N° 118.
130® Jaargang.
1887.
Vrijdag
21 Mei.
Middelburg 20 Mei.
De Compagnon van Harlowe.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per 8/m, franco 8.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentie» 20 Cent per reg
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50.
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
FEUILLETON.
„Als men beleefd tegen mij is, doet mij dat
genoegen en dan kan ik niet doen alsof ik het
jemland yind", zei zij j „als men liet tegen mij
MIDDELBURG
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: Pvan dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieuwenehijzen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publieité étrangère G. L. Balbe Cie., John F. Jones, opvolger
De heeren Van der Peltz, Gleichman, Borgesius,
Van Houten en De Vos hebben eene nieuwe
redactie voorgesteld van art. 7 der addit. artikelen
(kiesrecht).
Volgens dit artikel wordt het kiesrecht toege
kend aan hen die
a over het vorig dienstjaar in de pers. belasting
naar den ln grondslag zjjn aangeslagen van af:
67 in gemeenten boven 48.000, 50 id. boven
36.000, f 45 id. boven 24.000 zielen enz. tot ƒ24
in gemeenten beneden 3000 zielen, en dien aanslag
ten volle hebben voldaan
b een gedeelte van een gebouw bewonen, aan
geslagen voor minstens het dubbele sub a bedoeld,
zoodanig dat de huurwaarde van dat gedeelte het
bedrag sub a bepaald bereikt
c of in 's rijks dir. belastingen (hoofdsom en
opcenten) voor minstens 10 zijn aangeslagen
d of hebben voldaan aan de eischen van be
kwaamheid, bjj wet of kon. besluit gesteld voor
de benoembaarheid tot eenig openbaar ambt, de
vervulling van eenige bediening of de uitoefening
van eenig beroep, of wel als bedienaren van den
openbaren godsdienst bjj eenig wetteljjk bestaand
kerkgenootschap werkzaam zjjn.
De strekking is lo de bevolking der groote
steden op gelijken voet te brengen met die van
het platteland. Waar in het voorstel der reg.
het getal kiezers daalt van 9 pot. der bevolking
in de kleinste tot 7 pet in de grootste gemeenten,
brengt het amendement allen op 9 a 10 pet., en
het getal woningen (voor kiesrecht) van 350.000
op 385.000.
Het beoogt 2o voor andere gezeten of ontwik
kelde personen, die niet in de termen sub a vallen,
zooals inwonende zoons, onderwijzers, kapelaans
enz., door den maatstaf van welstand of bekwaam
heid het kiesrecht bereikbaar te maken.
De voorstellers meenen op deze wijze eene
nieuwe agitatie ten gunste eener andere kieswet,
ten behoeve van de meer welvarende werklieden,
te ondervangen, welke h. i. het reg. artikel zou
uitlokken.
Volgens telegram uit 's Gravenhage is heden
morgen het oudste lid der Tweede kamer, de heer
mr. P. Blussé overleden.
Hij was sedert 17 Sept. 1872 afgevaardigde
voor Deventeren in het ministerie Thorbecke,
van 3 Januari 1871 tot 6 Juli 1872 minister van
financiën.
De overledene was een liberaal van de oude
garde; een bekwaam en eerljjk man.
Aan de heden alhier gehouden verkiezing voor
een lid der kamer van koophandel en fabrieken
werd door 84 van de 314 kiezers deelgenomen.
De volstrekte meerderheid was 43.
Uit het Engelsch door FRANK BARRETT.
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Cerile had dus weer een betrekking en haar
leven was weer vol zonneschijnDe familie
Leclerc was heel lief voor haar en men behan
delde haar geheel als een bloedverwant. Mevrouw
verwende haar door baar allerlei sieraden en
opschik te geven, haar mede te nemen naar con
certen, bij zich te noodigen als zij menschen had
en in een rijtuig thuis te laten brengen als het
leelijk weer was in éen woord zij maakte
haar geheel ongeschikt voor haar werk. Die
levendige persoontjes zijn nooit te vertrouwen
want in een opgewonden bui veranderen zij van
vriend tot vijand.
Een tijd lang ging alles heel goed; maar toen
begon Johanna ongerust te worden; daar mevrouw
Leclerc zich in het hoofd had gezet dat Cerile
een beter huwelijk moest doen dan met een on
beduidend kunstenaar, en haar dus aanmoedigde
om zich op een dwaze manier het hof te laten
maken, ofschoon zij Horatius oprecht lief had en
aan niemand anders dacht.
Er moet eene herstemming plaats hebben tus-
schen de heeren J. Borsius die 40 en Ph. Boude-
wjjnse die 25 stemmen verkreeg.
