N» 116.
130J; Jaargang:
1887.
W oensdag
18 Mei.
FEUILLETON.
Middelburg 17 Mei,
Be Compagnon van Harlowe.
Dit blad verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 8/m, franco 8.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels/1.8Ö.
iedere regel meer f 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Maar het was er teoh benauwd, vooral omdat
IMIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten te'Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieuwenhuijeen.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parps en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dahbe Cie., John F. Jones, opvolger
Donderdag Hemelvaartsdagverschijnt, gebrui
kelijker wijze, geen nommer van ons blad.
In verband met het door ons geschrevene over
de boter en hetgeen daaromtrent uit Goes werd
meegedeeld, is onze aandacht gevestigd op de
vergadering van den geneeskundigen raad voor
Zeeland, den 5e® Juni 1884 gehouden.
Er was door dien raad destijds een crediet
verleend tot onderzoek van de boter, die op de
markt te Middelburg verkocht werd, en in die
zitting werd door den heer J. J. Couvée daarom
trent verslag uitgebracht.
Uit dit verslag bleek toen, dat van de ver
schillende monsters niet éen met kunstboter ver
mengd was. Verder heette het in dat verslag
»Het groote gehalte aan water en kaas, zoosenaamde
karnemelk, bij het eene monster meer dan bij het
andere, maar gemiddeld bedragende 13 d. i.
10 water en 3.5 kaasstof, is alleen toe te
schrjjven aan het weinige werk, dat men op
Walcheren maakt om goede zuivere boter te
leveren. Het publiek neemt met het oog op den
lagen prjjs der Zeeuwsche boter genoegen met een
fabrikaat, dat met weinig meer moeite veel beter
aan de markt kon komen en veel deugdzamer
kon zijn dan nu werkelijk het geval is. Het
spoedig bederf der boter, het rans worden na
betrekkeljjk korten tijd is alleen aan het groot
gehalte karnemelk toe te schrijven en maakt het
bezwaarlijk, om in het najaar, als de prjjs van
de boter hoog is, grooter voorraad, zoogenaamde
winterprovisie op te doen."
Het N. v. d. D. vestigt heden do aandacht op
het treurige feit dat op de Londensche markt
wij met onze boter meer en meer terrein verlie
zen; onze beroemde Friesche boter staat daar het
allerlaagst genoteerd.
Door de Maatschappij tot exploitatie van Staats
spoorwegen is de nieuwe dienstregeling op de
Zeeuwsche ljjn thans definitief vastgesteld.
Volgens haar vertrekken achtereenvolgens
treinen uit
Vlissingen te 6.34; 3M6 en 9.35 voorm.;
2.03 en 5.31 nam.; 5.53 en 7.39 'savonds.
De met zwarte cijfers geteekende treinen rijden
van het havenstation, terwijl die van 5.21 's nam.
slechts reizigers voor het buitenland opneemt.
Middelburg te 6,437.25 en 9.45 voorm.
2.14 nam.6.02 en 7.49 's avonds.
De aankomst der treinen is bepaald te
Middelburg op 9.20 en 11.51 voorm.1.46
en 6 u. 's nara. en 8.51 en 9.52 's avonds.
Vlissingen op 9.28 en 13 u. voorm.;
1.55 en 6.11 u. 's nam. en 9 en ÏO u. ':a avonds.
De treinen, met zwarte ejjfers aangegeven, komen
aan het havenstation aan.
Uit het Engelsch door FRANK BARRETT.
DERTIENDE HOOFDSTUK.
Op zekeren dag vroeg Philip mij twee honderd
gulden te leen.
„Al wilt gij er zes honderd hebben zei
ik „ik zal ze u van ganacher harte leenen."
„Neen," hernam mij „ik heb mij voorgeno
men om niet meer dan twee honderd galden
schuld te hebben."
Hij aprak op een toon, waaruit bleek, hoe
ernstig hij het meende. Het ontbrak hem niet
aan goeden wil en hij liep dagelijks allerlei
bureau's af en vroeg te vergeefs om werk, totdat
hij eindelijk begreep dat zoo hij ooit iets kreeg,
het alleen door de goedheid of onervarenheid van
den patroon zou zijn.
„Er zijn honderden menscben, die veel
knapper zijn dan ik en zich met de helft van
hetgeen ik vraag, zouden vergenoegen," zei hij
eens tot mij.
Zoolang hg nog hoopte, dat het wel gaan zon,
had hij zijn teleurstellingen steeds voor zich zelf
gehoudenmaar nu stortte hij zijn hart uit en
vroeg aan Magda, wat zij to ch moesten beginnen.
Zij was daar reeds op voorbereid en ik had op
gemerkt dat zij in den laatsten tijd stiller en
Jjleekcr was geworden, terwijl zij zich ook het
Onze vorstelijke familie is gisterenmorgen naar
het buitenland vertrokken. HH. MM. reizen onder
den naam. van graaf en gravin Van Buren.
