Onderwijs. Eerlmieuws. Rechtszaken. Verspreide Berichten. leden van het nutsdepartementIJzendijke,vanhet leesgezelschap Vooruit en van het Willemsfon is. Vanwege het nutsdepartement en het leesgezel schap werd een fraaie krans op de lijkkist gelegd. Vrjjdag geen audiëntie bjj den minister van koloniën. Het examen om als leerling aan 's rjjks vee artsenijschool te Utrecht te worden opgenomen, zal plaats hebben in de eerste helft der maand Juli e. k.belanghebbenden moeten zich schrif telijk, mits portvrij, vóór 1 Juni e. k., bp don directeur der school aanmelden. De over te leggen stukken, de vereischten voor het examen enz. zjjn vermeld in de Staatsct van 9 Maart. De heer J. J. B. J. Bouvy, voorzitter der Ver- eeniging tot behartiging der stoomvaartbelangen in Nederland en lid der K. v. K. te Dordrecht, schreef in de Dordrechtsche Ct een artikel, naar aanleiding van aanmerkingen op het reglement op het ankeren van schepen voor Dordrecht, met 1 Januari dezes jaars in werking getreden. Daarin verklaart de heer Bouvy, dat door de invoering van dit reglement aan een algemeen verlangen naar betere regeling is voldaan, dat wel eenige aanmerkingen door schippers zijn voorge komen, die liever de ongebondenheid zouden willen zien voortduren, maar dat dit een gewoon verschjjnsel is, wanneer orde in een verwarden toestand gebracht wordt. Dat de verschillende (vjjf) ankerplaatsen met oordeel gekozen zijn, blijkt ook daaruit, dat zjj zjjn vastgesteld door een commissie uit de E. v. E., in overleg met den ingenieur van den waterstaat en na verschillende deskundigen gehoord te hebben. Volgens het Vad. zouden, luidens berichten van het departement van marine te Hellevoetsluis ontvangen, 1° na 1 Mei voor het loodswezen geen herstellingen op 's rjjkswerf meer mogen geschie den. 2. Zij, die voor Juli '54 daar in dienst kwamen en in de termen vallen, worden gepen sioneerd. 3. De werklieden, die meer dan 60 jaren tellen worden ontslagen met eenigen onderstand, in afwachting eener pensioenwet, welke men voor die mindere geëmploieerden ontwerpt. 4. Voor zoover noodig worden ontslagen alle werklieden, die betrekkelyk jong zijn. Zjj, die kinderen hebben, komen voor ontslag eerst in de tweede plaats in aanmerkingweggezonden worden alle ongeschikten, onverschillig van welk vak. Nog altjjd houden de bladen zich bezig met de vraag, hoe op 19 Febr. de redding van onze koningin en het prinsesje in haar werk is gegaan. Volgens een, naar men zegt, zeer vertrouwbaar relaas, zou de heer G. H. Tromp, adjunct-com mies bjj het departement van financiën, die voor het raam van Arbeid Adelt in het Noordeinde het rjjtuig met de hollende paarden zag aankomen, dadeljjk de dieren zjjn tegemoet gevlogen en ge tracht hebben den teugel van het rechtsche paard te grjjpen, doch die gleed door zjjne hand, door welke poging de paarden echter rechtsaf gingen. Hg kwam, na eerst te hebben getracht het sljjkbord vast te grjjpen, in een ommezien achter het rjjtuigje te land en liet zich, door zich eerst aan kap en bak en later aan den jjzeren stang achter het rptuigje vast te houden, medesleepen; toen kreeg het rptuigje een geweldigen schok. Op de hoogte van Arbeid Adelt reed het rptuigje van H. M. tegen hetrptuig van mevrouw Baesjou, uit Voorburg. Die schok was het middel om de reeds veel verzwakte paarden het rennen te doen staken. Men dacht niet anders dan dat H. M. en het prinsesje uit het rjjtuig waren geslingerd, doch die vrees werd gelukkig niet bewaarheid. De paarden stonden niet plotseling stil, doch sleepten nog een paar andere, toen eerst toegeschoten helpers mede tot vóór het hek van de woning van generaal Van Meurs. Door vereende pogingen van hen, die achter