Verspreide Berichten.
Ingezonden stukken.
M USIC ALIA.
Eene kwestie van den dag.
De havenmeesters-betrekking in
Scliuttevaer.
Verkiezing voor de Kamer van Koophandel
te Middelburg.
Het voorgevallene in den nacht van dien datum
heeft dit bericht al vast waar gemaakt. Eene
bende van ongeveer 200 man, goed gewapend,
had zich door de duisternis begunstigd door onze
postenlinie weten te dringen. Hun doel was
Panteh-Perak aan te vallen. Hun doel werd echter
niet bereikt, daar de bende in de nabijheid van
Lamjong op eene hinderlaag uit die benting
stuitte. Er werd hevig gevuurd, doch handgemeen
werd men niet.
Intuesehen was van hier eene kolonne van
ongeveer 150 man opgerukt, met het doel den
aanval op Panteh-Perak af te weren. Deze troe
pen, welke den vijand eveneens eene hinderlaag
legden, werden niet verontrust. De troep van
Lamjong bekwam een doode en twee gewonden
(inlanders). De Atjehers echter moeten zware
verliezen hebben geledenmen spreekt toch van
ongeveer 20 dooden, behalve de gewonden.
Heden nacht werd Panteh-Perak beschoten, doch
niet hevig, zoodat mag worden verondersteld dat
dit door eenige zwervende Atjehers en niet door
de zooeven bedoelde bende is gedaan.
Het oratorium Bonifacius van W. F. G. Nicolaï,
door de zangvereeniging Tot Oefening en Uitspan
ning alhier voor hare derde en laatste uitvoering
in dit seizoen, op 24 Mei a. s., gekozen, zal bjj
enkele uitvoerenden en toehoorders misschien nog
in het geheugen liggen het werk werd in Juni
1874 bij de viering van het 40jarig bestaan der
zangvereeniging hier uitgevoerd doch bjj velen
zal het wel geheel onbekend zijn, en daarom mag
een kort overzicht van dit werk niet overtollig
geacht werden.
Het denkbeeld den Evangelieprediker Bonifacius
tot den held van een oratorium te maken is
uitgegaan van den componist, den heer Nicolaï,
terwijl het gedicht te danken is aan de begaafde
schrjjfBter en dichteres mevrouw Lina Schneider.
Bonifacius of Winfried, volgens de overleveringen
in 680 te Kirton in Engeland geboren, volgde den
Beierschen apostel Emmerau en andere Evangelie
predikers in Duitechland. Zijn pogingen tot be
keering der Friezen moest lijj afbreken tengevolge
van den in dien tussehentijd uitgebroken oorlog
tusschen Karei Martel en Radbout. Toen trok hij
naar Thuringen, waarzjjn geloofsijver rijke vruch
ten afwierp, en hij, volgens de legende in 724
eene kerk, aan den H. Johannes gewjjd, te Alten-
berg stichtte.
In 755 keerde hij, vol onversaagden geloofsijver,
naar Friesland terug, om nog in hetzelfde jaar bjj
Dokkum den martelaarsdood te sterven.
Deze drie hoofdmomenten van Bonifacius' leven
vormen den inhoud der drie deelen van het
oratorium.
In het eerste deel (in Friesland) zien wjj Boni
facius met zjjn zendelingen als Evangelieprediker
te midden van een offerfeest der Friezen optreden;
de dochter van den Heidenschen priester gevoelt
zich bewogen de schaar der Christenen te volgen;
de priester vervloekt zjjn kind en zweert, in ver-
eeniging met de verzamelde heidenen, den Chris
tenen wraak. Het tweede deel, (Bonifacius in
Thuringen) verplaatst ons te midden der vluch
tende volgelingen des apostelsin de stilte van
den nacht zjjn wjj eerst getuigen van den strijd
der dochter van den heidenpriester, die zich ver
beeldt achtervolgd te worden door de Goden,
waaraan zjj afvallig werd, maar die in het vurig
gebed kalmte en kracht tot volharding vindt.
