MIBDELBURGSCHE COURANT
BIJVOEGSEL.
Woensdag 9 Maart J887. ÏJ° 57.
Middelburg 8 Maart
VAN DE
VAN
Bjj de stemming in de Tweede kamer, Maandag
11., over hoofdst. II1" afd. der grondwet, de troon
opvolging betreffende, sloten zich bp de liberalen,
die er voor stemden, aan de anti-revolntionnaire
heeren Beelaerts en A. van Dedem, terwjjl de heer
Van Houten zich bjj de tegenstemmers voegde.
Deze toch heeft steeds verklaard de noodzakelijk
heid eener herziening van deze afdeeling niet in
te zien.
De regeering heeft nader voorgesteld, art. 66
der grondwet te lezen als volgt
»Da koning heeft het recht van gratie van
straffen, door rechterlijk vonnis opgelegd.
„Hjj oefent dat recht uit, na het advies te
hebben ingewonnen van den rechter, die het
vonnis gewezen heeft, wanneer het veroordeelingen
betreft tot hechtenis of gevangenisstraf van niet
meer dan drie jaren en tot geldboete te zamen
of afzonderlijk, met of zonder bijkomende straffen.
»Bjj ontstentenis van dien rechter, alsmede
wanneer het veroordeelingen tot andere straffen
betreft, wordt de hooge raad gehoord.
Amnestie of abolitie worden niet dan bjj een
wet toegestaan".
[De wijziging strekt om te voorkomen, dat de
hooge raad zou moeten worden gehoord bjj ver
oordeelingen tot hechtenis of gevangenisstraf van
korten duur, zoodra daaraan een andere bijko
mende straf dan verbeurdverklaring van voor
werpen verbonden is, bv. opzending naar een
rijkswerkinrichting of vervallenverklaring van den
militairen stand. De beslissing der vraag, welke
rechter behoort te worden gehoord, moet afhangen
van de hoofdstraf.].
Nadat de heer Louis Regout te Maastricht in
een open brief aan de enquête-commissie'getracht
had eenige voor die commissie afgelegde verkla
ringen te ontzenuwen, handhaafde de heer J. H.
Wijnen, rector, in een ingezonden stuk, zjjne
afgelegde getuigenis in hoofdzaak al waren, vol
gens zpn verzekering, wellicht enkele details
minder juist.
Vervolgen» kwam de heer F. Marckx, secretaris
van het burgerljjk armbestuur te Maastricht, in
een open brief op tegen de verzekeringen van
den heer Regout; en handhaafde de juistheid van
zjjne eigen verklaringen.
Toen vereenigden zich een viertal geestelijken
uit Maastricht om den heer Louis Ragout de
handen boven h#t hoofd te houden. Zjj noemden
enkele voor de commissie van enquête afgelegde
getuigenissen overdreven.
En om nu verdere tegenspraak te voorkomen,
is den heer J. H. Wjjnen het zwjjgen opgelegd.
Deze verklaart nl. in de Tijd dat hp, „gaarne ge
volg gevende aan het verzoek zjjner geestelijke
overheid", voortaan niet meer antwoorden zal noch
op de reeds verschenen, noch op de verder te
verschijnen brieven inzake de enquête.
Of deze oplossing nu wel bijster aangenaam en
eervol voor den heer Louis Regout is, beslisse het
publiek.
Behalve de verkiezing van gemeenteraadsleden
moeten dit jaar ook stemmingen plaats hebben
voor leden van dpkraden en van besturen voor
water keeringen, benevens voor gezworenen.
Als raadsleden moeten dit jaar te Middelburg
aftreden de heeren J. J. v. d. Harst Azn, J. H.
Snjjders, M. B. Cr. Hogerwaard, M. Volkrjjk Liebert
en P. M. de Ligny.
De jongste onaangename ervaringen, opgedaan
met Zigeunerbenden, heeft den minister van
justitie aanleiding gegeven in een circulaire bjj
de procureurs-generaal, fungeerende directeuren
van politie, aan te dringen op eene strenge toe
passing der wet op de Zigeunerbenden van 13 Aug.
1849 {Stbld no 39) en tevens hun te verzoeken de
hoofden van politie in de grensgemeenten en in
de havenplaatsen daartoe aan te sporen en hunne
medewerking in te roepen ter bevordering van
het noodige toezicht.
De heer E. Colonna te 's Gravenhage wpdt in
het Hbld een artikel aan onze bedachtzaamheid,
voornamelijk in verband met Atjeh.
Hp begint met erop te wjjzen dat, volgens de
laatste berichten, de krachtige poging om de
kleine bende Atjehers te vangen, die op Poeloe-
Bras de wacht bij den lichttoren hadden overvallen,
op niets is uitgeloopen, en dat het den vijand is
gelukt de waakzaamheid onzer het eiland blok-
koerende marineschepen te verschalken.
Er rust op al onze ondernemingen tegenover
Atjeh een noodlot.
Hjj doet nu verschillende vragen, o. a., waarom
bedient men zich daar niet van een ballon-captif
om de vpand in zjjn schuilplaats gade te slaan
In den Amerikaanschen vrjjheids-oorlog werd
reeds van dit verkenningsmiddel schitterend partp
getrokken, terwjjl thans alle legers van beteekenis
in Europa hunne ballonafdeeling hebben.