het rjjtuigje hingen, en van hen, die de in hun ren geschokte paarden grepen, gelukte het toen deze tot stilstaan te brengen. De nadere bijzonderheden, die er bjj gemeld worden, zjjn bekend, en verder wordt overigens niet betwist dat Eabelaar, Wegman en Blom de paarden hebben vastgehouden, doch er heerscht twjjfel over de vraag of zjj de redders vanH. M. zjjn. Er waren nog meer personen, die een werk dadig aandeel bjj die redding hebben genomen. De Haagsche correspondent van het U. D. beweert dat Eabelaar naar de algemeene opinie toch de redder is, al zou hjj volgens het officieel rapport, door den burgemeester ter zake inge diend, niet veel meer gedaan hebben dan een stilstaand tweespan bjj de teugels grjjpen. „Zoo als het wel eens meer gaat," aldus schrjjft die correspondent, „wordt nl. die officieele waarheid vrp algemeen in twjjfel getrokken en beweert men niet zonder grond, naar het schjjnt dat zjj pour le besoin d'une cause is gefatsoeneerd. De een zegt, dat koninkljjke stal-autoriteiten, teneinde zich van onvoorzichtige handelingen vrjj te pleiten, invloed hebben uitgeoefend om de gebeurtenis zoo onbeteekenend mogelpk te doen voorstellen. An deren beweren, dat de politie, njjdig omdat haar de eer der redding ontging, die zjj zich aanvankelijk meende te mogen toerekenen, de zaak heeft ontwikkeld, „opdat" of „met het gevolg" dat dan ook niemand er eer van zou hebben. Wat daarvan is, weet ik niet, ofschoon ik mjj schaar aan de zjjde der twjjfelaars aan de officieele waarheid maar wel weet ik, dat de officieele rapporteurs aan HH. MM. een slechten dienst hebben bewezen, want de indruk door het uitbljjven van eene belooning voor den koetsier van dr. Stein en c. q. ook voor andere mederedders teweegge bracht, is ernstiger en scbadeljjker dan de burge meester en zjjne raadsleden schjjnen te beprjjpen. Ik zal dit niet verder hebben te ontwikkelen! ieder zal begrjjpen, wat aan de hooge rapporteurs schjjnt te zjjn ontgaan, dat in dit geval de leer in dubio abstine volstrekt geene aanbeveling verdiende." De heeren Verniers van der Loeff, De Bruyn Eops, De Ranitz en Van der Sleyden hebben voorgesteld 1° art. 68 der grondwet te lezen als volgt: »De geschillen tusschen besturen: van provinciën onder ling van provinciën en gemeenten van gemeenten onderling; alsmede van provinciën of gemeenten en van waterschappen veen»chappen en veen- polders; niet behoorende tot die, vermeld in art. (151), worden door den koning beslist, voor zoo verre dit niet bjj de wet aan een ander gezag is opgedragen en 15 van de 6e en 7e afd. van Hoofdst. II te lezen „Achter het na de voorafgaande vervat artikel wordt in de grondwet het volgend artikel ingevoegd„De wet kan aan den raad van state de beslissing opdragen van geschillen niet be hoorende tot die vermeld in art. (151)." De dezer dagen ontvangen mail uit Oost-Indië brengt geen bjjzonder nieuws uit Atjeh. Het onderzoek naar de berri-berri, door prof. Pekel haring, wordt voortgezet. Door den raad der gemeente Sluis is den heer B. P. Hofstede op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend als hoofd van school A. In dezelfde raadszitting werd de, aan deze be trekking verbonden jaarwedde, 1600 gld. met vrjje woning, met 200 gld. verminderd, terwjjl besloten werd eene oproeping te doen voor onder wijzeres aan school C (wjjk Heille). Naar men meldt heeft de heer J. A. de Wolff te Vlissingen ontslag genomen als lid van het provinciaal kerkbestuur van Zeeland. Het bericht in een ander blad dat dit bestuur heden (9 Maart) zou vergaderen om de zaak tegen den heer Elaar- hamer te behandelen is onjuist. Waarschjjnljjk komt het eerst over drie weken bjjeen. Te Njjkerk is het Zondag in de kerk