Verspreide Berichten.
voor de levering van suikerbieten aan de fabri
kanten, deelde mee dat het hoofdbestuur zich
daarmee niet alleen bemoeid heeft, maar met zeer
veel belangstelling den loop der zaak heeft gade
geslagen en een zijner leden heeft afgevaardigd
om de vergaderingen, waarin die kwestie behan
deld werd, bij te wonen.
Het hoofdbestuur heeft verder gemeend op
deze zaak de aandacht te moeten vestigen van
het Landbouw-comité, opdat dit in staat zij eene
beweging in het leven te roepen, die een einde
maakt aan de verschillende wijzen van contrac
teeren tusschen producent en afnemer.
Bovendien is door het hoofdbestuur, ter ver.
edeling van het paardenras, een met redenen
omkleed adres aan ged. staten van Zeeland ver
zonden, waarin dat college verzocht wordt sub-
sidiën te verkenen, opdat in verschillende deelen
der provincie met vrucht de veredeling van het
paardenras kan worden terhand genomen.
In verband met de onder de vraagpunten ge
stelde vraag: Zou eene wederinvoering van ver
plichte heng stenkeuring in het belang van den
landbouw kunnen worden geacht? herinnerde de
voorzitter eraan dat jaren geleden hier in Zeeiand
de verplichte hengstenkeuring was ingevoerd,
doch die later is afgeschaft en dat in den laatsten
tijd er weder ernstig over gedacht is die ver
plichte keuring op nieuw in te voeren. Z. i. zou
het overweging verdienen dat 'tzij de provincie,
'tzij de maatschappij van landbouw'tzij een ander
lichaam daarbuiten, subsidiën beschikbaar stelde
voor paardenveredeling met al of niet verplichte
keuring van hengsten.
De commissie, benoemd tot het nazien der
rekening, bracht vervolgens, bij monde van den
heer mr Van Dam, rapport uit omtrent haar
onderzoek. Volgens dat rapport bedroeg het
saldo der rekening over 1885 f 1097.59, beliepen
de ontvangsten over 1886 f 4425.60 en de uit
gaven 4840.67, zoodat de rekening sloot met
een batig saldo van 84.93. De conclusie der
commissie, strekkende tot goedkeuring der reke
ning, werd door de vergadering zonder beraadsla
ging of stemming aangenomen.
Hierop deed de secretaris mededeeling van de
benoeming der keurmeesters, die wij reeds heb
ben opgegeven.
De voorzitter voegde daaraan toe dat men van den
heer C. Mazure een oogenblik te voren telegraphisch
bericht ontvangen had, dat hij verhinderd was
die betrekking te aanvaarden en deelde mede
dat het hoofdbestuur pogingen aanwenden zal
om in de vacature te voorzien.
Alsnu kwam aan de orde de bespreking van
de vraagzou «ene wederinvoering van verplichte
hengstenkeuring in het belang van den landbouw
worden geacht
De voorzitter deelde mede dat het lid, hetwelk
de inleiding van dit onderwerp op zich genomen
had, niet kon tegenwoordig zijn en vroeg of een
der andere heeren zich daarmede belasten wilde.
De heer L. J. M. van Waesberghe-Janssens
van Hulst vroeg hierop het woord.
Hij zeide zich gevleid te hebben dat een ge
acht en verdienstelijk medelid dezer vereeniging,
de heer B. G. van der Have van Ouwerkerk, dit
onderwerp zou hebben ingeleid, doch daar. deze
verhinderd is, wijl hij dien dag de belangen van
den Zeeuwschen landbouw in de vergadering van
het Landbouw-comité te 's Cfravenhage moest be
hartigen, verklaarde de heer Van Waesberghe
Janssens de vraag wel met een enkel woord te
willen inleiden.
Naar sprekers meening is er over het algemeen
weinig heil te verwachten van de invoering eener
verplichte hengstenkeuring, wijl hetgeen daardoor
zou worden bevorderd, door de dwangmiddelen,
die moeten in het leven geroepen worden, zou
worden te niet gedaan.
