N» 138. 130® Jaargang: 1887. Vrijdag 3 Juni. FEUILLETON. DE WEGWERKER. Middelburg 2 Juni. Dit blad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen? Prijs per 3/m, franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent? Advertentiën SO Cent per regel» Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.80. iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte: Voor het vervolg moeten advertentiën, willen zij in het nommer van denzelfden dag nog worden opgenomen, uiterlijk te een uur aan ons bureau bezorgd zijn. Weldra begon de armoede. Er werd een klein Het was een treurige reis en menigeeq, die - -IF-Tis^rgi^gw^'asirr^a? MIDDELBIRGSGHË COURANT. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van dek Peul, te Zierikzee: A. C. de Moou,te TholenW. A. van Niedwenhduzen. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangfere G. L. Dalle Cie., John F. Jones, opvolger De Administratie. Het Vad. heeft het votum van de kiesvereeni- ging Burgerpligt te Amsterdam over het amende ment-Van der Feltz c. s. op de additioneele artikelen betreffende het kiesrecht, tot het onder werp eener beschouwing gemaakt. Het blad uit daarin zijne verbazing over de houding van de meerderheid der aanwezigen op de door die vereeniging gehouden vergadering. In dit anders zoo degel jjke practische lichaam vergenoegde men zich met eene louter negatieve conclusie, eene soort van verontwaardigingsmotie, als kroon op allerlei belijdenis van beginselen- speeches, die met den omvang en de strekking van het vraagBtuk, waarvoor men stond, volstrekt niet rekenden. Zulk inpolitiek drijven noemt men daar „de zaak in hare politieke beteekenis pak ken." Wat is het vraagstuk, dat oplossing eiseht Gegeven een grondwets-artikel betreffende het kiesrecht, dat men mag goed- of afkeuren, maar dat nu eenmaal bestaat, met eene beteekenis, die voor niemand geheim behoeft te zjjn, moet er op het daarin neergelegde beginsel een wirloopig kiesreglement worden opgebouwd. Vjjf flprale leden lossen dit vraagstuk naar hun beste Wten op; zij formuleeren kenmerken van maat- schappelijken welstand en van geschiktheid, door het artikel voorgeschreven, in nadere wetsartikelen. Maar aan de politieke koppen, die de meerderheid hadden in Burgerpligt, bevalt nu eenmaal art. 80 niet, ergo het bestaat voor hen niet. Ver zijn zjj verheven boven de bekrompenheid der kamerleden, die meenen aan een aangenomen artikel gebonden te zijn. Zij hebben hun eigen ideaal van het kies recht, en de vjjf liberale leden verdienen onder het wicht hunner verontwaardiging begraven te worden omdat zjj dat ideaal niet in hun additio neel artikel hebben voorgesteld. De, politieke wijsheid van den heer Heemskerk is zeker practischer dan die van de heeren van Burgerpligt. Hij is weer een klein eindje toege- naderd, vertrouwende daarmede de weifelenden aan zjjne zjj de en dus de meerderheid te ver krijgen. Doch dit is nu aan Ret Vaderland weder al te practisch. Het blad hoopt, dat ditmaal de liberalen eensgezind zullen zjjn en door ministe- rieele dreigementen zich niet zullen laten ver lokken. Thans toch komt het aan op het hoofd moment der grondwetsherziening. De 10-kiezers van het amendement geeft Het 1. Uit het Fransch van Ch. DESLYS. DE GBOENE POBTEEEUILLE. Wanneer gij langs een straatweg rijdt, wordt gij zeker wel eens getroffen door den aanblik van zoo'n armen wegwerker, en zegt bij u zeiven „Arme man! Daar zit hij weer, bij regen of zonneschijn, warmte of koude, mooi en slecht weer. Hij is altijd op zijn post. Zijne beenen zijn gekromd, zijn rug is gebogen, zijn lendenen zijn gebroken, zijn hoofd, hangt altijd voorover. Hij is bijna geen mensch meer maar lijkt een werktuig dat steenen klopt een levende hamer. Er zijn er evenwel toch onder hen, die tevre den zijn met dit eentonige bestaan, die zelfs met liefde aan hun kanton denken en er een soort van eer in stellen. Hunne pyramiden van keien zijn met een zekere kunst langs de grasberm opgesteld en worden even netjes onderhouden als een perkje in een tuin. De sloot wordt langs een lijntje uitgegraven, de kanten zijn altijd groen, zelfs het strooien hutje, zijn eenige beschut ting tegen