der Ned. Herv. gem. recht stichtelijk toegegaan. Tien leden van den kerkeraad van die gemeente waren aan het doleeren geraakt, en, nadat zjj geschorst waren, met eenige kerkvoogden uit het synodaal verband getreden. Toen de ring-predikant nu Zondag zijn taak wilde vervullen, was de preekstoel al bezet door den doleerenden heer Van den Bergh uit Voort huizen, die reeds een half uur te voren zich van die plaats had meester gemaakt. Er heerschte een hevig tumult. Ds Van den Bergh gaf op, te zingen Psalm 126. Het orgel speelde de wjjze van dien Psalm, maar werd overstemd door het zingen van het Wien Neerlandsch bloed en andere vaderlandsche liederen, door eenige aanwezigen aangeheven. De wanordelijkheden namen hand over hand toe, zoodat de burgemeester zich gedrongen ge voelde den heer Van den Bergh, ter voorkoming van ernstiger ongeregeldheden, te verzoeken, den kansel te ontruimen. De doleerende predikant weigerde dit te doen zonder vergunning van kerk voogden. De burgemeester begaf zich toen tot den president-kerkvoogd, op wiens verzoek door ds Van den Bergh aan de uitnoodiging van den burgemeester gevolg werd gegeven. Tengevolge van het groote rumoer kon de ringpredikant niet optreden. De kerk was reeds vdor tien uur ontruimd. Van het gebeurde is door den burgemeester proces-verbaal opgemaakt. Te Aalten heeft men denzelfden dag in de kerk den doleerende predikant Gangel verhinderd den preekstoel te beklimmen. De politie had de noodige maatregelen genomen om wanordelijk heden te voorkomen. Alles liep rustig af. Arrondissements-rechtbanJc te Middelburg. De rechtbank deed heden in civiele zitting uitspraak in de bekende zaak van den heer P. K. P. J. van Sloten, burgemeester van Hoofdplaat, appellant, tegen den heer A. J, Cammaert, wet houder. Wij deelden die vroeger uitvoerig mee, De rechtbank vernietigde het vonnis van den kantonrechter te Oostburg, waarbij de heer Van Sloten was veroordeeld tot f 1 boete enz.; ver klaarde den oorspronkelijken eischer (Cammaert) ongegrond in zijn eisch, ontzegde hem zijn eisch en veroordeelde hem in de kosten. Dit vonnis steunt op de volgende overwegingen: O. dat, naar aanleiding van de eerste grief van den appellant tegen het vonnis van den kantonrechter, moet worden onderzocht en beslist: 1° of de feiten, door den oorspronkelijken eischer, nu geïntimeerde, ten grondslag zijner vordering gelegd, zjjn bewezen, en zoo ja, 2® of die feiten mondelingen hoon of mondelinge beleediging van dien aard opleveren, dat daarop eene vordering als da onderhavige kan worden gebaseerd O. wat het eerste betreft, dat door den appellant wel is ontkend, dat de gestelde feiten bewezen zouden zijn, doch niet is aangegeven in welk opzicht het bewijs gebrekkig zou wez^n, dat daarentegen uit de door de getuigen J. van Zanten, Ch. J. Weijnen en E. A. Pateer ter terechtzitting van het kantongerecht te Oostburg afgelegde beëedigde verklaringen, zooals die vermeld zijn in het vonnis waarvan is geappel leerd, in onderling verbaud beschouwd, j^bewezen, dat op den 3eu Juli 1885, in de gewoaè vergader zaal op het gemeentehuis te Hoofdplaat, eene vergadering van het dagelijksch bestuur dier gemeente is gehouden, bestaande uit den appellant als voorzitter en den geïntimeerde en den getuige Weijnen als wethouders, met den getuige Pateer als secretaris; dat in die vergadering eene heftige woorden wisseling heeft plaats gehad tusschen den appellant en den geïntimeerde, die daarmede is geëindigd, dat de appellant den geïntimeerde het woord heeft ontnomen en de vergadering heeft gesloten; dat de appellant daarop den geïntimeerde monde ling heeft gelast het vertrek te verlaten; dat, toen de geïatimeerde daaraan niet voldeed, de