Onderwijs.
Eerlmieuws.
Rechtszaken.
Verspreide Berichten.
leden van het nutsdepartementIJzendijke,vanhet
leesgezelschap Vooruit en van het Willemsfon is.
Vanwege het nutsdepartement en het leesgezel
schap werd een fraaie krans op de lijkkist gelegd.
Vrjjdag geen audiëntie bjj den minister van
koloniën.
Het examen om als leerling aan 's rjjks vee
artsenijschool te Utrecht te worden opgenomen,
zal plaats hebben in de eerste helft der maand
Juli e. k.belanghebbenden moeten zich schrif
telijk, mits portvrij, vóór 1 Juni e. k., bp don
directeur der school aanmelden.
De over te leggen stukken, de vereischten voor
het examen enz. zjjn vermeld in de Staatsct van
9 Maart.
De heer J. J. B. J. Bouvy, voorzitter der Ver-
eeniging tot behartiging der stoomvaartbelangen in
Nederland en lid der K. v. K. te Dordrecht,
schreef in de Dordrechtsche Ct een artikel, naar
aanleiding van aanmerkingen op het reglement
op het ankeren van schepen voor Dordrecht, met
1 Januari dezes jaars in werking getreden.
Daarin verklaart de heer Bouvy, dat door de
invoering van dit reglement aan een algemeen
verlangen naar betere regeling is voldaan, dat wel
eenige aanmerkingen door schippers zijn voorge
komen, die liever de ongebondenheid zouden
willen zien voortduren, maar dat dit een gewoon
verschjjnsel is, wanneer orde in een verwarden
toestand gebracht wordt.
Dat de verschillende (vjjf) ankerplaatsen met
oordeel gekozen zijn, blijkt ook daaruit, dat zjj
zjjn vastgesteld door een commissie uit de E. v. E.,
in overleg met den ingenieur van den waterstaat
en na verschillende deskundigen gehoord te hebben.
Volgens het Vad. zouden, luidens berichten van
het departement van marine te Hellevoetsluis
ontvangen, 1° na 1 Mei voor het loodswezen geen
herstellingen op 's rjjkswerf meer mogen geschie
den. 2. Zij, die voor Juli '54 daar in dienst
kwamen en in de termen vallen, worden gepen
sioneerd. 3. De werklieden, die meer dan 60 jaren
tellen worden ontslagen met eenigen onderstand,
in afwachting eener pensioenwet, welke men voor
die mindere geëmploieerden ontwerpt. 4. Voor
zoover noodig worden ontslagen alle werklieden,
die betrekkelyk jong zijn. Zjj, die kinderen
hebben, komen voor ontslag eerst in de tweede
plaats in aanmerkingweggezonden worden alle
ongeschikten, onverschillig van welk vak.
Nog altjjd houden de bladen zich bezig met de
vraag, hoe op 19 Febr. de redding van onze
koningin en het prinsesje in haar werk is gegaan.
Volgens een, naar men zegt, zeer vertrouwbaar
relaas, zou de heer G. H. Tromp, adjunct-com
mies bjj het departement van financiën, die voor
het raam van Arbeid Adelt in het Noordeinde
het rjjtuig met de hollende paarden zag aankomen,
dadeljjk de dieren zjjn tegemoet gevlogen en ge
tracht hebben den teugel van het rechtsche paard
te grjjpen, doch die gleed door zjjne hand, door
welke poging de paarden echter rechtsaf gingen.
Hg kwam, na eerst te hebben getracht het
sljjkbord vast te grjjpen, in een ommezien achter
het rjjtuigje te land en liet zich, door zich eerst
aan kap en bak en later aan den jjzeren stang
achter het rptuigje vast te houden, medesleepen;
toen kreeg het rptuigje een geweldigen schok.
Op de hoogte van Arbeid Adelt reed het rptuigje
van H. M. tegen hetrptuig van mevrouw Baesjou,
uit Voorburg. Die schok was het middel om de
reeds veel verzwakte paarden het rennen te doen
staken.
Men dacht niet anders dan dat H. M. en het
prinsesje uit het rjjtuig waren geslingerd, doch
die vrees werd gelukkig niet bewaarheid. De
paarden stonden niet plotseling stil, doch sleepten
nog een paar andere, toen eerst toegeschoten
helpers mede tot vóór het hek van de woning
van generaal Van Meurs.