Verder waren uitgebracht op de heeren P. L,
de Brujjne 5, J. O. de Waal 4, P. M. Wibaut 3,
P. J. W. Klaarhamer 2 en E. W. Faro, J. A.
Prederiks, G. de Broekert en Albert Boogaart elk
1 stem.
Zooals onze lezers weten, zal Zondag a. de be
kende Crefelder kapel, onder leiding van den
heer Julius Oertling, in het badhuis te Vlissingen,
dat dan zijne deuren voor het publiek opent, een
matinée en een concert geven.
Deze kapel heeft vooral bjj het Middelburgsehe
en een groot deel van het Vlissingeche publiek
een te gunstigen naam om niet van die zjjde op
eenige waardeering te kunnen aanspraak maken.
Maar dat publiek heeft tevens den waarborg iets
goeds te zullen hooren.
Voor de matinée is het programma saamgesteld
als volgt: Eimugsmarscli aus der Oper „Zigeuner
baron" J. Strauss. Ouverture Zampa, Herold.
Freut euch des Lebens, Walzer, Strauss. Finale
aus der Oper LohengrinR. Wagner. Rhein-
nischen Polka, J. Oertling en Bürgerlich und Ro
mantisch Grosse PotpourriSchuller.
's Avonds worden de volgende nommers uitge
voerd Marsch aus Athalia, Mendelssohn.
Ouverture FrehchiitzC. M. von Weber.
Fantasie für Flöte, Reickert. Symfonie (Es dur).
Mozart. Abschiedsstandchen für Piston, Herfurth
en Le petit bleu, Walzer, L. de Wenzel.
Men ziet beide programma's voldoen aan de
smaken van een verschillend publiek; het »elk
wat wils" ia het streven van den directeur geweest.
Zoover ons bekend, is dit de eerste maal dat
deze kapel een afzonderlijk concert geeft. Daarom
te meer hopen wjj, dat het haar niet aan een
talrjjk auditorium moge ontbreken.
Als het weer slechts eenigszins meewerkt, zal
dit wel niet het geval zjjner is een buitenge
wone gelegenheid om na afloop per extra tram
uit Vlissingen terug te keeren, wat een bezoek
zeker wel zal aanmoedigen.
Het telegraafkantoor te Vlissingen zal morgen
(Zaterdag) tot des avonds 11 uur open zijn, bjj
gelegenheid der feesteljjkheid, in verband met de
opening van den dagdienst der Zeeland, voorna
melijk zeker om den vertegenwoordigers van en
kele, daartoe genoodigde bladen gelegenheid te
geven van het voorgevallene telegraphisch bericht
te zenden.
De feesteljjkheid zal, naar wij vernemen, echter
een zeer eenvoudig karakter dragen; behalve die
vertegenwoordigers der pers, zjjn uitsluitend ver
schillende spoorwegdirectiën geïnviteerd om een
tochtje met een der nieuwe booten te maken en
daarna zich in het Badhotel aan een diner te
vereenigen.
Ter aanvulling der vacature wegens gewone
aftreding is tot vertegenwoordiger van den Nieuwen
Kraaiertpolder in den dijkraad voor de calamiteuae
waterkeering Ellewoutsd jjk—Borssele opnieuw be
is, ben ik ook lief. Niemand is lomp tegen mij
en dus geloof ik ook niet dat ik tegen iemand
Jomp behoef te zijn.4'
Op zekeren Zondag middag voiid ik een heer
op Zonhoeve, dien ik er nog nooit ontmoet
had; hij werd mij voorgesteld als Percival Leclerc
en bleek de zwager van mevrouw Leclerc te zijn.
Het was een knappe man met innemende
manieren en een groote welbespraaktheid. Toen
Johanna en ik alleen waren maakten wij uit dat
hij ons niet aanstond. Zijn beminnelijkheid was
zoo groot, dat zij achterdocht wekte. Hij had
tegen iedereen iets te zeggen in één woord
wij vertrouwden hem niet.
Potter, die in lang geen loftuitingen gehoord
had, dweepte met hem. Hij geloofde de meest
overdreven complimentjes over zijn kladwerk
en zei
„Gij behoort tot de ware school, mijnheer
Leclerc, de school der toekomst; hoe meer gij
hier komt om een praatje over kunst te houden,
hoe aangenamer het mij zijn zal."
Indien Potter op dat pnnt niet voldaan was,
lag het niet aan mijnheer Leclerc. Hij kwam
hoe langer hoe meer, nu eens om over schilde
rijen te praten dan om muziek te hooren
Johanna speelde met veel gevoel en somtijds
zonder eenig voorwendselmaar nooit als Cerile
niet thuis was. Dat konden wij hem niet kwa
lijk nemen, maar wel dat bij zich zoo schijnbaar
welwillend jegens Horatius yoordead.
noemd de heer J. G. P. Timans te 's Heerenhoek,
aftredend lid.