Het vroeger bestaande verplichte keuriugstelsel
is opgeheven met het oog op de weinig beteeke-
nende resultatenen spreker is ervan overtuigd
dat sedert dat reglement heeft opgehouden te
bestaan, ook geen achteruitgang te constateeren
is.
Spreker vertrouwt dat de leden zijne meening
zullen deelen, doch voegt er bij dat, wanneer dit
niet het geval mocht zijn en door sommigen eene
verplichte keuring wenschelijk geacht werd, in
het college van provinciale staten geene meer
derheid gevonden zou worden om een daarop
betrekking hebbend reglement, dat tot tal van
strafrechterlijke vervolgingen leiden zou, te be
krachtigen.
Dit vooropstellende gaf spreker als middelen tot
verbetering van het paardenras aanlo toetre
ding tot het paardenstamboek in Nederland, 2o
te trachten van het provinciaal bestuur en de
Maatschappij t. b. van landbouw en veeteelt premiën
te verkrijgen om daardoor de verbetering van het
paardenras in de hand te werken.
Verder was spreker van meening dat, wanneer
er tot keuring moest worden overgegaan en tot
uitloving van premiën werd besloten, bepaald
moeBt worden dat de goedgekeurde hengst niet
te vroeg aan den algemeenen dienst kon worden
onttrokken en dat geen te hoog dekgeld werd
gevorderd.
Om het gedurende eenigen tijd behouden van
een bekroonden hengst in de hand te werken zou
spreker het nuttig achten dat, zoo bv. een premie
van ƒ500 beschikbaar was, daarvan bij de goed
keuring f 150 werd betaald, eeo jaar nadien
weder f 150 en het derdejaar 200, mits bewezen
zij dat de hengst gedurende al dien tijd dienst
gedaan hebbe en voor het algemeen is beschikbaar
geweest.
Wat de heffing van dekgeld betreft kon een
matig tarief worden gesteld.
Spreker voegde hier nog bij dat hij alleen be
kroning van mannelijke fokdieren wenschelijk
achten zou, omdat hij, werden ook merriën bekroond,
vreezen zou dat daardoor vreemden kooplieden
het aankoopen van goede fokdieren te gemakkelijk
zou worden gemaakt.
Over dit punt werd geen debat gevoerd.
Het tweede punt luidde: Bestaat er aanleiding
den werkkring der Maatschappij wijziging te doen
ondergaan
De voorzitter gaf zijn leedwezeu te kennen dat
het lid, hetwelk de inleiding van dit onderwerp
op zich genomen had, niet tegenwoordig is. Hij
gaf toe dat waar het hoofdbestuur zelf zooveel
mogelijk tracht, binnen den kring der statuten,
de door de leden gewenschte wijzigingen aan te
brengen, eene bespreking van sommige onder-
deelen nuttig zijn kan.
Alsnu kwam het derde punt ter tafel, nl. „De
wenschelijkheid van het heffen van inkomende
rechten op vreemde granen
Het betoog van den heer F. Hombaeh, die dit
punt inleidde, gaven wij in ons nommer van
Woensdag in het kort weer, echter zonder den
gloed dien spreker aan zijne inleiding wist te geven.
De voorzitter was dan ook zeker de tolk van
de vergadering, toen hij den heer Hombaeh een
compliment maakte over de wijze, waarop hij zijn
principe had uiteengezet en verdedigd.
Bij al die waardeering echter verheelde de
voorzitter niet dat hij des sprekers conclusie niét:
deelde. Hij verklaarde niet de overtuiging te
hebben dat het handelsstelsel, door onze regeering
sedert jaren gevolgd, een verkeerd stelsel is. Dat
het toestaan van beschermende rechten een eerste
stap zou zijn om de bestaande malaise te doen
ophouden, achtte spreker eene illusie.
