MIDDELBURGSCHE COURANT
BIJVOBGSHL
Woendag 22 Juni 1887. N° 144.
Middelburg 21 Juni.
VAN DB
VAN
Onder den titel: „De waarde der nieuwe
protectie-beweging1' bevat de Economist
van JuniJuli eene beschouwing, waaraan wij
het volgende ontleenen
Ook door de Nederlandsche vereeniging van
meelfabrikanten wordt een protectionistische be
weging georganiseerd, waartoe eene circulaire met
te beantwoorden vraagpunten is rondgezonden.
Het punt van uitgang daartoe was eene vergade
ring der genoemde vereeniging, den 5n Mei te
Amsterdam gehouden, en waarin het oordeel der
aanwezigen eenstemmig luidde, dat hunne industrie
den ondergang te gemoet gaat, wanneer zjj zonder
steun van onze regeering, bljjft blootgesteld aan
eene concurrentie, die wettelijke bescherming in
den vreemde geniet.
Die uitspraak der meelfabrieken wordt daarop
in de circulaire plotseling, zonder overgang, op
onze nijverheid in 't algemeen toegepast. »Het
is bekend, dat bijna de gansche Nederlandsche
nijverheid in ernstig gevaar wordt gebracht door
de handels politiek, die in het buitenland wordt
gevolgd."
Merkwaardig tegenover deze beweging der
meelfabriekatie is hetgeen voorkomt in het ver
slag der Gronirgsche Kamer v. Koophandel, over
den handel in tarwemeel.
»Sedert eenigen tijd wordt er zeer over geklaagd,
dat door het restitutiestelsel in Duitschland door
de Duitsche meelfabrieken aan de onze eene zoo
scherpe concurrentie wordt aangedaan, dat deze
daardoor onmogelijk met voordeel kunnen wer
ken, en dat zjj zullen moeten te gronde gaan,
wanneer zjj niet beschermd worden door een in
voerrecht op hun fabrikaat.
Dit heeft ons aanleiding gegeven deze zaak te
overwegen en daaromtrent bjj meelfabrikanten
inlichtingen in te winnen. Wjj zjjn echter tot
de overtuiging gekomen, dat de toestand niet zoo
erg is, als sommigen doen voorbomen.
Het is waar, dat de invoer van tarwemeel
toeneemt.
In 1884 33.1 millioen Kgr., in 1885 27.5 mn.
Kgr., nam hjj in 1816 toe tot 51.3 Kgr., waar
onder 22 mn. Kgr. van Pruisen, behalve 3.2 mn.
Kgr. van Hamburg en 15.1 mn. Kgr. van Amerika
maar ook de uitvoer, ofschoon veel kleiner dan
de invoer, is toenemende. In 1884 3.8 mn. Kgr.,
in 1885 7.2 mn. Kgr., in 1886 15.2 mn. Kgr.
waaronder 12.5 mn. Kgr. naar Pruisen. En wan
neer wjj daarbjj in aanmerking nemen, dat onze
invoer van tarwe belangrjjk grooter is dan de
uitvoer, dat onze eigen oogst van circa 90.000
hectares, ook na aftrek van het benoodigde voor
zaaizaad, meer dan 150 mn. Kgr. tarwe oplevert,
dan mag men toch aannemen, dat hetgeen van
tarwemeel meer wordt ingevoerd dan uitgevoerd,
in vergelijking met de geheele hoeveelheid, die
door de meelfabrieken in ons land wordt in den
handel gebracht, niet van zooveel beteekenis kan
zijn, dat daardoor eene duurzame en onhoudbare
concurrentie wordt in het leven geroepen, ook
dan niet, wanneer men daarbij de voor stijfsel-
makeryen benoodigde tarwe in aanmerking neemt.
Wel is hier ook in het afgeloopen jaar tarwe
meel van het buitenland ingevoerd, maar dit was
van zoo weinig beteekenis dat de meelfabrieken
in onze omgeving het nauwlijks hebben bemerkt
en in geen geval hunne prijzen daarnaar hebben
behoeven te regelen.
Het stelsel van vrijstelling der rechten van in
gevoerde tarwe voor het uitgevoerde meel (ten
onrechte heeft men het eene premie op den uit
voer genoemd), waaronder de meelfabrikanten in
Duitschland onder Zollconto werken, gaat met
zooveel lastige en ten deele ook kostbare en
winstroovende formaliteiten gepaard, dat men
moeieljjk kan aannemen, dat hun door die
vrijstelling de concurrentie tegen de meelfabri
kanten in ons land, die zich geheel vrjj
kunnen bewegen, mogeljjk zoude zjjn ge
maakt, laat staan nog, dat daardoor dezen
niet tegen genen de concurrentie zouden kunnen
volhouden. Integendeel, wjj zjjn overtuigd, dat
de meelfabrikanten in Duitschland den dag zullen
zegenen, waarop hunne regeering het beschermend
stelsel laat varen en den vrjjen invoer van tarwe
weder zal toelaten. Evenzeer zjjn wjj er van
overtuigd, dat de meelfabrieken in ons land, die
eene gevestigde cliënteele hebben en niet met te
beperkte middelen werken, zoodat zij hunne in-
koopen van tarwe onder de voordeeligste voor
waarden en op het meest geschikte tjjdstip kunnen
doen, die daarbij minder gejaagd zjjn om veel te
malen, maar zich erop toeleggen om geschikt
fabrikaat aan solide afnemers te leveren, de
concurrentie tegen de fabrieken in Duitschland
wel zullen kunnen volhouden. Waarschjjnljjk
worden zjj meer benadeeld door de minder solide
wjjze van werken van sommige concurrenten in
het binnenland. Niet dat wjj willen beweren, dat
de meelfabrieken in de laatste jaren met veel
voordeel hebben gewerkt dat zjj verremaar
dat wyte men aan den algemeenen toestand. Olie
slageryen, houtzageryen, suikerfabrieken, steen
bakkerijen alle, en de handel evenzeer, gaan
daaronder in meerdere of mindere mate gebukt,
niet het minst in de landen, waar het bescherróend
stelsel is gehuldigd. Om zich daarvan te over
tuigen leze men slechts de berichten en verslagen
anzer consuls in die landen gevestigd. Inderdaad
de beschouwingen en mededeelingen, die daarin
voorkomen, zjjn leerrjjk
- In de zomervergadering der provinciale staten
van Zeeland van 1887 zullen o. a. onderzocht,
worden de geloofsbrieven van nieuw gekozen leden
Mededeeling zal worden gedaan dat het lid van
gedeputeerde staten J. H. C. Hejjse van de derde
naar de tweede afdeeling van dat college overge
gaan is, ter vervanging van den heer J. A. A-
Fransen van de Putte, en dat het nieuw benoemde
lid van gedeputeerde staten mr. D. A. Berdenis
van Berlekom zitting genomen heeft in de derde
afdeeling; dat met ingang van 1 Januari 1887
eervol ontslag is verleend aan den teekenaar-
schrjjver by den provincialen waterstaat J. C. de
Masier, en dat met ingang van denzelfden dag
zyn benoemd tot teekenaar-schrjjver R. J. A.
