'O 163.
130® Jaargang:
1887
Donderdag
14 Juli.
KEMISGEVIM.
93 FEUILLETON.
GEEN UITWEG!
Middelburg 13 Juli,
Onderwijs.
Kerknieuws.
Dit blad verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen:
Prijs per 8/m, franco 2.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent:
Advertentiën 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
OPENING JACHT OP WATERWILD.
„Van hetoogenblik af, waarop ik het dwaze
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten teVlisshigen: P. G. de Yet Mestdagïï Zoon te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van der Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij,te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen en te Terneuzen: L. tan Wijck.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger
De commissaris des konings in Zeeland,
gezien het besluit van gedeputeerde staten van
8 Juli jongstleden no 84
gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857
Staatsblad no 87);
maakt bekend dat de opening der jacht op
waterwild, zijnde: eenden,duikers, waterhoenders,
watersnippen, schrieken, kemphanen, strandloopers,
wulpen en plevieren in deze provincie door gede
puteerde staten is bepaald op Maandag 25 Juli a. s.
Middelburg, 12 Juli 1887.
De commissaris des konings voornoemd,
DE BRAUW.
De verkiezingen voor leden der Eerste Earner
hebben geen verandering gebracht. Alle aftre
dende leden zijn herkozen.
In de provinciën Utrecht en Drenthe behoefden
ditmaal geen verkiezingen plaats te hebben, daar
de eerste kamerleden voor die gewesten dit jaar
niet aan de beurt van aftreding waren.
Men kent den tradioneelen onbeleefden vorm,
waarin de belastingschuldigen aan hunne ver
plichtingen worden herinnerd, wanneer zjj die
verzuimden na te komen. Alle titels en zelfs het
„mjjnheer" worden zjj onwaardig gekeurd, wanneer
zjj verwittigd" worden dat zij betalen moeten
en onmiddellijk bedreigd, alsot onwillekeurige
nalatigheid noodzakelijk het bewjjs was van onwil.
De ontvanger van Zoeterwoude zijn naam
verdient met eere genoemd te worden de heer
P. Boonekamp, begtjjpt beter, dat een ambtenaar
zjjn plicht kan doen zonder de maatschappelijke
vormen te krenken. Zjjne aanmaningen luiden
Beleefde Herinnering."
„Daar de zitdagen tot ontvangst van den hoof-
deljjken omslag verstreken zjjn, neemt de onder-
geteekende de vrij beid u, ter voorkoming van
vervolgingskosten, dringend uit te noodigen uwen
aanslag alsnog binnen 8 dagen na heden te voldoen."
De ontvanger heett tevens de beleefdheid die
herinnering gratis te zenden, maar al plakte hjj
er een postzegel van een stuiver op, men zou de
verhooging met genoegen betalen, ter wille van
den humanen vorm.
Tot zoover de Arnh. Crt., die zeker niet weet
dat er nog wel andere g e m e e n t e-ontvangers
zjjn, die, ook op welwillende wjjze, bp advertentie,
de belastingschuldigen herinneren aan hun ver
plichtingen.
Bjj de ambtenaren van 'srjjks directe belastin-
Uit het Dnitsch van Jv. BÖTTGER.
VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
Da klokken van alle katholieke kerken in de
atad luidden het Kerstfeest in en riepen de ge-
loovigen op voor de middernachtsmisen nog
altijd0 zat Leslie Davenport voor zijn schrijftafel
in zijne stadswoning. Vóór hem op tafel lag een
dames zakdoek van zeer fijn batist met kostbaren
kant bezet, en met de letters M. G. D. gebor
duurd. Hij was geel van ouderdom en met stof
en spinnenwebben bedekt, de vier punten waren
verkreukeld alsot zij lang dichtgeknoopt waren
geweest. Het lamplicht flikkerde op een vlinder
van brillanten, die op een gouden tak zat, op
een paar prachtige diamanten oorknoppen en een
kostbaren antieken ring, met een smaragd in dof
goud gevat. Iets verder op stond een kleine
zilveren vaas, waarin een ruikertje viooltjes en
rose garaniumbladeren. De juweelen schoten
duizenden fonkelende koude stralen de bloemen
verspreidden een liefelijken geur over de steeneu,
de boeken, de papieren en den somberen man, die
haar met zooveel behoedzaamheid in het vaasje
gezet had.
Er lagen twee brieven gereed om morgen per
post verzonden te worden. De een was het
antwoord op den brief, dien hij ongeveer een
paand geleden ontvangen had, en luidde:
gen schjjnt men, zeker uit ouden sleur, nog geen
beter en wellevender vormen te willen kiezen
dan de bekende waarschuwingen.