Het is waar, thans wordt er geleden en gestreden»
en de tegenwoordige crisis duurt reeds geruiraen
tijd, maar en dit wordt veelal vergeten
hoe lang werden de zegeningen van het vrij
handelsstelsel genoten
Het is niet met een enkele pennestreek uit te
maken wat de voorkeur verdient: protectie of
free trade, maar zeker is het dat, wanneer men
tot bescherming overgaat, niet éen tak van in
dustrie maar alle takken ervan dienen beschermd
te worden. Geen halfslachtigheid is mogelijk.
De heer Hombaeh antwoordde hierop dat hij
misschien zelf volbloed free trader zijn zou,
wanneer geen enkel product beschermd werd,
maar nu, waar tal van producten protectie ge
nieten, terwijl de grootste nijverheid, de landbouw,
niet beschermd wordt, aan zijn principe getrouw
blijven moet.
Ook over dit punt werd geene verdere discussie
gevoerd, vooral ook omdat de tijd drong voor
den door de afdeeling Hulst aangeboden rijtoer.
Met een woord van dank aan de aanwezigen
voor de betoonde belangstelling sloot d e voorzitter
hierop, aangezien het bestuur geene mededeelingen
meer te doen had en geen der leden het woord
verlangde, de bijeenkomst.
de blozende morgen
Beloofde ons een pralenden, stralenden dag,
en die belofte hield hg, want toen de algemeene
vergadering afgeloopen was en de landbouwleden
zich gereed maakten om aan den hun van wege
de afdeeling aangeboden rijtoer deel te nemen,
straalde de zon in vollen glans.
Na per spoor ons naar Axel te hebben begeven,
vonden wij daar de noodige rijtuigen gereed staan
en togen landwaarts in.
De stoet bestond uit een achttiental rijtuigen,
in het eerste waarvan de commissaris des konings,
de burgemeester van Axel, de burgemeester van
Brussel en de heer Vogelvanger, voorzitter der
afd. Halst, gezeten waren, en bewoog zich langs
den uitstekend onderhouden grintweg naar Zaam-
slag, waar, toen wij aankwamen, de gansche
bevolking uitliep en de wapperende driekleur van
den toren ons het welkom toeriep.
Zaamslag doorgereden zijnde, werd rechts aan
gehouden om een bezoek te brengen aan de hoeve
van den heer Dirk Dekker.
Daar bleek dat nog waarheid bevatte wat eens
een dichter zong
Gastvrijheid, waard de gouden eeuw,
Dekt nog de tafel bij den Zeeuw,
Vooral in 'tvrije buitenleven!
want de ontvangst van alle deelnemers aan den
rijtoer was er allerhartelijkst.
Na van de goede gaven, die ons met milde
band aangeboden werden, gebruik gemaakt te
hebben, sloegen wij een blik in huis en stal, op
'tveld en in de schuur, en overal bleek ons bij
welvaart goede zorg en goed overleg te heerschen.
Wij zouden het haast eene modelhofstede noemen
willen.
Dat scheen de burgemeester van Brussel ook
te denken, want hij verzocht en kreeg verlof om
gastheer en gastvrouw met hunne woning te
photografeeren, wat hem gaarne toegestaan werd.
Over Driewegen, in den volksmond Naaikussen
genoemd, reden wij door den Koegorspolder naar
Axel terug, waar den landbouwleden eene buiten
gewone ontvangst bereid werd, doordien de
Axelsche Harmonie hen aan de kom der gemeente
met muziek ontving en verder al spelende door
de stede'Axel waar een der beroemdste voor
vaderen van onzen koning, Manrits van Nassau,
in 1586 zijn eerste schrede op zijn krijgskundige
loopbaan zette geleidde.
Op dezen goed georganiseerden, door prachtig
weder begunstigden rijtoer merkten wij weinig
of geen graslanden op maar zooveel te meer
bouwland, tarwe en gerstde hoofdgewaesen
„stonden" uitmuntend, evenzoo de klaver, terwijl
vooral het vlas, door zijn schoonen wasdom de
aandacht der kenners trok.
De weiden daarentegen lieten wij verklaren
't op gezag van anderen vrij wat te wenschen
over.