Waarom heeft onze marine noch aan boord der
schepen, noch op hare stoombarkassen electrische
verlichtingstoestellen, terwjjl toch bjj alle volkeren,
die er iets op nahouden, wat naar eene zeemacht
kan geljjken, dit krachtige hulpmiddel in de vaart
en in den oorlog reeds sedert jaren is ingevoerd
Een enkele observatie-post boven de ingekrompen
Atjehstelling, van een electrischen lichttoestel en
van een telephoon voorzien, zou iederen overval
binnen onze postketen zoo goed als onmogeljjk
maken.
Wij hebben dit alles echter niet, omdat wjj een
uiterst bedachtzaam volk zjjn. Al moge ook het
gemis van al die nieuwigheden ons duizenden mannen
en millioenen schats hebben gekost, al moge het
misschien de oorzaak zjjn, dat wij thans, wat
de veiligheid betreft, zeer moeieljjke tjjden in de
Oost-Indische bezittingen belevenin geen geval
zal men ons kunnen verwjjten, dat wjj zoo maar
klakkeloos al dien nieuwen poespas overnemen.
Omtrent de vooruitzichten bp het vak der
posterpen leest men in het Amst., D. v. N.
Er zjjn op het oogenblik 100 surnumerairs.
Dit aantal zal met April of Mei a. s. met 12
vermeerderd worden. Van dezen hebben in April
1886 18 met goed gevolg het overgangs-examen
voor commies afgelegd. Van deze 18 zjjn tot nu
toe slechts 3 tot commies benoemd, zoodat de
overige 15 bp na 3 jaar surnumerair zjjn. Dit
heeft ten gevolge gehad, dat het commies-examen,
dat met Dec. 1886 moest plaats hebben, een half
jaar is uitgesteld en nu in April of Mei a. s.
zal gehouden worden. Derhalve zjjn allen die
later bomen, geen 2, maar zeker 2] jaar surnu
merair; en wanneer zullen zp door Z. M. tot
commies benoemd worden
Voor hen wien dat treft is het niet aangenaam,
want men wordt surnumerair met het vooruitzicht
om binnen 2 jaar commies te worden, en dan
gaat men nog slechts 900 verdienen, waarvan
nog gedurende 5 jaar */s moet betaald worden
voor het pensioen.
De betrekking der post-ambtenaren stelt hooge
eischen van vertrouwbaarheid en wordt in de
laagste rangen niet te ruim beloond. Zou het
nu niet billjjk zjjn, dat de jonge man, die zich
aan het vak wjjdt en op behoorlijken tpd voor
zjjn examen gereed is, althans niet meer dan
twee jaren surnumerair blpft
Verschillende mannen van naam hebben zich
met een adres tot den koning gewend, waarbjj zp
te kennen geven:
Dat zp met bittere droefheid en Btjjgenden
kommer den ongunBtigen toestand gadeslaan,
waarin, blpkens vele officieele en alle bjjzondere
berichten, Neerlandsch-Indiê' meer en meer begint
te verkeeren
Dat toch de gedrukte staat van onderscheiden
takken van landbouw en njjverheid de welvaart
belangrjjk deed dalen en bjj een deel der bevol
king eene ontevredenheid heeft gewekt, die door
de financieele maatregelen der regeering veeleer
wordt aangewakkerd dan getemperd
Dat de teekenen, die daarvan tot dusver aan
het licht kwamen, wel is waar gemakkelpk zjjn
onderdrukt, doch niet dan door daden van buiten|
gewonen aard, welke niet nalieten den schjjnvan
willekeur op de regeering te werpen en in wpden
kring een hoogst ppnljjken indruk te maken;
Dat in deze omstandigheden meer dan gewone
waarde moet worden gehecht aan leger en vloot,
die trouwens ten allen tijde het plechtanker zjjn
geweest onzer koloniale heerschappij
Dat intusschen, volgens het eenparig oordeel
van alle deskundigen, land- en zeemacht in Ne-
derlandsch-Indië in een toestand verkeeren, welke
volstrekt onvoldoende, ja allerbedenkelpkst moet
genoemd worden
Dat toch de langdurige krjjg op Noord -Sumatra
eene uitputting van leger en vloot heeft veroor
zaakt, welke in de Indische krijgsgeschiedenis
hare wederga slechts vindt in het laatst der
vorige eeuw, aan den vooravond van den smade-
ljjken ondergang van Nederland's koloniale macht
Dat het thans van ondergeschikt belang schjjnt
te onderzoeben, in hoeverre de krijgsverrichtingen
tegen een onversaagden vpand, de wendingen
eener wankelmoedige staatkunde, of de heillooze
invloed van een moordend klimaat of onvoldoend
beheer hiertoe hebben bjjgedragen, daar het bloote
feit alleen allen, welke krjjgsbundige of staat
kundige richting ook toegedaan, in éenen wensch
vereenigt, dien naar oogenblikkeljjke voorziening
in den hooggestegen nood.
Op deze en meer gronden o. a. de ontmoe
diging en demoralisatie die zich van onze troepen
hebben meester gemaakt; het steeds verminderend
prestige dat de naam en de macht van Nederland,
in de eerste plaats in Atjeh en zjjne Onderhoo-
righeden, maar ook in steeds wpderen kring over
gansch Indië en zelfs in den vreemde uitoefenen,
waarvan de bewpzen ons uit talrpke mededeelin-
gen, zelfs van de verst verwjjderde gewesten
toestroomenverzoeken adressanten het nood
lottig verval van leger en vloot in Ned.-Indië te
stuiten door zoodanige versterking van personeel
en materieel als noodig blpkt, om de taak te
vervullen, welke op het voetspoor van een roem
vol verleden op Nederland als koloniale mogend-