Donderdagmiddag werd, naar men ons uit
G.'djjr.srdaat schrijft, het stoffeljjk overschot van
den heer J. Tink ter aarde besteld.
In 1845 benoemd tot ontvanger-griffier van den
Catschen polder, werd hij drie jaar later in
dezelfde betrekking van den polder Nieuw-Noord-
Beveland aangesteld. In 1846 secretaris van Cats
geworden, werd hg in '49 ontvanger dierzelfde
gemeente en in hetzelfde jaar ontvanger en
secretaris van het burg. armbestuur alhier.
In 1851 werd hg door den raad der gemeente
Colgnsplaat benoemd tot haren secretaris en
ontvanger.
In den loop van dit jaar had de heer Vink
door zgn ziekelgken toestand uit de verschillende
betrekkingen, die hg bekleedde, ontslag gevraagd,
wat hem op de meest eervolle wgze werd verleend.
Door zgn werkzaam leven en zgne administra
tieve kennis was hg voor velen een vraagbaak.
Zgne vrouw en kinderen verliezen in hem een
liefhebbend echtgenoot en zorgvol vader, de
maatschappg een nuttig burger. Van dit laatste
getuigde ook de algemeene deelneming bg zgn
overigden.
Uit Tholen meldt men ons:
In de alhier gehoudene algemeene vergadering
van ingelanden van het waterschap „de vrge
polders onder Tholen" werd, na goedkeuring der
rekeningen en vaststelling van begrootingen der
verschillende polders, besloten tot de opzanding
van een paar gedeelten kleiweg, respectievelgk in
de polders Schakerloo en 1500-Gemeten en tevens
met nagenoeg algemeene stemmen aangenomen
een voorstel om voortaan rekeningen en begroo
tingen der verschillende polders, nadat die door
het bestuur voorloopig zgn vastgesteld, in handen
te stellen eener commissie om rapport aan de
vergadering van ingelanden, ter bespoediging der
werkzaamheden op de jaarlgks te houden alge
meene vergadering en verder een gedrukt kort
verslag zoo van rekening als begrooting voortaan
aan de stemgerechtigde ingelanden vóór de alge
meene vergadering uit te reiken.
Eene obligatie ten laste van het waterschap
groot f 400, vervallende den 1 Juli a., werd uit
geloot. Voorts werd mededeeling gedaan, dat de
peilingen aan de vooroevers der polders Schakerloo,
1500 Gemeten en Dalem weder hebben plaats
gehad en dat die minder gunstig resultaat hadden
dan het vorige jaar. Tevens werd door het bestuur
overgelegd een tweetal kaarten door zwarte en
roode lijnen voorstellende de vooroevers der pol
ders Schakerloo en 1500 Gemeten in 1886 en 1887.
Zoowel deze door den waterbouwkundige ontwor
pen kaarten als de peilregisters werden ter inzage
voor ingelanden van het waterschap nedergelegd
ten kantore van den ontvanger-griffier.
In de algemeene vergadering van de ingelanden
van de polders Broek en Rooland werd, eveneens
na de gewone bezigheden in plaats van den
overleden sluiswachter M. Douw, benoemd de
heer Krieger. De aftredende gezworene C. J.
Elenbaas Jz. werd als zoodanig herbenoemd.
Clinton was daarentegen altijd kond en strak
in zijn bijzijn en gaf zich geen moeite öm te
verhelen, dat hjj hem onverdragelijk vond.
Toen Potter begon te nierken, dat mijnheer
Leclerc niet alleen tér wille van de kunst bij
hera kwam, toonde hij hem niet de minachting,
die men zou verwacht hebben, integendeel hij
moedigde hem telkens aan om eens „aan te komen"
terwijl hij geringschattend van den armen Hora
tius sprak (achter zijn rug natuurlijk); hij was
geen kunstenaar; hij kon een mooi gezichtje
schilderen, dat was al. Hij was een man zonder
geestkracht, anders zou hg zich reeds lang los
gemaakt hebben van die twee lastige vrouwen,
zijn moeder en zuster, haar de deur uitgezet en
Cerile getrouwd hebben. Zij was een engel
enz., enz.
De zaak was deze, dat Potter, nu hij eenmaal
een goed leven had leeren kennen, weer naar do
vleeschpotten van Egypte verlangde en niets
ontzag om aan dat verlangen te voldoen. Hij
dacht dat Cerile, als zij met mijnheer Leclerc
trouwde, hem ook wel in staat zon stellen om in
haar salon te luieren; hij moest dus maar begin
nen met tweedracht te zaaien tnsschen haar en
Horatius en daarom zei hij zooveel mogelijk
dingen, die dezen in hare oogen belachelijk
maakten.