appellant heeft gescheldwaarop de veldwachter der gemeente, de getuige J van Zanten, is binnen gekomen, aan wien de appellant beeft gelast den geïntimeerde te verwijderen, zeggende, volgens de getuigen Weijnen en Pateer„breng Cammaert buiten," en volgens den getuige Van Zanten „Van Zanten, ik verzoek u mijnheer Cammaert van deze kamer te verwijderen"; dat, toen de geïntimeerde weigerde te voldoen aan het dooi den veldwachter tot hem gerichte verzoek om het vertrek te verlaten, de appellant den veld wachter gelastte op den geïntimeerde geweld te gebruiken, teneinde dezen uit het vertrek te verwijderen O. derhalve dat de door den oorspronkelijken eischer gestelde feiten rechtens bewezen zijn; O. ten aanzien der vraag of de hiervoren ver melde, door den appellant geuite woorden zijn honend of be'eedigenddat uit art. 1408 van het burg. wetb. volgt, dat de als hoonend en beleedi- gend aangevallen woorden van dien aard moeten zijn, dat de eer of de goede naam van dengene, tegen wien zij geuit zijn, er door kon geleden hebben; dat ten deze niet is gesteld, dat de beleedigingen den geïntimeerde zijn aangedaan in of naar aanleiding van zjjne betrekking van wethouder en er dus alleen moet beslist worden of de geïntimeerde inzijn privé is beleedigd dat nu, daar gelaten de vraag of de appellant; wanneer hij van het bijzijn van den geïntimeerde had willen bevrijd zijn, hetgeen in deze blijkbaar het geval is geweest en den appellant de gezeg den heeft doen uiten, niet anders had kunnen handelen of beleefder vormen had kunnen in acht nemen dan hij heeft gedaaH, in geen geval datgene wat hij heeft geuit tegen dea geïntimeerde of in diens tegenwoordigheid tegen den veldwachter, in een besloten lokaal, in tegenwoordigheid alleen van den anderen wethouder en van den secretaris, van dien aard is, dat kan aangenomen worden, dat de geïntimeerde daardoor bij zijne mede- menschen minder geëerd of geacht zou zijn, of dat hij zou zijn benadeeld in het crediet of in het vertrouwen dat hij geniet, en hij dus in eer en goeden naam zou zijn gekrenkt O. derhalve, dat de aangevallen en als bewezen aangenomen uitdrukkingen van den appellant niet kunnen gezegd worden hoonend cf beleedigend te zijn in dien zin, dat daarop eene burgerlijke rechtsvordering kan worden gegrond; dat mitsdien ongegrond is de door den oor spronkelijken eischer, nu geïatimeerde, tegen deu gedaagde, nu appellant, ingestelde vordering; dat reeds om die reden het vonnis van den kantonrechter moet vernietigd worden en dus buiten beschouwing kunnen blijven de drie laatste door den appellant tegen dat vonnis aangevoerde grieven Gezien de artt. 40 en 54 van de wet op de rechterlijke organisatie en het beleid der justitie, 1408 en volgende van het B. W. en 56 van dat van burgerl. rechtsvordering. Doet te niet het appel. Vernietigt het vonnis van den kantonrechter e Oostburg. Verklaart den oorspronkelijken eischer (Cam maert) ongegrond. Ontzegt hem zijn eisch. Veroordeelt hem in de kosten. Eenigen tjjd geleden is door den koning den gewezen Bredascben kassier B. F., gratie verleend; thans wordt gemeld, dat de verdere straftjjd van zjjn broeder H., is veranderd in IJ jaar celstraf, zoodat deze in het volgende jaar de vrjjkeid zal terugkrjjgen. Door den raad van justitie te Batavia is C. W. A. N. Jutting, wonende te Sadjira (Bantam) schuldig verklaard aan het misdrjjf van laster en hoon, gepleegd door middel van een verkocht en verspreid drukwerk jegens een gestelde macht, en daarvoor veroordeeld tot 200 boete. In Zuid-Beveland zjjn naar men ons schrjjft tot dusver minder contracten tot het telen van suikerbieten gesloten dan verleden jaar. De ongunstige uitkomst van een andere zaad