Het bestuur der Vereeniging van en voor Neder-
landsche Industrieeien zal in het middelpunt des
lands, op nader te bepalen dag en plaats, eene
groote vergadering houden, teneinde te beraad
slagen over den toestand der nationale nijverheid.
Met bet oog op de buitenlandsohe, door bescher
ming gesteunde concurrentie, wenscht men bij de
vrienden en vereerders der vrjjhandelsehool aan
te kloppen, en met hen, zij het ook ter elfder
ure, de handen ineen te slaan, teneinde zoodra
mogeljjk de toepassing te verkrijgen van de maat
regelen, welke de mannen van 1850 het hoofd
van den staat in handen lieten om, zelfs zonder
verder overleg met de staten-generaal, tot behoud
van 's lands eigen nijverheid af te kondigen,
bjjaldien onverhoopt ooit bljjken mocht, dat de
handelswetgeving van andere staten ten nadeele
van Nederland werd gewijzigd.
Het bestuur meent dat „de feiten, die onze
regeering en wetgeving van 1845'50 als mogeljjk
hebben voorzien, thans aanwezig zijn", en ver
zoekt hun, die van oordeel zjjn, dat er van de
zjjde der industrieelen thans stappen bij regeering
en staten-generaal in de aangewezen richting
behooren te worden gedaan, daarvan per brief
kaart voor 23 dezer te doen bljjken aan het
bestuur der Vereeniging van en voor Ned. In
dustrieelen, adres den heer mr. C. G. E. d'Engel-
bronner te 's Gravenhage.
Wjj willen hopen, dat dit plannetje niet rijpen
zal en twjjfelen geen oogenblik of het bestuur zal
in ieder geval bjj de „vrienden en vereerders van
de vrjjhandelsehool" wel aan een doovemansdeur
kloppen.
Hebben wij onlangs gewezen op een eigenaardig
staaltje van overdreven correspondentenjj ver, nog
zonderlinger is een nieuw feit op dit gebied
ook alkomstig van een Middelburgschen corres
pondent, thans dien van het Utrechtsch Dagblad.
Gisteren Maandag avond te zeven uur vergaderde
alhier de ambachtsschool.
Het Utrechtsche blad, dat dien dag, zooals
gewoonljjk, 's middags tusschen drie en vier uur
verscheen, wist reeds te melden, wat er op die
vergadering was voorgevallen, nl. dat de heeren
C. J. J. A. van Tejjlingen en P. Sonius tot be
stuursleden waren benoemd, en dat bij acclamatie
besloten werd den burgemeester het eerevoorzit
terschap aan te bieden. Omtrent den uitslag
eener derde verkiezing, ter voorziening in nog een
vacature van bestuurslid, schijnt de oorrespondent
vooruit niets te hebben kunnen en durven zeggen.
Daarover zweeg bij.
Wjj, Middelburgers, konden dus 's avonds om
half elf in een orgaan uit Utrecht lezen, wat er
eenige uren te voren in het Schuttershof alhier
was besloten. Dat mag vlug heetenmaar of
het ook is in den geest van het bestuur der
vereeniging en van de leden, die, volgens dien
correspondent, eigenljjk slechts pro forma bjj een
genoegen ontzegde om bloemen en vruchten te
gaan koopen; hoezeer zij alles wat naaiwerk
heette ook verfoeide, was zij begonnen om een
oude japon, die kort geleden voor onbruikbaar
verklaard was, te keeren en ik kan mij voor
stellen hoe zij onder dat werk, in baar eenzaam
heid de zaak had overwogenhoe zij gehoopt
had dat Philip haar zijn bezwaren zou meedeelen
en hoe blij zij geweest was, toen zij hem de
plannen kon ontvouwen, die zij in stilte had zitten
maken. Philip vertelde mij, hoe licht zij hun
ongeluk telde.
„Men kon van tien gulden in de week leven
en heel gelukkig zijn," zei zij. „Wij zijn hier
immers niet minder gelukkig dan in Kensington."
In tegenspraak met die woorden begon zij
daarna allerlei aanmerkingen te maken, op
het leven 's morgens op straat, op de nare lucht
van den groenten afval, de modder in de zijstraten
als het regende en de leelijke taal der kooplieden
op Zaterdag morgen.
„Het zou zoo heerlijk zijn om buiten al dat
gewoel te wonen niet buiten Londen, want
dat zou lastig zijn, als gij eenmaal een betrekking
krijgt. Ik zou wel gaarne te Lambeth wonen, in
de buurt van mijnheer Holderness, met het aarts
bisschoppelijke paleis, de rivier, het parlements
gebouw, het hopitaal en dat alles voor ons. Ik
geloof dat ons die buurt het best zou bevallen.''
