Briefwisseling. Ingezonden stukken, EEN KLACHT. Hier is mijn huwelijksacte en mjjn bewijs van verpleegster, zeide de moeder zoo zachtjes, dat men haar haast niet verstaat. Uw beroep Ik maak kleine schilderijtjes. Het wordt haar toegestaan binnen te treden. Zg woont met haar man en dochtertje in de Rue Lafayette. Sedert een jaar is haar man blind. De smart over zgn eigen ongeluk heeft zjjn ver stand beneveld. Hp heeft nu en dan vlagen van waanzin. Met een mes in de hand heeft hp zjjn vrouw en dochtertje vervolgd. Terwjjl de buren zich van hem meester maakten, zijn zij gevlucht. Terwpl ik het kind eens bekpk, bemerk ik, dat zp bleek ziet en nog van angst beeft. Toen zp over haar vader hoorde spreken, snikte zp. Nu volgt een onafzienbare reeks van gasten. Een dorpbewoonster uit de buurt van Marseille, vergezeld van 2 kleine kinders, is te voet naar Parijs gekomen. Haar man is met de 2 oudste kinders naar het asyl voor mannen gegaan. Deze goede vrouw is verrukt een goed onderkomen voor haar en haar familie gevonden te hebben. Men kan haar oogen niet zien, zoo is zp onder weg door de insecten gestoken, terwpl zp met de haren in de droge slooten onder den blooten hemel overnachtte. Achter haar volgt een vrouw in het zwart, die bpna niet voort kan. Zp heeft aan de hand een alleraardigsten knaap van zes jaren in een blauw marin pakje. Zp komt uit Engeland, waar haar man gestorven is. In Parps hoopt zp naaiwerk te vinden. Op dit oogenblik en terwpl gp zonder hulp middelen zpt? wordt haar gevraagd. Gp deedt beter uw zoontje in een of ander asyl onder dak te brengen en zelf in betrekking te gaan. Maar hp is het eenigste wat ik nog bezit. Zonder hem te zien kan ik niet leven, antwoordt de weduwe. Ik zal mp alles ontzeggen om hem bp mp te houden. Pas op, dat is niet verstandig. Ik ben ziek, mpnheer, lang zal ik het niet meer maken. Indien ik afstand van hem doe en in betrekking ga, wanneer zal men mp dan toestaan hem te zien? Yan tpd tot tpd, mis schien alle maanden, dan zou ik hem in 't geheel misschien nog 20 maal terugzien. Neen, neen, dat kan ik niet. Een andere vrouw uit Catalonië zit met 2 kinderen op haar schoot; zp keert met haar kleinen naar haar vaderland terug. - Sedert een jaar is mjjn man aan de absinth verslaafd. Vóór dien tpd was hp altpd goed voor mij, maar nu is het gedaan; ik kan niet langer bp hem blpven en ga dus heen. Heeft hp u mishandeld Het is mpn man, mpnheer, ik zeg niets van hem. En te midden" van de zwakke moedelooze i vrouwen, die haar omringen, zit zp rechtop en trotsch met de eene hand op het hoofd van haar oudste, die tegen haar aanleunt; in haar oogen, donker als haar zwart fluweelen kleed, schittert een onheilspellend yuur. Terwpl men de soep en de stukken brood uitdeelt, slaan wp een blik in de wachtkamer, waar de vrouwen zich ophouden, voor zp ter ruste gaan. Zonder mededoogen kan men deze arme schepsels niet beschouwen, met haar slapende kinderfcn, somwijlen 4 of 5 op haar schoot of tegen haar knieën geleund. En allen, die nog geen kind bij zich hebben, dragen het onder het hart. En het is altpd, omdat de man zich uit de voeten ge maakt heett, dat zp zoo laag gezonken zijn. Het uur om naar bed te gaan is aangebroken. Maar de leden van de Société philanthropique oordeelen, dat alle weldadigheid onvolledig is, die alleen brood geeft zonder een woord van hoop en troost. Eiken avond, na voorlezing van het reglement, houdt een der leden van de maat- schappp en in hun afwezigheid de directrice een toespraak, die begint met deze woorden: „Gij allen, die hier bijeen zpt, hebt voorzeker veel geleden en zpt zwaar beproefd. Laat u niet ontmoedigen; wij wenschen u van harte geduld, moed en hoop." Men spoort ze aan op God te vertrouwen en een zacht „heb dank", half verstikt door tranen, hoort men door de zaal fluisteren. Daarna staan de vrouwen op en begeven zich volgens haar nommer éen voor éen naar de slaapzaal, waartoe de toegang, zoodra de vrouwen en kinderen er zich bevinden, aan alle bezoekers is ontzegd. Yan den len Mei 1885 tot 30 April 1886 von den in de drie asylen voor vrouwen 1830 kinde ren en 6819 vrouwen gedurende 28.115 nachten een onderkomen. Yan dit aantal hebben 1922 door de zorgen der philanthropische maatschappp werk gevonden, sedert de oprichting van het asyl over het geheel 7531 personen. Aan die vrouwen, welken deze weldaad niet te beurt valt, schenkt men kleedingstukken voor haar en haar kinderen. Dankbaar neemt het bestuur de kleinste geschenken, maar vooral oud linnen en kleeren aan. Onder de weldoeners behoort een vrouw, die men wegens haar armoedig uiterlpk vooreen der verpleegden zou houden. Meer dan eens