het ruwe weer, verraadt de zucht tot orde en netheid van den model-wegwerker. Wanneer de weg schoon en klaar is, wanneer hij elk blaadje weggeveegd heeft, richt hij zich op> wrjjft zich in de banden en is voldaan. Wat Vad. desnoods cadeau met de grondbelastinglrie- zers op den koop toe. Maar de capaciteitenkie zers kan het niet prijsgeven en die van den lageren aanslag in het personeel zeker in geen geval. Alleen toch met hen komt men tot den gezeten werkmansstand, dien de minister zelf meer dan eens betuigd heeft in het kiezerscorps te willen opnemen. De zonderlinge ministerieele tegenwerping, dat in districten, die groote steden bevatten, naar 's ministers stelsel het kiezerspercentage der steden niet belangrijk bij dat van het platteland achterstaat, beteekent niets. Dat moet wel waar zijn, vermits in zulke districten de steden een min of meer belangrjjk overwicht hebben. Maar het percentage in de groote steden staat ver ten achter bjj dat in landelijke districten. En daarop komt het aan. Die ongelijkheid moet verdwijnen. Er is dus gisteren in onze Tweede kamer een poging gedaan in de richting die wij wenschten. De heer De Vos de Wael heeft, zooals men weet, een amendement aangekondigd om de derde en vierde alinea van het voorstel-Schaepman weg te laten. Wordt dit aangenomen, dan zal het be staand artikel 194 tot zeer bescheiden proportiën zjjn teruggebracht en niets meer behelzen dan het volgende „Het geven van onderwjjs is vrij. „Het toezicht van de overheid op het onderwijs in het algemeen, de inrichting van het openbaar onderwjjs en, voor zoover het lager en middelbaar onderwjjs betreft, de aan den onderwjjzer testellen eischen van bekwaamheid en zedelijkheid, worden door de wet geregeld. „De koning doet van den staat der hooge, middelbare en lagere scholen jaarlijks een uit voerig verslag aan de staten-generaal geven." Indien, gelijk men verwacht, de grondwetsher ziening omstreeks de helft van deze maand zal zijn ten einde gebracht, bestaat het plan de Eerste kamer der staten-generaal den 20en Juni a. s. te doen samenkomen voor het onderzoek der grondwetsvoorstellen in hare afdeelingen. Deze zouden 't nog in dezelfde week ten einde brengen. Daarna zou de kamer uiteengaan gedurende den tijd noodig tot voorbereiding van het openbaar debat, die zou geschieden hetzij op de gewone wjjze (voorloopige verslagen en regeeringsantwoor- den), hetzjj door benoeming van eene zelfstandige commissie van rapporteurs. Loopt alles naar wensch, dan is de berekening dat de kamer Woensdag 6 Juli de grondwetsher ziening in openbare beraadslaging kan brengen. Volgens de Haagsche correspondent der Prov. Gron. Crt. wil de minister van financiën dekan- selerjj-leges opheffen en het pensioen- en wedu- wenfonds reorganiseeren. Ter vergoeding van de op te heffen leges-gelden wil de minister voor elke portie (deze loopen van 6 bontefeu tot 24 secretaris-generaal) met 2.50 het tracte- ment verhoogen. Een referendaris, die 20 portiën is het heerlijk om op den straatweg te leven en een geel nummer op de verlakte pet te dragen 1 Zij die zoo spreken zijn de wijsgeeren van het vak; dat zijn de gelukkigen, de verstandi- gen. Maar er zijn er ook, die zich een ander leven hadden voorgesteld, die berouw hebben, verlangen, eerzucht koesteren zooals de wegwerker dien wij op het oog hebben, zooals Jean Mailiard. Hij was de zoon van een welgestelder! Nor- mandischen boermaar in dien tijd schaamden de boeren zich voor den ploeg en wilden dat hunne zonen heeren zouden worden, minstens advocaat. De kleine Jean was te IJvetot op school geweest, waar hij inderdaad niets anders leerde dan zijn goeden vader te minachten. Tien jaar later studeerde hij op dezelfde negatieve manier te Caen in de rechten. Vader Mailiard stierf, reeds half verarmd, maar althans in het vaste vertrouwen dat hij van mijnheer zijn zoon een groot man gemaakt had. Dit is helaas! de geschiedenis van vele boeren in de laatste dertig jaren. Jean verzamelde in allerijl de overblijfselen van het vermogen zijns vaders en ging die te Parijs opmaken. Daar ontmoette hij een fatsoenlijk meisje, zijn goede engelmaar het was te laat Madeleine was