Lagas, tot dusver klerk, en tot klerk A. C. van
Altena.
Verder is aan de orde de benoeming van een
buitengewoon lid der staten, bedoeld bij art. 89
3er provinciale wet, benevens de volgende voor
stellen van gedeputeerde staten
tot wjjziging van de grenzen van de werken tot
zeewering of oeververdediging van den calami-
teuzen Stad-Philippinepolder
tot wjjziging van de grenzen van de werken tot
zeewering of oeververdediging van den calami-
teuze Margaretha-, Kleine Huizens- en Eendragt-
polders
omtrent de oprichting van een waterschap Da
mespolder
omtrent de aanvraag van den gemeenteraad van
Philippine om een renteloos voorschot voor wegs-
verbetering
omtrent het adres van het algemeen bestuur
der Zuiderzee-vereeniging om subsidie;
tot toekenning van een subsidie voor de ambachts
school te Zierikzee.
tot het verleenen van subsidie ter voorziening
in de behoefte aan genees- en verloskundige hulp
in dit gewest.
De vergadering wordt geopend Dinsdag 5 Juli.
Men schrjjft ons uit Vlissingen
Maandag werd op eenvoudige wjjze het stoffel jjk
overschot van wjjlen den heer M» Pot, in leven
wethouder dezer gemeente, teraarde besteld. De
familie scheen, zeker op verlangen van den over
ledene, liefst elk openljjk bewjjs van hulde te
hebben willen vermyden.
Al sierde geen krans het ljjkkleed, al was van
een ljjkstoet geen sprake, al werd (behoudens een
dankbetuiging) by de geopende groeve geen woord
vernomen, toch was de tegenwoordigheid van
ambtgenooten en vrienden, op de rustplaats der
dooden, het welsprekend bewys van de achting,
die de overledene genoot.
Voorzeker, Pot behoorde onder de beste
burgers, die gedurende 1/4 eeuw, de belangen
zjjner medeburgers, den bloei zijner geboortestad,
met al de kracht welke in hem was, naar de mate
der gave hem geschonken, en naar zjjne overtuiging
heeft voorgestaan en getracht te bevorderen.
Heeft hjj steeds zijn levenspad alléén bewandeld
eischte noch echtgenoote noch kinderen zjjne
zorgen, met te meer toewjjding streefde hjj naar
dit doel, om nuttig te zyn voor ieder en voor
zooveel hij vermocht, zonder onderscheid, te helpen
met raad en daad.
Dat dan zjjne nagedachtenis in zegening bljjve
en dat hjj ruBte in vrede!
Nog wordt ons uit Vlissingen geschreven
Het prachtige weder, waarin wjj ons reeds ge-
ruimen tjjd verheugen mogen, doet onze stad, als
opkomende badplaats, weer wat meer op den
voorgrond treden.
De beweging, daaraan eigenaardig verbonden,
vertoont zich meer en meer. Logés komen zacht-
kens aan de vertrekken bewonen; de bezoekers
worden Bteeds talrijkereen paar groote diners
zjjn besteld enz. Weldra verwachten wy weder
een veelvuldig bezoek van onze Belgische buren met
hunne muziekgezelschappen die steeds zoo veel
levendigheid medebrengen, waarvoor de Belgische
stoombootdirectiën weder krachtige medewerking
beloofd hebben. De muziektent, die bjj hetstede-
Ijjk badhuis stond, is, met aller goedvinden, naar
het terrein van het Grand Hotel overgebracht,
zoodat de muziekuitvoeringen, behalve in de
Bchoone groote zaal, ook aldaar in de open lucht,
gegeven kunnen worden.
De Kurzaal- en badcommissiën beginnen zich
ook flink te roeren en teekenen van leven te
geven. Allerlei voorbereidingen worden getroffen.
De badkoetsen op het strand nemen toe en hun
getal zal nog aanmerkeljjk worden uitgebreid
strandstoelen, tenten en wat dies meer zjj, ver
meerderen tegeljjkertjjd en het strand wordt
zooveel mogeljjk verbeterd.
Sedert de opening van het badseizoen wordt
natuurljjk drukker van de baden gebruik gemaakt,
zoodat het strand reeds meermalen een schilder
achtig gezicht opleverde, en wanneer al de voor
nemens tot uitvoering gebracht kunnen worden,