte te kennen zijn en het jaar
1866 dragen.
Te Wons heeft er Zaterdag een verwoede
strjjd plaats gehad tusschen doleerende en syno
dale Christenen. Eerstgenoemde wilden zich van de
kerk meester maken. Twee hunner begaven zich
in de kerk om de klok te luiden, doch werJen
door de bewakers daarin verhinderd, waarop een
tiental doleerenden, die buiten stonden te wachten,
hunnen broeders te hulp kwamen om de kerk te
bestormen. Dewijl allen met knuppels en andere
voorwerpen gewapend waren, ontstond er spoedig
een bloedig gevecht, dat al meer algemeen werd
daar van baiten het dorp, op het sein van eene
witte vlag op de schuur van een der doleerenden,
anderen kwamen aangevlogen om deel te nemen
aan den strjjd. Zelfs vrouwen, met luiwagens en
bezems gewapend, vochten verwoed mede. Een
man, die een slag met een knuppel op het hoofd
had gekregen, werd bewusteloos weggedragen.
Men heeft dezen (een arbeider uit Sexbierum)
echter 's namiddags weder op het land gezien.
Een ander werd de wang geheel ingescheurd, een
derde de baard nit het gezicht getrokken. Ver
scheidene zag men met bebloede gezichten. De
doleerenden hadden gebruik gemaakt van het
oogenblik dat er in het geheel geen politie aan
wezig was, terwjjl de gansche week een paar
agenten de wacht hadden gehouden.
Zondag ging, dank zjj het flink optreden van
den burgemeester, alles rustig voorbjj en had de
goddienstoefening, geleid door den wettigen
ringpredikant, zonder verstoring der orde plaats.
Onder het opschrift gastronomied. w. z.
„lekker eten," kondigt een ex-kuiper ergens in
N.-Brabant in de Prov. Nbr. Ct van 11 Juni aan
dat hij heel wat lekkers dageljjks verkrijg
baar heeftnameljjk afval van geslachte
varkens, afkomstig van de Anglo-Dutch Pigs
Cie Limited (dus niet van eene vereeniging ten
onzent „zeer geschikt" die afval „tot
het vervaardigen van hoofdkaas en dergelijke
lekkernijen." (Landb. Ct.)
Een vierjarig meisje te Haastrecht, dat ver
leden week door een hond werd gebeten, die
gebleken is dol te zjjn, is naar Par ijs gezonden,
om onder behandeling van prof. Pasteur te worden
gesteld.
De Amsterdamsche politie heeft de hand
gelegd op een gezelschap van elf inbrekers, dieven,
ladelichters en dergeljjken, die sedert eenigen
tjjd de kleine inbraken en diefstallen pleegden.
Eenige dier heeren zjjn nog zeer jong, anderen
reeds redivisten in het vakbjj hen bevinden zich
twee Duitschers, waarvan een reeds over onze
grenzen gezet, doch weder teruggekeerd is. De
heeren opereerden niet allen in vereeniging,
doch vier aan vier; twee werkten voor gezamen-
ljjke rekening en een stal voor eigen risico. Ze
werden ook niet allen te gelijk gevat, doch op
verschillende plaats en tjjd.
Op een examen voor onderwij
zeres!
Examinator. Indien ik zeg: „de sultan legt op
een divan;" welke taalfout maak ik dan?
Zjj. Geen fout.
Examin. Denk eens goed. Ik herhaal nog
eens„de sultan legt op een divan".
Zij. U maakt dan geen font.
Examin.: Schrjjf het eens. Misschien verstaat
u mij verkeerd.
Zjj (schrjjft.) „De sultan legt op een dief aan".
(Tableau
Bij den wielerwedstrijd, Zaterdag te Amster
dam gehouden, heeft de bekende heer Kiderlen
zich weer kranig gehouden. Hjj won o. a. den
hoofdprjjs bjj den internationalen hoofdwedstrijd
voor twee wiekrs. Voor het begin van den wed
strijd, werd bem, ter eere van zjjn jongste over
winning in Engeland, door de A. V. C. onder het
algemeen „hoezee een lauwerkrans aangeboden.