bracht zp een stuk van 5 francs, somB zelfs een enkele franc en zeide dan>Wilt gp dit van mp aannemen Ik ben niet gelukkig, ik kan niet meer schenken". Een andere vrouw in den rouw bracht op zeke ren dag een pak kleeren van een kind, de laatste plunje van haar kleine, die bp, zooals zp eenvoudig zeide, „niet meer noodig had". En weenende ging zjj heen. Deze aalmoezen der armen en deze tranen moeten geluk aanbrengen. Mijnheer de redacteur! Beleefd maar dringend verzoek ik u het volgende in uw blad plaats te verleenen. De reden, waarom ik dat nu eerst doe, is, wijl ik heb willen afwachten, of een ander soms uwe aandacht vestigen zou, op hetgeen ik vermelden ga. Nu dat echter niet gebeurd is, zie ik er my toe gedrongen. Vandaar de volgende mededeeling: In het begin der vorige week stierven hier twee ingezetenen, van wie een der gemeente veel dienst bewezen had. Het plotseling sterren van dien eenen maakte op velen een diepen indruk. Ik voor mij hoopte dat die indruk blijvend zou zijn, opdat hij velen ten zegen mocht worden. Doch wat gebeurt? Den avond vóór de ter aarde bestelling dier beide lijken werd door het muziekgezelschap der hier wonende liberalen (dit ter onderscheiding van 't muziekkorps der orthodoxen) in de onmid dellijke nabijheid dier gestorvenen, op de openbare straat een half uur lang, met tusscbenpoozen, feestmuziek gespeeld ter eere van ds Krols 25jarig predikantschap. Manheer de redacteur, ik vraag umag zulk een schandaal zonder protest, van wien dan ook, vergeten worden? Moet de pers niet hiermee in kennis gesteld worden, opdat zij zulke too- neelen van verregaande onzedelijkheid door haren machtigen invloed voor 't vervolg onmogelijk maakt, ten minste tegengaat Wat te denken van een predikant, die, krachtens zijn ambt geroepen anderen met woord en voor beeld bovenal op te voeden, zulk een tooneel van onmenschelijkheid een half uur lang toelaat: die dat had moeten k e e r e n, ja, die dat had moeten voorkomen, wijl hij van te voren met het plan dier genoemde muziekvereeniging bekend was? Wat te denken van dien heer waar hy den volgenden dag beide lijken grafwaarts bege leidde en in een toespraak de overledenen herdacht? Zou dit soms met de beginselen des heeren Krol's richting strooken Een persoonlijke misstap kan het niet zijn, wijl vier andere predikanten van g e 1 ij k e r chting daarmee door hunne openbare tegenwoordig heid hunne instemming betoonden. Van protest, hunner zijds is, voor zoover ik weet bier geen sprake geweest. Te veronderstellen dat die vier heeren van belde sterfgevallen niets geweten hebben zou ongerijmd zijn, wijl het eene sterfgeval drie deuren verder had plaats gevonden en de gesloten blinden zulks ontwijfelbaar als van zelf aanduidden, en het andere zoo plotseling geweest was, dat het geheele dorp daarvan ontzet was en wijl 3o in een dorp zulke voorvallen een ieder bekend zijn, hetzij hij ingezetene of vreemdeling is, daar ieder over zulke feiten spreekt. Ten tweede. Wat te denken van het bestuur dier vereeniging, waarin een notaris, een hoofd onderwijzer, een der dorps-doctoren met andere heeren zittiug hebben Voor zoo ver ik hoorde, verhief slechts éen lid zijn stem daartegen. Hulde dien man. Hij was op dat oogenblik de edelste van 't bestuur. Intusschen moet de vraag my van de lippenging dat alles buiten de begin selen dier heeren om En zoo dat niet 't geval was, iets, wat logisch toegestemd moet worden, wijl zulk een daad niet in een ondoordacht oogenblik geschiedt, maar na rijp beraad tee kent zulks dan niet die beginselen Zijn de beginselen van die heeren niet verderfelijk? En ten derde. Wat te denken van een gezel schap jongelingen, die zich tot zoo iets leenen, tot zoo iets verlagen? Gaat ons dorp, wat hun betreft en hun invloed, niet een treurige toekomst te gemoet Mijn geheele ziel komt tegen de gepleegde onmenschelijkheid op, nog te meer, wyi zij ge pleegd werd aan twee ingezetenen, en dat nog wel gestorven ingezetenen Is dat geen heiligschennis? Is dat een man eeren, die meer dan 40 jaar de gemeente gediend heeft En moest niet alle feestmuziek gezwegen hebben voor den ernst van den dood? Zou de heer Krol of een der andere bestuurs leden wenschen, dat bij den dood hunner vrouwen zulke muziek werd aangeheven Waarom dan anderen zoo diep gekrenkt Ik eindig, mijnheer de redacteur, hopende dat dergelijke tooneelen van onmenschelgkheid niet meer voorkomen. U by voorbaat myn dank voor de opneming brengende noem ik mij D. Fregeres, Juli 1887. Luth. pred. te Groede Aan een niet-doleerende. Wie is u gedrukt bij de gebroeders abrahams, te middelburg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 9