Door vereende pogingen van hen, die achter
het rjjtuigje hingen, en van hen, die de in hun
ren geschokte paarden grepen, gelukte het toen
deze tot stilstaan te brengen.
De nadere bijzonderheden, die er bjj gemeld
worden, zjjn bekend, en verder wordt overigens
niet betwist dat Eabelaar, Wegman en Blom de
paarden hebben vastgehouden, doch er heerscht
twjjfel over de vraag of zjj de redders vanH. M.
zjjn. Er waren nog meer personen, die een werk
dadig aandeel bjj die redding hebben genomen.
De Haagsche correspondent van het U. D.
beweert dat Eabelaar naar de algemeene opinie
toch de redder is, al zou hjj volgens het officieel
rapport, door den burgemeester ter zake inge
diend, niet veel meer gedaan hebben dan een
stilstaand tweespan bjj de teugels grjjpen. „Zoo
als het wel eens meer gaat," aldus schrjjft die
correspondent, „wordt nl. die officieele waarheid
vrp algemeen in twjjfel getrokken en beweert men
niet zonder grond, naar het schjjnt dat zjj
pour le besoin d'une cause is gefatsoeneerd. De
een zegt, dat koninkljjke stal-autoriteiten, teneinde
zich van onvoorzichtige handelingen vrjj te pleiten,
invloed hebben uitgeoefend om de gebeurtenis zoo
onbeteekenend mogelpk te doen voorstellen. An
deren beweren, dat de politie, njjdig omdat haar
de eer der redding ontging, die zjj zich aanvankelijk
meende te mogen toerekenen, de zaak heeft
ontwikkeld, „opdat" of „met het gevolg" dat dan
ook niemand er eer van zou hebben. Wat daarvan
is, weet ik niet, ofschoon ik mjj schaar aan de
zjjde der twjjfelaars aan de officieele waarheid
maar wel weet ik, dat de officieele rapporteurs aan
HH. MM. een slechten dienst hebben bewezen,
want de indruk door het uitbljjven van eene
belooning voor den koetsier van dr. Stein en
c. q. ook voor andere mederedders teweegge
bracht, is ernstiger en scbadeljjker dan de burge
meester en zjjne raadsleden schjjnen te beprjjpen.
Ik zal dit niet verder hebben te ontwikkelen!
ieder zal begrjjpen, wat aan de hooge rapporteurs
schjjnt te zjjn ontgaan, dat in dit geval de leer
in dubio abstine volstrekt geene aanbeveling
verdiende."
De heeren Verniers van der Loeff, De Bruyn
Eops, De Ranitz en Van der Sleyden hebben
voorgesteld
1° art. 68 der grondwet te lezen als volgt: »De
geschillen tusschen besturen: van provinciën onder
ling van provinciën en gemeenten van gemeenten
onderling; alsmede van provinciën of gemeenten
en van waterschappen veen»chappen en veen-
polders; niet behoorende tot die, vermeld in
art. (151), worden door den koning beslist, voor
zoo verre dit niet bjj de wet aan een ander gezag
is opgedragen
en 15 van de 6e en 7e afd. van Hoofdst. II te
lezen „Achter het na de voorafgaande vervat
artikel wordt in de grondwet het volgend artikel
ingevoegd„De wet kan aan den raad van state
de beslissing opdragen van geschillen niet be
hoorende tot die vermeld in art. (151)."
De dezer dagen ontvangen mail uit Oost-Indië
brengt geen bjjzonder nieuws uit Atjeh. Het
onderzoek naar de berri-berri, door prof. Pekel
haring, wordt voortgezet.
Door den raad der gemeente Sluis is den heer
B. P. Hofstede op zjjn verzoek, eervol ontslag
verleend als hoofd van school A.
In dezelfde raadszitting werd de, aan deze be
trekking verbonden jaarwedde, 1600 gld. met
vrjje woning, met 200 gld. verminderd, terwjjl
besloten werd eene oproeping te doen voor onder
wijzeres aan school C (wjjk Heille).
Naar men meldt heeft de heer J. A. de Wolff
te Vlissingen ontslag genomen als lid van het
provinciaal kerkbestuur van Zeeland. Het bericht
in een ander blad dat dit bestuur heden (9 Maart)
zou vergaderen om de zaak tegen den heer Elaar-
hamer te behandelen is onjuist. Waarschjjnljjk
komt het eerst over drie weken bjjeen.