In de N. R. Crt. van gisteren kwam een groot
ingezonden stuk voor van den heer Laging Tobias,
waarin deze protest aanteekende tegen de bewe
ringen van den zoogenaamd bezadigden en onpar-
tijdigen correspondent, aan wien genoemd blad
een bericht over den indruk van het adres der
100 in Indië ontleende. Hjj betoogde dat onder
de onderteekenaren wel degeljjk gevonden worden
die, nog in dienst zijnde, ook den moed hunner
overtuiging hadden en niet schroomden tegen een
regeeringsbeleid te waarschuwen, wanneer hun dit
verkeerd voorkwam, maar steeds natuurlijk binnen
de grenzen door den dienst gevorderd. Ook ver
zekerde hjj, dat de indruk van het adres in Indië
volstrekt niet zoo is als de «onpartijdige" cor
respondent beweerde, en staafde dit door de aan
haling van zinsneden uit verschillende dagbladen.
De gewone audiënties van den minister van
oorlog op Donderdag 14 Juli en van dien van
koloniën op Vrjjdag 15 Juli, zullen niet plaats
hebben.
De commissaris des konings in Zeeland is
voornemens a. Dinsdag 19 dezer de verschillende
gemeenten op Tholen te bezoeken.
De heer J. de Vos is heden als deurwaarder
in het arrondissement Middelburg, standplaats
Middelburg beëedigd.
De liberale kiesvereeniging Plicht en recht te
Vlissingen vergaderde Dinsdagavond tot het stellen
van candidaten voor het lidmaatschap van den
raad, ter voorziening in de vacaturen wegens
periodieke aftreding, vertrek en overljjden. Dit
jaar moeten periodiek aftreden de heeren C, Mor
tier, C. A. Kalbfleisch, A. Koppejan, F.Delvoye en
J. A. E. Musquetier. Laatstgenoemde vertrok
eenigen tjjd geleden metterwoon naar Utrecht,
terwjjl tusschentijds geene verkiezing uitgeschreven
werd om in de vacature te voorzien. Voorkorten
tjjd overleed de heer M. Pot, zoodat gezamenlijk
zes leden moeten gekozen worden. Met meerder
heid van stemmen werden de aftredende leden
C. Mortier, C. A. Kalbfleisch en F. Delvoye op
nieuw candidaat gesteld, terwjjl ais nieuwe can
didaten de heeren E. M. Chevalier, A. J. van
Ockenburg en J. Harder werden gekozen.
De heer Van Ockenburg heeft voor de candi-
datuur bedankt. In zjjne plaats is nu candidaat
gesteld de heer M. P. Troelstra.
Men schrjjft ons uit Hoedekenskerke
Hoewel de verkiezingsdag nabij hoort men
hier nog niets. Vroeger blaakte men van jjver
en zelfs waren in deze kleine gemeente twee kies
verenigingen, een van Protestantsche en eer van
katholieke zijde. Beide zjjn feiteljjk dood, zij
laten ten minste hoegenaamd'niets van zich hooren-
„Ik wenschte dat ik u zonder huichelarij al
het geluk kon toewenschen, waarop een arm
menschenhart in dezen tijd van vrede op aarde
aanspraak mag maken. Maar geluk is iets wat
gij voor ons beiden onmogelijk hebt gemaakt.
Ik kan oprecht de hoop uitspreken, welke ik ge
koesterd heb, dat hij met ter tijd lust tot ernstig
nadenken zoudt krijgen. Uw brief bevestigt die
hoop niet. Uwe teruggave is, gelijk gij zelf
zonder blikken of blozen erkent, niets dan een
poging om uw zelfzuchtig doel te bereiken. Gij
hoopt dat daaruit iets goeds voor u zelf zal
voortvloeien, maar ik zeg u hierbij kort en bondig
dat gij die hoop eens en voor altijd moet laten
varen. Dien eenen keer had ik het niet in mijn
macht om te beletten dat gij mijn vlekkeloozen
naam bezoedeldet! Een tweeden welslagen van
uw kant zou mijn eigen schuld zijn. Morgen zal
de late teruggave plaats hebben. Ik heb om een
natuurlijke reden den Kerstmorgen daarvoor
gekozen. Ictusschen bedreigt gij mij nog voort
durend want dit is slechts een halve bekentenis,
een gebrekkige eerlijkheid. Alleen de geheele
waarheid kau mij bevredigen. Gij moogt nooit
hopen weer het „verloren Paradijs" te betreden,
zooals gij in uw sentimenteel zelfbeklag datgene
noemt, wat gij verloren hebt. Altijd maar wat
g ij verloren hebt gij denkt nooit aan hetgeen
anderen geleden hebben. Hoe gaarne zou ik mij
ontdoen van dat gedenkteeken mijner eigeu
dwaasheid, indien ik niet vreesde dat de muren
aan vreemden iet* van die lage geheimen» welke
Eigenlijk is dit geen ramp, daar de ingezetenen
overtuigd zjjn dat burgemeester en raadsleden
het goede beoogen en met de beste bedoelingen
-<x£r de gemeente bezield zijn.