Zoo voert het derde deel, (Dood van Bonifacius
in Friesland) ons naar de plaats en de omgeving
uit het eerste deel terug. De heidenen zjjn nog
even hardnekkig in hun ongeloof als te voren,
zoodat Bonifacius handelend als geloofsijveraar
moet optreden. Hjj velt den gewjjden eik neder,
maar moet zjjn vermetelheid met den dood boeten.
De heidenpriester valt verwoed op hem aan en
verwondt hem doodeljjk. Het schouwspel van zjjn
biddend sterven en de vermaningen der bekeerde
jonkvrouw, die Bonifacius met enkele getrouwe
aanhangers naar Friesland gevolgd is, oefenen
zulk eene tooverkracht uit, dat de heidenen,
berouwvol om het kruis geknield, van den ster
venden Bonifacius den doop begeeren en ontvangen.
„Ik denk het wel, als gij mij een zaag wilt
leenen en wijzen, hoe ik het doen moet."
Het was eenvoudig werk en Philip deed het
zeer goed. Om twaalf uur kreeg hij eeu uur om
te gaan eten. Daarna werkte hij door tot zes
en toen had hij zooveel afgedaan, dat de
timmerman hem voor den volgenden dag bestelde.
Philip ging opgetogen naar huis, met blaaren
in zijne handeD, zaagsel in zijn baard en scheuren
en torns in zijn jas: hij had nu wel iets vaneen
werkman en vertelde Magda dat hij timmerman
was geworden. Het was een schok voor haar en
zij zag met deernis zijne handen; maar hij zei
bemoedigend
„Kom, als ik een dag geroeid had, zouden
ze er net zoo uit zien. Zij zullen mettertijd wel
hard worden."
Magda streelde ze met groote innigheid en
scheen niet te kunnen gelooven, dat die blanke,
zachte handen ooit echte timmermanshanden
konden worden.
„Het i3 heerlijk werk, Magda en als gij
hoordet hoe ik er bij fluit, zoudt ge jaloersch
worden dat ik zoo vroolijk kan zijn, terwijl ik
van u af ben."
Zij nam om zijnentwil de zaak zoo luchtig
mogelijk op en zag in haar verbeelding Philip
als Adam Bede, bezig met sierlijke harten en
allerlei dingen te vervaardigen, die niet eens in
een timmermanswinkel gemaakt worden, laat staan
bij een laddermaker.
Zij maakte zich een geïdealiseerde voorstelling
Dit is de beknopte inhoud van het gedicht van
mevrouw Schneider, dat aan den componist zoo
ruime gelegenheid aanbood om de meest tegen-
strjjdige gewaarwordingen en afwisselende tafereelen
muzikaal te schilderen, en waarin de heer Nicolaï
in vele opzichten uitmuntend is geslaagd.
Eene goede uitvoering staat ons zeker te
wachten. Het koor, dat een groot en belangrijk
aandeel in dit oratorium is toebedeeld, en dikwijls
eene moeieiijke taak te vervullen heeft, zal,
daarop kan men gerust zijn, zijn gevestigden roem
handhaven.
Volgens het dezer dagen verspreide programma
zijn de solopartijen aan drie bjj ons gunstig be
kende en gewaardeerde artisten opgedragen. Men
herinnert zich zeker nog mejuffrouw Bosse, thans
mevrouw Haase, toen zij hier in 1882 de Jahres-
xeiten zoo uitmuntend heeft gezongen. De heeren
Haase en Messchaert behoeven natuurlijk geene
aanbeveling.
Wjj missen in de rjj solisten den solo-tenor
misschien heeft men wel met reden deze partjj,
die vrij onbelangrjjk en er als 't ware bjjgesleept
is, gecoupeerd, wat trouwens bjj de uitvoerigheid
van het werk niet zal schaden.
Uit Poortvliet wordt ons geschreven
De bouw- en weilanden dragen da noodwendige
gevolgen van een koud, droog voorjaar. Wat er
staat, ziet er lang niet frisch en weelderig uit en
wat nog aan 't ontkiemen is, komt heel traag
voor den dag.