Te Njjkerk is het Zondag in de kerk der
Ned. Herv. gem. recht stichtelijk toegegaan. Tien
leden van den kerkeraad van die gemeente waren
aan het doleeren geraakt, en, nadat zjj geschorst
waren, met eenige kerkvoogden uit het synodaal
verband getreden.
Toen de ring-predikant nu Zondag zijn taak
wilde vervullen, was de preekstoel al bezet door
den doleerenden heer Van den Bergh uit Voort
huizen, die reeds een half uur te voren zich van
die plaats had meester gemaakt.
Er heerschte een hevig tumult.
Ds Van den Bergh gaf op, te zingen Psalm 126.
Het orgel speelde de wjjze van dien Psalm, maar
werd overstemd door het zingen van het Wien
Neerlandsch bloed en andere vaderlandsche liederen,
door eenige aanwezigen aangeheven.
De wanordelijkheden namen hand over hand
toe, zoodat de burgemeester zich gedrongen ge
voelde den heer Van den Bergh, ter voorkoming
van ernstiger ongeregeldheden, te verzoeken, den
kansel te ontruimen. De doleerende predikant
weigerde dit te doen zonder vergunning van kerk
voogden. De burgemeester begaf zich toen tot
den president-kerkvoogd, op wiens verzoek door
ds Van den Bergh aan de uitnoodiging van den
burgemeester gevolg werd gegeven.
Tengevolge van het groote rumoer kon de
ringpredikant niet optreden. De kerk was reeds
vdor tien uur ontruimd.
Van het gebeurde is door den burgemeester
proces-verbaal opgemaakt.
Te Aalten heeft men denzelfden dag in de kerk
den doleerende predikant Gangel verhinderd den
preekstoel te beklimmen. De politie had de
noodige maatregelen genomen om wanordelijk
heden te voorkomen. Alles liep rustig af.
Arrondissements-rechtbanJc te Middelburg.
De rechtbank deed heden in civiele zitting
uitspraak in de bekende zaak van den heer P.
K. P. J. van Sloten, burgemeester van Hoofdplaat,
appellant, tegen den heer A. J, Cammaert, wet
houder. Wij deelden die vroeger uitvoerig mee,
De rechtbank vernietigde het vonnis van den
kantonrechter te Oostburg, waarbij de heer Van
Sloten was veroordeeld tot f 1 boete enz.; ver
klaarde den oorspronkelijken eischer (Cammaert)
ongegrond in zijn eisch, ontzegde hem zijn eisch
en veroordeelde hem in de kosten.
Dit vonnis steunt op de volgende overwegingen:
O. dat, naar aanleiding van de eerste grief
van den appellant tegen het vonnis van den
kantonrechter, moet worden onderzocht en beslist:
1° of de feiten, door den oorspronkelijken eischer,
nu geïntimeerde, ten grondslag zijner vordering
gelegd, zjjn bewezen, en zoo ja, 2® of die feiten
mondelingen hoon of mondelinge beleediging van
dien aard opleveren, dat daarop eene vordering
als da onderhavige kan worden gebaseerd
O. wat het eerste betreft, dat door den appellant
wel is ontkend, dat de gestelde feiten bewezen
zouden zijn, doch niet is aangegeven in welk
opzicht het bewijs gebrekkig zou wez^n, dat
daarentegen uit de door de getuigen J. van
Zanten, Ch. J. Weijnen en E. A. Pateer ter
terechtzitting van het kantongerecht te Oostburg
afgelegde beëedigde verklaringen, zooals die
vermeld zijn in het vonnis waarvan is geappel
leerd, in onderling verbaud beschouwd, j^bewezen,
dat op den 3eu Juli 1885, in de gewoaè vergader
zaal op het gemeentehuis te Hoofdplaat, eene
vergadering van het dagelijksch bestuur dier
gemeente is gehouden, bestaande uit den appellant
als voorzitter en den geïntimeerde en den getuige
Weijnen als wethouders, met den getuige Pateer
als secretaris;
dat in die vergadering eene heftige woorden
wisseling heeft plaats gehad tusschen den appellant
en den geïntimeerde, die daarmede is geëindigd,
dat de appellant den geïntimeerde het woord
heeft ontnomen en de vergadering heeft gesloten;
dat de appellant daarop den geïntimeerde monde
ling heeft gelast het vertrek te verlaten; dat, toen
de geïatimeerde daaraan niet voldeed, de appellant
heeft gescheldwaarop de veldwachter der