Toch zóu 't wellicht wenschelijk zjjn, dat d6
candidaten wierden besproken en dat daartoe
voor de beide deelen der gemeente, Hoedekenskerke
en Kwadendamme, éene kiesvereeniging werd
opgericht. Houdt men echter in 't oog dat in
gemeenten als deze, van een gering zielental, zoo
licht persoonlijke kwestiën in de a 1 g e-
m e e n e zaak gemengd worden, dan is men al
weder meer geneigd om den uitslag eenvoudig
aan de toevallige stemmenmeerderheid over te
laten. Thans is er wel geen kwestie van of de
aftredende heeren C. Boonman, J. de Sohipperen
J. Dujjnkerke worden met groote meerderheid
herkozen.
Bij besluit van ingelanden van den polder
Westeren Ban van Schouwen van 6 Juli jl. is
het bestuur gemachtigd, tegen de beschikking
van gedeputeerde staten van Zeeland, van 17/24
Juni, waarbjj de benoeming van A. Dartig tot
gezworen van dien polder is vernietigd, Prov
blad no 64), in hooger beroep te komen bjj den
koning.
Benoemd bjj het wapen der artillerie: bij den
staf van bet wapentot majoor-magazjjnm., de
kapt.-magazjjnm. W. H. B. Wilkens, te Delft
terwjjl de kapt. J. F. P. H. van Panhuys, van het
4e reg. vest. art., op nonactiviteit gesteld is, in
afwachting dat omtrent hem nader zal worden
beschikt.
Aan den kolonel J. H. H. Dommers, gewezen
chef van het 3° regiment infanterie, is Maandag
namens de officieren van dat regiment een album
aangeboden, waarin o. a. voorkomen bataljons- en
groepsgewijze de officieren van het regiment, die
gedurende ruim drie jaren onder hem hebben gediend.
Een der photographieën geeft de kazerne Mar-
kiezenhoff te aanschouwen met op den voorgrond
de officieren van den regimentsstaf en het lievelings
paard van den kolonelop een ander ziet men
een door de bataljons te Bergen op Zoom gehouden
bivak, terwjjl een derde een gezicht van Bergen
op Zoom bevat, genomen van de R. H. burger
school. Alle photographieën zjjn vervaardigd
door den heer F. Reissig te Breda. Het album
zelf is gebonden in rood fluweel en versierd
met acht zwaar verzilverde hoeken, dito slot en
middenstuk, waarop het monogram. De grootte
is 40—35 cm.; het bevat 10 bladen, benevens
eene fraai gecalligrapheerde opdracht en eene
afbeelding van het vaandel.
Bjj het album was eene fraaie album-tafel
gevoegd.
Eerst had men plan kolonel Dommers een
ander geschenk aan te bieden, doch dit werd
door hem met klem afgewezen als strijdende tegen
zjjne principes en de militaire bepalingen.
zij zoo lang bewaard hebben, zouden kunnen
verraden.
„Ik ben vaak in verzoeking geweest om het
geheele gebouw in brand te steken; maar dan
zou ik tevens alle hoop vernietigen om enkele
van de vele misdrijven, die gij begaan hebt, te
kunnen herstellen.
„Met dezen brief ontvangt gij ook uw groote
portret, dat zeker eenige waarde voor u heeft.
Het viel van daag naar omlaag, waarschijnlijk
tengevolge mijner nasporingen, waarbij ik het
koord niet goed vastgemaakt scheen te hebben.
Zelfs uw portret schijnt onheil te moeten stichten.
Ik wil het niet weer ophangen. Het behoort u.
Moge het bezit er van u meer genoegen en geluk
aanbrengen dan het origineel mij gebracht heeft.
„LESLIC DAVENPORT."
Die brief werd in een couvert gestoken en met
een kaartje in een groot couvert gedaan. Op dat
kaartie stonden slechts een paar woorden:
„Lieve moeder, wees zoo goed dit te overhan
digen. Ik kom als naar gewoonte op Nieuwjaar
bij u. Het spijt mij dat het met uwe oogen niet
beter gaat. Ontzie ze toch. Uw trouwe zoon,
Leslie."
De tweede brief luidde
„Geachte juffrouw Gordou! De blik vol toorn
en verwijt, dien gij heden op mij wierpt, toen gij
tot uw bewustzijn terugkeerdet, moet beantwoord
worden en ik verzoek u mijn verdediging gedul
dig te willen lezen.