De wintervruchten geven over 't algemeen geen
reden tot klagen. Het vlas en de erwten laten
veel te wenschen over. Het eerste heeft op
klaverland en kunstweiden bovendien veel te ljjden
van den worm. Het koolzaad belooft vooralsnog
niet veel. De paardenboonen staan uitmuntend.
De weilanden zjjn nog schaars voorzien van
gras, doch nood breekt wet. In de schuur is bjj
velen niets of bitter weinig goed veevoeder; het
vee moet dus wel hot land in. De lage vleesch-
prjjzen hebben de boeren genoopt het mestvee
zoo lang mogelijk te houden.
Zondagavond omstreeks half acht is te Renesse
tusschv n de vuurtorens en de Oude Hoeve op het
strand'geraakt de Noorsche schoener Freija, geladen
met balben, bestemd voor Dordrecht. Maandag
avond heeft de sleepboot Zuid-Hollancl te vergeefs
beproefd hem eraf te halen. Het schip zit zoover
op het strand, dat men bij laag water er bjjna
rond kan loopen. Naar wjj vernemen is het niet
geassureerd, en het eigendom van den kapitein.
Het hulppostkantoor Nieuwviiet is voortaan
belast met de behandeling van aangeteekende
brieven, eene aangegeven waarde van 600 te
boven gaande.
Tot nu toe was dat niet het geval.
In de gemeente Thorn (Limb.) hebben zich
verscheidene personen tot den rang van kiezer
bevorderd met behulp van een schipperspatent,
ofschoon er in die gemeente noch schippers, noch
een vaarwater bestaan. De vox populi uit zich in
den overal weerklinkenden kreet„Haal over 1"
Te 's Gravenhage had iemand de onvoor
zichtigheid een kan met petroleum vlak bjj een
brandend fornuis te zetten. Het gevolg was dat
de olie vlam vatte en er brand ontstond. Twee
vrouwen werden met moeite uit de vlammen
gered. Het toeval wilde dat de inboedel, die tot
vóór 3 weken geassureerd was, niet is verzekerd.
Toen meenden de luidjes dat zjj toch geen brand
kregen en lieten zich schrappen.
Mijnheer de redacteur!
Toen ik Zaterdagavond uw hoofdartikel las,
verbeeldde ik mij, éen der sprekers op de laatste
vergadering van het Nw s departement weder te
hooren, en 'k zocht vergeefs een antwoord op de
vraag, welk voorstel op die wijze niet verde
digbaar zou wezen, en welke tegenstanders niet
belachelijk zouden kunnen gemaakt worden.
van het ambacht, dat hij gekozen had eu op
zekeren middag besloot zij naar den Ken-
singtonweg te gaan, ten einde een blik op haar
man in zijn werkplaats te werpen en te zien, hoe
kunstig hij allerlei stukken in elkaar voegde.
En zij zag hemhij droeg een zak zaagsel op
zijn rng van de plaats naar een kruiwagen, die
op den weg stond. Zij sloeg schielijk een zij
straatje in, want hare lippen trilden van aandoe
ning en de tranen vloeiden langs hare wangen.
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
En nu kwam er weer verdriet van een anderen
kant. De verloving van Cerile was afgebroken.
Dit eenvoudige, onnoozele meisje had noch het
doorzicht, noch de degelijkheid van haar zuster
Johanna. Zij leefde bij den dag en bekommerde
zich over niets. Als er een pleiziertje was ge
noot zij er van en dacht niet aan de gevolgen.