gemeente, de getuige J van Zanten, is binnen
gekomen, aan wien de appellant beeft gelast den
geïntimeerde te verwijderen, zeggende, volgens
de getuigen Weijnen en Pateer„breng Cammaert
buiten," en volgens den getuige Van Zanten
„Van Zanten, ik verzoek u mijnheer Cammaert
van deze kamer te verwijderen"; dat, toen de
geïntimeerde weigerde te voldoen aan het dooi
den veldwachter tot hem gerichte verzoek om
het vertrek te verlaten, de appellant den veld
wachter gelastte op den geïntimeerde geweld te
gebruiken, teneinde dezen uit het vertrek te
verwijderen
O. derhalve dat de door den oorspronkelijken
eischer gestelde feiten rechtens bewezen zijn;
O. ten aanzien der vraag of de hiervoren ver
melde, door den appellant geuite woorden zijn
honend of be'eedigenddat uit art. 1408 van het
burg. wetb. volgt, dat de als hoonend en beleedi-
gend aangevallen woorden van dien aard moeten
zijn, dat de eer of de goede naam van dengene,
tegen wien zij geuit zijn, er door kon geleden
hebben; dat ten deze niet is gesteld, dat de
beleedigingen den geïntimeerde zijn aangedaan
in of naar aanleiding van zjjne betrekking van
wethouder en er dus alleen moet beslist worden
of de geïntimeerde inzijn privé is beleedigd
dat nu, daar gelaten de vraag of de appellant;
wanneer hij van het bijzijn van den geïntimeerde
had willen bevrijd zijn, hetgeen in deze blijkbaar
het geval is geweest en den appellant de gezeg
den heeft doen uiten, niet anders had kunnen
handelen of beleefder vormen had kunnen in acht
nemen dan hij heeft gedaaH, in geen geval datgene
wat hij heeft geuit tegen dea geïntimeerde of in
diens tegenwoordigheid tegen den veldwachter, in
een besloten lokaal, in tegenwoordigheid alleen
van den anderen wethouder en van den secretaris,
van dien aard is, dat kan aangenomen worden,
dat de geïntimeerde daardoor bij zijne mede-
menschen minder geëerd of geacht zou zijn, of
dat hij zou zijn benadeeld in het crediet of in
het vertrouwen dat hij geniet, en hij dus in eer
en goeden naam zou zijn gekrenkt
O. derhalve, dat de aangevallen en als bewezen
aangenomen uitdrukkingen van den appellant niet
kunnen gezegd worden hoonend cf beleedigend
te zijn in dien zin, dat daarop eene burgerlijke
rechtsvordering kan worden gegrond;
dat mitsdien ongegrond is de door den oor
spronkelijken eischer, nu geïatimeerde, tegen deu
gedaagde, nu appellant, ingestelde vordering;
dat reeds om die reden het vonnis van den
kantonrechter moet vernietigd worden en dus
buiten beschouwing kunnen blijven de drie laatste
door den appellant tegen dat vonnis aangevoerde
grieven
Gezien de artt. 40 en 54 van de wet op de
rechterlijke organisatie en het beleid der justitie,
1408 en volgende van het B. W. en 56 van dat
van burgerl. rechtsvordering.
Doet te niet het appel.
Vernietigt het vonnis van den kantonrechter
e Oostburg.
Verklaart den oorspronkelijken eischer (Cam
maert) ongegrond.
Ontzegt hem zijn eisch.
Veroordeelt hem in de kosten.
Eenigen tjjd geleden is door den koning den
gewezen Bredascben kassier B. F., gratie verleend;
thans wordt gemeld, dat de verdere straftjjd van
zjjn broeder H., is veranderd in IJ jaar celstraf,
zoodat deze in het volgende jaar de vrjjkeid zal
terugkrjjgen.
Door den raad van justitie te Batavia is
C. W. A. N. Jutting, wonende te Sadjira (Bantam)
schuldig verklaard aan het misdrjjf van laster en
hoon, gepleegd door middel van een verkocht en
verspreid drukwerk jegens een gestelde macht, en
daarvoor veroordeeld tot 200 boete.
In Zuid-Beveland zjjn naar men ons
schrjjft tot dusver minder contracten tot het
telen van suikerbieten gesloten dan verleden jaar.
De ongunstige uitkomst van een andere zaad soort
is daarop van belangrjjben invloed, ofschoon het
voorschottenstelsel nog menigeen heeft doen toe
treden.