een eenvoudig naaistertje en leerde tot haar ongeluk Jean Mailiard kennen en beminnen. Zij was braafhij trouwde haar, maar zette terstond zijn losbandig leven voort. per kwartaal ontvangt, zou dus zjjn jaargeld met 200 gulden vermeerderd zien. Maar maakt de ambtenaar promotie, dan wordt hem op elke 100 een vierde gedeelte gekort, zoodat ten slotte op geleideljjke wijze de leges verdwjjnen en het land er een voordeeltje uit haalt. In het weduwenfonds worden de bepalingen voor de toekomstige ambtenaars vrouwen minder gunstig. Het maximum zal zjjn 600 's jaars met 50 voor ieder kind beneden de 21 jaren. Natuurlijk zou de nieuwe wet geen terugwerkende kracht hebben. In het bekende tijdschrift Schorers Familiëriblatt n° 23 van dit jaar komt voor eene fraaie plaat, betrekking hebbende op den dagdienst Vlissingen Queenboro. Daarop is afgebeeld de Duitschland in het ruime sop, de eetsalon, een gereserveerde kajuit en het promenadedek dezer boot, een type van een Zeeuwschen boer in eene straat te Vlis singen; al deze teekeningen zjjn van de hand van den Amsterdamschen kunstschilder C. L. Dake. Als vignet van den tekst is het welgeljjkend portret van Z. K. H. prins Hendrik, den grond vester der maatschappij Zeeland, gekozen. De opname van een en ander in dit veel gelezen Duitsche blad zal gewis niet weinig bjjdragen om in het buitenland de uitbreiding, die de maat schappij Zeeland onderging, nog meer bekend te maken. Bjj deze gelegenheid herinneren wjj er aan dat het tjjdschrift van onzen land- en, vergissen wjj ons niet, onzen geweatgenoot reeds in Januari 1886 eene groote plaat van Vlissingen en om streken uitgaf, in de vaste overtuiging dat alleen deze noordzeehaven de aanloopplaats der Lloydbooten worden konHeeft ons mis schien ook toen Z. K. H. Prins Hendrik ontbroken, om ons voor deze teleurstelling te behoeden? De St. Ct bevat de statuten der naamlooze vennootschapmaatschappij voor oestercultuur Bruinisse, te Yerseke, ten doel hebbende de uit oefening der teelt van schelpdieren op de Schelde en Zeeuwsche stroomen. Zjj is gevestigd te Yerseke. De vennootschap wordt aangegaan voor den tjjd van dertig jaren, en haar kapitaal bedraagt 40.000, verdeeld in tien aandeelen elk van 4000. Als directeur is aangesteld de heer C. Nieuwen- huyze, en als commissarissen de heeren C. van Boven en G. J. Verhepen. De audiëntie van den minister van koloniën zal a. Vrjjdag en die van den minister van bin- nenlandsehe zaken op Zaterdag niet plaats hebben. De officier van administratie der le klasBe F. A. Frederiks, uit Oost-Indië in Nederland terug gekeerd, is op non-activiteit gesteld. De 2e luit.-kwartiermeester Salomon is van het 3e reg. inf. te Vlissingen overgeplaatst bjj het 8e te Deventer. De kiesvereeniging Vrgheid en Orde te Deventer meisje geboren. Arme Denise Den dag uwer geboorte kwam de deurwaarder beslag leggen op den inboedel van uw vader. Wat moest hij doen? Wat zou hij beginnen? Jean Mailiard had enkele vlagen van moed en geestkracht, maar zij duurden niet lang en hij liet zich door allerlei bezwaren afschrikken. Hij kende nietswas nergens geschikt voorwas niet eens gewoon om te werken. Het voorbeeld en de aanmoediging zijner brave vrouw noopten hein echter steeds om den strijd vol te honden. Hij probeerde twintig ambachten; Madeleine bad haar beroep weer opgevat en door nacht en dag te werken kon zij man en kind in het leven houdenmaar de oogen verslijten spoedig wanneer men ze overspant: na eene langdurige ziekte was Madeleine bijna blind ge worden. Toen deed Mailiard een laatste poging; maar alles mislukte hem en om zich te verzetten ge raakte hij aan den drank. Madeleine schreide en Denise ook. Zij was nu bijna tien jaren en begon reeds te begrijpen, wat haar moeder onge lukkig maakte. Zij bad nog een zusje van vier jaar en een broertje van achttien maanden. Het was een allerdroevigst gezin. Jean Mailiard was geen slecht menscb; hij had berouw men vergaf bem en zij besloten om naar Normandië terug te keeren, in de hoop van in hun dorp misschien bloedverwanten, hulp en een middel van bestaan te vinden. heeft tot candidaat voor de Tweede kamer ge kozen jhr mr J. Röell, lid der