soort is daarop van belangrjjben invloed, ofschoon het voorschottenstelsel nog menigeen heeft doen toe treden. Het telen van aardappels zal dit jaar weer niet beneden de oppervlakte van vorige saizoenen plaatshebben. De voordeelen overtreffen die van menige andere cultuur. Ook voor het huren van vlasland is de tjjd aangebroken. Naar gelang der gronden loopt de prjjs van 75 tot 85 per gemet. Uit Goes schrjjft men ons Gisteren avond gaven de leerlingen van den heer P. de Jonge Jz", muziekonderwijzer, in de concertzaal der sociëteit F. O. F., eene openbare les. De zaal was vol en zoowel de vocale als de instrumentale nommers van het programma vonden veel bjjval. Vooral een qualre mains, door twee weezen gespeeld, en de sonatine van Clementi, door een elfjarigen knaap op de piano uitgevoerd,trokken de aandacht en niet minder het vioolspel van de jonge jufvrouw De J. Het publiek bestond grootendeels uit jeugdige hoorders en hoorderessen, die vaak nog al eens onrustig waren en de aandacht stoorden. In eene Dinsdag te Yerseke gehouden, niet eer talrjjk bezochte publieke vergadering, ter bespreking van de oprichting van een fanfaren- gezelschap, werd besloten bjj de ingezetenen lijsten te doen rondgaan, waarop zjj voor rentelooze en rendeerende voorschotten, vrijwillige jaarljjksche bijdragen en giften in eens kunnen inschrjjven of zich als donateurs bjj de vereeniging kunnen aansluiten. Men mag op een 20tal werkende leden rekenen. Te Rilland nemen de mazelen zoo toe, dat het aantal leerlingen der openbare school van 180 a 190 in de vorige maand, thans slechts 100 bedraagt. Te Poortvliet bljjft de ziekte steeds heerschen; Er zjjn thans 207 ljjdeis in 97 gezinnen. De school is, tengevolge der epidemie, zeer ontvolkt; slechts een vjjfde van 't aantal kinderen is aanwezig. Eindeljjk zoo schrjjft men ons uit Hulst heeft er weer eens eene vergadering plaats gehad van de afdeeling Hulst der Zeeuwsche land- bouwmaatschappij. Nadat de rekening en verantwoording over 1885 en 1886 was goedgekeurd, werd door het bestuur medegedeeld, dat de landbouw-tentoonstelling en de wedstrijd voor vlas-bereiding alhier zal gehou den worden op 6, 7 en 8 Juni e. b. De laatste dag zou aan de vee-tentoonstelling worden gewjjd. Het bestuur werd de taak opgelegd, maatregelen te beramen, Teneinde de suikerfabrikanten te be wegen in het vervolg de bieten op suikergehalte te contracteeren. Er werd tevens besloten van wege de afdeeling eene jaarlijksche hengsten- keuring te doen plaats hebben, waarvoor jaarljjks f 100 aan prjjzen beschikbaar zou worden gesteld. Te Amsterdam liep gisteren door de Vondel straat een man, wanhopig uitroepende „geef mij een pistool, ik wil mij dooden." Zoo schreeuwende liep hij het Vondelpark in, rechtuit in de vijver, waar hij voorover viel en ten a&nschouwe van eenige wandelaars, die geen hulp konden bieden, verdronk. Hoe het gaat met het keuren van levens middelen! Onlangs wist het N. v. d. D. te melden dat te Amsterdam onafgebroken alle winkels, waarin varbensvleesch, met name hammen, worden verkocht, door 3 keurmeesters bezocht worden. Een winkelier, die van L Mei tot 31 December 1886 in dat artikel deed, verklaart nu dat hjj nooit eenig bezoek van een keurmeester heeft gehad. Zou zoo iets alleen in Amsterdam gebeuren? De onvermoeide pogingen zjjn met gunstigen uitslag bekroond. Maandag is het stoomschip Stella vlot gekomen en in de haven van IJmui- den gesleept. In den geest van de bekende weegmachines, zullen thans toestellen aan de stations worden geplaatst welke, als de reiziger een 2 centstuk in de sleuf steekt, een polis te voorschijn brengen, die hem voor eventueele ongelukken verzekert voor 100 of 1200. Practisch en