Zulk een karakter is wel niet bewonderenswaardig;
maar ik zie ook geen reden om iemand hard te
vallen, omdat hij zoo'n karakter heeft. Dit kan
ten minste in haar voordeel gezegd worden: zij
klaagde nooit, wanneer er geen pretjes waren,
deed trouw haar plicht thuis en vond niet dat
zjj een bijzonder hard lot had. Toen er dus zoo
plotseling een einde kwam aan haar heerlijk
leventje in Kensington trok zij haar zijden japon
uit, deed haar eenvoudige stofje weer aan en
keerde naar Higbgate terug, slechts eenmaal in
tranen uitbarstende, en dat was meer ter wille
Is door u ook overwogen van wederleggen
spreek ik maar niet wat tegen het bekende
voorstel is aangevoerd o. a. te Rotterdam, te
's Gravenhage, te Groningen Zouden alle tegen
standers daar en in zooveel andere departementen
suffers zijn, achterblijvers met de slaapmuts op
't hoofd en de lange pijp in den mond? Hoe
dat zij het komt mij voor, dat ook door u
worJt geredeneerd, alsof dezer dagen in de de
partementen werd beslist of het Sociaal Weekblad
ik noem het kind maar. liover bij zijn naam
al dan niet zal voortbestaan. Dat is toch
het geval niet. Het voorstel van 't hoofdbestuur
zal vallen, maar het Sociaal Weekblad zal blijven.
Ik heb te goeden dunk van de redactie, om niet
te vertrouwen, dat zij haren arbeid zal voort
zetten, ook zonder het haar toegedachte ho
norarium van 't Nut. Mocht het blijken, dat
de uitgave financieelen steun behoeft, dan zal
die niet uitblijven. De verdedigers van het voor
stel zullen zeker gaarne toonen, dat zij voor de
goede zaak meer over hebben dan mooie woorden.
Ook onder de bestrijders zullen er gevonden
worden, velen, naar ik vertrouw, die zich voor
eene jaarlijksehe bijdrage willen verbinden, daar
zij geene tegenstanders zijn van het Sociaal
Weekblad. Het schijnt hun slechts toe, dat dit
blad niet kan zijn het Orgaan van HNut. Dat
zouden zij verkeerd achten eu in strijd met de
grondwet der maatschappij.
Hoogachtend
Uw Dw.,
MORREN.
Middelburg, 16 Mei 1887.
De heer Moiren heeft blijkbaar de strekking van
het door hem aangevallen betoog volstrekt niet
begrepen. Niet het voorstel van het hooiibestuur
zelf en de bezwaren, die men daartegen heeft,
werden aangevallen, maar het voorstel-Harlingen,
om het geheel van de agenda af te nemen,
teneinde „onaangename en onwenschelijke discus-
siëu die vermeden dienen te worden," te voorkomen,
werd in hoofdzaak aan de kaak gesteld.
Heeft de heer Morren dit niet kunnen opmaken
u:t het betoog Er stond toch o. a. duidelijk
„Met overgroote meerderheid werd besloten het
punt te nemen van de agenda."
Red.
Mijnheer de Redacteur
In het verslag der vergadering van Schuitevaer,
voorkomende in uw blad van Maandag, deelt uw
verslaggever, aangaande de bespreking over
al- of niet vervulling der vacante havenmeesters
betrekking, mede, dat het denkbeeld van adres
santen om die betrekking op te beffen in die
vergadering bitter weinig sympathie bleek te
vinden.
Als een der eerste ouderteekenaars van het
adres, verzoekende afschaffing van stadshavengeld
en het opdragen der voor de scheepvaart van weinig
belaug zijnde, havenmeestersfunctiën aan een
anderen stedelijken ambtenaar, acht ik mij geroepen,
in bet belang 'der zaak op te merken, dat deze
beslissing niet veel ot eigenlijk zeer weinig
gewioht in de schaal legt. Wat toch is het
geval
De vergadering van Schuitevaer werd bezocht
door 17 personen, waarvan 6, die niets met de
binnenvaart te maken hebben, 4 schippers van
zulke kleine scheepje*, dat voor ben het havengeld
eene centenkwestie is, 2 Friesche schippers die
enkele keeren in een jaar hier komen en dus
weinig belang by de zaak hebben en slechts 5
schippers, voor wie al- of niet afscbaffing van
havengeld belangrijk kan geacht worden. Hot
adres daarentegen werd geteekend door alle
firma's hier ter stede, die bij de scheepvaart zijn
betrokken (met éene uitzondering) en door bijna
alle beurt-, markt- en andere schippers, die gere
geld en dikwijls onze stad bezoeken en dus het
grootste gedeelte van het havengeld betalen.