Het Engelsche hoogerhuis nam de Iersche
strafwet bjj derde lezing aan.
In het lagerhuis vestigde gisteren de afgevaar
digde Walter Ling de aandacht zjjner medeleden
op de beleedigende woorden, welke de heer Tanner
hem verleden Vrjjdag in de voorzaal van het huis
heeft toegevoegd. Deze noemde hem zelfs „een ver
doemde gek".
De heer W. H. Smith, eerste lord der schatkist
en leider der partjj in het huis, stelde voor den
heer Tanner gedurende eene maand te schorsen
als parlementslidmaar bjj nader inzien vond
men het onbillijk zoo iets te doen zonder den
beklaagde die afwezig was te hooren. Men stelde
daarom de verdere beraadslaging tot Donderdag uit.
Op de Iersche landwet zjjn weer 130 amende
menten ingediend, waarvan 29 door den heer
John Morley.
Bjj de verkiezing voor een lid der kamer
voor het district Loire inferieure ter vervanging
van een overleden afgevaardigde der rechterzijde
werd een monarchist gekozen met 48000 stemmen.
Generaal Boulanger verkreeg 2000 stemmen.
Twee Fransche journalisten hebben een duel
gehad, waarbjj zich een allertreurigst en voor den
betrokken persoon zeer laakbaar incident heeft
voorgedaan. Na een hevig twistgeschrijf besloten
de heeren Menvielle, hoofdredacteur van den
Réveil de Dauphinen Naquet, hoofdredacteur
van den Petit Dauphiné, de zaak te beslechten
door eens dapper saam te vechten. Nadat het
gevecht een poosje geduurd had greep Naquet
met de linkerhand den degen van Menvielle,
schoot met de anderehand toe en bracht dezen
eene wond in de lias toe. De getuigeB waren
woedend hierover en een hunner gaf aan Naquet
eene oorveeg, terwjjl geen zjjner getuigen hem,
toen hjj heenging, wilde vergezellen, zoodat hjj
alleen het terrein verliet.
Er is te dier zake eene klacht bjj het parket
ingediend en Naquet is in verzekerde bewaring
genomen.
Vreugde baart angst. Eene jonge
tooneelspeelster van het Odéon te Parjjs, Jeanne
Andrée, eene der schoonste vrouwen, is na bet
winnen van een proces betrefiende eene som van
200.000 fr. van bljjdschap krankzinnig geworden.
Te Roustchouk is door officieren van het
garnizoen eene manifestatie tegen prins Ferdinand
van Coburg gehouden. Nadat eenige officieren
eene manifestatie in tegenovergestelden zin op
touw gezet hadden, hielden de tegenstanders van
den prins een optocht door de stad, gevolgd doe*
een aantal burgers en onderofficieren, onder het
het geroep van „Leve Rusland Leve de onaf
hankelijkheid van Bulgarjje!"
In eene distilleerderij nabjj Rjjssel heeft
Zaterdag eene ontploffing plaatsgehad. Een jon
geling van 16 jaar die zich in de nabjjheid bevond
werd letterljjk in stukken geslagen en drie andere
werklieden werden meer of minder ernstig gewond.
De oorzaak van het onheil is onbekend.
In het Duitsche stadje Derendorf, liet dezer
dagen een gezelschap prjjskegelen. De kegeljongen
was gelast om wanneer de voorzitter van het
gezelschap, dat den wedstrjjd had uitgeschreven,
had geworpen, de kegels met een touwtje om te
trekken, wat de jongen ook plichtmatig deed.
Tegen den prijswinner en den kegeljongen werd
door andere medespelers eene aanklacht wegeha
bedrog ingediend en de rechtbank te Dusseldorf