Het muziekgezelschap, dat zoo beleefd was ons
te Axel te ontvangen, bad ook de welwillendheid
ons uitgeleide te doen, want toen te 6 uren de
trein gereed stond om ons naar Hulst te voeren»
ontbrak op het perron de Axelsche Harmonie niet.
Te Hulst had 's avonds weder een muziek- en
zanguitvoering plaats.
Vooraf bracht het muziekgezelschap een ovatie
voor het huis van den heer J. Vogelvanger, voor
zitter der afd. Hulst van de landbouwmaatschappij,
waar, zooals wij meldden, aan vele genoodigden,
onder wie ook de commissaris des konings en
andere autoriteiten, een diner werd gegeven.
De heer F. Hombacb was de tolk van die
harmonie en tevens van de Hu'stenaren, toen hij
den commissaris des konings de verzekering gaf
van de hooge ingenomenheid der inwoners van
Hulst met het bezoek, dat jhr De Brauw hun
wel bad willen brengen. Hij voegde daaraan toe
eenige verplichtende woorden aan ons eerste-
kameriid jhr mr Roëll en aan den heer Buis,
zoowel als aan de tegenwoord'g zijnde leden van
het Gedep. college.
De commissaris des konings sprak een kort
woord tot antwoord, waarin hij dankte voor de
eer hem als vertegenwoordiger van Z. M. den
koning bewezen, en de verzekering gaf nu met
hetzelfde genoegen Hulst te bezoeken als verleden
jaar.
Na afloop dezer plichtplegingen trok de Harmonie
naar de groote markt, waar zij met de zang-
vereeniging Apollo, die eveneens den commissaris
des konings eene serenade bracht, gedurende het
verder gedeelte van den avond eenige nommers
uitvoerde.
Dit gedeelte van het verslag hadden wij zoo gaarne
reeds in on» vorig nommer opgenomenmaar de ontvangst
ervan is door de slechte postverbinding zeer vertraagd.
De brieven met de kopy daarvan werden in den nacht
van Dinsdag op Woensdag op het postkantoor te Hulst be
zorgd en aldaar afgestempeld 8 Juni des roormiddags
tusschen 6 en 7 uur.
Eerst tusschen 6 en 7 uur 's a v o n d s zijn die brieven
op het kantoor te Middelburg gestempeld. Ons dunkt, de reis
van Hulst naar hier heeft wel wat lang geduurd. (Red.)
Y.
Per telegraaf hebben wij reeds het een en ander
omtrent de tentoonstelling, Woensdag gehouden,
medegedeeld en zeer weinig hebben wij daaraan
toe te voegen.
In de eerste plaats moeten wij eene kleine aan
vulling van het gisteren gemelde geven. Bij
de mededeeling der bekroningen werd verzuimd
te melden, dat de prijs van f 25, voor spring
aderen uitgeloofd en door J. Ramondt behaald,
een geschenk was van den heer jhr mr J. Roëll,
lid der eerste kamer voor Zeeland,
Ten tweede dienen wij nader toe te lichten
wat wij meldden betreffende den internationalen
wedstrijd van vlas-, braak- en zwingelwerktuigen.
Omdat het misschien de verwondering van
dezen of gene trekken zou, dat de uitgeloofde
prijzen niet toegekend zijn, hebben wij getracht
officieele informaties te krijgen en met dezelfde
welwillendheid, die ons in menig ander opzicht
betoond werd, vernamen wij dat de jury van
oordeel was dat in afdeeling I, dat is zwiDgel-
werktuigen voor ongebraabt vlas, door stoom of
eene andere natuurkracht in beweging gebracht,
geen enkel werkstuk ingezonden was, dat naar
hare meening daarin behoorde.
Na mededeeling daarvan aan de inzenders heeft
de heer Bakker te Ridderkerk zijne machine, een
braak-zwingelwerktuig, gecombineerd, voor stoom
kracht, in de 2e afd. overgebracht; de heer De
Lantsheere te Gent, die een dergelijk werktuig
inzond, vervaardigd door den heer Tg. van Ghelder
te Gent, was hiertoe ongenegen.