Zij had mij wel eens hooren zeggen, hoe laag de
huren daar waren en hoe goedkoop men in den
Weatminsterbrugstraat kon koopen. En zoo
komen, durven wij betwijfelen.
Bovendien werd in hetzelfde blad een uittreksel
sregeven van het verslag, dat staande de vergadering
werd uitgebrachteen extract dat gebruikelijker
wjjze door een Rotterdamsch blad, zonder bron
van herkomst te vermelden, werd overgenomen,
wat tevens een bewijs is, hoe vroeg het Utrechtsche
orgaan reeds verschijnt, want zelfs in Zuid-Hollands
koopstad had men nog gelegenheid om het na te
lezen en het bericht over te nemen.
Dit zelfde verslag meenden wjj eerst heden, nil
het houden der vergadering te mogen opnemen.
Wij bomen nu wel wat achteraan, maar tegen zoo'n
vlugheid is niemand opgewassenen hieraan
zouden wjj ook niet gaarne meedoen.
Er gebeuren op dat gebied tegenwoordig soms
sterke stukken. Onlangs wist b. v. een Zeeuwsch
blad, dat voor zeven uur ter perse gaat, te melden
dat een vuurwerk, hetwelk 's avonds te negen
uur nog moest worden afgestoken, „uitnemend
voldeed 5" terwijl „vooral het slotstuk overheerlijk
mooi was."
Dit was in ieder geval grappig.
In de heden alhier gehouden vergadering der
Commercie-compagnie is een commissie benoemd
om te onderzoeken wat er in de tegenwoordige
omstandigheden in het belang der compagnie te
doen is.
Tot leden dier commissie zijn gekozen de heeren
J. P. Fokker, B. A. Verheij en W. van Uije JJzn.
Benoemd tot directeur van het post- en tele
graafkantoor te Hansweert de heer G. E. Van
Krieken, telegraafdirecteur te Brielle.
Uit Colijnsplaat schrijft men ons
In de Maandag gehouden vergadering van inge
landen van den polder Oud-Noord-Beveland werd
üe rekening over het dienstjaar 1886/87 goedge
keurd in ontvang op 23002,32£ en in uitgaaf
op 20190.24, alzoo met een batig saldo van
2812,08§.
De begrooting voor het jaar 1887/88 bedraagt
in ontvang en uitgaaf 24,755,49.
De voordracht voor dijkgraaf, opgemaakt ter
voorziening in de vacature, ontstaan door het
overljjden van den heer J. de Regt, bestaat uit de
heeren J. Swemer, N. Tazelaar en J. Tazelaar.
De heer N. Tazelaar, aftredend lid van den djjk-
raad van den Leendert Abrahampolder, werd als
zoodanig herkozen.
Eenige eigenaars van hoogaarzen te Bruinisse
hebben in een adres aan de tweede kamer der
staten-generaal de tussehenkomst dier vergadering
ingeroepen tot wijziging van het reglement voor
de meting der binnenvaartuigen, aan het recht
van patent onderworpen, vastgesteld bjj koninklijk
besluit van 22 April 1852 Staatsblad n° 64).
In dat reglement wordt voorgeschreven, hoe de
belastbare ruimte der binnenvaartuigen moet
worden vastgesteld, waardoor die ruimte veel
grooter wordt aangeslagen, dan zij in werkelijk
heid is. Van de gemeten belastbare ruimte hangt
gingen zij op zekeren dag met mij mee om een
woning te zoeken en vonden gemeubileerde
kamers op de eerste verdieping voor deuzelfden
prijs, dien zij thans op de hoogste, voor onge
meubelde betaalden. Ik zag nog niet in welk
voordeel zij bij die verhuizing zouden hebben,
totdat Philip mij vertelde, dat een vriend van
ben die kamers wilde hebben en zijne meubels
overnemen (die toch te mooi waren voor Lam
beth). Het was een aanbod dat hem niet licht
weer zou gedaan worden en zoo togen zij naar
de Lambethstraat nadat hunne laatste meubels
al wat hun van bun vroegeren rijkdom over
gebleven was, verkocht was.
Dat was kort, nadat Philip die twee honderd
gulden van mij geleend had en het geld, dat hij
voor die meubels kreeg, legde hg ter zijde. Hij
begon aan de toekomst te denken. Ik zei niets
maar verheugde mij over die voorzorg, ofschoon
ik op dat oogenblik nog niet wist, wat de aanlei
ding er toe was.