Het telen van aardappels zal dit jaar weer niet
beneden de oppervlakte van vorige saizoenen
plaatshebben. De voordeelen overtreffen die van
menige andere cultuur.
Ook voor het huren van vlasland is de tjjd
aangebroken. Naar gelang der gronden loopt de
prjjs van 75 tot 85 per gemet.
Uit Goes schrjjft men ons
Gisteren avond gaven de leerlingen van den
heer P. de Jonge Jz", muziekonderwijzer, in de
concertzaal der sociëteit F. O. F., eene openbare
les. De zaal was vol en zoowel de vocale als de
instrumentale nommers van het programma vonden
veel bjjval.
Vooral een qualre mains, door twee weezen
gespeeld, en de sonatine van Clementi, door een
elfjarigen knaap op de piano uitgevoerd,trokken
de aandacht en niet minder het vioolspel van de
jonge jufvrouw De J.
Het publiek bestond grootendeels uit jeugdige
hoorders en hoorderessen, die vaak nog al eens
onrustig waren en de aandacht stoorden.
In eene Dinsdag te Yerseke gehouden, niet
eer talrjjk bezochte publieke vergadering, ter
bespreking van de oprichting van een fanfaren-
gezelschap, werd besloten bjj de ingezetenen lijsten
te doen rondgaan, waarop zjj voor rentelooze en
rendeerende voorschotten, vrijwillige jaarljjksche
bijdragen en giften in eens kunnen inschrjjven of
zich als donateurs bjj de vereeniging kunnen
aansluiten. Men mag op een 20tal werkende leden
rekenen.
Te Rilland nemen de mazelen zoo toe, dat
het aantal leerlingen der openbare school van
180 a 190 in de vorige maand, thans slechts 100
bedraagt.
Te Poortvliet bljjft de ziekte steeds heerschen;
Er zjjn thans 207 ljjdeis in 97 gezinnen. De
school is, tengevolge der epidemie, zeer ontvolkt;
slechts een vjjfde van 't aantal kinderen is aanwezig.
Eindeljjk zoo schrjjft men ons uit Hulst
heeft er weer eens eene vergadering plaats
gehad van de afdeeling Hulst der Zeeuwsche land-
bouwmaatschappij.
Nadat de rekening en verantwoording over 1885
en 1886 was goedgekeurd, werd door het bestuur
medegedeeld, dat de landbouw-tentoonstelling en
de wedstrijd voor vlas-bereiding alhier zal gehou
den worden op 6, 7 en 8 Juni e. b. De laatste dag
zou aan de vee-tentoonstelling worden gewjjd.
Het bestuur werd de taak opgelegd, maatregelen
te beramen, Teneinde de suikerfabrikanten te be
wegen in het vervolg de bieten op suikergehalte
te contracteeren. Er werd tevens besloten van
wege de afdeeling eene jaarlijksche hengsten-
keuring te doen plaats hebben, waarvoor jaarljjks
f 100 aan prjjzen beschikbaar zou worden gesteld.
Te Amsterdam liep gisteren door de Vondel
straat een man, wanhopig uitroepende „geef mij
een pistool, ik wil mij dooden." Zoo schreeuwende
liep hij het Vondelpark in, rechtuit in de vijver,
waar hij voorover viel en ten a&nschouwe van
eenige wandelaars, die geen hulp konden bieden,
verdronk.
Hoe het gaat met het keuren van levens
middelen! Onlangs wist het N. v. d. D. te melden
dat te Amsterdam onafgebroken alle winkels,
waarin varbensvleesch, met name hammen, worden
verkocht, door 3 keurmeesters bezocht worden.
Een winkelier, die van L Mei tot 31 December
1886 in dat artikel deed, verklaart nu dat hjj nooit
eenig bezoek van een keurmeester heeft gehad.
Zou zoo iets alleen in Amsterdam gebeuren?
De onvermoeide pogingen zjjn met gunstigen
uitslag bekroond. Maandag is het stoomschip
Stella vlot gekomen en in de haven van IJmui-
den gesleept.
In den geest van de bekende weegmachines,
zullen thans toestellen aan de stations worden
geplaatst welke, als de reiziger een 2 centstuk
in de sleuf steekt, een polis te voorschijn brengen,
die hem voor eventueele ongelukken verzekert
voor 100 of 1200. Practisch en nu tti
tevens ArnhCt.)