Dit werktuig is in beweging gebracht, doch de
qualiteit van het werk was zoo dat zeifs als de
machine in die afdeeling behoorde van bekro
ning geen sprake kon zijn.
In de tweede afdeeling waren alsnu twee
werktuigen, dat van de heeren Bakker en c° en
een zwingelwerktuig met braakwerktuig van de
heeren Gregoire en zonen te Berlaere. Het eerste
leverde ook hier geen werk, dat als voldoende
voor eene bekroning kon aangemerkt worden.
Het werktuig van den heer Gregoire leverde
goed werk doch kostte zeer veel arbeidhet
leverde weinig meer dan twee handwerbtuigen
en eischte daarvoor dubbele bediening.
Nieuwe vindingen of wijzigingen, waardoor beter
product werd verkregen of de productie-kosten
verminderden, waien niet aanwezig.
Overigens zou van de tentoonstelling mede te
deelen zijn dat ze druk bezocht was, doch ieder
die dergelijke tentoonstellingen bezoekt weet, dat
dit altijd het geval is.
Een schilderachtig tafereel zou te schetsen zijn
van de veelkleurige en onderscheidene toiletten,
die men er zag, doch ojk dat brachten wij reeds
vroeger onder woorden.
Het was ook hier
Altijd groeit het gewoel en gewriemel der mannen eu vrouwen,
Die in kermisgewaad, toe komen gestroomd uit den omtrek.
Want evenals elders hadden ook te Hulst de
omliggende dorpen de bloem hunner bevolking
gezonden.
't Was een aardig gezicht wanneer men rond
de muziektent wandelde of rond den ring, waar
de bekroonde dieren werden rondgeleid, te zien hoe
't Juichend volk uit stad en land,
Hier saamgevloeid van allen kant.
zich amuseerde.
Weldra echter spoedden wij oas huiswaarts om
tijdig gereed te zijn tot bijwoning van den ge-
meenschappelijken maaltijd van de leden der
maatschappij.
Deze werd gehouden in de benedenzaal van het
raadhuis en vereerd met de tegenwoordigheid
vau den commissaris des konings in Zeeland,
de vroeger genoemde leden van het gedeputeerd
college, het lid van de eerste kamer jhr mr Roëll»
den burgemeester en een der schepenen van
Brussel en andere autoriteiten. In het geheel
zaten een tachtig personen aan.
Als naar gewoonte vloeide aan het desert de
stroom der welsprekendheid, doch niet, zooals
vroeger, bijzonder lang.
Een dronk aan den koning, door den voorzitter
ingesteld, werd gevolgd door een toost op den
commissaris des konings en de leden van het
gedeputeerd college, waarna de voorzitter een
glas wijdde aan de goede buren van over de
grenzen.
Door den heer Hombaeh werd een dronk in
gesteld op den koning der Belgen, door den heer
Buis op de vriendschap tusschen de aanverwante
buren, door den commissaris des konings op den
bloei der landbouwmaatschappij en door den heer
Moolenburgh op de afdeelingen in het algemeen
en die van Hulst in het bijzonder.
De heer Bybau wees er op dat Hulst, wat den
intensieven landbouw betreft, gausch Zeeland een
voorbeeld geeft en stelde de gezondheid in van
de leden dier afdeeling.
De algemeene srcretaris bracht, na de bekro
ningen te hebben medegedeeld, hulde en dank
aan de inzenders, waarop de heer Hombaeh den
secretaris een glas wijdde.
De heer Roëll sprak daarop een kernachtig
woord.
Tweeërlei drang heb ik zoo ongeveer
zeide hij om het woord te voeren de eerste
is eece personeele reden, want ik zou wel zeer
ondankbaar moeten zijn, wanneer ik niet erkente
lijk was voor de hartelijke ontvangst, die mij
hier van wege de Maatschappij van Landbouw en
de ingezetenen van Hulst is te beurt gevallen.