Op verzoek melden wjj dat de bureau's der tot
dusverre georganiseerde sectieB voor het natuur-
en geneeskundig congres te Amsterdam als volgt
samengesteld zjjn
le Sectie. Natuur- cn scheikunde. Voor-
zitter prof. dr. H. G. van de Sande Bakhuyzen
vice-voorzitter prof. dr. J. W. Gunningle secre
taris prof. dr. D. J. Korteweg2e secretaris dr.
J. H. H. Hulsmann.
2e Sectie. Natuurlijke historie en
biologie. Voorzitter prof. dr. Th. W. Engel-
mann; vice-voorzitter prof. dr. Hugo de Vries; la
secretaris dr. J. van Rees; 2e secretaris dr. J. J.
C.Loman.
3e Sectie. Geneeskunde. Voorzitter prof.
dr. F. C. Dondersvice-voorzitter prof. dr. A. A.
G. Guye; le secretaris prof. D. van Haren Noman;
2e secretaris dr. G. C. Nyhoff. Eene 4e sectie
voor geologie en physische geographie wordt ge
organiseerd. Het bureau dezer sectie zal nadar
worden bekend gemaakt.
Opgaven van wetenschappelijke voordrachten
en mededeelingen in de verschillende secties
worden vóór 1 Augustus ingewacht by den len
secretaris dr J. Campert, Andrieskade n° 2.
Zjj, die zich nog als lid of deelnemer aan het
congres willen doen inschrjjven, kunnen zich nog
steeds als zoodanig aanmelden bjj den 2en
secretaris-penningmeester, dr C. Kerbert, Plantage
Middellaan 70.
De heer G. P. Kruyff, pred. te Domburg en
consulent van Aagtekerke, ontvouwt in de Start'
daard nader de bekende redenen, waarom de
kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te Aagtekerke
met algemeen e stemmen den heer A. Jansen tegen
1 Oet. heeft ontslagen als hulponderwijzer bjj de
diaconieschool.
Het ontslag heeft plaats gehad omdat:
lo. Iemand niet werkzaam kan zijn aan eene
instelling van de diaconie der Ned. Herv. gemeente
en daarvan zijn tractement kan ontvangen, die
met woord en daad toont zich van die gemeente
te willen afscheiden.
2o. Aangezien de heer Jansen, hoewel gausch
ondergeschikt aan den kerkeraad, het vriendelijk
verzoek van den kerkeraad gedurende de afwe
zigheid van den hoofdonderwijzer als voorlezer
op te treden, heeft afgeslagen.
—Aan de rijkslandbouwechool te Wageningen is
bevorderd van klasse B II naar B III de leerling
J. G. J. van den Bosch van Wilhelminadorp.
De heer Taco H. de Beer, heeft ontslag
gevraagd als leeraar aan de tooneelschool.
Aangenomen het beroep naar ColijnSpiaat door
ds G. E. Meloen te Kortenhoet.
besluit nam om mijn fraai huis te verlaten, dat
ik ingerieht had voor de ontvangst van een, die
er nooit in gekomen is: het geluk!, had ik het
niet weer betreden voor van daag, en zou dit ook
nooit vrijwillig gedaan hebben. Een zeer onaan
gename, smartelijke plicht noopte mij er heden
toe. Ik ging door een zijdeur binnen, daar ik den
tuinman en zijn gezin geen aanleiding tot praten
wilde geven. Toen ik, hetgeen ik te doen had,
volbracht had, ging ik naar het hoekvenster en
keek naar buiten in een stemming die alles
behalve kalm of aangenaam was.
„Mijne gedachten waren in het verre verleden,
toen gij nog een klein schoolmeisje waart en ik
een jonge, gelukkige man, vol dwaze verwach
tingen, toen ik u tot mijne groote verbazing het
grasperk zag oversteken en op het huis afkomen.
Ik wist reeds lang door mijn tuinman, welk een
bekoorlijke hulde zijne dochtertjes mij altijd met
Kerstmis brachten en uit die zelfde mededeelzame
bron wist ik ook, dat gij sedert het ongeval van
Cora de goede engel van dat arme kind waart,
zoodat het mij, toen ik u zag aankomen, niet
moelijk viel om te gissen dat mijn jnffronwtje
onbesuisd weer op weg was om een harer vrien
delijke liefdediensten te bewijzen.
„Ik voor mij had geen persoonlijke reden om
mijn aanwezigheid te verbergen en zou dit ook
niet gedaan hebben, indien ik niet gevreesd had
om door mijn verschijning het genoegen te
verstoren, dat gij er in vondt om Cora genoegen
te doen. Thans heb ik nog een versoek aan u.