Bjj den pastoor van Oestgeest is een belang-
rjjke diefstal gepleegd, naar men vermoedt door
twee personen.
Na boven drie kamers bezocht te hebben, waar
een zilveren kruisbeeld en twee gouden horloges
met ketting werden ontvreemd, schjjnen de dieven
in de sacriatjj te zijn gekomen, waar door hen
met behulp van een valschen sleutel verschillende
kerksieraden, tot den dienst bestemd, zjjn ont
vreemd; doch geen gelden of geldswaardige papieren.
De kerk hebben zij niet bezocht.
Gestolen zjjnin de sacriatjjuit een foudraal
1 verg. zilv. kelk met pateenlepel; uit de secre
taire 1 zilv. Willebrandsbeeld, 1 zilv. Mariabeeld,
stukgebroken medegenomenuit een kastje in de
secretaire met valschen sleutel1 zilv. verg. mis
kelk met pateenlepel, 1 klein zilv. kelkje met
deksel, 1 zilv. hostiedoos (hosties weggegooid),
een zilveren pookje voor het wierookvat, een
zilveren doopschelp, een zilveren kruisje, twee
gouden kelkjes met kettinkjes; in de kamer van
den pastoor een gouden horloge met ketting, voor
welks ontdekking 25 is uitgeloofdop de
slaapkamer der meideen gouden horloge.
In de keuken heeft men 6 Berlin-zilveren lepels
ontvreemd.
Er wordt in ons land zoo geweldig met den
wjjn geknoeid, dat er velen hem nu rechtstreeks
uit Bordeaux, vaak via Parjjs, doen komen.
Vindt men hem dan wat wrang, bespeurt men
een verdacht bouquet, heeft men er den volgen
den morgen soms wat hoofdpjjn van of blauwe
lippen de fout ligt bjj dengene die hem drinkt.
De wjjn toch is echt, regelrecht van de Frèrea X
of de heeren Y et fils ontvangen. Een vader zal
toch zjjn zoon niet leeren knoeien
Een eenigszins gewjjzigd licht werpt op den
onvervalechten, onversneden Franschen wjjn de
volgende mededeeling, die we aantroffen in het
Maandblad tegen de vervalsching van Levensmiddelen.
Uit een officieel consulair bericht uit Bordeaux
bljjkt, dat de helft van den aldaar uitgevoerden
wjjn uit mengsels van Hongaarsche, Spaansche of
Italiaansche wjjnsoorten bestaat. Deze worden
voldoende met water aangelengd, met chemische
essences welriekend gemaakt, en daarna als „Sève
de Medoc" verkocht. De uit te voeren wjjn is
aan geenerlei contróle onderworpen. In Lyon
schijnt men strenger te zjjn, daar schier wekeljjks
verschillende personen wegens wjjnvervalsching
streng gestraft worden." \Arnh. Crt).
Volgens berichten uit Boelgarjje heerscht er
in verscheidene plaatsen groote opgewonden
heid. Men gelooft dat er opnieuw onlusten zullen
uitbarstende zaken staan stil. Naast de admi
nistratieve overheid zetelt een comité, voor het
grootste gedeelte samengesteld uit personen, be
hoorende tot de meest geavanceerde groep van
het regentschap.
Volgens een bericht uit Philippopel heeft
een escadron cavalerie de stad verlaten, teneinde
gewapende benden uiteen te drjjven, die óp het
platteland te zamen gebracht werden met vjjan-
dige bedoelingen tegen het regentschap.
De Russische regeering heeft de uitlevering
gevraagd van de gevangenen Zelieff en Panoff.
Deze eisch kwam te laat voor Panoff, die reeds
doodgeschoten was.
Drie honderd Boelgaarsche soldaten, die aan
den opstand te Roestsjoek hebben deelgenomen,
werd door de'n commandant van het garnizoen,
na een strenge berisping voor het front der
troepen, pardon geschonken. Zjj worden onder de
andere regimenten ingedeeld.
Aan Riza pacha droeg de sultan op het Boel-
gaarsch regentschap geluk te wenschen met de
onderdrukking van den opstand.
In den Duitschen rjjksdag heeft gisteren de
eerste lezing van de legerwet plaats gehad.
In de Spaansche cortes heeft de kolonel
Tantammen den minister van oorlog verweten,dat
hg wanorde sticht in het leger. Sagasta ant