eerste kamer voor Zeeland. Zaterdag 4 Juni wordt te 's Graveel! ft ge de algemeene vergadering gehouden van de Neder- landsche Toonkunstenaars-vereenigingdie gevolgd wordt door een muziekuitvoering op dien zelfden dag, een concert van de kapel der grenadiers en jagers op Zondag middag en een kunstenaars- concert op Zondag avond. Vrijdag 9 Juni des avonds heeft de generale repetitie plaats. Toonkunstenaars kunnen gewoon lid worden tegen betaling van 10 's jaars belangstellenden tegen 5 's jaars of meer. Provinciale correspondent voor Zeeland is de heer A. Lysen alhierdie zeker gaarne bereid is belangstellenden nadere inlichtingen te verschaffen. Volgens het voorloopig verslag der eerste kamer over het wetsontwerp tot het verleenen van financieele hulp aan de suikerondernemingen in de Vorstenlanden stelde de meerderheid op den voorgrond, dat een dergelijke maatregel slechts door zeer bijzondere omstandigheden wordt gerecht vaardigd, maar meende tevens dat dit bijzondere geval hier aanwezig is, waar de gouv.-generaal oordeelt dat een gewichtig politiek belang op het spel staat. Andere leden meenden echter, dat ware een politiek belang de drijfveer, aan alle ondernemingen hulp moest zijn verleent), terwijl nu de val der niet levensvatbaar geachten wordt verhaast; deze leden zagen in den maatregel daarom niets anders dan eene begunstiging van enkele ondernemers en credietinstellingen. Tegenover deze beoordeeling wees men erop, dat de inlandsehe bevolking grootendeels leeft van de millioenen aan loon, door haar verdiend, zoodat inderdaad stilstand der nijverheid in da Vorstenlanden niet zonder gevaar zou zijn. Dok wees men erop, dat de overige ondernemingen door dezen maatregel niet geschaad, maar indirect eveneens gebaat zouden worden. De toestand in de Vorstenlanden eischt voorts» naar sommiger oordeel, ook in andere opzichten dringend voorziening. Enkele leden merkten op, dat de bevolking er meer en meer verarmt en bescherming behoeft. Een deel dezer leden vond de oorzaak daarvan in den verhuur van gronden aan Europeanenanderen echter waren van oordeel dat die verhuur juist den toestand der bevolking verbeterde, door grooter vraag naar arbeid te doen ontstaanh, i. was de kwaal gelegen in de gebrekkige inrichting van politie en justitie, en in het opium. Men vroeg het oordeel der regeering. Sommige leden ontkenden, dat de verleende hulp voldoende is en er geen waarborg bestaat dat de betrokken ondernemingen niet binnen wei nige jaren opnieuw hulp zullen vragen. Door andere leden werd gewezen op de noodzakelijkheid om de njj verheid vrij te maken van wat haar belemmert, met name door eene betere regeling van den landverhuur. dien man met dat sombere gelaat, die bleeks vrouw en die drie in lompen gehulde kinderen zag voorbijtrekken, zei „daar gaat een vagebond met zijn gezin." Eindelijk bereikten zij het doel van hun tocht» De indruk, dien de reizigers maaktenwas aller treurigst, niemand herkende Jean Mailiard; eenige familieleden verwaardigden zich te nauwernood om zich zijner te herinneren. De afgunstigen verheugden zich in stilte over zjjn val; hij waS vroeger zoo trotsch geweest, toen het hem voor den wind ging. Zijne oude/vrienden betoonden zich onverschillig uit vrees dat hij hun geld te leen zou vragen. De ontvangst was alleronaan genaamst en maakte bijna dat de arme menschen Parijs betreurden. Van een anderen kant was de reis zeer nood lottig voor de kinderen geweest. De twee jong- sten waren uitgeput van vermoeienis en ziek» Het kleine meisje stierf reeds den volgenden dag en twee dagen daarna bezweek ook het jongetje. Denise zag zoo bleek en was zoo zwak dat men ieder oogenblik dacht dat ook zij hen zou volgen De wanhoop van Madeline was hartverscheurend. De verslagenheid van Jean Mailiard grensde aan krankzinnigheid. Eindelijk kreeg men medelijden met hen en, dank zij de tusscbenkomst van den geestelijke, werd er een collecte voor hen ge houden, die genoeg opbracht om in hun eerste onderhoud te voorzien. De agent-wegopzichter herinnerde zich dat Jean Mailiard zijn school makker was geweest en bezorgde hem een

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1