Aan welke zyde zou men nu het best over de
al dan niet wenscheljjkheid van afschaffing van
dit havenrecht knnnen oordeelen Mij dunkt
dat een antwoord hierop niet twijfelachtig kan
van Magda dan wel van zich zelf. En welk een
verandering was het toch voor haarHet was
alsof de vlinder terugkeerde tot den toestand
van rups. Toen het bleek, dat het eigenaardige
genre van Potter even gauw uit de mode was
geraakt, als het er in gekomen was, en dat men
niet op hem kon rekenen als kostwinner, kwam
het Johanna en mij voor dat nn het oogenblik
was, waarop Clinton Cerile moest huwen en daar
ik voor een oud familievriend doorging, waagde
ik hem dit onder het oog te brengen.
Horatius nam mij in het vertrouwen en zette
mij uiteen, hoe onraadzaam het was dat het hu-
weiyk op dat oogenblik voltrokken werd.
Ik ben zeker dat, als dat alleen van hem afge-
hangen had, hy reeds lang met Cerile getrouwd
was geweestmaar hij had een ziekelijke moeder
en een luie zuster, die hy na den dood van zyn
vader onderhouden had en die beide dames waren
zeer zelfzuchtig en veeleischend. Zij maakten
alles op, wat hij verdiende en wilden hem alleen
voor zich behouden. Zij konden Cerile niet
uitstaan, vergrootten steeds hare gebreken en deden
haar best om Horatius afkeerig van haar te
maken, heel goed begrijpende dat zy er schade
bij zouden lijden, als hij een vrouw nam. Hij
kon zyn moeder en zuster niet op straat zetten,
was niet ryk genoeg om twee huishoudens te
onderhouden en moest dus met zyn vrouw by
die twee onbeminnelijke dames gaan inwonen,
't geen alles behalve aangenaam voor Cerile zou
zijn. Er bestond echter eenige kans dat die
zyn en de oorzaak van de bitter weinige sym
pathie, waarvan in hot verslag wordt gewaagd,
m. i. gezocht moet worden in het zeer gering
aantal bevoegde beoordeelaars, op de verga
dering van Shuttevaer tegenwoordig.
Les absents ont tort gaat hier niet op, daar
enkele onderteekenaars van hot adres, tevens
eden van Schuitevaerniet ter vergadering wilden
komen om den schijn te vermyden vau pressie
op do zco licht te k id' n schippers te willen
uitoefenen.
Met de opneming dezer regelen zult u ver
plichten, mijnheer de redacteur,
ÜEd. Dw. Dienaar
Der Bouwmeester.
Middelburg 16 Mei 1887.
Tegen Vrijdag a. s. zijn de kiezers voor de
leden van de kamer van koophandel eo fabrieken
alhier ter stembus geroepen om, ter vervulling-
der vacature, ontstaan door het overlijden van
den heer J. de Kanter, een lid voor die kamer
te verkiezen.
Totnntoe zijn daartoe, wat men meent, openlijk
aanbevolen de heeren J. Borsius, (lid der firma
Den Bouwmeester, Borsius en Van der Leyé) Ph.
BoudewijnBe, fabrikant en lid van het college van
zetters, F. Wibaut (lid der firma Alberts en e°)
en P. L. de Bruyne.
En zonder nu iets ten nadeele van de heeren
Borsius, Wibaut en De Bruijne te willen aanvoe
ren, gelooft inzender dezes, dat het wcnschelijk
is, in dit geval, op den heer Boudewijnse onze
stem uit te brengen.