nu tti tevens ArnhCt.) Bjj den pastoor van Oestgeest is een belang- rjjke diefstal gepleegd, naar men vermoedt door twee personen. Na boven drie kamers bezocht te hebben, waar een zilveren kruisbeeld en twee gouden horloges met ketting werden ontvreemd, schjjnen de dieven in de sacriatjj te zijn gekomen, waar door hen met behulp van een valschen sleutel verschillende kerksieraden, tot den dienst bestemd, zjjn ont vreemd; doch geen gelden of geldswaardige papieren. De kerk hebben zij niet bezocht. Gestolen zjjnin de sacriatjjuit een foudraal 1 verg. zilv. kelk met pateenlepel; uit de secre taire 1 zilv. Willebrandsbeeld, 1 zilv. Mariabeeld, stukgebroken medegenomenuit een kastje in de secretaire met valschen sleutel1 zilv. verg. mis kelk met pateenlepel, 1 klein zilv. kelkje met deksel, 1 zilv. hostiedoos (hosties weggegooid), een zilveren pookje voor het wierookvat, een zilveren doopschelp, een zilveren kruisje, twee gouden kelkjes met kettinkjes; in de kamer van den pastoor een gouden horloge met ketting, voor welks ontdekking 25 is uitgeloofdop de slaapkamer der meideen gouden horloge. In de keuken heeft men 6 Berlin-zilveren lepels ontvreemd. Er wordt in ons land zoo geweldig met den wjjn geknoeid, dat er velen hem nu rechtstreeks uit Bordeaux, vaak via Parjjs, doen komen. Vindt men hem dan wat wrang, bespeurt men een verdacht bouquet, heeft men er den volgen den morgen soms wat hoofdpjjn van of blauwe lippen de fout ligt bjj dengene die hem drinkt. De wjjn toch is echt, regelrecht van de Frèrea X of de heeren Y et fils ontvangen. Een vader zal toch zjjn zoon niet leeren knoeien Een eenigszins gewjjzigd licht werpt op den onvervalechten, onversneden Franschen wjjn de volgende mededeeling, die we aantroffen in het Maandblad tegen de vervalsching van Levensmiddelen. Uit een officieel consulair bericht uit Bordeaux bljjkt, dat de helft van den aldaar uitgevoerden wjjn uit mengsels van Hongaarsche, Spaansche of Italiaansche wjjnsoorten bestaat. Deze worden voldoende met water aangelengd, met chemische essences welriekend gemaakt, en daarna als „Sève de Medoc" verkocht. De uit te voeren wjjn is aan geenerlei contróle onderworpen. In Lyon schijnt men strenger te zjjn, daar schier wekeljjks verschillende personen wegens wjjnvervalsching streng gestraft worden." \Arnh. Crt). Volgens berichten uit Boelgarjje heerscht er in verscheidene plaatsen groote opgewonden heid. Men gelooft dat er opnieuw onlusten zullen uitbarstende zaken staan stil. Naast de admi nistratieve overheid zetelt een comité, voor het grootste gedeelte samengesteld uit personen, be hoorende tot de meest geavanceerde groep van het regentschap. Volgens een bericht uit Philippopel heeft een escadron cavalerie de stad verlaten, teneinde gewapende benden uiteen te drjjven, die óp het platteland te zamen gebracht werden met vjjan- dige bedoelingen tegen het regentschap. De Russische regeering heeft de uitlevering gevraagd van de gevangenen Zelieff en Panoff. Deze eisch kwam te laat voor Panoff, die reeds doodgeschoten was. Drie honderd Boelgaarsche soldaten, die aan den opstand te Roestsjoek hebben deelgenomen, werd door de'n commandant van het garnizoen, na een strenge berisping voor het front der troepen, pardon geschonken. Zjj worden onder de andere regimenten ingedeeld. Aan Riza pacha droeg de sultan op het Boel- gaarsch regentschap geluk te wenschen met de onderdrukking van den opstand. In den Duitschen rjjksdag heeft gisteren de eerste lezing van de legerwet plaats gehad. In de Spaansche cortes heeft de kolonel Tantammen den minister van oorlog verweten,dat hg wanorde sticht in het leger. Sagasta ant

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 2