Op den tocht door dit district heb ik een groot
deel gezien van het schoone land van Halst, zoo
uitstekend gecultiveerd, en in engeren kring veel
vriendelijkheid ^genoten. Om beide redenen zal de
herinnering aan Hulst mij lang nog bijblijven.
In de tweede plaats beb ik met groot genoegen,
dank zij de vereeren de keuze van de provinciale
staten, nu kennis kannen nemen van een gedeelte
van het land dat ik tot mijn leedwezen ook
tot mijne schade wellicht nimmer heb bezocht.
Mij is genoeg van onze vaderlandsche geschie
denis bekend om van het roemrijk verleden van
Hulst te weten, maar door dit bezoek kan ik
beter beoordeelen, wat de behoeften van bet
oogenblik zijn, en wat in zijn belang behoort
gedaan te worden.
De malaise, die hier zooals overal heerscht,
verplicht der regeering de juiste oorzaken daarvan
na te sporen, en te wikken en te wegen welke
middelen dienen aangewend om zo te verboteren.
Twee elementen zijn bier aanwezig om moedig
de toekomst te gemoet te zien het zijn de
inspanning en de ijver van de bevolking van dit
schoone land.
Ik uit den wensch dat het Zeeland in het
algemeen en Hulst in het bijzonder moge welgaan.
Nog meer dronken van minder aanbelang volg
den hierop, tot dat de voorzitter de tafel sloot,
wijl den leden buiten het afsteken wachtte van
het door den vuurwerkmaker Hendrickx van
Antwerpen vervaardigde kunst vuur werk. Dit
slaagde als al wat deze industrueel vervaar
digt uitstekend en eindigde met een in vlam
mend schrift schitterende hulde aan den landbouw.
Nog verzuimden wij te melden dat tijdens het
diner de Harmonie van Hulst en de zangvereeni-
ging Apollo van daar eene uitvoering gaven in
den tuin van het raadhuis, evenals de harmonie
St. Cecilia van Hontenisse en de Harmonie vau
Temsche.
Den twee eerstgenoemden vereenigingen moet
als wij goed ingelicht zijo door den commis
saris des konings en door jhr mr Roëll eene
herinnerings-medaiile zijn toegezegd.
Nog korten tijd bewoog zich na het afsteken
van het vuurwerk eene drukke menigte door de
straten van Hulst, doch weldra keerde het tot
zijne rustige rust, waaruit het gedurende een paar
dagen was ontwaakt, terug.
Eu hiermede leggen wij te dezer zake de pen
neder. Wij ondervonden veel medewerking, men
betoonde ons veel welwillendheid wij zijn daar
dankbaar voor en sluiten ons verslag met de
beBte wenschen voor de bewoners van het district
beoosten den Braakman.
Gisteren (Woensdag) avond, ongeveerte zes
uur, geraakten in de Pottenkade te Ylissingen
voor de bierbrouwerij de Meijboom twee jongens
van circa zeven jaar al spelende te water. De
heer De H., wien men van het ongeval kennis
gaf, sprong oogenblik hun ter hulpen had het
geluk beiden, hoewel met veel moeite, te redden.
Een der knapen was toen men hem op het
droge bracht, meer dood dan levend.
Dank zg echter de toepassing van de bekende
methode, dadelijk door een tweetal personen in
praktjjk gebracht, gelukte het hem weêr tot
bewustzjjn te brengen.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
werd het tjalkschip van Arie Borsje, dat Dinsdag
gelost werd, met den hevigen Westen wind op
het strand tusschen Zoutelande en Westkapelle
geslagen.
Het schip, dat verzekerd is, is zeer ontzetaan
het tuig is geen schade toegebracht.
Naar men ons uit Kapelle schrijft, gaat het
met de bijenteelt in da laatste week uitstekend
wat een groot verschil oplevert met eenigen tjjd
geleden. De bijenhouders zullen een goed jaar
maken, als ten minste de ervaren lui onder hen
het niet mis hebben, dat het een goed bg en jaar
wordt, wanneer de zon op de misboek geschenen heeft.
De zon heeft nl. haar plicht gedaan in deze, dus