Het was moeilijk om deze woning gezellig te
maken. De meubels waren oud en versleten, het
behangselpapier was leelijk, de boompjes en
heesters in het tuintje voor de deur waren dor
en verschrompeld en af en toe dreef de wind
den rook nit de pottebakkerijen in hunne ramen;
maar dan sloten zij maar vroeg en staken het
gas op en Magda zette op een in het oog vallende
plaats twee potjes hyacinten, die ik haar gegeven
had.
niet slechts af de grootte van het patent, maar
ook andere uitgaven, zooals het havengeld, zoodat
tengevolge van gebreken ia het reglement de
eigenaars van hoogaarzen te veel betalen.
De regeering heeft erkend, dat het reglement
niet deugt en reeds in 1882 eene commissie
benoemd om een nieuw reglement te ontwerpen.
Deze commissie heeft in het begin van 1883 een
concept-reglement aan den minister van financiën
aangeboden, maar tot hiertoe is aan deze zaak
geen gevolg gegeven, weshalve de adressanten de
tussehenkomst der tweede kamer inroepen.
Het iVufsdepartement Zierikzee verklaarde zich
tegen het bekende voorstel van het hoofdbestuur
inzake het Sociaal Weekblad.
Namens de vergadering van veehouders en
belanghebbenden bij den veehandel, den 2en dezer
te Rotterdam gehouden, heeft een deputatie uit
haar midden Zaterdag jl. den minister van binnen-
landsche zaken een adres overhandigd. Daarin
wordt de minister verzocht, de uitgereikte dispen
sation van het kon. besluit van 8 Dec. 1870 tot
in- en doorvoer van vee in te trekken en voortaan
geen meer te verleenen, indien daardoor kan
worden verkregen, dat de Engelsche regeering
spoedig weder den vrijen invoer van Nederlandsoh
vee toelate.
De majoor-intendant bij de mil. adm. van het
leger in N.-I. H. K. J. van den Bussehe, is be
noemd tot lid van de algemeene rekenkamer
aldaar.
In Juli van dit jaar zal het eerste examen
worden afgenomen voor de betrekking van sur
numerair der directe belastingen, invoerrechten en
accijnzen, bedoeld bjj art. 4 van het kon. besluit
van 23 April 1887 n° 35 en wel voor 25 plaatsen.
De verzoekschriften om toelating tot dit examen
moeten vóór of uiterlijk op 15 Juni a. bij het
departement van financiën zijn ingekomen, met
een geboorte-akte van den adspirant en het bewjjs
dat hij Nederlander is.
Om tot het examen te worden toegelaten, moet
men bij den aanvang van dit jaar den vollen
ouderdom van 18 jaren bereikt hebben.
Verder is door den minister van finanoiën be»
paald dat in 1887 kunnen worden aangesteld
twaalf surnumerairs der dir. bel., invoerrechten
en accijnzen
dat in Augustus zal worden afgenomen het
vergelijkend examen, omschreven bij kon, besluit
van 13 Jan. 1880 n° 6 (Verz. n° 7)
dat tevens gelegenheid zal worden gegeven tot
het afleggen van het examen voor de betrekking
van adspirant-verificateur, volgens bjj gaand pro
gramma
dat de verzoekschriften om tot die examens te
worden toegelaten, vóór of uiterlijk op 1 Juli a,
bjj het departement van financiën moeten zjjn
ingekomen, vergezeld van de in bovengenoemde
voorschriften bedoelde stukken;
dat zjj, die verlangen voor beide betrekkingea
in aanmerking te komen, hiervan in hun verzoek*
het veel leelijk weer was ea ik kan mij begrijpen
dat menschen, die niet in Lambeth gewoon zijn,
zeer onaangenaam aangedaan worden door de
katten in de kale tuinen, achter door de straat
orgels voor de huizen, de gillende rondventers en
kooplieden, door den geur van gebakken bokking
en apek en andere etensluchten, die uit alle
keukens opstijgen. Het verbaasde mij inderdaad
zoo moedig als mijne vrienden dit alles verdroegen.
„Het baat niet of wij elkaar al met ijdele
verwachtingen paaien", zei Philip, „er staat ons
een kwade tijd voor de deur. Het is te hopen
dat wij nooit ergers te verduren zullen hebben
dan het wonen in deze straat!"
Tot nog toe droeg Philip een fijnen knevel
met een aristocratischen draai er in 5 maar op
zekeren morgen had hij tot groote spijt van Magda
die punten afgeknipt; daarna schoor hij zich niet
meer, zoodat zijn fraai gevormde kin en fijn ge
teekende wangen verborgen waren onder een
zwaren baard. Magda verklaarde, dat hij nu
knapper was dan ooit. Ik vond het niet, maar
hij zag er in alle geval meer uit als een werkman
en dat was het voornaamste.
„Nu zullen de patroons niet meer bang
zijn om mij werk te geven," zei bij.
„Welk werk gaat gij zoeken vroeg ik.
„Elk werk waartoe lichaamskracht en een
matige dosis gezond verstand vereischt wordt."
Wordt vervolgd