In de eerste plaats omdat de firma's, waarvan
de heeren Borsius en Wibant lid zijn, door de
heeren H. P. den Bouwmeester en G. Alberts, in
de kamer reeds vertegenwoordigd zijn, terwijl de
handelsparty, waartoe die firma's behooren en die
wij voor onze stad beschouwen als g r o o thandel,
in de kamer ruim vertegenwoordigd is. Decan-
üidatuar van den heer De Bruyne laat ik aan
het oordeel van de kiezers zeiven over.
Daarentegen is de partij van ben, die door hun
maatschappelijke betrekking beter in staat zijn
een open oog te hebben, ook voor de belangen
van den kleinhandel, met uitzondering van een
enkel lid, in de kamer te zwak aanwezig
Evenals in iedere vergadering, waarin men
tracht het algemeen belang te bevorderen,
zoo moeten ook vooral in eene kamer van koop
handel en fabrieken, personen met verschil
lende handels-betrekkingen zitting hebben.
De kamer moet niet bestaan uit goede kennissen
van dezelfde maatschappelyke positie of uit per
sonen, wien men het lidmaatschap zou willen aan
bieden, uit waardeering voor de diensten hunner
overleden familieledenmaar wil de kamer heil
zaam werkeD, en geen vijfde rad aan een wagen
worden, dan moet zy beslaan zoowel uit groot
als uit kleinhandelaren
Het is bij de invoering der treurige, (om geen
ander woord te gebruiken), drank- en zegelwet
wederom duidelijk gebleken, boe zelfs onze
éminentste staatslieden blijken gegeven hebben,
van niet voldoende op de hoogte te zijn, om
iets practisch tot stand te brengen.
Terwijl bij eerstgenoemde wet de kleinhandel
op verregaande, onverantwoordelyke wyze wordt
bemoeilijkt is by de zegelwet diezelfde handel
weder de dupe geworden van da onbillijkste ver
deeling in do opbrengsten!
En nu is inzender dezes overtuigd, dat, wan
neer men tracht, om in iedere instelling van
openbaar belang, zooals de kamer van koophan
del, mannen van practisch doorzicht te brengen,
die als het ware persoonlijk bekend zijn met
de nooden en behoeften van hun stand, misschien
de uitvoering van vele onmogelyke theorieën zal
worden voorkomen
In den heer Boudewijüse zien wy, door
zijn handelspositie, een man van practisch
doorzicht! Een man die, wanneer hy in de
kamer zitting mocht krygen, voorzeker datgene
zal helpen bevorderen, wat in het belang van de
kleinhandelaars en de winkeliers kan strekken
Het is daarom dat ik met volle sympathie
Vrijdag aanstaande stemmen zal op den heer
Pit. KOl lli: RVI JVSBC.
Eer kiezer.
toestand niet heel lang meer zou duren, daar er
een weduwnaar was die het hof maakte aan
juffrouw Clinton en zij gezegd had, dat zij hem
zou nemeD, als hy haar vroeg. In dat geval
zou mevrouw Clinton bij haar schoonzoon kunnen
gaan wonen, zoodra die door zijn vrouw behoor
lijk gedresseerd was.
Maar hiervan mocht ik niets zeggen, uit angst
dat het den weduwnaar ter oore zou komen en
hem afschrikken. Ik beloofde te zwygen en
hoopte in stilte dat het plan gelukken mocht.
Cerile moest nu weer haar brood verdienen. Zij
plaatste een advertentie voor een betrekking als
gouvernante externe en gaf haar voorletters en
adres op. Dienzelfden dag kregen de meisjes een
bezoek van mevrouw Leclerc, de dame waar Cerile
vroeger geweest was, op aanbeveling van mijnheer
Motley. Zij was een levendig vrouwtje en zei
„Kind lief, als niemand u nog besproken
heeft, doe ik het dadelijk. Zoodra wij van het
ongeluk van mijnheer Harlowe hoorden, heb ik er
over gedacht om u te vragen of gij mijn dochtertje
weer les wildet geven; maar ik was bang om u
te beleedigen. Zij wil van niemand anders
leeren."
Wordt vervolgd).
gebrukt bij de gebroeders abrahams,
2E MIDBBMiVfte.