Het was een moeielijke tijd voor Clinton en
ongelukkig kwam bij er niet goed door. Hij was
jaloersch van aard en het ergerde hem als Cerile
De N. R. Ct. deelt mee, dat bet besluit van
den president der V. S. van Noord-Amerika, waar
bij de tonnegelden zjjn afgeschaft voor schepen
komende uit Nederland en eenige havens in Ned.
Oost-Indië, behalve aan de krachtige werkzaamheid
van onzen minister van buitenlandsehe zaken,
hoofdzakelijk te danken is aan het groote beleid en
de vasthoudendheid van onzen gezant te Washing
ton, den heer Von Weckherlin, die niet heeft
gerust vóór hij, steeds wijzende op de afschaffing
van de tonnegelden ten onzent, de regeering der
V. S. had overtuigd van het billijke van weder-
keerigheid.
Voor de Nederl.-Amerikaansche stoomvaart-
maatschappjj levert deze afschaffing een voordeel
op van ruim 10.000 's jaars.
Bij het onderzoek van een wetsontwerp betref
fende de oorlogsbegrooting werd in een afdeeling
der tweede kamer opgemerkt, dat krachtens de
wet van Maart 1877 de officieren tegen den
remonte-prjjs paarden koopen, welke een veel
hoogere waarde hebben en aan het rijk veel meer
kosten. Men erkende het nut daarvan voor
jonge officieren, maar meende toch dat de bedoelde
prijs moet worden verhoogd b. v. met 50 pet.
voor de hoofd- en 25 pet. voor de overige officieren.
Bij het opperen van het plan, om de bezoekers
van de tentoonstelling van kunstwerken te laten
oordeelen over de schildergen, hebben wg, zoo
schrglt het Dagblad, volstrekt niet bedoeld, aan
dat oordeel veel waarde te hechten. De é.rnh. Ct
onderstelt het, want zegt het blad wg
hechten meer aan het oordeel van Vosmaer. Wg
ook, maar dat is de vraag niet. De Arnh. Ct
heeft bljjkbaar niet gelezen, wat wg hieromtrent
geschreven hebben. Wij wenschen alleen het
oordeel van het publiek te vernemen tegenover
dat van de deskundigen. Wellicht stemt het er
mee overeenmaar nog veel meer kans bestaat
er, dat het ljjnrecht daarmee in strijd zjj. Het
zou interessant kunnen zjjn, de proef eens te nemen.
Het voorname doel van het plan was intusschen
van meer practischen aard. Wij meenden, dat
het bezoek aan de tentoonstelling er door winnen
zou. Voila tout.
Tegen den heer J. P. Scheltema, geWeZea re
dacteur van de Locomotief is door den raad van
justitie van Samarang rechtsingang verleend we
gens door hem in genGemd blad geschreven ar
tikelen die hoonend voor den gouverneur-generaal
waren.
Genoemde heer, 31 jaar oud en geboren te
Makasser, was eerst kort te voren uit Europa
teruggekeerd om jzich bg den rechter te verant
woorden.
Voor het afleggen van het eindexamen der
Hoogere burgerscholen in Zeeland hebben zich
20 candidaten aangemeld, nl. 10 van de R. H=
B. S. te Middelburg, 3 van de gem. H. B. S. te
vroolgk en opgewekt was door de beleefdheden
van den heer Leclerc. Hij werd stil en gemelijk
en hoe stiller hij was des te meer kwam de
opgewektheid van zijn mededinger uit. Zelfs
Johanna kon niet nalaten behagen in dezen te
scheppen en ik vond zijne gesprekken ook altijd
onderhoudend. Het kwaad werd nog verergerd
door Potter, die Clinton schijnbaar goedhartig
plaagde met zijn zwaarmoedigheid.
„Lever in de war, oude heer vroeg bjj
hem danof „Niets bijzonders in den bonbon»
nièrehandel of „heelt mama Horatiusje weer
beknord?" en dergelijke bespottelijke vragen
meer.
Het spreekt van zelf dat Horatius hierdoor niet
beminnelijker werd en natuurlijk had Cerile hem
dus ook minder lief dan vroeger. Johanna en ik
voorzagen dat binnen kort een van de twee
mededingers van het tooneel moest .verdwijnen.
Wie zou dat zijn
Op zekeren avond vroeg Horatius Cerile offi
den volgenden avond met hem naar een concert
te gaan. Cerile aarzelde even en zei toen:
„Liever een andermaal, Horatius, dan heel
graag; maar morgen kom ik pas laat thuis. Ik
kan niet voor tien uur bij mevrouw Leclero van
daan."
„O, dan gaat gij zeker met de Leclerès uit
en wilt het niet zeggen.
„Ik durf alles te zeggen wat ik doe," riep
Cerile toornig uit „en ik ga niet met de Leclercs uit.'^
(Wordt vtrvolgd).